Regeling vervallen per 20-07-2017

Reglement voor de commissie monumenten & cultuurhistorie

Geldend van 30-06-2005 t/m 19-07-2017

Intitulé

Reglement voor de commissie monumenten & cultuurhistorie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst;

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet, artikel 15 van de Monumentenwet en artikel 1, onder g van de Monumentenverordening 2005;

besluit vast te stellen het navolgende:

Reglement commissie monumenten & cultuurhistorie

Artikel 1 Instelling commissie monumenten & cultuurhistorie

  • 1. Het college stelt een commissie monumenten & cultuurhistorie in.

  • 2. De commissie monumenten & cultuurhistorie draagt zorg voor:

    • a.

      het adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988 en de Monumentenverordening 2005 in de gemeente Voorst en,

    • b.

      het uitbrengen van advies aan en het voeren van overleg met het college over het te voeren beleid op het terrein van de cultuurhistorie in de meest ruime zin van het woord.

  • 3. Het college geeft de commissie monumenten & cultuurhistorie voldoende gelegenheid zich over de tot zijn taak behorende onderwerpen te beraden en zijn adviezen en aanbevelingen te formuleren.

Artikel 2 Taken

  • De commissie monumenten & cultuurhistorie heeft de volgende taken:

    • a.

      het uitbrengen van advies aan het college over aanvragen om vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet 1988;

    • b.

      het uitbrengen van advies aan het college over de aanwijzing van een onroerend goed tot gemeentelijk monument en de wijziging of intrekking van een dergelijke aanwijzing;

    • c.

      het uitbrengen van advies aan het college over aanvragen om vergunning als bedoeld in artikel 10 van de Monumentenverordening;

    • d.

      het desgevraagd adviseren en doen van aanbevelingen aan het college over het in artikel 1, tweede lid, onder b genoemde onderwerp.

Artikel 3 Samenstelling

    • 1.

      De commissie monumenten & cultuurhistorie bestaat uit ten minste drie en ten hoogste vijf leden.

    • 2.

      De secretaris-deskundige van de welstandscommissie als bedoeld in de Woningwet is in elk geval lid van de commissie monumenten & cultuurhistorie. Daarnaast wordt bij de benoeming van de leden gestreefd naar deskundigheid op het terrein van

    • a.

      kennis van (lokale) historie;

    • b.

      kennis van architectuur en bouwhistorie;

    • c.

      bouwkundige deskundigheid en kennis van restauraties;

    • d.

      kennis op het gebied van de historische geografie;

    • e.

      kennis op archeologisch gebied;

    • f.

      kennis van stedenbouw en/ landschapsarchitectuur.

Artikel 4 Voorzitter

    • 1.

      De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door en uit de commissie monumenten & cultuurhistorie aangewezen.

    • 2.

      De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van dit reglement;

    • d.

      hetgeen dit reglement hem verder opdraagt.

    • 3.

      Indien bij enige stemming de stemmen staken beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 5 Zittingsduur en vacatures

    • 1.

      De zittingsperiode van een lid eindigt in ieder geval op de dag waarop de benoeming van wethouders op grond van artikel 37 van de Gemeentewet overeenkomstig het bepaalde in artikel 38 van de Gemeentewet ingaat.

    • 2.

      Het college kan een lid ontslaan.

    • 3.

      Het college kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger uit diens hoedanigheid ontslaan.

    • 4.

      Een lid kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet daarvan schriftelijk mededeling aan het college. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als zijn opvolger is benoemd.

    • 5.

      Indien een vacature ontstaat, beslist het college zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 3.

    • 6.

      Een lid is na afloop van de zittingsperiode terstond herbenoembaar, doch voor maximaal twee opeenvolgende volledige zittingsperiodes.

Artikel 6 Ondersteuning en faciliteiten commissie monumenten & cultuurhistorie

      • 1.

        De gemeentesecretaris draagt zorg voor voldoende ambtelijke ondersteuning van de commissie monumenten & cultuurhistorie.

      • 2. In elk geval is bij een vergadering van de commissie monumenten & cultuurhistorie, voorzover het betreft de taken genoemd in artikel 2 onder a,b en c, de behandelend monumentenambtenaar aanwezig en, voorzover het betreft de taken genoemd in artikel 2 onder d, een ambtelijk secretaris.

      • 3.

        De commissie monumenten & cultuurhistorie kan gebruik maken van de logistieke en vergaderfaciliteiten in het gemeentehuis, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van zijn taak.

      • 4.

        Het college doet de commissie monumenten & cultuurhistorie alle informatie toekomen die nodig is voor een goed functioneren van de commissie monumenten & cultuurhistorie.

      • 5.

        Indien aan de uitoefening van de taken van de commissie monumenten & cultuurhistorie kosten anders dan die voortvloeiend uit het eerste en derde lid zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 7 Burgemeester en wethouders

      • 1.

        Indien de burgemeester of een wethouder bij een vergadering betreffende de taken genoemd in artikel 2 onder d aanwezig wil zijn en wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiervan mededeling aan de voorzitter.

      • 2.

        De voorzitter kan incidenteel de burgemeester en één of meer wethouders uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

Artikel 8 Ambtenaren

    • De voorzitter kan het college verzoeken de ambtenaar tot wiens werkterrein een geagendeerd onderwerp behoort aanwezig te laten zijn in de vergadering en deel te laten nemen aan de beraadslagingen.

Artikel 9 Vergaderingen

      • 1.

        Op de vergaderingen van de commissie monumenten & cultuurhistorie zijn waar het betreft de taken genoemd in artikel 2 onder a,b en c de bepalingen van het Reglement op de welstandscommissie zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

      • 2.

        Op de vergaderingen van de commissie monumenten & cultuurhistorie zijn waar het betreft de taken genoemd in artikel 2 onder d de bepalingen van het Reglement overlegraden zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10 Uitleg en afwijking reglement

    • 1.In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van dit

      reglement, beslist het college.

      2.Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in dit reglement.

Artikel 11 Inwerkingtreding

      • 1.

        Dit reglement treedt in werking op de dag dat de Monumentenverordening 2005 in werking treedt. .

      • 2.

        Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement commissie monumenten & cultuurhistorie.

Ondertekening

Vastgesteld door burgemeester en wethouders op 10 mei 2005.