Reglement Cliëntenraad Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Voorst

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Reglement Cliëntenraad Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Voorst

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst;

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet, artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.1.3 lid 3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, artikel 26 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voorst 2019 en artikel 20 van de verordening Jeugdhulp Gemeente Voorst

besluit vast te stellen het navolgende Reglement Cliëntenraad Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Voorst:

Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en doelstelling

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    CMO: Cliëntenraad Maatschappelijke Ondersteuning;

  • b.

    Lid: lid van de CMO;

  • c.

    Voorzitter: voorzitter van de CMO of diens vervanger;

  • d.

    Vergadering: vergadering van de CMO;

  • e.

    College: het college van burgemeester en wethouders;

  • f.

    Cliënten: personen die gebruik maken van de Wmo, de Participatiewet en de Jeugdwet;

  • g.

    Volledige zittingsperiode: de zittingsperiode van de cliëntenraad loopt gelijk aan de zittingsperiode van het college van maximaal 4 jaar. Wanneer een lid start na aanvang van een collegeperiode geldt deze periode dus niet als ‘volledig’.

Artikel 2 Doelstelling

Iedere gemeente is verplicht volgens de wet om cliënten of vertegenwoordigers van cliënten mee te laten denken bij het beleidsproces. Hierbij krijgen zij de mogelijkheid het college te voorzien van gevraagd en ongevraagd advies. Enerzijds biedt dit cliënten of hun vertegenwoordigers de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op het beleid van de gemeente Voorst. Anderzijds wil de gemeente Voorst gebruik maken van de kennis en ervaring die cliënten en hun vertegenwoordigers hebben over de onderwerpen zodat het beleid beter afgestemd wordt op de doelgroep.

Hoofdstuk 2: Instelling, taken, samenstelling en vergoeding

Artikel 3 Instelling CMO

  • 1.

    Het college stelt de Cliëntenraad Maatschappelijke Ondersteuning in;

  • 2.

    De Cliëntenraad Maatschappelijke Ondersteuning houdt zich bezig met de behartiging van de collectieve belangen in de ruimste zin van het woord van de ingezetenen van de gemeente Voorst die aanspraak (kunnen) maken op de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning of de Jeugdwet.

Artikel 4 Taken en bevoegdheden

  • 1.

    In het kader van de cliëntenparticipatie adviseert de CMO het college gevraagd en ongevraagd over:

Het gemeentelijk beleid in het kader van de Wmo, de Participatiewet, de Jeugdwet en het overige gemeentelijk beleid rondom het sociaal domein, alsmede over aangelegenheden die de uitvoering en de kwaliteit van de dienstverlening aan deze cliëntgroepen betreffen.

  • 2.

    De CMO kan het college uitnodigen voor een overleg over de in lid 1 genoemde onderwerpen;

  • 3.

    De CMO houdt zich niet bezig met:

  • a.

    Individuele klachten, bezwaarschriften en andere zaken die een individueel karakter dragen, dan wel betrekking hebben op individuele cliënten;

  • b.

    Uitvoering van wettelijke voorschriften als er voor die uitvoering geen ruimte voor eigen gemeentelijk beleid aanwezig is;

  • c.

    De interne organisatie van de Gemeente Voorst;

  • d.

    Rechtstreekse advisering aan de Gemeenteraad.

Artikel 5 Lange termijn agenda

De CMO stelt een lange termijn agenda op met agendapunten die aansluiten op de termijnagenda van de gemeenteraad aangevuld met agendapunten die ingebracht zijn door de CMO.

Artikel 6 Samenstelling

  • 1.

    De CMO bestaat uit tenminste zeven en ten hoogste elf leden. De leden van de CMO dienen affiniteit te hebben met de cliënten die onder de desbetreffende wetten en het gemeentelijk beleid t.a.v. het sociaal domein vallen en zullen contact onderhouden met ervaringsdeskundigen, cliëntraden en maatschappelijke organisaties die in het betreffende werkveld actief zijn. De CMO streeft bij haar samenstelling naar een afspiegeling van de diverse doelgroepen die onder de drie wetten vallen.

  • 2.

    Lid van de CMO zijn personen die bij voorkeur binnen de gemeente Voorst woonachtig en/of werkzaam zijn, affiniteit hebben met de betreffende doelgroepen en/of werkzaam zijn bij een organisatie of instelling die beleid uitvoert op het gebied van de betreffende wetgeving, resp. gemeentelijk beleid uitvoert t.a.v. het sociaal domein.

  • 3.

    Het lidmaatschap van de CMO is onverenigbaar met het lidmaatschap van een raadscommissie, de rekenkamer, de gemeenteraad of het college in de gemeente.

  • 4.

    De leden worden, na voordracht door de CMO, met inachtneming van het bepaalde in artikel 84 van de Gemeentewet door het college benoemd.

Artikel 7 Voorzitter en werkgroepen

  • 1.

    De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door en uit de CMO aangewezen.

  • 2.

    De voorzitter is belast met:

  • a.

    het leiden van de vergadering;

  • b.

    het handhaven van de orde;

  • c.

    het doen naleven van dit reglement.

  • 3.

    De CMO kan uit zijn midden werkgroepen instellen ter voorbereiding van besluitvorming op een bepaald gebied of over een bepaald onderwerp.

Artikel 8 Zittingsduur en vacatures

  • 1.

    De zittingsperiode van een lid eindigt in ieder geval op de dag waarop de benoeming van wethouders op grond van artikel 37 van de Gemeentewet overeenkomstig het bepaalde in artikel 38 van de Gemeentewet ingaat.

  • 2.

    Een lid houdt op lid te zijn van de CMO indien hij niet meer voldoet aan de op grond van artikel 6 in het eerste, tweede en derde lid gestelde eisen.

  • 3.

    Het college kan een lid ontslaan.

  • 4.

    Het college kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger uit diens hoedanigheid ontslaan.

  • 5.

    Een lid kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet daarvan schriftelijk mededeling aan het college. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als zijn opvolger is benoemd.

  • 6.

    Indien een vacature ontstaat, beslist het college na voordracht door de CMO, zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 6.

  • 7.

    Een lid is na afloop van de zittingsperiode terstond herbenoembaar, doch voor maximaal twee opeenvolgende volledige zittingsperiodes.

Artikel 9 Adviesaanvragen CMO

  • 1.

    Het college vraagt de CMO in ieder geval advies over gemeentelijk beleid inzake de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet.

  • 2.

    Het college geeft de CMO voldoende gelegenheid zich over de tot zijn taak behorende onderwerpen te beraden en zijn adviezen te formuleren.

  • 3.

    Het advies van de CMO en de reactie van het college worden, bij raadsbesluiten, meegezonden met de stukken voor de raad.

  • 4.

    In zaken die geen uitstel gedogen, kan het college een besluit nemen zonder voorafgaand advies van de CMO. Hierover wordt de CMO zo spoedig mogelijk geïnformeerd.

Artikel 10 Ondersteuning en faciliteiten CMO

  • 1.

    De gemeentesecretaris draagt zorg voor voldoende ambtelijke ondersteuning van de CMO.

  • 2.

    In elk geval is bij iedere vergadering van de CMO ambtelijke ondersteuning aanwezig.

  • 3.

    De CMO kan gebruik maken van de logistieke en vergaderfaciliteiten in het gemeentehuis, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van hun taak.

  • 4.

    Het college doet de CMO alle informatie toekomen die nodig is voor een goed functioneren van de CMO. Hiermee wordt de CMO voorzien van de benodigde informatie voor een adequate deelname aan het overleg.

  • 5.

    Het college voorziet de CMO elk jaar van een jaaragenda met de daarbij geplande adviesperiode.

  • 6.

    Bij adviesaanvragen voor grote onderwerpen heeft de CMO de mogelijkheid om een brainstormsessie te organiseren in overleg met de betrokken ambtenaar. Deze brainstormsessie moet bijdragen aan de beeldvorming van de CMO rondom een onderwerp zodat de CMO tot een beter advies kan komen.

  • 7.

    Indien aan de uitoefening van de taken van de CMO kosten, anders dan die voortvloeiend uit het eerste en derde lid zijn verbonden, is ambtelijke instemming vereist.

Artikel 11 Vergoeding leden, voorzitter en secretaris CMO

  • 1.

    De leden en de voorzitter van de CMO ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden. Het college kent aan de voorzitter en de secretaris van de CMO € 75 per vergadering toe met een maximum van 10 vergaderingen per jaar. Het college kent aan de leden van de CMO € 50 per vergadering toe met een maximum van 10 vergaderingen per jaar.

  • 2.

    De hoogte van de vergoeding voor de leden van de CMO en van de extra vergoeding voor de voorzitter en de secretaris van de CMO wordt door het college vastgesteld.

  • 3.

    Indien een lid dan wel de voorzitter van de CMO een uitkering ontvangt wordt de vergoeding door de gemeente niet in mindering gebracht op deze uitkering, tenzij hogere wetgeving de gemeente daartoe verplicht.

Hoofdstuk 3: Aanwezigheid college

Artikel 12 Burgemeester en wethouders

  • 1.

    Indien de burgemeester of een wethouder bij een vergadering aanwezig wil zijn en wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiervan mededeling aan de voorzitter.

  • 2.

    De voorzitter kan incidenteel de burgemeester en één of meer wethouders uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

Artikel 13 Ambtenaren

De voorzitter kan het college verzoeken de ambtenaar tot wiens werkterrein een geagendeerd onderwerp behoort aanwezig te laten zijn in de vergadering en toelichting te geven over een geagendeerd onderwerp.

Hoofdstuk 4: Vergaderingen

Artikel 14 Vergaderfrequentie en openbaarheid

  • 1.

    De CMO vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht doch tenminste zesmaal per jaar.

  • 2.

    De vergadering van de CMO wordt in het openbaar gehouden. Artikel 23 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    De vergaderingen van de CMO vinden in beginsel plaats in het gemeentehuis.

  • 4.

    De CMO vergadert indien tenminste een vijfde van de leden schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoekt.

  • 5.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere vergaderplaats aanwijzen.

Artikel 15 Agenda

  • 1.

    De voorzitter stelt de agenda van de vergadering voorlopig vast.

  • 2.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de CMO de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de CMO bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

Artikel 16 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt, voor zover deze een openbaar karakter heeft, tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in het Voorster Nieuws, op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

  • a.

    de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

  • b.

    de wijze waarop en de plaats waar een ieder de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien.

Artikel 17 Werkwijze advisering CMO

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de CMO anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de CMO of er een advies aan het college wordt uitgebracht.

  • 3.

    Indien de CMO een advies aan het college uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud daarvan.

  • 4.

    In het advies of de aanbeveling worden eventuele minderheidsstandpunten opgenomen.

  • 5.

    Het advies van de CMO is gemotiveerd.

  • 6.

    Het advies of de aanbeveling wordt binnen vier weken schriftelijk en ondertekend door voorzitter en secretaris aan het college toegezonden.

  • 7.

    Het college geeft binnen 6 weken een gemotiveerde reactie op het advies per brief.

  • 8.

    De adviezen van de CMO en de reactie van het college hierop worden gepubliceerd op de website van de CMO.

  • 9.

    Als het college afwijkt van een advies of aanbeveling van de CMO zal het college de CMO over de reden daarvan informeren.

Artikel 18 Besloten vergadering

  • 1.

    Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

  • 2.

    Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de CMO overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden.

Artikel 19 Geheimhouding

  • 1.

    Aan het ter beschikking stellen van gegevens en informatie kunnen voorwaarden worden verbonden, waaronder de verplichting tot geheimhouding.

  • 2.

    Een lid van de CMO is verplicht tot geheimhouding over hetgeen hem/haar onder de voorwaarde van geheimhouding en vertrouwelijkheid ter kennis is gekomen.

Hoofdstuk 5: Toehoorders en pers

Artikel 20 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 21 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Hoofdstuk 6: Slotbepalingen

Artikel 22 Bescherming

Het college draagt er zorg voor dat cliënten die lid zijn of zijn geweest van de CMO, uit hoofde van hun lidmaatschap, op geen enkele wijze worden benadeeld op aanspraken die voortvloeien uit de wetten benoemd in artikel 3 lid 2.

Artikel 23 Uitleg en afwijking reglement

  • 1.

    In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van dit reglement, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in dit reglement.

Artikel 24 Inwerkingtreding, citeertitel en intrekken

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

  • 2.

    Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement Cliëntenraad Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Voorst.

  • 3.

    Het Reglement overlegraden gemeente Voorst van 23 juli 2009 wordt ingetrokken.

Twello, 5 november 2019

drs. J.T.H.M. Penninx, burgemeester

E.J.M. van Leeuwen, secretaris

Ondertekening