Welstandscriteria voor bijgebouwen en overkappingen

Geldend van 04-04-2003 t/m heden

Intitulé

Welstandscriteria voor bijgebouwen en overkappingen aan de voorkant

plaatsing en aantal:

  • -

    In beginsel geen bijgebouw of overkapping aan de voorkant.

  • -

    Afstand tot gevels minimaal 1.00 m. voor bijgebouwen.

  • -

    Afstand tot voor- en zijerfgrens minimaal 2.00 m.

  • -

    Maximaal 2 bijgebouwen of overkappingen op het gehele erf en/of tot maximaal 50% van het oppervlak van het oorspronkelijke voor- of zijerf is bebouwd.

maatvoering:

  • -

    Oppervlakte maximaal 10 m2 en/of tot in totaal maximaal 50% van het oppervlak van het oorspronkelijke voor- of zijerf is bebouwd.

  • -

    Hoogte maximaal 2.70 m. gemeten vanaf het aansluitend terrein.

vorm:

  • -

    Overkappingen maximaal twee zijden tegen gevels hoofdgebouw en minimaal aan 2 zijden open.

  • -

    Rechthoekig en plat afgedekt.

  • -

    Niet meer dan 0.10 m. overstek.

  • -

    hoogte boeiboord maximaal 0.25 m.

  • -

    Geleding, indeling en profielen afgestemd op het hoofdgebouw.

materiaal en kleur:

  • -

    Materiaal en kleur afgestemd op het hoofdgebouw of tuinkarakter (metselwerk of hout). Over het algemeen een donkere niet opvallende kleur. Geen golfplaat of damwandprofielen.

  • -

    Materiaal- en kleurgebruik kozijnen conform kozijnen hoofdgebouw.

  • -

    Maximaal 75 % glasvlak (in beginsel geen kas).

overige:

  • -

    Geen secundair bijgebouw of overkapping (bijvoorbeeld aan een reeds bestaande aan- , uitbouw of bijgebouw).

  • -

    Indien bijgebouw wordt geplaatst voor een raam van de woning, afstand tot betreffende gevel(s) minimaal 2.00 m.

  • -

    Bijgebouw of overkapping voldoet aan het gebiedsgerichte beoordelingskader van het gebied waar deze geplaatst gaat worden.

Welstandscriteria voor bijgebouwen en overkappingen aan de achterkant

­

plaatsing en aantal:

  • -

    Afstand tot gevels minimaal 1.00 m. voor bijgebouwen.

  • -

    Overkappingen maximaal twee zijden tegen gevels hoofdgebouw.

  • -

    Afstand tot erfgrenzen minimaal 1.00 m., tenzij geïntegreerd in erfafscheiding en maximaal 2.70 m. hoog met een maximaal oppervlak van 10 m2.

  • -

    Maximaal 2 bijgebouwen of overkappingen op het gehele erf tot maximaal 50% van het achter- of zijerf is bebouwd.

maatvoering:

  • -

    Oppervlakte maximaal 30 m2 en/of tot in totaal maximaal 50% van het achter- of zijerf is bebouwd.

  • -

    Hoogte maximaal 3.25 m. gemeten vanaf het aansluitend terrein.

  • -

    Bij toepassing van kap goothoogte maximaal 2.70 m. en nok maximaal 3.25 m. gemeten vanaf het aansluitend terrein.

­­

vorm:

  • -

    Overkappingen maximaal twee zijden tegen gevels hoofdgebouw en minimaal aan 2 zijden open.

  • -

    Rechthoekig en plat afgedekt.

  • -

    Niet meer dan 0.10 m. overstek.

  • -

    Hoogte boeiboord maximaal 0.25 m.

  • -

    Geleding, indeling en profielen afgestemd op het hoofdgebouw.

materiaal en kleur:

  • -

    Materiaal en kleur afgestemd op het hoofdgebouw of tuinkarakter (metselwerk of hout).

  • -

    Over het algemeen een donkere niet opvallende kleur. Geen golfplaat of damwandprofielen.

  • -

    Maximaal 75% glasvlak (in beginsel geen kas).

overige:

  • -

    Geen secundair bijgebouw of overkapping (bijvoorbeeld aan een reeds bestaande aan- , uitbouw of bijgebouw).

  • -

    Indien bijgebouw wordt geplaatst voor een raam van de woning, afstand tot betreffende gevel(s) minimaal 2.00 m.

  • -

    Bijgebouw of overkapping voldoet aan het gebiedsgerichte beoordelingskader van het gebied waar de bijgebouw of overkapping geplaatst gaat worden.