Beleidsregels ontheffingen winkelgebied Voorschoten

Geldend van 23-05-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels ontheffingen winkelgebied Voorschoten

Het college van burgemeester en wethouders van Voorschoten;

Gelet op artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994 en op het bepaalde in artikel 87 van de Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990);

Overwegende dat:

‘veiligheid in het winkelgebied’

Besluit:

Vast te stellen de volgende beleidsregels voor het verlenen van een ontheffing tot het centrum gebied Voorschoten

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Gebied: Het winkelgebied dat door de volgende straten wordt omsloten: Koningin Julianalaan, Overslagstraat, Treubstraat, Willibrordusstraat, Erasmusstraat, Kerkplein, Bakkersteeg, Tramsteeg en Schoolstraat;

  • b.

    Aanwonende: Degene die daadwerkelijk woonachtig is in het gebied, blijkens een inschrijving in de gemeentelijke basisadministratiepersoonsgegevens;

  • c.

    Motorvoertuig: Het voertuig zoals bedoeld in het RVV 1990;

  • d.

    Ontheffinghouder: De natuurlijke of rechtspersoon aan wie een ontheffing is verleend.

Artikel 2 Beleidsregels

Deze beleidsregels betreffen het verlenen van ontheffing van bord G07zb op grond van artikel 87 van het RVV 1990.

Artikel 3 Aanvraag

Een ontheffing wordt digitaal aangevraagd bij het college van burgemeester en wethouders via de website van de gemeente Voorschoten.

Artikel 4 Beslistermijn

Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag om ontheffing binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

Artikel 5 Geldigheidsduur ontheffing

  • 1. De ontheffing wordt verleend voor de duur dat deze noodzakelijk is of voor het moment(-en) voor de categorieën genoemd in artikel 6, lid 2 en 3.

  • 2. Voor de categorieën genoemd in artikel 6 lid 1 kan ontheffing voor onbepaalde tijd verleend worden.

Artikel 6 Tenaamstelling

  • 1. De ontheffing wordt op naam en adres van de aanvrager gesteld. Op de ontheffing wordt het kenteken van het voertuig vermeld waarvoor de ontheffing geldig is. Een ontheffing kan meerdere kentekens bevatten.

  • 2. De ontheffing is niet overdraagbaar en de hieraan verbonden toegangspas mag niet aan derden ter beschikking worden gesteld.

Artikel 7 Categorieën ontheffingen

Ontheffing kan worden verleend als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Als algemeen uitgangspunt geldt dat de hinder en overlast in het winkelgebied tot een minimum moet worden beperkt. Allereerst moet gezocht worden naar alternatieve vervoerwijzen (steekwagen, rolcontainer, etc.). Alleen als aanvrager geen alternatief vervoer heeft, zeer nadrukkelijk gebonden is aan specifieke tijden en de route of locaties niet gewijzigd kunnen worden, kan hij in aanmerking komen voor een ontheffing en een toegangspas.

Drie categorieën ontheffingen worden onderscheiden:

  • 1.

    Ontheffingen voor onbepaalde tijd (verkeer dat te allen tijde overal in het winkelgebied toegang heeft).

    Gemotoriseerd verkeer dat noodzakelijkerwijs te allen tijde en overal toegang moet krijgen komt in aanmerking voor een permanente ontheffing. Naast nood- en hulpdiensten (politie, brandweer en ambulance) die zonder verantwoording altijd via de Koningin Julianalaan toegang tot het winkelgebied moeten krijgen, gaat het hier om diensten die spoedeisend zijn en als zodanig herkenbaar. In deze gevallen is het niet mogelijk elke keer dat het winkelgebied wordt betreden verantwoording af te leggen voor de reden van het bezoek, waaronder in ieder vallen:

    • a.

      spoedeisend onderhoud waarbij de veiligheid van personen in het geding is (nutsbedrijven);

    • b.

      spoedeisende bezorging, waardetransporten (waarbij routes en tijden steeds wijzigen);

    • c.

      gemeentelijke diensten die werkzaamheden uitvoeren in het winkelgebied (storingen in infrastructuur, veegwagen end.);

    • d.

      aangewezen diensten die surveilleren, controles en toezicht houden.

  • 2.

    Aan voorwaarden gebonden ontheffingen (verkeer dat beperkte toegankelijkheid vraagt).

    Andere groepen kunnen ontheffingen worden verleend op basis van specifieke noodzaak. De hinder voor het winkelend publiek moet tot een minimum beperkt blijven. Ontheffingen worden verleend onder voorwaarden: de toegankelijkheid kan worden geboden in tijdsperiodes of locaties:

    • a.

      Expeditie buiten de venstertijden binnen bepaalde perioden. Wanneer logistieke redenen daarom vragen, kan afgeweken worden van de standaardvenstertijden. Het betreft bedrijven of panden/bewoners die buiten de venstertijden bevoorraad moeten worden (schriftelijk aantoonbaar en beargumenteerd);

    • b.

      gehandicapten die binnen het af te sluiten gebied wonen. Die kunnen in aanmerking komen voor een ontheffing om gedurende de winkelopeningstijden de straten in het winkelgebied te berijden. Om in aanmerking te komen voor een ontheffing moet een bewijs worden overlegd dat met hulpmiddelen niet zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter te voet kan worden overbrugd. Overige gehandicapten komen alleen in aanmerking voor een ontheffing voor een scootmobiel (geen toegangspas);

    • c.

      eigenaren van parkeerplaatsen binnen het winkelgebied kunnen het gebied inrijden buiten de winkelopeningstijden.

  • 3.

    Incidentele ontheffingen (verkeer dat van geval tot geval wordt beoordeeld)

    Voor incidentele gevallen die op noodzakelijkheid worden beoordeeld kan ontheffing worden verleend. Beoordeling van deze situaties moet plaatsvinden aan de hand van de volgende richtlijnen:

    • a.

      bij verhuizingen, bouw-, installatie- en/of reparatiewerkzaamheden, al de aanvrager aantoont dat de goederen, gereedschappen of materialen niet op andere wijze kunnen worden afgeleverd of afgehaald. Per adres worden niet meer dan 2 incidentele ontheffingen verleend;

    • b.

      deze ontheffingen worden verstrekt voor de periode dat deze noodzakelijk is. In bijzondere omstandigheden is verlenging van de tijdelijke ontheffing mogelijk;

    • c.

      een incidentele ontheffing is uit te breiden met een parkeerontheffing voor het winkelgebied gedurende de genoemde periode indien de aanvrager aantoont dat:

      • -

        de nabijheid van het voertuig noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden;

      • -

        in redelijkheid niet kan worden verlangd dat de in het voertuig aanwezige gereedschappen en/of worden uitgeladen;

    • d.

      bij evenementen.

Artikel 8 Route en tijden

  • 1. De tijden gedurende welke van de ontheffing gebruik gemaakt kan worden gemaakt zijn:

    • a.

      Onbepaalde tijd: 24 uur per dag/7 dagen per week;

    • b.

      Aan voorwaarden gebonden: afhankelijk van de behoefte, doorgaans met een terugkerend patroon;

    • c.

      Incidenteel: voor het moment of periode die is verleend.

  • 2. Inrijden is enkel toegestaan via de Koningin Julianalaan.

Artikel 9 Voorschriften aan de ontheffing en toegangspassen

aan de ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden over de wijze waarop van de ontheffing gebruik mag worden gemaakt.

Artikel 10 Toegangspassen

  • 1. Ontheffinghouders ontvangen 1 toegangspas.

  • 2. Per toegangspas moet vooraf een waarborgsom ad € 150,- worden betaald. Dit geldt zowel voor ontheffingen voor onbepaalde tijd als voor de ontheffingen onder voorwaarden en incidentele ontheffingen.

  • 4. Zonder aangifte van verlies of diefstal j de politie kan er geen nieuwe pas worden uitgegeven.

  • 5. Voor een vervangende toegangspas moet opnieuw en vooraf een waarborgsom van € 150,- betaald worden.

  • 6. De toegangspas moet binnen 5 dagen na verhuizing buiten het gebied en binnen 5 dagen na bedrijfsbeëindiging worden ingeleverd.

Artikel 11 intrekking ontheffing

  • 1. De ontheffing kan worden ingetrokken:

    • a.

      Als onjuiste en/of onvolledige gegevens zijn verstrekt.

    • b.

      Als wordt gehandeld in strijd met de aan de ontheffing verbonden voorschriften of

    • c.

      Als sprake is van misbruik van de ontheffing.

    • d.

      Als de ontheffinghouder met het motorvoertuig overlast veroorzaakt.

    • e.

      Als op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist en verleend.

    • f.

      Als de ontheffinghouder daarom vraagt.

    • g.

      Bij verhuizing naar een locatie buiten het gebied en bij bedrijfsbeëindiging.

  • 2. Gelijktijdig met het intrekken van de ontheffing wordt de toegangspas buiten gebruik gesteld en ingenomen en wordt indien van toepassing de borg teruggestort.

  • 3. Na het intrekken van een ontheffing en toegangspas op grond van het eerste lid sub a. tot en met e. kan voor het betreffende doel en/of persoon pas na een jaar opnieuw een ontheffing worden verleend.

Artikel 12 Sleutelhouder

  • 1. Voor situaties die zich voordoen buiten de openstellingstijden van het gemeentehuis, kan het college van burgemeester en wethouders aan een derde (de zogenaamde sleutelhouder) een toegangspas ter beschikking stellen.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders maakt hierover afspraken met de sleutelhouder.

Artikel 13

In zaken waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 14 citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als “Beleidsregels ontheffingen winkelgebied Voorschoten”.

Ondertekening

Vastgesteld op 17 mei 2018

Burgemeester en wethouder van Voorschoten,

A.R. de Graaf

de secretaris,

P.J. Bouvy-Koene

de burgemeester,