Regeling vervallen per 01-04-2022

Besluit Jeugdhulp gemeente Vught 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-03-2022

Intitulé

Besluit Jeugdhulp gemeente Vught 2017

Artikel 1 Vormen van Jeugdhulp

1. Categorieën Jeugdhulp

Jeugdhulp wordt vanaf 1 januari 2015 toegekend op basis van de volgende indeling in hoofd- en subcategorieën.

Hoofdcategorie

Subcategorie

 

Zonder verblijf:

         

Persoonlijke verzorging

 

Begeleiding

Onderzoek en diagnostiek

Ambulante Jeugdhulp (inclusief behandeldiagnostiek)

Generalistische Jeugd-ggz

Specialistische Jeugd-ggz

Hoofdcategorie

Subcategorie

Met verblijf:

Pleegzorg

 

Gezinsgericht (gezinshuis, logeerhuis) 

 

Residentieel inclusief specialistische Jeugd-ggz 

Een Jeugdhulpaanbieder komt alleen in aanmerking voor financiering indien de hulpvrager verwezen is door

  • 1.

    Wegwijs + ;

  • 2.

    de huisarts, jeugdarts of medisch specialist (o.a. de kinderarts);

  • 3.

    de Gecertificeerde Instelling;

  • 4.

    Veilig Thuis;

2.Omschrijving, activiteiten en prestatie-eisen

2.1Jeugdhulp zonder Verblijf

De jeugdige verblijft thuis, in het eigen gezin. Of anders gezegd, de jeugdige slaapt thuis. In ieder geval formeel. Het kan zijn dat de jeugdige bij opa en oma slaapt of bij iemand anders, echter dit is dan formeel niet zo geregeld.

Een jeugdhulpaanbieder heeft de ruimte om samen met Wegwijs+ nieuwe of geïntegreerde vormen van de activiteiten te ontwikkelen als dat leidt tot efficiëntere of effectievere Jeugdhulp. Hieronder valt ook de samenwerking met anderen of het initiëren van verbeteringen in de 0e en 1e lijn.

De hoofdcategorie Zonder Verblijf is te verdelen in de subcategorieën persoonlijke verzorging, begeleiding, onderzoek en diagnostiek, ambulante jeugdhulp, generalistische Jeugd-ggz, specialistische Jeugd-ggz.

2.1.1 Persoonlijke verzorging

Het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij Jeugdigen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking.

2.1.2 Begeleiding

Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van Jeugdigen met een somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem.

2.1.3 Onderzoek en diagnostiek

Onderzoek ten behoeve van het verkrijgen van inzicht in het gedrag, de vaardigheden en intelligentie van de Jeugdige bij een vermoeden van medische, psychische en/of gedragsproblematiek.

2.1.4 Ambulante Jeugdhulp

Ondersteuning van en hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptie gerelateerde problemen.

2.1.5 Generalistische Jeugd-ggz

De generalistische basis-GGZ is gericht op de diagnose en kortdurende, generalistische behandeling van mensen met niet-complexe psychische aandoeningen, gebaseerd op een (vermoeden van) DSM-IV stoornis. Ze kenmerkt zich door 4 zorgprestaties: kort, middel, intensief en chronisch. Het gaat alleen om vormen van ggz-zorg die vallen binnen de reikwijdte van de Zvw, zoals beschreven door Zorginstituut Nederland (ZIN)

2.1.6 Specialistische Jeugd-ggz

In de specialistische jeugd-GGZ worden mensen behandeld met ernstige psychiatrische aandoeningen. Hierbij gaat het om complexe en/of risicovolle problematiek. Het gaat alleen om vormen van ggz-zorg die vallen binnen de reikwijdte van de Zvw, zoals beschreven door Zorginstituut Nederland (ZIN). Ernstige enkelvoudige dyslexie valt onder specialistische Jeugd-ggz.

Prestatie-eisen jeugdhulp zonder verblijf

Ten aanzien van te leveren jeugdhulp gelden de volgende algemene eisen:

  • -

    Doel van de ondersteuning is het herstellen van de zelfredzaamheid en participatie, of het behoud van een zo groot mogelijke zelfredzaamheid en participatie, van de jeugdige en zijn gezin.

  • -

    De ondersteuning is zo kort en licht mogelijk maar zo lang en zwaar als nodig om de afgesproken doelen uit het door hulpvrager of het Wegwijs+ opgestelde Klantplan te bereiken.

  • -

    De jeugdhulp richt zich op het inschakelen van het eigen sociale netwerk en andere voorzieningen.

  • -

    De jeugdhulpaanbieder ondersteunt de jeugdige én zijn sociale omgeving. Dat betekent dat ondersteuning en advies aan gezins- en familieleden, school, vereniging enzovoort onderdeel uitmaakt van de jeugdhulp wanneer dat leidt tot een grotere inzet van het sociale netwerk of meer zelfredzaamheid en participatie van de Jeugdige.

  • -

    De jeugdhulp wordt in samenspraak met de ouders en, waar mogelijk, de jeugdige ingevuld. Jeugdigen en ouders hebben invloed op inhoud, planning en levering van de jeugdhulp. Waar nodig wordt in de jeugdhulp in de avonduren verleend.

  • -

    De jeugdhulp past binnen plan van aanpak van Wegwijs+. Als een gezinsregisseur is aangewezen binnen Wegwijs+ of een andere jeugdhulpaanbieder die jeugdhulp aan het gezin verleent, houdt de jeugdhulpaanbieder zich aan de afspraken met en richtlijnen van de regisseur.

Ten aanzien van specialistische jeugd-ggz gelden naast de algemene eisen de volgende eisen:

  • -

    De landelijke Treeknormen zijn van toepassing;

  • -

    De behandelingen zijn vastgelegd in zorgtrajecten met een gemarkeerd einde van de behandeling;

  • -

    Jeugdhulpaanbieder heeft de inspanningsverplichting om tenminste 5% van de behandelingen blended uit te voeren (combinatie van face-to-face en e-health behandeling) en dit inzichtelijk te maken;

  • -

    Jeugdhulpaanbieders voeren de behandeling uit onder verantwoordelijkheid van de BIG-geregistreerde hoofdbehandelaar. Er kan sprake zijn van medebehandelaars, mits deze in de CONO beroepentabel voorkomen. Er dient sprake te zijn van multidisciplinair overleg;

  • -

    Er is sprake van een vastgesteld hulpverleningsplan en gebleken toestemming van de ouders en, waar mogelijk, de jeugdige. Er dient een 100% aanwezigheid te zijn van hulpverleningsplannen.

2.2 Jeugdhulp met Verblijf

2.2.1 Pleegzorg

Onder pleegzorg wordt verstaan tijdelijke of langdurige opvang van een jeugdige in een gezin, anders dan het gezin van herkomst, door pleegouders. Hieronder zijn in ieder geval begrepen:

  • -

    Crisisopvang: tijdelijke opvang van korte duur gericht op terugkeer naar het eigen gezin dan wel een langdurige verblijfssituatie;

  • -

    Tijdelijke opvang: opvang in een pleeggezin, gericht op terugkeer naar het eigen gezin;

  • -

    Langdurige opvang, wanneer terugkeer naar het eigen gezin niet of voorlopig niet mogelijk is.

Pleegzorg kan plaatsvinden in een gezin uit de omgeving van de jeugdige, bijvoorbeeld bij familie (netwerkpleeggezin) of in een daarvoor speciaal geworven gezin.

Activiteiten

Onder pleegzorg vallen in ieder geval de volgende activiteiten:

  • -

    Werving van, informatie aan en screening van kandidaat-pleeggezinnen;

  • -

    Begeleiding, facilitering van de pleegouders;

  • -

    Begeleiding van de ouders en, waar nodig, aanwezig zijn bij contacten tussen de jeugdige en zijn ouders;

  • -

    Waar nodig het regelen, dan wel de pleegouders bijstaan, in de aanvraag van vormen van Jeugdhulp zonder Verblijf. Daarbij hoort ook de screening.

Prestatie-eisen

Ten aanzien van de pleegzorg gelden de volgende eisen:

  • -

    De zorg richt zich in eerste instantie op het realiseren van een veilige omgeving en een goed opvoedingsklimaat voor de jeugdige, wanneer dat in de thuissituatie onvoldoende gegarandeerd kan worden;

  • -

    De zorg is, waar mogelijk, gericht op een terugkeer naar het eigen gezin;

  • -

    De zorg is gericht op het vergroten van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie, dan wel zoveel als mogelijk het behouden daarvan;

  • -

    Waar mogelijk wordt het eigen sociaal netwerk van de jeugdige betrokken, ingezet en, waar nodig, ondersteund;

  • -

    Wanneer meerdere aanbieders zijn betrokken bij de jeugdhulpverlening en een andere of Wegwijs+ de regie voert, richt de zorg zich naar de afspraken van en de richtlijnen van de regisseur;

  • -

    De Pleegzorgaanbieder faciliteert de pleegouders maximaal en bemiddelt in de contacten met de verwijzer, in de meeste gevallen de Gecertificeerde Instelling.

2.2.2 Gezinsgericht

Onder gezinsgerichte Jeugdhulp met verblijf wordt verstaan:

  • a.

    Verblijfsvoorzieningen (voltijd of deeltijd) die zoveel als mogelijk een gezinssituatie benaderen;

  • b.

    Voorzieningen die eraan bijdragen dat het gezin in staat blijft om een goede thuissituatie te creëren, bijvoorbeeld door ouders even te ontlasten of door bij te dragen aan structuur in het leven van de jeugdige.

Prestatie-eisen

Ten aanzien van Gezinsgericht Verblijf gelden de volgende eisen:

  • -

    De jeugdhulp richt zich in eerste instantie op het realiseren van een veilige omgeving en een goed opvoedingsklimaat voor de Jeugdige;

  • -

    De jeugdhulp is zo mogelijk gericht op een terugkeer naar het eigen gezin;

  • -

    De jeugdhulp is gericht op het vergroten van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie, dan wel het zoveel mogelijk behouden daarvan;

  • -

    Waar mogelijk wordt het eigen sociaal netwerk van de jeugdige betrokken, ingezet en waar nodig ondersteund;

  • -

    Wanneer meerdere jeugdhulpaanbieders zijn betrokken en een andere of het Wegwijs+ de regie voert, richt de jeugdhulp zich naar de afspraken van en de richtlijnen van de regisseur.

2.2.3 Residentieel

Onder residentiële jeugdhulp verstaan we alle hulp met verblijf, niet zijnde pleegzorg of gezinsgerichte ondersteuning, gericht op het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen die ondersteuning nodig hebben bij psychische of psychosociale problemen, dan wel ondersteuning nodig hebben vanwege beperkingen of gedragsproblemen en waarvoor die ondersteuning in de thuissituatie of een andere gezinssituatie niet geboden kan worden. Hiertoe behoort ook specialistische jeugd-ggz.

Prestatie-eisen

Ten aanzien van Residentieel Verblijf gelden de volgende eisen:

  • -

    Waar mogelijk blijft de thuissituatie betrokken bij de jeugdige en de ondersteuning;

  • -

    In die gevallen dat de thuissituatie betrokken kan blijven organiseert de jeugdhulpaanbieder tevens de begeleiding van de ouders/de thuissituatie;

  • -

    De jeugdhulp richt zich in eerste instantie op het realiseren van een veilige omgeving en een goed opvoedingsklimaat voor de jeugdige;

  • -

    De jeugdhulp is zo mogelijk gericht op een terugkeer naar het eigen gezin;

  • -

    De jeugdhulp is gericht op het vergroten van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie, dan wel het zoveel mogelijk behouden daarvan;

  • -

    Waar mogelijk wordt het eigen sociaal netwerk van de jeugdige betrokken, ingezet en, waar nodig, ondersteund;

  • -

    Wanneer meerdere jeugdhulpaanbieders zijn betrokken en een andere of Wegwijs+ de regie voert, richt de zorg zich naar de afspraken met de jeugdige en zijn ouders en, waar nodig, de richtlijnen van de regisseur.

Ten aanzien van specialistische Jeugd-ggz gelden naast de algemene eisen de volgende eisen:

  • -

    De behandelingen zijn vastgelegd in zorgtrajecten met een gemarkeerd einde van de behandeling;

  • -

    De jeugdhulpaanbieder voeren de behandeling uit onder verantwoordelijkheid van de BIG-geregistreerde hoofdbehandelaar. Er kan sprake zijn van medebehandelaars, mits deze in de CONO beroepentabel voorkomen.

  • -

    Er is sprake van een vastgesteld Hulpverleningsplan en gebleken toestemming van de Ouders en, waar mogelijk, de Jeugdige. Er dient een 100% aanwezigheid te zijn van hulpverlenings(crisis)plannen. Er dient sprake te zijn van multidisciplinair overleg.

3. Kwaliteit

De door de gemeente te contracteren zorgaanbieders dienen te voldoen aan de in de Jeugdwet gestelde kwaliteitsvereisten (Hoofdstuk 4, paragraaf 4.1)

Daarnaast dienen zij te voldoen aan de vereisten welke zijn opgenomen in de met hen te sluiten deelovereenkomsten.

Artikel 2 Hoogte PGB jeugdhulp

  • 1.

    Het persoonsgebonden budget voor de verschillende jeugdhulpvormen is afgeleid van de tarieven waarvoor het college deze diensten heeft gecontracteerd bij verstrekking in natura.

  • 2.

    Voor de hulpvormen persoonlijke verzorging, begeleiding individueel, begeleiding groep, en kortdurend verblijf, worden de maximum pgb-tarieven overgenomen zoals het zorgkantoor deze in 2014 voor de AWBZ hanteert. Voor de overige jeugdhulpvormen gelden specialistische maatwerktarieven. In die gevallen zal een pgb slechts in hoge uitzondering aan de orde zijn.

  • 3.

    In bijlage 1 zijn de geldende maximum pgb-bedragen per categorie dienst opgenomen.

  • 4.

    Er is sprake van een gedifferentieerde tariefstelling voor het persoonsgebonden budget diensten.

  • 5.

    Een pgb budgethouder die een zorgorganisatie inschakelt met medewerkers in loondienst met de voor de sector toepasselijke cao (veelal VVT), kan het maximum (100%) pgb-tarief ontvangen.

  • 6.

    Inschakeling van een zzp’er of zorgorganisatie die een lagere cao hanteert, leidt als gevolg van aannemelijke minderkosten, tot een verlaging van het maximum pgb-tarief met 15%.

  • 7.

    Bij inschakeling van iemand uit het sociaal netwerk door een pgb budgethouder geldt een korting op het pgb-tarief van 50%. Dit met een maximum van € 22,50 per uur en bij kortdurend verblijf maximaal € 30,- per etmaal (zie overeenkomstig pgb tarief Wet langdurige zorg voor hulp van niet professionele zorgverleners).

  • 8.

    De genoemde kortingspercentages gelden als uitgangspunt. Indien de pgb budgethouder kan aantonen dat in zijn situatie het pgb-tarief niet toereikend is om passende ondersteuning in te kopen, kan aanpassing plaatsvinden.

  • 9.

    De pgb budgethouder komt met de aanbieder een pgb-zorgovereenkomst overeen (model SVB) waar ten minste afspraken in zijn opgenomen over de kwaliteit en het resultaat van de maatschappelijke ondersteuning, de inschakeling van het type hulpverlener (medewerker van cao zorgorganisatie, zzp’er/andere zorgorganisatie of sociaal netwerk) en de wijze van declareren.

  • 10.

    Toetsing over de hoogte van de gedifferentieerde tariefstelling pgb diensten vindt vervolgens door de gemeente plaats aan de hand van de pgb-zorgovereenkomst.

  • 11.

    Verantwoording en uitbetaling van het persoonsgebonden budget diensten vindt plaats via de sociale verzekeringsbank.

  • 12.

    De controle richt zich alleen op de besteding van het doel van het persoonsgebonden budget. Er vindt geen controle plaats of het aantal geïndiceerde uren ook overeenstemt met het door de pgb budgethouder ingekochte zorguren.

  • 13.

    De pgb budgethouder overlegt aan de sociale verzekeringsbank de pgb-overeenkomst die met de zorgverlener is afgesloten (modelovereenkomsten SVB) en verder toont hij via nota’s aan welk budget nodig is voor de inkoop van zorgverlening, ondersteuning en overige zaken (verzekering, reiskosten, lidmaatschap Per Saldo, feestdagenuitkering) die verband houden met de diensten Wmo. Het is mogelijk nota’s te overleggen van vaste maandlonen als nota’s per uur of per dag(deel).

  • 14.

    Een gedeelte van het toegekende PGB, 1,5% met een minimum van € 250,- en maximum van € 1250,- per jaar, wordt niet voorafgaand aan besteding door de sociale verzekeringsbank gecontroleerd. Dit gedeelte wordt het vrij besteedbare bedrag genoemd. Dat bedrag is bedoeld voor (kleine) uitgaven en administratieve kosten die te maken hebben met het PGB. Ook de kosten voor arbeidsbemiddeling van een bemiddelingspartij (met een Per Saldo Keurmerk), vallen hieronder. De PGB budgethouder kan het vrij besteedbare bedrag in één keer of verspreid over meerdere momenten declareren. De sociale verzekeringsbank laat aan de pgb budgethouder weten wanneer dit mogelijk is en hoe de budgethouder dit kan doen.

  • 15.

    Indien uit de gegevens van de sociale verzekeringsbank blijkt dat binnen een half jaar geen besteding heeft plaatsgevonden, vindt in overleg met de belanghebbende burger beëindiging of omzetting naar hulp in natura plaats.

  • 16.

    De gemeente controleert het gebruik van het persoonsgebonden budget per kalenderjaar. Bij onderbesteding > 25% volgt een overleg met de pgb budgethouder naar de oorzaak van de onderbesteding.

Artikel 3 Inzet sociaal netwerk

  • 1.

    Onder het sociaal netwerk wordt de informele hulpverlener verstaan, hieronder vallen onder andere ouders, familie, vrienden en kennissen van de budgethouder.

  • 2.

    Indien een jeugdhulpaanbieder niet voldoet aan de wettelijke criteria van een zorgorganisatie of aan die van een ZZP-er valt deze onder het sociaal netwerk. Ouders die jeugdhulp bieden aan hun eigen kind en tevens ZZP-er zijn vallen onder het sociaal netwerk.

  • 3.

    Bij inzet van het sociale netwerk moet in de onderzoeksfase zoals bedoeld in artikel 5 van de Verordening

  • 4.

    Het is mogelijk om mensen uit het sociale netwerk te betalen met een PGB als:

  • a

    het aantoonbaar tot betere en effectievere ondersteuning leidt en aantoonbaar doelmatiger is dan een maatwerkvoorziening in natura, en;

  • b

    het gebruikelijke zorg overstijgt, en;

  • c

    er sprake is van langdurige, omvangrijke en frequente ondersteuningsvraag, en;

  • d

    in alle redelijkheid en billijkheid niet verwacht kan worden dat iemand dit in het kader van gebruikelijke zorg en mantelzorg doet.

Artikel 4 Betrekken van ingezetenen bij het beleid

  • 1.

    De gemeente betrekt ingezetenen bij het beleid voor Jeugdhulp op verschillende manieren (maatwerk). Afhankelijk van het onderwerp en doel wordt op basis van de gemeentelijke uitgangspunten burgerparticipatie de best passende manier vastgesteld. Hiervoor kunnen vervolgens verschillende instrumenten worden ingezet. Te denken valt aan bijv. klankbordgroepen, jongerenparticipatie en één-op-één gesprekken.

     

  • 2.

    Het college betrekt de Wmo-adviesraad in een zo vroeg mogelijk stadium van de beleidsvorming of het evalueren van reeds vastgesteld beleid. Afspraken tussen College en adviesraad zijn vastgelegd in het instellingsbesluit Wmo-adviesraad Vught. 

  • 3.

    Afhankelijk van specifieke onderwerpen gaat het college de dialoog aan met andere groeperingen die specifieke en waardevolle kennis kunnen delen. Te denken valt aan cliëntenraden, jeugdraden en platforms van belanghebbenden. Naast groeperingen kunnen ook individuele burgers of belangenbehartigers van individuen gevraagd worden of zichzelf melden om mee te denken over te vormen beleidskaders.

Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als Besluit Jeugdhulp gemeente Vught 2017

Ondertekening

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in haar vergadering van 8 november 2016
De voorzitter
R.J. van de Mortel
De Secretaris
H. de Visch Eybergen

Bijlage 1 Bruto PGB tarieven Jeugdhulp 2017

Bijlage 1 Bruto PGB tarieven Jeugdhulp 2017