Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2012

Geldend van 01-04-2013 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2012

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders (B&W) van 8 november 2011, nummer 2011-34297;

gelet op artikel 229, eerste lid aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

B E S L U I T:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2012.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    "gebruik maken" in Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

  • b.

    minicontainer: een grijze container met:

    • -

      groene deksel van 180 l bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval;

    • -

      grijze deksel van 180 l bestemd voor overige huishoudelijke afvalstoffen dan wel bestemd voor afvalstoffen afkomstig van bedrijven en instellingen die door hun aard, omvang of hoeveelheid gelijktijdig met de huishoudelijke afvalstoffen periodiek worden ingezameld;

    • -

      blauwe deksel van 180 l bestemd voor de inzameling van papier;

  • c.

    verzamelcontainer: een container van 1.100- of 1.700 l bestemd voor groente-, fruit-, tuinafval en overige huishoudelijke afvalstoffen dan wel bestemd voor afvalstoffen afkomstig van bedrijven en instellingen die door hun aard, omvang of hoeveelheid periodiek worden ingezameld.

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven voor het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet volgens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige, die voor het betreffende belastingjaar al een aanslag afvalstoffenheffing heeft ontvangen, binnen de gemeente Voorst verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt waarbij er geen sprake is van wijziging van de maatstaf van heffing.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen vervalt telkens een maand later.

3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

Artikel 10 Belastbaar feit

Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente Voorst in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 11 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 13 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 14 Wijze van heffing

De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijkse verschuldigde rechten

  • 1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige, die voor het betreffende jaar al een aanslag reinigingsrecht heeft ontvangen, binnen de gemeente Voorst verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt waarbij er ter zake van het belastbare feit geen wijziging optreedt.

Artikel 16 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen vervalt telkens een maand later.

3.De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 17 Kwijtschelding

Bij de invordering van de belasting bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b. wordt geen kwijtschelding verleend.

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

Artikel 18 Nadere regels door het college van B&W

Het college van B&W kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 19 Overgangsrecht

De "Verordening reinigingsheffingen 2011" van 20 december 2010 wordt ingetrokken, met ingang van de in artikel 20, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 20 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012;

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Verordening reinigingsheffingen 2012".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2011.
de raad
drs. B.J.M. Jansen drs. J.T.H.M. Penninx
griffier burgemeester

Tarieventabel 2012 behorende bij de Verordening reinigingsheffingen 2012

 

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting, indien deze verschuldigd is.

 

Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

1.1       Aan ieder huishouden in de gemeente Voorst worden inzamelmiddelen of een inzamelvoorziening ter beschikking gesteld:

1.1.1 onder inzamelmiddelen wordt verstaan:

            - een grijze container van 180l met een grijze deksel

            - een grijze container van 180l met een groene deksel

            - naar keuze een grijze container van 180l met een blauwe deksel

1.1.2 onder een inzamelvoorziening wordt verstaan een verzamelcontainer.

1.1.3 in afwijking van het gestelde onder 1.1, 1.1.1 en 1.1.2 geldt voor appartementencomplexen dat zij op verzoek naast een inzamelvoorziening ook een grijze container van 180l met een groene deksel ter beschikking kunt krijgen.

 

1.2 De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

1.2.1  als het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, als de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon €      156,22

1.2.2  als het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, als de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door twee of meer personen €       207,37

 

1.3 Voor het beschikbaar stellen van een extra grijze minicontainer

met grijze deksel wordt het onder 1.2.1, dan wel 1.2.2 geheven

bedrag, per extra container, vermeerderd met €       138,25

1.4 Voor het beschikbaar stellen van een extra grijze minicontainer

met groene deksel wordt het onder 1.2.1, dan wel 1.2.2 geheven bedrag, per extra container, vermeerderd met €         69,12

1.5 Voor het beschikbaar stellen van een grijze minicontainer met blauwe deksel wordt, als de container wordt aangevraagd nà aanvang van de belastingplicht, éénmalig een bedrag van €         50,00

per afgeleverde extra container geheven, met dien verstande dat als meerder containers tegelijkertijd worden besteld en bezorgd een tarief van € 50,-- geldt.

1.6 Onverminderd het bepaalde in artikel 1.2 tot en met 1.5 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grof huishoudelijke afvalstoffen dan wel grof tuinafval per inzameling €         30,00

 

Hoofdstuk 2 Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten

2.1 Voor het inzamelen van bedrijfsafvalstoffen wordt een basisset

minicontainers beschikbaar gesteld.

Onder een basisset minicontainers wordt verstaan:

a. één grijze container met grijze deksel van 180 l bestemd voor bedrijfsafvalstoffen

b. één grijze container met groene deksel van 180 l bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval

2.2 Het recht bedraagt per belastingjaar voor het inzamelen van bedrijfsafvalstoffen €        207,37

2.3 Voor het beschikbaar stellen van een extra grijze minicontainer

met grijze deksel wordt het onder 2.2 geheven bedrag, per extra container, vermeerderd met €        138,25

2.4 Voor het beschikbaar stellen van een extra grijze minicontainer met groene deksel wordt het onder 2.2 geheven bedrag, per extra container, vermeerderd met €         69,12

 

2.5 Het recht bedraagt per belastingjaar voor het inzamelen van bedrijfsafvalstoffen:

2.5.1 in een verzamelcontainer van 1.100 l, per verzamelcontainer                    €      1.036,88

2.5.2 in een verzamelcontainer van 1.700 l, per verzamelcontainer                    €      1.641,72

 

 

Behoort bij raadsbesluit van 19 december 2011.

 

 

 

 

drs. B.J.M. Jansen

griffier