Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2012

Geldend van 01-01-2020 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2012

De raad van de gemeente Vught;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016;

aangenomen het amendement (A-1), ingediend door de fractie van D66 en bij dit besluit gevoegd;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15:33 van de Wet milieubeheer;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

"Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2012"

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Brabant Water N.V.: Brabant Water naamloze vennootschap, gevestigd te ’s-Hertogenbosch;

  • b.

    verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van Brabant Water N.V. voor de levering van water betrekking heeft;

  • c.

    ‘gebruik maken’ in hoofdstuk II Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3. Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4. Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijkrecht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende Tarieventabel 1-2020.

Artikel 6. Belastingtijdvak

  • 1. Het belastingtijdvak is, in de gevallen waarin de heffing door middel van de afrekeningen van Brabant Water N.V. plaatsvindt, gelijk aan de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken belastingplichtige voor het desbetreffende belastingobject geldt.

  • 2. In andere gevallen dan in het eerste lid bedoeld is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7. Wijze van heffing

  • 1. De belasting die wordt genoemd in Tarieventabel 1-2020, onderdelen I en II, wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Als dagtekening van de kennisgeving geldt de dagtekening van de afrekening van Brabant Water N.V., waarin de belasting is opgenomen. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de jaarnota of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.

  • 2. De heffing van de belasting die wordt genoemd in Tarieventabel 1-2020, onderdeel III, geschiedt bij wege van gedagtekende kennisgeving.

Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting, genoemd in Tarieventabel 1-2020, onderdelen I en II, is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5. De belasting, genoemd in Tarieventabel 1-2020, onderdeel III, is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.

Artikel 9. Termijnen van betaling

  • 1. Ingeval het belastingtijdvak de verbruiksperiode is, moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag, worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag, van de afrekening van Brabant Water N.V..

  • 2. In het geval dat de belasting bij wege van gedagtekende kennisgeving wordt geheven, moet het belastingbedrag worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 3. In andere gevallen dan bedoeld in het eerste en tweede lid, moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag, worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld, en de tweede twee maanden later.

  • 4. In afwijking van het tweede en derde lid geldt, indien is gekozen voor automatische incasso en zolang de verschuldigde bedragen kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden vermelde termijnen.

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

Artikel 10. Belastbaar feit

[vervallen]

Artikel 11. Belastingplicht

[vervallen]

Artikel 12. Maatstaf van heffing en belastingtarief

[vervallen]

Artikel 13. Belastingjaar

[vervallen]

Artikel 14. Wijze van heffing

[vervallen]

Artikel 15. Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang

[vervallen]

Artikel 16. Termijnen van betaling

[vervallen]

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

Artikel 17. Kwijtschelding

Kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing wordt verleend op basis van de door de gemeenteraad vastgestelde kwijtscheldingsregeling.

Artikel 18. Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening reinigingsheffingen 2009”, van “18 december 2008, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 16 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2012, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4. Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is en deze niet gelijk is aan het kalenderjaar, vangt in afwijking in zoverre van de artikelen 9, eerste lid, en 15, eerste lid, het eerste belastingtijdvak waarvoor deze verordening geldt aan op 1 januari 2012 en eindigt dat belastingtijdvak op het moment dat de op 1 januari 2012 lopende verbruiksperiode eindigt.

  • 5. Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening Afvalstoffenheffing’.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Vught in zijn openbare vergadering van 22 december 2016.
de griffier,
Mw. K.I. Goossens
de voorzitter,
R.J. van de Mortel

Bijlage 1 Tarieventabel 1-2020 behorende bij de Verordening Afvalstoffenheffing

  • I.

    Tarief per 1 januari 2020 van de afvalstoffenheffing voor de huishoudens in (hoogbouw)woningen waar inzameling van het afval plaatsvindt door middel van een (ondergrondse) verzamelcontainer:

     

    Tarief per jaar

    Tarief per maand

    voor éénpersoonshuishoudens

    € 174,72

    € 14,56

    voor meerpersoonshuishoudens

    € 272,64

    € 22,72

  • II.

    Tarief per 1 januari 2020 van de afvalstoffenheffing voor de huishoudens die gebruik maken van minicontainers voor het huishoudelijk afval:

    Vaste bedragen

    Tarief per jaar

    Tarief per maand

    voor éénpersoonshuishoudens

    € 124,92

    € 10,41

    voor meerpersoonshuishoudens

    € 189,36

    € 15,78

    Variabele bedragen

    Tarief per lediging

    Tarief per lediging

    volume mini container

    Restafval

    Gft afval

    40 liter

    € 4,30

     

    140 liter

    € 9,85

    € 0,00

    240 liter

    € 15,85

    € 0,00

  • III.

    Overige tarieven afvalstoffenheffing

    1.

    Het op aanvraag plaatsen, ophalen of omwisselen van een container bedraagt

    24,05

    2.

    Het eenmalig omwisselen van de container naar een ander volume, binnen 3 maanden na verhuizing (inschrijving BRP)

     

    Nihil

    3.

    Kosten voor een nieuwe container in verband met vermissing

    24,05

    4.

    Plaatsen of vervangen van een slot op een container exclusief eventuele nieuwe container

    42,30

    5.

    Plaatsen van een extra container (alleen bij huishoudens van minimaal 6 personen)

    24,05

    6.

    Vervangen kapotte container door eigen toedoen

    24,05

     

    Overig afval

     

     

    7.

    De heffing voor het aan huis inzamelen van grof huisvuil bedraagt:

     

     

     

    a. Voorrijkosten

    44,70

     

    b. Per kilo aangeboden afval

    0,21

    8.

    De heffing op de gemeentelijke milieustraat voor het aanbieden van:

    bouw- en sloopafval, hout, (ook bielzen en overig tuinhout, zoals schuttingen), gips, puin, dakleer, graszoden, grond, puin, gasflessen, autobanden, hard plastic (geen kunststof verpakkingen) en grof huishoudelijk afval op de gemeentelijke milieustraat bedraagt per kilo

    0,15

     

    a. met een minimumbedrag per aanbieding van:

    1,00

     

    b. Het bedrag onder 8.a wordt vermeerderd met behandelkosten:

    tenzij pinbetaling plaatsvindt.

    6,95

Behorende bij het raadsbesluit van 13 december 2018.

de griffier,

Mw. drs. M.J.H.N. Collombon

de voorzitter,

R.J. van de Mortel

Bijlage 2 Tarieventabel 2

Tarieventabel 2-2018