Rechtspositieregeling buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand 2019

1. Aanstelling geschiedt in tijdelijke dienst voor de duur van één jaar bij wijze van proef.

2. Bij voldoende functioneren wordt steeds een tijdelijke aanstelling verleend voor de duur van drie jaar.

1. De buitengewoon ambtenaar ontvangt een salaris per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap gelijk aan zesmaal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage IIa van de CAR-UWO.

2. Indien het huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt voltrokken op een zaterdag bedraagt het salaris achtmaal het uurloon bedoeld in het eerste lid.

3. Indien het huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt voltrokken op een zondag of in de CAR-UWO opgenomen feestdag bedraagt het salaris tienmaal het uurloon bedoeld in het eerste lid.

4. Indien het de voltrekking van een huwelijk in een vreemde taal betreft ontvangt de buitengewoon ambtenaar € 100,- (netto) extra.

5. Het salaris bedoeld in lid 1, wordt opgehoogd met het percentage, genoemd in artikel 3:28 lid 2 sub b CARUWO (voorheen de eindejaarsuitkering) en met 8% (voorheen de vakantietoelage).

6. De vergoeding voor andere bedrijfsactiviteiten dan het voltrekken van huwelijken zoals werkoverleg, opleiding, begeleiding en inspectie trouwlocatie bedraagt per uur het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage IIa van de CAR-UWO.

7. De eenmalige ambtenaar van de burgerlijke stand wordt beschouwd als onbezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. Vergoedingen als bedoeld in artikel 3 lid 1 tot en 6 zijn niet van toepassing.

1. De buitengewoon ambtenaar heeft recht op een opbouw 8,6% vakantieverlof per voltrokken huwelijk als bedoeld in artikel 3 lid 1.

2. De vakantie wordt in overeenstemming met het college opgenomen.

1. Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar zijn de artikelen 7:1 tot en met 7:3, 7:9 tot en met 7:14 en 7:19 tot en met 7:21 CAR-UWO van toepassing.

2. Voor toepassing van dit artikel wordt onder salaris verstaan: het gemiddelde van het totaal aan vergoedingen bedoeld in artikel 3, over de 12 maanden voorafgaand aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar. Voor zover het dienstverband van de ambtenaar nog geen 12 maanden heeft geduurd, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.

3. Voor toepassing van dit artikel wordt onder de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar verstaan: de dag waarop de ambtenaar is aangewezen om een huwelijk of geregistreerd partnerschap te voltrekken, waarvoor hij wegens ziekte is verhinderd.

4. Het college kan nadere regels stellen.

1. Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de artikelen 8:1, 8:2 en 8:2a, 8:3, 8:4, 8:5 en 8:5a, 8:6, 8:7, 8:8, 8:12 en 8:12:1 en 8:13 van de CAR-UWO.

2. Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 tot en met 8:15:3 van de CAR-UWO.

1. Deze regeling kan worden aangehaald als de “Rechtspositieregeling buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand 2019 ”.

2. De regeling treedt in werking op 1 april 2019.

3. Vanaf de inwerkingtredingdatum van deze regeling vervalt de regeling Rechtspositieregeling Buitengewoon Ambtenaar Burgerlijke Stand 2005.