Regeling vervallen per 18-12-2013

Gemeenschappelijke regeling op het gebied van de Leerplichtwet 1969

Geldend van 18-12-2013 t/m 17-12-2013

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling op het gebied van de Leerplichtwet 1969

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeentes Haaren, Schijndel, Sint-Michielsgestel en Vught;

Gezien de besluiten van de raden van de gemeentes Haaren, Schijndel, Sint-Michielsgestel en Vught tot het verlenen van toestemming aan de colleges van deze gemeentes tot verlenging van de gemeenschappelijke regeling op het gebied van de uitvoering van de Leerplichtwet 1969 en de RMC-wet van 6 december 2001;

Overwegende dat het samenwerken op de genoemde gebieden gelet op het grensoverschrijdende karakter ervan wenselijk zoniet noodzakelijk is geworden en door samenwerking kwaliteit en dienstverlening op een hoger plan kunnen worden gebracht;

Overwegende dat door samenwerking een eenduidige en consistente handhavingsstrategie kan worden gevolgd;

Overwegende dat voor de uitvoering van publiekrechtelijke taken een publiekrechtelijke regeling als een gemeenschappelijke regeling de voorkeur verdient boven een privaatrechtelijke regeling;

Gelet op artikelen 3a, 3b en 16 en volgende van de Leerplichtwet 1969, op de Wet van 6 december 2001 betreffende de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie;

Gelet ook op de artikelen 1 en 8, lid 3 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

Gelet op de relevante bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht;

B e s l u i t e n :

Tot het continueren van de volgende gemeenschappelijke regeling van dienstverlening op het terrein van de uitvoering van de Leerplichtwet en van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie.

Gemeenschappelijke regeling van dienstverlening op het terrein van de uitvoering van de Leerplichtwet en van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie.

Artikel 1.Toedeling bevoegdheden.

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeentes Haaren, Vught en Schijndel mandateren de bevoegdheden die aan hen zijn toegekend in het kader van het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet (Paragraaf 4) aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel.

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeentes Haaren, Vught en Schijndel staan toe dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel voor de gemandateerde bevoegdheden ondermandaat verleent aan medewerkers van het Regionaal Bureau Leerplichtzaken (RBL), met uitzondering van de bevoegdheid tot het aanwijzen van ambtenaren welke toezien op de naleving van de Leerplichtwet.

Artikel 2.Centrumgemeente

De rol van de centrumgemeente wordt door de gemeente Sint-Michielsgestel vervuld. Als zodanig is deze gemeente belast met de volgende taken:

  • *

    het toezenden van de gemeenschappelijke regeling aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, zoals bedoeld in artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, alsmede de toezending aan de Minister en de hoofden als bedoeld in artikel 17 Leerplichtwet;

  • *

    het werkgeverschap voor de aan het bureau verbonden functionarissen, met alle bevoegdheden en verplichtingen die daaraan verbonden zijn;

  • *

    het voorbereiden van de jaarlijkse begroting en afrekening;

  • *

    het opstellen van het jaarverslag;

  • *

    het aangaan van overeenkomsten met derden;

  • *

    alle uit deze overeenkomsten voortvloeiende werkzaamheden die nodig zijn in het belang van de uitvoering van deze taken.

Artikel 3.Het Regionaal bureau leerplichtzaken

De deelnemende gemeenten maken gebruik van de diensten van het Regionaal bureau leerplichtzaken van de gemeente Sint-Michielsgestel t.b.v. de gemeentelijke leerplicht- en RMC-taken, zoals onder andere beschreven in de artikelen 13 tot en met 15 van deze regeling.

Artikel 4.Ingangsdatum en duur van de regeling

  • 1. Deze gemeenschappelijke regeling gaat in op 1 januari 2014.

  • 2. De regeling wordt aangegaan voor de duur van 2 jaren.

  • 3. De deelnemende gemeenten hebben de intentie om de gemeenschappelijke regeling na het verstrijken van de in het vorige lid bepaalde periode te verlengen.

  • 4. Indien een van de deelnemende gemeenten de gemeenschappelijke regeling niet wenst te verlengen, wordt hiervan uiterlijk twaalf maanden voor het verstrijken van de regeling, mededeling gedaan aan de andere gemeenten, waarna de deelnemende gemeenten met elkaar in overleg treden omtrent het verlengen van de gemeenschappelijke regeling.

  • 5. Indien de gemeenschappelijke regeling niet tijdig, als bedoeld in lid 4, is opgezegd, wordt de regeling geacht stilzwijgend te zijn verlengd, telkens voor de duur van één jaar.

Artikel 5. Toetreding

Indien een gemeentebestuur tot de Gemeenschappelijke regeling wenst toe te treden, draagt de toetredende gemeente volledig de financiële gevolgen van deze toetreding. Voor toetreding is de goedkeuring van alle deelnemende gemeenten vereist.

Artikel 6. Financiële consequenties.

Zowel de personeelskosten als de overheadkosten die verbonden zijn aan de uitvoering van de leerplicht- en RMC-taken van het bureau worden omgeslagen over de deelnemende gemeenten. Verdeling vindt plaats naar rato van het werkelijk aantal inwoners tussen 4 en 23 jaar (per 1 januari van het desbetreffende begrotingsjaar).

Artikel 7. Managementinformatie

De centrumgemeente verstrekt jaarlijks aan de deelnemende gemeentes die informatie met betrekking tot het Regionaal bureau leerplichtzaken, die ook aan het college van burgemeester en wethouders en de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel wordt verstrekt zoals jaarverslag en RMC-effectrapportage.

Artikel 8. Begroting, financiële verantwoording en wijze van betaling.

  • 1. Uiterlijk op 1 april voorafgaand aan het begrotingsjaar doet de centrumgemeente de deelnemende gemeenten een conceptbegroting toekomen.

  • 2. De financiële verantwoording wordt door de centrumgemeente jaarlijks voor 1 april na afloop van het dienstjaar opgesteld.

  • 3. Jaarlijks voor 1 mei worden door het portefeuillehoudersoverleg de conceptbegroting en financiële verantwoording besproken. Deze begroting heeft slechts tot doel de financiële verplichtingen van de deelnemende gemeenten vast te stellen.

  • 4. De deelnemende gemeenten delen de centrumgemeente schriftelijk voor 1 juni mede of zij al dan niet instemmen met de berekening van de gemeentelijke bijdragen.

  • 5. De gemeentelijke bijdragen worden betaald bij wijze van voorschot per half jaar vóór 1 januari en vóór 1 juli. De centrumgemeente brengt daarvoor tijdig een factuur uit. Het totaal van de gefactureerde gemeentelijke bijdrage stemt overeen met de in de begroting voor dat jaar berekende gemeentelijke bijdrage.

  • 6. Wijzigingen in de begroting worden na instemming van de deelnemende gemeenten doorgevoerd.

Artikel 9. Jaarverslag

  • 1. Jaarlijks brengt de centrumgemeente ter uitvoering van artikel 25 van de Leerplichtwetvoor 1 oktober aan de deelnemende gemeenten verslag uit over het in het laatst afgesloten school- of cursusjaar in de gemeenten gevoerde beleid inzake de handhaving van de leerplicht en de kwalificatieplicht en de resultaten daarvan.

  • 2. Eveneens verzorgt de centrumgemeente de wettelijk voorgeschreven meldingen aan het ministerie van OCW.

  • 3. Binnen twee maanden na afsluiting van het schooljaar wordt het concept-jaarverslag ter bespreking aangeboden aan de regiegroep. Het jaarverslag wordt vervolgens vastgesteld in het portefeuillehoudersoverleg waarna de gemeenteraad wordt geïnformeerd.

Artikel 10. Dienstverband

  • 1. Met alle medewerkers van het bureau wordt door de gemeente Sint-Michielsgestel een dienstverband aangegaan voor onbepaalde tijd, tenzij anders overeengekomen.

  • 2. Op medewerkers van het bureau zijn de rechtspositieregelingen van de gemeente Sint-Michielsgestel van toepassing, tenzij anders overeengekomen.

Artikel 11. Intergemeentelijk beleid- en beheeroverleg

  • 1. Portefeuillehoudersoverleg, waarin de inhoudelijke en financiële aspecten aan de orde komen, vindt minimaal twee keer per jaar plaats, in ieder geval in maart en in november van elk jaar.

  • 2. Er is een ambtelijk overleg in de vorm van een regiegroep van beleidsmedewerkers onderwijs van de deelnemende gemeenten en de coördinator van het Regionaal bureau leerplichtzaken. Dit overleg vindt 4 keer per jaar of zoveel vaker als noodzakelijk of gewenst, plaats.

  • 3. De regiegroep adviseert aan het portefeuillehoudersoverleg en draagt zorg voor de inhoudelijke sturing, op basis van in het portefeuillehoudersoverleg genomen besluiten.

  • 4. Ingeval van afwezigheid bij het overleg van de regiegroep, conformeert de betreffende gemeente zich aan het door de regiegroep ingenomen standpunt.

  • 5. In de regiegroep komen naast de inhoudelijke ontwikkelingen ook de financiële aspecten aan de orde.

  • 6. De regiegroep evalueert periodiek de werkzaamheden van het bureau en doet daarvan verslag aan de portefeuillehouders van de deelnemende gemeenten.

Artikel 12. Tussentijdse ontbinding en/of beëindiging van de regeling

  • 1. Indien en voor zover er bij ontbinding en/of beëindiging van deze gemeenschappelijke regeling financiële verplichtingen blijven van de centrumgemeente, worden deze over alle deelnemende gemeentes verdeeld. Voor de betreffende verdeelsleutel wordt verwezen naar artikel 6.

  • 2. Iedere deelnemende gemeente is bij tussentijdse ontbinding en/of beëindiging van deze gemeenschappelijke regeling gehouden aan de centrumgemeente de financiële verplichtingen te voldoen welke ten laste van de centrumgemeente zijn of zullen blijven ter uitvoering van deze regeling (bijvoorbeeld meerjarige contracten die door de centrumgemeente, na instemming van de deelnemende gemeenten, zijn aangegaan met derden of blijvende personele verplichtingen ingeval van ziekte, wachtgeld et cetera).

Artikel 12a. Uittreden

  • 1.

    Uittreding uit de regeling kan geschieden door toezending van een daartoe strekkend besluit van het college van burgemeester en wethouders van de uittredende gemeente aan de besturen van de overblijvende deelnemers.

  • 2.

    Er geldt een opzegtermijn van tenminste 1 jaar. De uittreding gaat in op de eerste dag van het jaar volgend op dat waarin de uittreding is aangekondigd.

  • 3.

    De kosten van uittreding en de financiële rechten en verplichtingen daarvan komen voor rekening van de uittredende partij.

  • 4.

    Het portefeuillehoudersoverleg regelt de gevolgen van de uittreding.

Specifieke bepalingen leerplicht en RMC

Artikel 13. Begripsomschrijvingen

  • 1. Voor de omschrijvingen van de begrippen in het kader van leerplicht is de Leerplichtwet 1969 van toepassing.

  • 2. Voor de omschrijvingen van de begrippen in het kader van Regionale Meld- en Coördinatiefunctie is de Wijzigingswet Wet op het voortgezet onderwijs van 6 december 2001 van toepassing.

  • 3. Voor wat betreft de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de leerplichtambtenaar is de instructie leerplichtambtenaar en RMC-functionaris van toepassing.

Artikel 14. Gemeentelijke leerplicht- en RMC-taken

Onder gemeentelijke leerplicht- en RMC-taken wordt verstaan:

  • a.

    - de registratie van alle leer- en kwalificatieplichtige (hierna: leerplichtige) jongeren uit de deelnemende gemeenten;

    - de registratie van alle schoolverlaters uit de deelnemende gemeentes die zonder startkwalificatie een school of opleiding verlaten tot de leeftijd van 23 jaar;

    - de registratie van alle leerlingen van 18 tot 23 jaar tot het moment dat de leerling zijn/haar startkwalificatie behaalt;

  • b.

    - de controle op en de registratie van het niet nakomen van de leerplicht door alle leerplichtige

    en niet leerplichtige (18 tot 23 jaar) leerlingen uit de deelnemende gemeenten;

  • c.

    - de begeleiding van alle leerplichtige leerlingen uit de deelnemende gemeenten, die niet voldoen aan de leerplicht, t.b.v. de herplaatsing op een (nieuwe) school of opleiding, in overleg met de desbetreffende school of opleidingsinstituut en, indien noodzakelijk, in samenwerking met de bestaande reguliere hulp- en dienstverlenende instellingen in het werkgebied;

    - de begeleiding van alle leerlingen tot 23 jaar uit de deelnemende gemeenten, die een school of opleiding zonder startkwalificatie verlaten, t.b.v. de herplaatsing op een (nieuwe) school of opleiding, dan wel toeleiding tot arbeidsmarkt, in overleg met de desbetreffende school of opleidingsinstituut en, indien noodzakelijk, in samenwerking met de bestaande, reguliere hulp- en dienstverlenende instellingen in het werkgebied;

  • d.

    - het opstellen van een statistisch en inhoudelijk jaarverslag over de uitvoering van de leerplicht- en RMC-taken t.b.v. alle deelnemende gemeenten.

Artikel 15. Taakuitvoering

  • 1.

    Binnen het kader van de gemandateerde bevoegdheden is de leerplichtambtenaar c.q. de coördinator van het bureau bevoegd om op grond van de Leerplichtwet terzake van het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet zelfstandig beslissingen te nemen.

  • 2.

    De functionarissen van het bureau zijn voor de dagelijkse werkzaamheden rechtstreeks verantwoording schuldig aan het hoofd Inwonerszaken van de gemeente Sint-Michielsgestel.

  • 3.

    De coördinator van het bureau is verantwoordelijk voor de vakinhoudelijke aansturing. De begeleiding van leerlingen in het kader van de leerplicht en RMC-taken geschiedt in overleg met de scholen en de dienstverlenende instellingen.

  • 4.

    De functionarissen vervullen hun taak volgens de taak/functieomschrijving conform de “Instructie leerplichtambtenaar en RMC-functionaris”.

Sint-Michielsgestel, {datum}

Het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel,

De secretaris,

Drs. D. van Deurzen

de burgemeester

mr. J.C.M. Pommer

Vught, 10 december 2013

Het college van burgemeester en wethouders van Vught,

De secretaris,

R.Jeltema

De burgemeester,

R.J. van de Mortel

Haaren, {datum}

Het college van burgemeester en wethouders van Haaren,

De secretaris,

J.G.A. van den Akker

de burgemeester,

mw. J. Zwijnenburg – Van der Vliet

Schijndel, {datum}

Het college van burgemeester en wethouders van Schijndel,

De secretaris,

W.A.G.M. van Rosmalen

de burgemeester,

J. Eugster – van Bergeijk