Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Vught

Geldend van 04-03-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Vught

De raad van de gemeente Vught;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 januari 2010;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;

gelet op het bepaalde in artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende verordening inhoudende de regeling en inrichting van een gemeentelijke antidiscriminatievoorziening:

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • 2. Besluit: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • 3. Antidiscriminatievoorziening: antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet.

  • 4. Klacht: klacht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet.

  • 5. Klachtbehandelaar: klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

  • 6. Klager: klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

  • 7. Ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester en wethouders

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders biedt de ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening.

  • 2. Burgemeester en wethouders waarborgen dat deze antidiscriminatievoorziening voldoet aan alle kwaliteitseisen uit de Wet en het Besluit.

  • 3. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor een goede en laagdrempelige toegankelijkheid van de antidiscriminatievoorziening.

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening gewaarborgd.

  • a.

    De antidiscriminatievoorziening draagt er zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoen aan de voor klachtenbehandeling vereiste deskundigheid en biedt de klachtbehandelaars de mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen.

  • b.

    De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:

    • -

      per post;

    • -

      per e-mail;

    • -

      telefonisch;

    • -

      op een door de gemeente beschikbaar gestelde locatie als bedoeld in artikel 4 van deze verordening.

Artikel 4 Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

  • 1. Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht in hun directe leefomgeving te melden.

  • 2. Het college draagt zorg voor de deskundigheid van de medewerkers van de gemeente die deze meldingen op adequate manier opneemt en doorverwijst.

  • 3. Klager wordt door de medewerkers van de gemeente doorgeleid naar de antidiscriminatievoorziening.

Artikel 5 Subsidie voor werkzaamheden door de antidiscriminatievoorziening, samenhangend met de uitvoering van de Wet

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders verleent jaarlijks op aanvraag een subsidie aan de antidiscriminatievoorziening.

  • 2. De hoogte van de subsidie voor de uitvoering van de wettelijke taken wordt bepaald op basis van de begroting die bij de aanvraag is ingediend, tot maximaal het bedrag dat de gemeente Vught op het moment van aanvraag ontvangt uit het Gemeentefonds voor deze taken.

  • 3. De algemene subsidieverordening is niet van toepassing op deze subsidie.

Artikel 6 Reikwijdte

Op grond van deze Verordening kan slechts één organisatie voor subsidiering in aanmerking komen. Deze organisatie dient te voldoen aan de eisen die de Wet aan een antidiscriminatievoorziening stelt. Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst afgehandeld.

Artikel 7 Indienen aanvraag

  • 1. De antidiscriminatievoorziening dient jaarlijks een subsidieaanvraag samenhangend met de Wet in.

  • 2. De aanvraag wordt uiterlijk ingediend op 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 3. In afwijking van hetgeen in lid 2 is opgenomen, wordt de aanvraag voor 2010 vóór 15 december 2009 ingediend.

  • 4. De aanvraag omvat in elk geval een begroting en een activiteitenplan waarin de werkwijze ten aanzien van meldingen en registratie van klachten is vermeld alsmede de wijze waarop afstemming plaatsvindt tussen de uitvoering van de Wet en de Aanwijzing Discriminatie van het Openbaar Ministerie. Verder dient de aanvrager een stuk te overleggen waaruit blijkt dat zij voldoen aan de eisen die de Wet, het Besluit en deze verordening stellen aan de antidiscriminatievoorziening. Voorts dient de antidiscriminatievoorziening het privacyreglement te overleggen. Dit reglement dient te voldoen aan de wetgeving op dit punt.

  • 5. In aanvulling op hetgeen in lid 4 is bepaald, moet bij de eerste aanvraag ook het Protocol klachtenbehandeling zoals bedoeld in artikel 6 van het Besluit worden ingediend. Dit protocol regelt in ieder geval:

    • a.

      de afdoeningstermijn van klachten;

    • b.

      de wijze van afdoening van klachten;

    • c.

      de registratie van klachten.

Artikel 8 De beschikking

  • 1. Burgemeester en wethouders geven de beschikking tot subsidieverlening af op uiterlijk 15 december vóór het jaar waarvoor de subsidie wordt toegekend.

  • 2. In afwijking van hetgeen in lid 1 is bepaald geven burgemeester en wethouders de beschikking tot subsidieverlening voor 2010 af zodra de gemeenteraad deze verordening heeft vastgesteld, doch uiterlijk 1 maart 2010.

Artikel 9 Verantwoording en verzoek tot definitieve vaststelling van de subsidie

  • 1. De antidiscriminatievoorziening verantwoordt zich vóór 1 maart na afloop van het subsidiejaar door toezending van een financieel verslag of jaarrekening en een activiteitenverslag waarin opgenomen de in het daaraan voorafgaande kalenderjaar geregistreerde klachten.

  • 2. De antidiscriminatievoorziening dient binnen drie maanden na afloop van het subsidiejaar een verzoek in tot definitieve vaststelling van de subsidie.

Artikel 10 Definitieve vaststelling van de subsidie

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen de subsidie uiterlijk op 1 juni vast van het jaar na afloop het subsidiejaar.

  • 2. Indien de prestaties of voorwaarden genoemd in de subsidieverlening niet of gedeeltelijk geleverd worden, kan de subsidie lager worden vastgesteld.

  • 3. De subsidie kan lager worden vastgesteld als uit de jaarafrekening of het financieel verslag blijkt dat de werkelijke kosten lager zijn dan de subsidieverlening.

Artikel 11 Bevoorschotting

  • 1. De bevoorschotting vindt als volgt plaats:

    • -

      50% van het jaarlijkse bedrag wordt betaald in januari;

    • -

      50% van het jaarlijkse bedrag wordt betaald in juni.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 vindt voor 2010 de volgende bevoorschotting plaats:

    • -

      50% van het jaarlijkse bedrag wordt betaald in maart;

    • -

      50% van het jaarlijkse bedrag wordt betaald in juni.

Artikel 12 Onvoorziene financiële tegenvallers

In geval van onvoorziene grote financiële problemen en/of buitenproportionele, onverwachte stijging van de prestaties, stelt de antidiscriminatievoorziening burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk op de hoogte.

Artikel 13 Vorming van reserves

  • 1. De antidiscriminatievoorziening mag een weerstandsvermogen opbouwen. Dit vermogen mag niet hoger zijn dan 15% van de jaarlijkse inkomsten.

  • 2. Bestemmingsreserves mogen worden gevormd mits deze worden verantwoord in de jaarrekening.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na publicatie hiervan.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: "Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Vught".

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Vught
in zijn openbare vergadering van 11 februari 2010.
de griffier,
drs. H.C. de Visch Eijbergen
de voorzitter,
R.J. van de Mortel