Regeling vervallen per 01-01-2024

Lijst met categorieën van gevallen, waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist 2020

Geldend van 10-09-2020 t/m 31-12-2023

Intitulé

Lijst met categorieën van gevallen, waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist 2020

In artikel 2.12 van de Wabo zijn diverse mogelijkheden opgenomen om met een omgevingsvergunning van een bestemmingsplan af te wijken, indien dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening gewenst is. Eén van die mogelijkheden betreft het zogenoemde “projectafwijkingsbesluit”. Een onderdeel van de procedure voor een “projectafwijkingsbesluit” is dat een zogenoemde “verklaring van geen bedenkingen” (vvgb) moet worden gevraagd en verkregen bij de gemeenteraad, alvorens een omgevingsvergunning voor het project kan worden verleend. Ingevolge artikel 6.5, tweede lid Besluit omgevingsrecht (Bor) kan de gemeenteraad de vvgb slechts weigeren in het belang van een goede ruimtelijke ordening. De gemeenteraad kan er op grond van artikel 6.5 derde lid Bor ook voor kiezen om een lijst van gevallen vast te stellen waarvoor een vvgb niet langer vereist is.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd:

  • Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), artikel 2.1, eerste lid sub c, 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 en artikel 2.27.

  • Besluit omgevingsrecht (Bor), artikel 6.5, eerste lid, en artikel 6.5, eerste en derde lid.

Artikel 1 Categorieën

Als categorieën van gevallen als bedoeld in artikel 6.5, derde lid van het Bor worden aangewezen binnen en buiten de bebouwde kom:

  • 1.

    Het weigeren van een omgevingsvergunning omdat de aanvraag:

    • In strijd is met het ruimtelijk beleid van de provincie Noord-Brabant, vastgelegd in de (Interim) Omgevingsverordening Noord-Brabant en/of

    • In beginsel niet past binnen het door hem vastgestelde beleid, zoals is neergelegd in een structuurvisie dan wel een bestemmingsplan dat in werking is getreden binnen een periode van drie jaar vóór ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Activiteiten die passen binnen een structuurvisie of ander sectoraal ruimtelijk beleidsdocument dat als zodanig door hem is vastgesteld (zoals het gemeentelijk woningbouwprogramma, het uitvoeringsprogramma grondbedrijf) dan wel bij vaststelling als zodanig is aangewezen.

  • 3.

    Het bouwen, herbouwen, vernieuwen, uitbreiden of splitsen van bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde en het omzetten van bestaande functies ten behoeve van de woonfunctie, inclusief de bij die functie bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen, mits passend in het gemeentelijk woningbouwprogramma. Alsmede wijziging van de situering van het bouwvlak en/of vergroting van het bouwvolume binnen de vastgestelde bestemmingsplannen.

  • 4.

    Het bouwen, herbouwen, vernieuwen, veranderen en uitbreiden van bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van voorzieningen die vallen onder andere onder de bestemmingen Maatschappelijk, Sport, Recreatie en Cultuur en Ontspanning. Hierbij hoort ook het wijzigen van het gebruik van de bij een gebouw behorende gronden.

  • 5.

    Het bouwen, herbouwen, vernieuwen, veranderen en uitbreiden van bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van voorzieningen die vallen onder andere onder de bestemmingen Detailhandel, Horeca, Bedrijf en Dienstverlening (met een maximum van 500 m2 b.v.o.), Kantoor (met een maximum van 250 m2 b.v.o) en Agrarisch, mits de bedrijfsactiviteiten beperkt blijven tot de op grond van het bestemmingsplan toegelaten milieucategorie. Hierbij hoort ook het wijzigen van het gebruik van de bij een gebouw behorende gronden.

  • 6.

    Het realiseren van openbare nutsvoorzieningen, voorzieningen voor het openbaar vervoer, mits de bebouwing van beperkte omvang is en het beoogde gebruik in relatie tot de omgeving niet hinderlijk van aard is.

  • 7.

    Het realiseren van kleinschalige voorzieningen van algemeen belang, zoals fietsenstallingen, toiletten en voorzieningen van afvalinzamelingen.

  • 8.

    Het bouwrijp maken, ophogen en het verrichten van andere noodzakelijke werken en werkzaamheden ten behoeve van de bovengenoemde functies en bestemmingen.

  • 9.

    Aanleg van nieuwe en aanpassing van bestaande lokale weg- en waterinfrastructuur en (niet-)structuurbepalende groenvoorzieningen in bestaand stedelijk gebied.

  • 10.

    Wettelijke verplichtingen.

Artikel 2 Uitzonderingen

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 1 is voor de genoemde categorieën van gevallen toch een verklaring van geen bedenkingen vereist als een project

    • a.

      als politiek bestuurlijk gevoelig wordt gezien;

    • b.

      meer dan 11 woningen bevat;

    • c.

      binnen het ‘beschermd stads- en dorpsgezicht’ ligt.

Artikel 3 Geen zienswijzen

  • 1. Indien de ontwerpverklaring van geen bedenkingen ter inzage heeft gelegen en er door een ieder geen zienswijzen zijn ingediend, is een definitieve verklaring van geen bedenkingen niet vereist.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 5 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: ‘Lijst categorieën van gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist 2020’.

Algemene toelichting

  • 1.

    Het gaat in alle gevallen om aanvragen omgevingsvergunning, waarop een uitgebreide procedure van toepassing is.

  • 2.

    Binnen de bebouwde kom (zoals aangegeven op de kaart ingevolge de Wabo, vastgesteld op 15 mei 2012).

  • 3.

    Buiten de bebouwde kom (zoals aangegeven op de kaart ingevolge de Wabo, vastgesteld op 15 mei 2012).

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Categorie 1

Huidige categorie, blijft ongewijzigd.

Hierbij gaat het om een activiteit die niet past binnen de door de gemeenteraad vastgestelde beleidskaders en waarbij de gevraagde omgevingsvergunning moet worden geweigerd. Ook als een onderdeel /deelactiviteit van omgevingsvergunning geweigerd moet worden, moet de hele omgevingsvergunning geweigerd worden.

Categorie 2

Huidige categorie, blijft ongewijzigd, maar laatste regel is verplaatst naar artikel 4.

De gemeenteraad heeft de ruimtelijke kaders reeds vastgesteld. Het college is gehouden aan de gestelde kaders. De activiteit dient dan uiteraard te voldoen aan deze kaders.

Categorie 3

Hierbij gaat het om gehele nieuwbouw, verbouw, uitbreiding en veranderen van woonfuncties. Ook wordt hiermee het omzetten van andere functies naar woonfuncties bedoeld. Ook wordt hier gedoeld op een hoofdgebouw dat strijdig is met de bouwmogelijkheden – bijvoorbeeld qua inhoud, percentage, hoogte en overschrijding bouwvlak – van het geldende bestemmingsplan. Tijdens de ontwikkeling van de bouwprojecten blijkt soms een wijziging van de situering van het bouwblok beter te passen bij het concrete plan. Door een verschuiving van het bouwvlak komen de mogelijkheden en kwaliteiten van het gebied optimaal tot hun recht. Uiteraard met een goede ruimtelijke onderbouwing kan hier dan zonder bestemmingsplanwijziging van worden afgeweken.

Categorie 4

Hierbij gaat het om zowel om gehele nieuwbouw als om het omzetten van bestaande functies van gebouwen/gronden naar de in dit artikel genoemde functies.

Maatschappelijk

Onder maatschappelijke voorzieningen worden educatieve, sociale, medische en levensbeschouwelijke voorzieningen evenals voorzieningen voor openbare dienstverlening, of een combinatie daarvan, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.

Sport

Gedacht kan worden aan sportvoorziening of als speelvoorziening. Hieronder worden verstaan: speeltuinen, tennisclubs, voetbalclubs, hockeyclubs en hondensportvelden.

Cultuur en Ontspanning

Culturele voorzieningen, musea en voorzieningen ten behoeve van ontspanning, waaronder dagrecreatie, of een combinatie daarvan.

Categorie 5

Hierbij gaat het om zowel om gehele nieuwbouw als om het omzetten van bestaande functies van gebouwen/gronden naar de in dit artikel genoemde functies.

In de bestemmingsplannen voor het buitengebied zijn al veel niet-agrarische functies mogelijk gemaakt. Het gaat bij deze categorie dus om andere functies, waarin op het moment van vaststelling van de buitengebied-plannen niet is voorzien.

Categorie 6 en 7

Hierbij kan onder andere gedacht worden aan een verzameling van (ondergrondse) containers voor de inzameling van huishoudelijk afval, speelvoorzieningen en openbare sportvoorzieningen enz.

Categorie 8

Voor bouwprojecten is vaak een lange voorbereidingstijd nodig ten aanzien van het bouwrijp maken van de grond. Het is gezien de tijd een logische stap voordat de (planologische) procedure is afgerond de voorbereidende werkzaamheden te starten.

Categorie 9

Aanpassing van de openbare ruimte en in het bijzonder de optimalisatie van de verkeersafwikkeling, het oppervlaktewaterbeheer en openbare groenvoorzieningen vindt plaats in het kader van het algemeen belang. De activiteit dient uiteraard te voldoen aan de door de raad vastgestelde kaders. Deze categorie heeft uitsluitend betrekking heeft op lokale infrastructurele voorzieningen, zoals lokale wegen, parken etc. Het heeft tevens betrekking op de aanleg van ondergrondse kabels en leidingen alsmede daarmee samenhangende boven en ondergrondse bouwwerken en voorzieningen.

Categorie 10

Hierbij kan worden gedacht aan de bijvoorbeeld de aanleg van een waterkering, die voorkomt uit een wettelijke verplichting van de Rijksoverheid.

Artikel 2

  • a.

    Gedacht kan worden aan projecten waarin sprake is van grote tegengestelde belangen of potentiële conflicten.

  • c.

    Ontwikkelingen in dit kwetsbare gebied vergen een vergaande belangenafweging. De kaders die voor dit gebied geldt dient streng te worden bewaakt.

Artikel 3

De gemeenteraad neemt op een bepaald moment het besluit om een ontwerpverklaring ter inzage te leggen voor een ieder. Daarmee geeft zij aan positief te staan tegenover de betreffende ontwikkeling. Indien een ieder geen zienswijzen indienen, zijn er geen redenen om de gemeenteraad nog het definitieve besluit omtrent de verklaring van geen bedenkingen te laten nemen. Er zijn immers geen zienswijzen die de eerder ingenomen positieve beoordeling kunnen veranderen.