Regeling vervallen per 01-01-2015

Beleidsregels premies in verband met werkaanvaarding

Geldend van 04-11-2004 t/m 31-12-2014

Intitulé

Beleidsregels premies in verband met werkaanvaarding

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vught;

overwegende dat op grond van artikel 15 van de Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Vught burgemeester en wethouders nadere regels kunnen stellen;

b e s l u i t :

vast te stellen de hierna volgende

“Beleidsregels premies in verband met werkaanvaarding”

Artikel 1. Begrippen

Voor de begripsomschrijving wordt verwezen naar de Wet werk en bijstand en de Reïntegratieverordening gemeente Vught.

Artikel 2. Voorwaarden voor het recht op de premie

  • 1. Aan de uitkeringsgerechtigde die tenminste één jaar onafgebroken een uitkering heeft en die aansluitend algemeen geaccepteerde arbeid, niet zijnde gesubsidieerde arbeid, aanvaardt en behoudt, en daarmee een inkomen verwerft dat meer bedraagt dan de van toepassing zijnde norm, kan op aanvraag een eenmalige premie worden verstrekt.

  • 2. Aan de belanghebbende die een op basis van de Reïntegratieverordening toegekende gesubsidieerde baan heeft en die aansluitend algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt en behoudt, en daarmee een inkomen verwerft dat meer bedraagt dan de van toepassing zijnde norm, kan op aanvraag een eenmalige premie worden verstrekt.

  • 3. De uitkeringsgerechtigde die tenminste één jaar onafgebroken een uitkering heeft en die algemeen geaccepteerde arbeid, niet zijnde gesubsidieerde arbeid, aanvaardt en behoudt en daarmee een inkomen verwerft dat minder bedraagt dan de van toepassing zijnde norm kan op aanvraag een eenmalige premie worden verstrekt indien hij:

    • a.

      gedeeltelijk of geheel is ontheven van de verplichtingen op grond van artikel 7, eerste en tweede lid van de Reïntegratieverordening, en

    • b.

      naar het oordeel van het college – ten minste het voor hem maximaal haalbare aantal uren werkt.

  • 4. De premie kan worden aangevraagd nadat de algemeen geaccepteerde arbeid, niet zijnde gesubsidieerde arbeid, tenminste zes maanden heeft geduurd.

  • 5. De premie moet tenminste zijn aangevraagd binnen 3 maanden nadat de periode genoemd in het vierde lid is verstreken.

Artikel 3. De aanvraag

De aanvraag geschiedt door indiening van een, door de gemeente verstrekt, volledig ingevuld en eigenhandig ondertekend formulier. Dit formulier wordt ingediend onder overlegging van een werkgeversverklaring omtrent de gewerkte periode en desgevraagd onder overlegging van andere bewijsstukken die naar het oordeel van het college nodig zijn ter beoordeling van het recht op premie.

Artikel 4. De hoogte en uitbetaling van de premie

De hoogte van de premie bedraagt € 500,- en wordt in één keer uitbetaald.

Artikel 5. De referteperiode

Men kan ten hoogste eens per vijf jaar voor een premie in aanmerking komen.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie in Het Klaverblad.

Ondertekening

De secretaris,
mr. drs. A.P.M. ter Voert
De burgemeester,
J.de Groot

Toelichting

Met deze beleidsregels wordt invulling gegeven aan het gestelde in artikel 15 lid 5 van de Reïntegratieverordening gemeenteVught.

In artikel 1 wordt voor de gebruikte begrippen verwezen naar de Wet werk en bijstand en de Reïntegratieverordening.

In artikel 2 staan de voorwaarden voor het recht op de premie.

Er is voor gekozen om niet iedere uitkeringsgerechtigde een premie toe te kennen bij het aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid. Men dient tenminste één jaar onafgebroken een uitkering te hebben gehad. De premie is bedoeld als extra stimulans voor personen met een relatief grote afstand tot de arbeidsmarkt. Hoewel gesubsidieerde arbeid ook algemeen geaccepteerde arbeid is, wordt bij het aanvaarden van een op grond van de reïntegratieverordening toegekende gesubsidieerde baan geen premie verstrekt. Immers de gesubsidieerde baan is in principe tijdelijk en bedoeld als instrument om ervaring te krijgen en uit te stromen naar niet-gesubsidieerd werk. Dat is ook de reden om een premie in het vooruitzicht te stellen indien men vanuit het gesubsidieerde werk uitstroomt naar regulier werk.

Onder gesubsidieerd werk worden zowel de “oude” vormen van gesubsidieerde arbeid (dienstverbanden op grond van de Wet inschakeling werkzoekenden, de Wet werk en bijstand en het Besluit In- en Doorstroombanen) als de nieuwe detacheringsbanen verstaan.

Hoofdregel is dat alleen bij volledige uitstroom uit de uitkering een premie wordt verstrekt.

Op grond van het derde lid kan het college echter besluiten een premie in verband met het aanvaarden en behouden van deeltijdarbeid toe te kennen. Deze premie wordt alleen verstrekt als betrokkene niet méér uren kán werken, dus als volledige uitstroom uitgesloten is. Dit moet blijken uit het feit dat betrokkene geheel of gedeeltelijk ontheven is van de arbeidsverplichting. Indien iemand gedeeltelijk is ontheven dient het college vast te stellen en in het trajectplan vast te leggen wat het maximaal haalbare aantal uren is dat iemand in staat is te werken. Slaagt betrokkene er in om voor dat aantal uren (of meer) regulier betaald werk te aanvaarden dan kan hij in aanmerking komen voor een premie.

Omdat het niet alleen gaat om het verkrijgen van het werk maar ook om het behouden daarvan, is een termijn gesteld van zes maanden dat men gewerkt moet hebben alvorens de premie kan worden aangevraagd. Met deze zes maanden wordt aangesloten bij het begrip “duurzame arbeid” genoemd in de Reïntegratieverordening.

Nadat de termijn van zes maanden is verstreken kan men de premie aanvragen. Dat moet wel binnen drie maanden na het verstrijken van die zes maanden gebeuren. Het later aanvragen van de premie is niet gewenst omdat het oorzakelijk verband tussen de aanvaarding en behouden van het werk en het toekennen van de premie verloren gaat. Overigens ligt de verantwoordelijkheid voor het aanvragen van de premie bij de aanvrager.

Het derde artikel bepaalt dat de aanvrager gebruik moet maken van een door de gemeente verstrekt formulier. Om de periode van zes maanden te kunnen verifiëren dient de aanvraag vergezeld te zijn van een werkgeversverklaring.

In het vierde artikel is de hoogte van de premie vastgelegd op € 500,- netto. De premie is onbelast en wordt in een keer uitbetaald. Het aantal uren dat iemand werkt is niet van invloed op de hoogte van de premie.

De premie kan ten hoogste eens in de vijf jaar worden toegekend, aldus artikel 5. De premie is uitdrukkelijk niet bedoeld als inkomensondersteunende maatregel maar als een incentive. Indien een dergelijke beloning vaker bij dezelfde persoon wordt toegepast, dan verliest de incentive aan kracht.