Regeling vervallen per 01-01-2024

Beleidsregels monumentensubsidies

Geldend van 20-07-2017 t/m 31-12-2023 met terugwerkende kracht vanaf 20-07-2017

Intitulé

Beleidsregels monumentensubsidies

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE VOORST;

overwegende dat het gewenst is beleidsregels ten behoeve van de subsidiëring van een duurzame instandhouding van monumenten vast te stellen;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene Subsidieverordening 2004 gemeente Voorst;

B E S L U I T E N:

(gewijzigd) vast te stellen de Beleidsregels monumentensubsidies

1. Begripsomschrijving

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1.

    monument: onroerende zaak die deel uitmaakt van cultureel erfgoed en is ingeschreven in het gemeentelijk erfgoedregister overeenkomstig de bepalingen van de Erfgoedverordening gemeente Voorst;

  • 2.

    eigenaar: degene die in de kadastrale registers als eigenaar, dan wel als erfpachter of opstalhouder van een monument is ingeschreven;

  • 3.

    subsidiabele kosten: kosten die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor de instandhouding van een gemeentelijk monument. Hieronder zijn niet begrepen kosten die uitsluitend dan wel in overwegende mate worden gemaakt voor de verbetering van het wooncomfort;

  • 4.

    bouwhistorisch onderzoek: door een ter zake deskundige instantie opgesteld en in een schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouwgeschiedenis en de bouwhistorische kwaliteit van een monument;

  • 5.

    haalbaarheidsonderzoek: onderzoek naar de haalbaarheid van een investering in brede zin gericht op de duurzame instandhouding van een monument;

  • 6.

    strategische beheersvisie: een visie die op langere termijn het behoud van cultuurhistorische waarden, waaraan verplichtingen voor de eigenaar zijn gekoppeld, waarborgt;

  • 7.

    Instandhouding: werkzaamheden die gericht zijn op onderhoud en restauratie van een monument.

2. Beleidsdoel

Het bevorderen van een duurzame instandhouding van monumenten door het verstrekken van financiële faciliteiten aan de eigenaren daarvan.

3. Subsidievoorwaarden

  • 1. Subsidie wordt slechts verleend voor zover deze noodzakelijk is voor de instandhouding van het monument en voor zover de werkzaamheden naar het oordeel van het college sober en doelmatig zijn.

  • 2. Bij subsidieverlening door toewijzing van een lening via de stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (hierna te noemen: SVn) wordt tevens een uitvoeringsovereenkomst gesloten met de SVn.

  • 3. De eigenaar is verplicht na afloop van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend, het monument te bewaren en te onderhouden in de staat waarin het door de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend, is gebracht.

  • 4. De werkzaamheden worden uitgevoerd overeenkomstig de aanvraag, tenzij het college tussentijds toestemming heeft verleend van de aanvraag af te wijken, mits nog niet met de afwijkende werkzaamheden is begonnen.

  • 5. De 'Uitvoeringsvoorschriften ten behoeve van de duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden' zoals deze op grond van de 'Regels Ruimte voor Gelderland' vastgesteld zijn door Gedeputeerde Staten van Gelderland worden op overeenkomstige wijze toegepast, met de mogelijkheid van aanvullende gemeentelijke uitvoeringsvoorschriften.

4. Subsidievormen en voorrangsregels

  • 1. Subsidie wordt verstrekt in de vorm van een bijdrage ineens of, doch uitsluitend bij subsidiabele werkzaamheden ten behoeve van de instandhouding, in de vorm van een lening vanuit het Revolving Fund via de SVn.

  • 2. Indien geen lening vanuit het Revolving fund via de SVn beschikbaar is of de ondergrens van een uit te geven lening niet gehaald wordt, wordt ook bij subsidiabele werkzaamheden ten behoeve van de instandhouding de subsidie in de vorm van een bijdrage ineens verstrekt.

5. Subsidiehoogte

Subsidiabele werkzaamheden ten behoeve van de instandhouding

  • 1.

    Subsidie voor subsidiabele werkzaamheden ten behoeve van de instandhouding wordt uitsluitend verstrekt als de subsidiabele kosten per aanvraag het bedrag van € 1.000 te boven gaan.

  • 2.

    Subsidie voor subsidiabele werkzaamheden ten behoeve van de instandhouding bedraagt 20% van de subsidiabele kosten tot een maximumsubsidie van € 10.000 per aanvraag.

  • 3.

    Voor de berekening van de subsidiabele kosten is de regeling 'lijst van subsidiabele kosten en werkzaamheden ten behoeve van de berekening van de subsidiabele instandhoudingskosten', zoals deze is vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Gelderland, van toepassing.

Leningen

  • 1.

    De ondergrens van een uit te geven lening is € 25.000, de bovengrens van een uit te geven lening is € 250.000.

  • 2.

    Voor een uit te geven lening is een positief advies van het NV Bemiddelend Orgaan in Hoevelaken vereist.

  • 3.

    Voor een eigenaar die recht op fiscale aftrek van kosten van instandhouding heeft, bedraagt de lening maximaal 70% van de vastgestelde fiscaal aftrekbare kosten.

  • 4.

    Voor een eigenaar die geen recht heeft op fiscale aftrek van kosten van instandhouding, bedraagt de lening maximaal 100% van de (subsidiabele) kosten.

Haalbaarheidsonderzoeken, strategische beheersvisies en bouwhistorische onderzoeken

  • 1.

    Subsidie voor bouwhistorische onderzoeken, haalbaarheidsonderzoeken en strategische beheers-visies bedraagt 45% van de naar het oordeel van het college aanvaardbare kosten tot een maxi-mumsubsidie van € 5.000.

  • 2.

    Subsidie voor een haalbaarheidsonderzoek of een strategische beheersvisie wordt verstrekt, als uitvoering wordt gegeven aan duurzame instandhouding, tenzij mocht blijken dat uitvoering redelij-kerwijs niet gevergd kan worden.

  • 3.

    Subsidie voor bouwhistorisch onderzoek wordt verstrekt, als cultuurhistorische waarden worden vermoed bij niet-monumentale objecten.

Molens

  • 1.

    Voor de molens De Hoop in Klarenbeek, Wilpermolen in Posterenk, Havekes Mölle in Twello, De Zwaan in Voorst en De Ooievaar in Terwolde wordt jaarlijks een subsidie ter hoogte van de aanslagen gemeentelijke belastingen en de abonnementskosten van de Stichting Monumentenwacht Gelderland verstrekt.

  • 2.

    Voor de molens De Hoop, Wilpermolen, Havekes Mölle en De Zwaan wordt naast de subsidie op grond van het eerste lid en in afwijking van de subsidiemogelijkheden op grond van artikel 5, on-derdeel "subsidiabele werkzaamheden ten behoeve van de instandhouding", de volgende subsi-die voor subsidiabele werkzaamheden ten behoeve van de instandhouding beschikbaar gesteld: een subsidie van 20% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 5.000 per aanvraag.

    Voor molen De Ooievaar geldt het gestelde in het eerste lid naast het gestelde in artikel 5, te we-ten: een subsidie van 20% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 10.000 per aanvraag.

  • 3.

    Voor de berekening van de subsidiabele kosten is de 'lijst van subsidiabele kosten en werkzaam-heden ten behoeve van de berekening van de subsidiabele instandhoudingskosten', zoals deze is vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Gelderland, van toepassing.

6. Afwijzingsgronden

Geen subsidie wordt verstrekt:

  • a.

    als al op andere wijze subsidie wordt verstrekt, tenzij op grond van die andere regeling een gemeentelijke subsidie voorwaarde is;

  • b.

    bij een gezamenlijk subsidiëren van eenzelfde project door verschillende instanties, als de gezamenlijk toe te kennen subsidie een percentage van 90 te boven gaat;

  • c.

    als met de subsidiabele werkzaamheden ten behoeve van de instandhouding is begonnen, voordat de subsidie is verleend;

  • d.

    als het monument waarop de aanvraag betrekking heeft niet is verzekerd onder een zogenaamde uitgebreide opstalverzekering (inclusief verzekering tegen water-, brand-, storm- en bliksemschade) gebaseerd op de waarde van het monument;

  • e.

    voor zover de te subsidiëren werkzaamheden op grond van een verzekeringsovereenkomst gedekt zijn;

  • f.

    voor zover de kosten verband houdende met de te subsidiëren werkzaamheden op grond van de Wet op de omzetbelasting op verschuldigde belasting in aftrek gebracht kunnen worden;

  • g.

    ten behoeve van monumenten die eigendom zijn van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld;

  • h.

    als in de periode twaalf maanden voorafgaand aan de datum van ontvangst van de aanvraag voor hetzelfde monument op basis van een ander verzoek al subsidie verleend is.

7. Nadere regels

  • 1. De aanvragen worden in volgorde van ontvangst behandeld totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt de dag waarop de aanvullende informatie is ontvangen met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst.

Ondertekening

Twello, 23 mei 2017

Burgemeester en wethouders,

secretaris
E.J.M. van Leeuwen
burgemeester
drs. J.T.H.M.Penninx