Regeling vervallen per 20-12-2019

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren 2010 gemeente Vught

Geldend van 13-01-2011 t/m 19-12-2019

Intitulé

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren 2010 gemeente Vught

De raad van de gemeente Vught;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 november 2010, zaaknr. Z10-20971 , inzake vaststelling van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren 2010 gemeente Vught (A.V.O.I.);

overwegende dat:

het nuttig is een verordening vast te stellen die tot doel heeft om over het proces van aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen voorwaarden te stellen en afspraken te maken teneinde:

  • a.

    het beheer van bovengrondse en ondergrondse infrastructurele werken van de gemeente en de netbeheerders af te stemmen;

  • b.

    een vlotte en zoveel mogelijk gelijktijdige uitvoering van de werkzaamheden te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werkzaamheden tot het minimum te beperken;

  • c.

    de gemeente handvatten te bieden ten behoeve van het uitvoeren van de regie op het gebruik en de ordening van de ondergrond;

  • d.

    de veiligheid voor personen en gebouwen bij de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen te bevorderen;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening, inclusief de 4 bijlagen, inzake werkzaamheden met betrekking tot aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in de gemeente Vught.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    gemeente: gemeente Vught;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    netbeheerder: degene die als natuurlijk persoon handelende in de uitoefening van een beroep of een bedrijf dan wel als rechtspersoon een net beheert; Nutsbedrijven, waaronder in het algemeen Electriciteits-, Gas-, en Waterleidingbedrijven, maar ook mogelijke andere partijen die kabels en leidingen (laten) aanleggen, beheren of opruimen in de gemeente Vught;

  • d.

    aanbieder: degene die een openbaar elektronisch communicatienetwerk aanbiedt als bedoeld in artikel 1.1, onder i en degene bedoeld in artikel 5.1 van de Telecommunicatiewet;

  • e.

    net: één of meer ondergrondse kabels of leidingen en bovengrondse bijbehoren, daaronder mede begrepen lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken, bestemd voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie, niet zijnde een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in art. 1.1, sub h van de Telecommunicatiewet;

  • f.

    kabel- en/of leidingwerk: het aanbrengen, verwijderen, vervangen of verplaatsen van kabels en leidingen ten behoeve van een onder d genoemd net;

  • g.

    voorzieningen: ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken (waaronder mantelbuizen), reserve kabels en leidingen alsmede lege buizen (bv t.b.v. glasvezelkabels);

  • h.

    openbare gronden: openbare wegen en wateren met inbegrip van de daartoe behorende stoepen, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, tunnels, duikers, beschoeiingen en andere werken, plantsoenen, pleinen, en andere plaatsen die voor eenieder altijd toegankelijk zijn;

  • i.

    melding: melding van een kabel en leidingwerk bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vught;

  • j.

    vergunning: besluit van het college om in te stemmen met de plaats, tijdstip, en wijze van uitvoering van een kabel- of leidingwerk waarvoor een netbeheerder een aanvraag heeft ingediend;

  • k.

    huisaansluiting: het gedeelte van een kabel of leiding van minder dan 25 m in openbare gronden dat een net verbindt met een aansluitpunt;

  • l.

    werkzaamheden van niet ingrijpende aard:

    • -

      het aanbrengen of verwijderen van kabels of leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen, of het in gebruik nemen van voorzieningen;

    • -

      reparaties aan een net met een lengte van minder dan 25 m en niet vallend onder artikel 3 eerste lid;

    • -

      het maken van huisaansluitingen;

    • -

      het openen en dichten van ondergrondse mutatiepunten;

  • m.

    standaardbepalingen: standaard bepalingen voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in de gemeente Vught.

Artikel 2. Wijze van melding van een voorgenomen kabel- en/of leidingwerk

  • 1. Het is verboden om zonder vergunning van het college in, op of boven openbare gronden een net aan te leggen, in stand te houden of op te ruimen.

  • 2. Een netbeheerder die een kabel- en/of leidingwerk wil verrichten, vraagt ten minste acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden een vergunning aan bij het college met een door het college vastgesteld formulier (bijlage 2).

  • 3. Een netbeheerder die een kabel- en/of leidingwerk wil verrichten, kan hierover vooroverleg voeren met het college teneinde de aanvraag, bedoeld in het tweede lid van dit artikel voor te bereiden.

  • 4. Indien voor de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels of leidingen zowel een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in het tweede lid van dit artikel als een aanvraag voor een vergunning bij een ander bestuursorgaan en/of een verzoek tot toestemming bij een of meerdere particulieren is ingediend, stelt de netbeheerder uiterlijk vier weken na de aanvraag als bedoeld in het tweede lid van dit artikel Burgemeester en Wethouders op de hoogte van de vergunningaanvraag bij het andere bestuursorgaan en/of het verzoek tot toestemming van de particulier(en).

  • 5. Het verbod van het eerste lid van dit artikel is niet van toepassing voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard. Een netbeheerder kan in dergelijke gevallen volstaan met een melding aan het college, minimaal twee dagen voorafgaand aan de werkzaamheden, met een daarvoor door het college vastgesteld formulier (bijlage 2).

    Het college kan ook voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard bijzondere voorschriften geven als bedoeld in artikel 6.1 van deze verordening.

  • 6. De werkzaamheden dienen na oplevering schriftelijk gereed gemeld te worden bij het college middels het daarvoor bestemde meldingsformulier (bijlage 3).

Artikel 3. Ernstige belemmeringen en storingen

  • 1. In afwijking van artikel 2, eerste lid is geen vergunning vereist ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmering of storing van de functionaliteit van een net.

  • 2. Degene die voornemens is een kabel- en/of leidingwerk uit te voeren met toepassing van het eerste lid, meldt dit aan de burgemeester voorafgaand aan de aanvang van de werkzaamheden.

    De netbeheerder maakt achteraf zo spoedig mogelijk melding van de werkzaamheden via het onder artikel 2 lid 2 bedoelde meldingsformulier (bijlage 2) aan de burgemeester of een daartoe gemachtigde ambtenaar.

    Indien het ten gevolge van het opheffen van bedoelde calamiteit noodzakelijk is dat er een kabel- en/of leidingenwerk wordt uitgevoerd van een lengte van meer dan 25 m in openbare gronden, kan aan de netbeheerder (met terugwerkende kracht) een vergunning verstrekt worden door het college.

  • 3. 3.De burgemeester kan ingeval de openbare orde in gevaar komt, dan wel de vrees voor het ontstaan van dat gevaar, zich verzetten tegen de uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden.

Artikel 4. Gegevensverstrekking

  • 1. Bij de aanvraag als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van deze verordening verstrekt de netbeheerder in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, (e-mail)adres en telefoon- en faxnummer van degene die het net in eigendom heeft, beheert of exploiteert;

    • b.

      een opgave van belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van het kabel- en/of leidingwerk;

    • c.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • 1.

        een opgave van het gewenste tracé met daarbij duidelijke (digitale) tekeningen (in 3-voud) en daarop aangegeven wat de te verbinden locaties zijn;

      • 2.

        een opgave van de objecten die ten tijde van de een kabel- en/of leidingwerk worden geplaatst, alsmede van de gewenste situering daarvan;

      • 3.

        een omschrijving van de opbrekingen van de verharding;

      • 4.

        de doorsnede van de kabel en of leiding en indien van toepassing de kabel- en/of leidinggoot;

      • 5.

        de opgave van ondergrondse (bv handholes en dergelijke) of bovengrondse kasten waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is, alsmede de situering en afmetingen daarvan;

      • 6.

        naam, (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van een kabel- en/of leidingwerk vierentwintig uur per dag bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten. Deze persoon of personen dienen begrijpelijk Nederlands te spreken;

      • 7.

        de maatregelen die de bereikbaarheid van de in de openbare grond aanwezige kabels en leidingen waarborgen;

      • 8.

        de maatregelen t.b.v. de bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid van de uit te voeren werkzaamheden.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen aan de gegevens die bij de aanvraag worden verstrekt alsook over de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt.

Artikel 5. Beslistermijn en aanhouding

Een beslissing op een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening wordt genomen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

Artikel 6. Voorschriften en beperkingen bij vergunning

  • 1. Het college kan om redenen van openbare orde, veiligheid, het voorkomen of beperken van overlast, de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, dan wel ondergrondse ordening in de vergunning nadere voorschriften opnemen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en/of leidingen, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van een voorgenomen kabel- en/of leidingwerk met beheerders van overige in de grond aanwezige netten met inbegrip van openbaar elektronisch communicatienetwerken als bedoeld in art. 1.1, sub h van de Telecommunicatiewet, alsook over de afmetingen van toebehoren behorende bij een net.

  • 2. Indien binnen 5 jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de netbeheerder een kabel- en/of leidingwerk moet uitvoeren, verlangt het college specifiek schadeherstel.

  • 3. Indien de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren in bijzondere bestrating, verlangt het college specifiek schadeherstel.

  • 4. Vergunningen als bedoeld in artikel 2 tweede lid hebben een maximale werkingsduur van 12 maanden. Een kabel- en/of leidingwerk moeten zijn voltooid binnen 2 maanden na aanvang van dat kabel- en/of leidingwerk, tenzij in de vergunning anders is bepaald.

Artikel 7. (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1. De netbeheerder dient bij de aanleg van kabels of leidingen in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande voorzieningen. Welke hetzij door andere netbeheerders en/of aanbieders dan wel door of in opdracht van het college zijn aangelegd.

  • 2. Het vooroverleg als bedoeld in artikel 2, derde lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een aanvraag als bedoeld in artikel 2, tweede lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Indien de netbeheerder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingen-tunnels, dient de netbeheerder voor de aanleg of uitbreiding van zijn net zoveel mogelijk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 4. Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels of leidingen, dient de netbeheerder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere netbeheerders en/of aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van voorzieningen te doen.

Artikel 8. Standaardbepalingen

Het in uitvoering nemen van de werkzaamheden als bedoeld in artikel 2 en 3 van deze verordening houdt expliciet in dat de Standaardbepalingen voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in de gemeente Vught (bijlage 1) van toepassing zijn. Zonder uitdrukkelijke toestemming van het college van burgemeester en wethouders of van diegene waaraan de bevoegdheid tot het geven van toestemming is gedelegeerd mag van de Standaardbepalingen niet worden afgeweken.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (A.V.O.I.) treedt geheel overeenkomstig de Gemeentewet in werking met ingang van de achtste dag na publicatie in de huis aan huis krant Het Klaverblad.

Artikel 10. Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren 2010 gemeente Vught”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Vught
in zijn openbare vergadering van 16 december 2010.
de griffier,
drs. H.C. de Visch Eijbergen
de voorzitter,
R.J. van de Mortel

Bijlage 1 Standaardbepalingen voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in de gemeente Vught (Standaardbepalingen), d.d. 16 december 2010

Het in uitvoering nemen van de werkzaamheden als bedoeld in artikel 2 en 3 van de AVOI en de Telecommunicatieverordening houdt expliciet in dat de onderstaande Standaardbepalingen worden geaccepteerd. Zonder uitdrukkelijke toestemming van het college van burgemeester en wethouders of van diegene waaraan de bevoegdheid tot het geven van toestemming is gedelegeerd mag van deze Standaardbepalingen niet worden afgeweken.

Standaardbepalingen

A. Voorbereiding:

  • 1.

    Het plaatsen van objecten en voorzieningen ten behoeve van kabels en leidingen dienen expliciet te worden vermeld in de aanvraag met de tekst “nieuw te plaatsen object”. Tevens dient men met de gemeente overeenstemming te bereiken m.b.t. de toepassing van de kleur van het betreffende object en of voorziening. Indien het nieuw plaatsen niet wordt vermeld wordt er van uit gegaan dat de huidige situatie blijft gehandhaafd.

  • 2.

    Om overlast van een kabel- en/of leidingwerk bij de burgers tot een minimum te beperken dient vooraf vastgesteld te worden dat de kabel- en leidingwerken van meerdere disciplines daar waar mogelijk altijd gecombineerd uitgevoerd worden.

  • 3.

    Eén werkdag voorafgaand aan de uitvoering dient men de start van werkzaamheden te melden. De melding dient men per fax (073-6580191) of e-mail (postbus.bor@vught.nl) te richten aan de gemeente Vught, afdeling Beheer Openbare Ruimte, t.a.v. Wijkteamleiders.

    Vermeld dient te worden: vergunning/instemmingsnummer; de straatnaam; startdatum; aard van de werkzaamheden en voor welke netbeheerder of aanbieder men deze werkzaamheden dient uit te voeren. Zijn er tijdens de uitvoering vragen, van welke aard dan ook, dan dient men contact op te nemen met de behandelend ambtenaar vermeld op de afgegeven vergunning c.q. het afgegeven instemmingsbesluit.

B. Uitvoering:

  • 1.

    De uitvoerende partij dient tijdens de uitvoering van de werkzaamheden de verstrekte vergunning c.q. instemming op het werk in zijn of haar bezit te hebben, op verzoek kunnen tonen en de strekking van de inhoud moet ten minste bij de uitvoerder van het werk bekend zijn.

  • 2.

    Daar waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van de standaardprofielen van de Gemeente Vught. Ook de diepteligging van de kabels en leidingen dient overeenkomstig het in de gemeente Vught vastgestelde dwarsprofiel te worden uitgevoerd. Hiervoor wordt verwezen naar bijlage 1a met tekeningnummer ST-2-K.

  • 3.

    Toegebrachte schade aan de verharding, riolen, bomen, kabels en leidingen, goederen en/of rechten van de gemeente Vught en aan derden, voortvloeiend uit werkzaamheden verricht door of in opdracht van de netbeheerder of aanbieder, dient te allen tijde op de dag van het optreden van de schade aan de behandelend ambtenaar van de gemeente Vught te worden gemeld. Alle kosten van schade aan goederen en/of rechten van de gemeente en van derden die direct of indirect voortvloeien uit de werkzaamheden of die het gevolg zijn van veronachtzaming van deze standaardbepalingen komen voor rekening van de netbeheerder of aanbieder.

  • 4.

    Bij constatering van mogelijk vervuilde grond dient u tijdig contact op te nemen met de contactpersoon van de Gemeente Vught.

  • 5.

    Voorwerpen van archeologische waarde die bij de uitvoering van de werkzaamheden worden gevonden, worden overgedragen aan de gemeente.

  • 6.

    Gedurende weekenden, nationale feest- en gedenkdagen en vakantieperioden dienen de sleuven te zijn gedicht en dienen goed begaanbaar te zijn. Op aanwijzing van de gemeente Vught kan de eis worden gesteld dat de sleuven dagelijks worden gedicht. Dit betreft met name routes voor visueel gehandicapten, locaties in de nabijheid van verzorgingscentra c.q. zorgwoningen en winkelcentra. Het moet te allen tijde gewaarborgd zijn dat visueel gehandicapten nooit in een openliggende sleuf of lasgat kunnen vallen. Afzetting van het volledige werkterrein met bouwhekken wordt hiertoe door de gemeente Vught geadviseerd.

    Bij uitvoering dient de bereikbaarheid van de bedrijven, instellingen en bewoners te allen tijde te zijn gewaarborgd.

  • 7.

    Om “vervuiling” van de ondergrondse ruimte te voorkomen dienen in principe alle kabels en leidingen die blijvend door de netbeheerder of aanbieder buiten gebruik zijn gesteld binnen vier weken na buiten bedrijfstelling te worden verwijderd. In overleg met de behandelend ambtenaar kunnen hierover nadere afspraken worden gemaakt. De om wat voor reden dan ook niet verwijderde vervallen kabels en leidingen dienen zodra er werkzaamheden in het onderhavige tracé plaatsvinden te worden verwijderd. Gelet op artikel A.2 van deze standaardbepalingen zullen daar waar de geul open gaat netbeheerders en/of aanbieders dit met elkaar moeten afstemmen.

  • 8.

    Bij wegkruisingen waarbij de weg voorzien is van semi- of open verharding dient men mantelbuizen toe te passen.

    Bij wegkruisingen waarbij de weg voorzien is van een asfaltverharding dient de wegkruising met behulp van een doorpersing tot stand te worden gebracht. Het gebruik van een “raket” is niet toegestaan.

    Zonder uitdrukkelijke toestemming van het college van burgemeester en wethouders of van diegene waaraan de bevoegdheid tot het geven van toestemming is gedelegeerd mag er geen asfalt worden opgebroken.

  • 9.

    Aanvullingen ter plaatse van wegen voorzien van semi- of open verharding dient plaats te vinden met zand met een minimale laagdikte van 0.50 m. zand voor zandbed.

  • 10.

    Uit de sleuven vrijkomende puin, hout, e.d. mag niet worden teruggebracht en dient te worden afgevoerd naar een erkend verwerkingsbedrijf. Alle daaruit voortvloeiende kosten zijn voor rekening de netbeheerder of aanbieder.

  • 11.

    Algemene eisen aan de uitvoering van grondwerken.

    • -

      Onderheulen van wegen en haar fundering is niet toegestaan. Wegbedekking en fundering dienen over minstens de totale lengte en breedte van de ontgraving te worden opengebroken.

      De sleuf dient gescheiden te worden ontgraven en opgeslagen. Bij het aanvullen van de sleuf dient het zand met een minimale dikte van 0,50 m boven in de sleuf te worden verwerkt. Tekortkomend zand dient te worden aangevoerd en verwerkt.

    • -

      Indringingsweerstand; sondeerwaarde.

      De leden 4 en 5 van Artikel 22.02.06 van de Standaard 2005 zijn van toepassing en worden aangevuld door de hierna volgende leden.

      De bestaande grondslag onder ophogingen en /of aanvullingen moet voldoen aan een sondeerwaarde van minimaal 2,5 N/mm2 op een diepte van maximaal 100 mm onder onderkant ophoging c.q. aanvulling. Indien de bestaande grondslag rondom de sleuf niet voldoet aan deze eis dient het bedrijf dit direct te melden aan de vertegenwoordiger van de gemeente Vught.

      Voor zand dat in ophogingen en aanvullingen in theoretisch verhardingscunet (zand in zandbed) wordt verwerkt, dienen op een diepte van maximaal 100 mm onder bovenkant ophoging c.q. aanvulling tot onderkant van deze ophoging c.q. aanvulling de volgende sondeerwaarde in acht te worden genomen:

      • a.

        onder trottoirs: minimaal 2,0 N/mm2;

      • b.

        onder open bestrating van rijwegen: minimaal 4,0 N/mm2;

      • c.

        onder verhardingen op hetzelfde niveau als de rijweg: minimaal 4,0 N/mm2;

      • d.

        onder asfaltverhardingen: minimaal 4,0 N/mm2;

      • e.

        onder plantsoenpaden: minimaal 2,0 N/mm2;

      • f.

        (onder trottoirs en parkeerstroken) in boomputten: minimaal 1,5 N/mm2; en maximaal 2,0 N/mm2.

      Voor zand verwerkt in overige ophogingen en/of aanvullingen niet genoemd in lid 3 gelden, op een diepte van maximaal 100 mm onder bovenkant ophoging c.q. aanvulling tot onderkant ophoging c.q. aanvulling de volgende eisen:

      • a.

        sondeerwaarde minimaal 2,5 N/mm2, behoudens aanvullingen van sleuven conform Hoofdstuk 24 van de Standaard 2005 en onderliggende standaard-voorwaarden;

      • b.

        de dichtheid van de aanvulling moet overeenkomen met die van de omringende grondslag zodat geen zettingsverschillen ontstaan.

      Onder de verharding van fiets- en voetpaden moet het oorspronkelijke zandbed weer worden hersteld. Indien de oorspronkelijke dikte van het zandbed kleiner is dan 10 cm, dient dit tekort te worden aangevuld, hetgeen voorafgaande aan de uitvoering van de werkzaamheden wordt gemeld. Indien een melding ontbreekt komen de kosten voor rekening van de vergunning houder.

    • 12.

      Algemene voorwaarden ten aanzien van de groenvoorzieningen.

      • -

        Grondwerk.

        Binnen de kroonprojectie van de bomen mogen geen ophogingen en ontgravingen plaatsvinden, anders dan na toestemming van het cluster beheer openbare ruimte van de afdeling Ruimte van de gemeente Vught (verder BOR). De te verwerken grond/zand dient zoutarm te zijn, zo nodig dienen monsters te worden overlegd.

        Kabel- en leidingsleuven moeten op een afstand van minimaal 3 m. van de stam worden gegraven. Hierbij mogen geen wortels dikker dan 3 cm. worden beschadigd/geamputeerd. In bijzondere gevallen kan in overleg met de afdeling BOR van de gemeente Vught hiervan worden afgeweken.

        Alle grondwerk binnen de kroonprojectie dient met handkracht te worden uitgevoerd, anders dan na toestemming van de afdeling BOR van de gemeente Vught.

      • -

        Bronbemaling.

        Bronbemaling welke binnen de kroonprojectie een verlaging van de grondwaterstand veroorzaakt mag slechts in werking worden gesteld na toestemming van de afdeling BOR van de gemeente Vught. Binnen het groeiseizoen zal de watervoorziening van de bomen moeten zijn gewaarborgd. Hiertoe dient water te worden gegeven of een retourbemaling te worden geïnstalleerd.

      • -

        Opslag.

        Binnen de kroonprojectie mogen geen bouwstoffen grond/zand worden opgeslagen. De bomen mogen niet voor verankering van tuidraden of voor de bevestiging van borden e.d. worden gebruikt.

        Op aanzeggen van een vertegenwoordiger van de afdeling BOR van de gemeente Vught moeten zo nodig beschermingsmaatregelen worden genomen in de vorm van bouwhekken of bouwplanken.

      • -

        Werkzaamheden aan bomen.

        Werkzaamheden aan bomen mogen alleen door of namens afdeling BOR van de gemeente Vught worden uitgevoerd.

        De aannemer dient zijn werk zodanig in te richten dat schade aan stam, kroon en wortels niet kan ontstaan. Eventuele schades dienen direct aan afdeling BOR van de gemeente Vught te worden gemeld.

      • -

        Toegebrachte schades.

        Bij schades aan bomen of algeheel verlies van bomen zullen de richtlijnen van de Nederlandse vereniging van taxateurs van bomen (NVTB) worden toegepast om de waardevermindering van de boom te bepalen. Voor dit bedrag en de eventuele opruim- en herstelkosten zal de vergunninghouder cq de partij waaraan het college instemming heeft verleend aansprakelijk worden gesteld. Indien de richtlijnen van NVTB moeten worden toegepast, zal het schaderapport worden opgesteld door een onafhankelijk bureau. De kosten voor het vaststellen van de schade zullen voor rekening van de vergunninghouder zijn.

      • -

        Groenstroken & beplanting.

        De werkzaamheden zodanig uitvoeren, dat beschadiging aan beplanting en groenstroken c.q. wortels wordt voorkomen. De herplantingswerkzaamheden worden door de gemeente Vught in eigen beheer uitgevoerd en op kosten van de vergunninghouder, cq de partij waaraan het college instemming heeft verleend.

    • 13.

      Nieuwe c.q. te verplaatsten objecten dienen 3,0 m1 uit de kroon van een boom te worden geprojecteerd. Tevens dienen deze objecten zodanig te worden gesitueerd dat het trottoir zijn functie kan behouden.

    • 14.

      De beschadigde materialen dienen te worden vervangen door materialen van een A-kwaliteit c.q. van een eerste kwaliteit. Tevens dient het vervangende materiaal gelijkwaardig te zijn aan het bestaande materiaal in onder andere afmetingen, kleur, samenstelling e.d.

  • Externe bronnen:

    Onverkort van toepassing zijn de meest recente versies van:

    • -

      de Leidraad voor Gemeenten en Nutsbedrijven inzake (her)straat werkzaamheden;

    • -

      de Richtlijn Tarieven (graaf)werkzaamheden telecom 2004, uitgegeven door VNG;

    • -

      het Handboek 96b van de C.R.O.W “wegafzettingen op niet-autosnelwegen en wegen binnen de bebouwde kom”. ISBNnr: 90 6628 448 X. In dit handboek staan de standaardafzettingen voor werk in uitvoering naast de rijbaan, op de rijbaan, op kruispunten en rotondes en op fietspaden en voetpaden;

    • -

      de door de Stichting C.R.O.W in september 2005 vastgestelde versie van de Standaard RAW Bepalingen (“Standaard”);

    • -

      voor zover niet in strijd met de “Standaard”, zijn van toepassing, als waren zij letterlijk in de “Standaard” opgenomen, de Nederlandse normen van de Stichting Nederlands Normalisatie-Instituut (NNI), zoals deze zijn vermeld in de publicatie "Jaarboek Bouw" (jaarlijkse uitgave NNI) en deze drie maanden voor de dag van uitvoering van de werkzaamheden van de aanbieder of netbeheerder waarmee het college heeft ingestemd van toepassing zijn;

    • -

      voor zover van toepassing de APV van de gemeente Vught.

    Door C.R.O.W opgestelde documenten zijn verkrijgbaar bij de Stichting C.R.O.W te Ede.

    Meer informatie en voor bestellingen kijk op: www.crow.nl.

    Artikel 01.09.02 van de “Standaard” is van toepassing uitgezonderd het houden van een bouwbespreking in het kader van vergunningsplichtige werkzaamheden.

    Overige relevante wetgeving: Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION).

    C. Overige bepalingen:

    • 1.

      Graffiti, leuzen, posters en dergelijke dienen per 1e aanzegging van kasten en overige opstallen, welke eigendom zijn van netbeheerders of aanbieders, binnen redelijke termijn te worden verwijderd. Aanstootgevende graffiti, leuzen, posters en dergelijke dienen per 1e aanzegging van kasten en overige opstallen, welke eigendom zijn van netbeheerders of aanbieders, binnen 24 uur te worden verwijderd.

    • 2.

      De door de gemeente (tijdens het reguliere kabels en leidingen coördinatieoverleg) aangekondigde wegreconstructies en/of (her)bestratingen of andere civieltechnische werken en nieuwbouwplannen dienen door netbeheerders of aanbieders binnen hun eigen organisatie te worden getoetst op mogelijkheden tot gecombineerde uitvoering van voorgenomen (netuitbreidings)plannen. Zij dienen met in achtneming van artikel 6.2 van deze verordening zo mogelijk een voorinvestering te doen. Zodat bepaalde wegvakken in een werkgang integraal kunnen worden aangepakt.

    • 3.

      Er geldt een opbreek verbod bij vorst. Afhankelijk van de weersomstandigheden van het moment worden de condities daarvoor door de gemeente bepaald.

    D. Sanctionering:

    • 1.

      In het kader van de veiligheid van en de informatievoorziening naar de burgers, dient de gemeente er te allen tijde van op de hoogte te zijn op welke locaties er in de gemeente gegraven wordt. Derhalve kan het niet (tijdig) melden van een kabel- en/of leidingwerk worden gesanctioneerd. Boete per overtreding € 1000,-.

    • 2.

      Indien niet wordt voldaan aan de in deze standaardbepalingen opgenomen technische en administratieve eisen, zal de netbeheerder of aanbieder, op last van een door het college gemachtigd ambtenaar een kabel- en/of leidingwerk onmiddellijk geheel of gedeeltelijk stoppen of opschorten c.q. op aanwijzing de werkwijze naar behoren herzien.

      Bij overtreding kunnen sancties worden opgelegd. Boete per overtreding € 1000,-.

    E. Uitsluitingen:

    • 1.

      De standaardbepalingen zijn een aanvulling op de Telecommunicatieverordening en op de A.V.O.I. Op de punten waar de standaardbepalingen onverhoopt tegenstrijdig zijn met de Telecommunicatieverordening c.q. de Telecommunicatiewet en/ of de A.V.O.I. prevaleert de Telecommunicatieverordening c.q. de Telecommunicatiewet en/ of de A.V.O.I.

    • 2.

      Voor aanbieders zijn alleen de technische bepalingen van de Leidraad van toepassing. Op de punten waar de technische bepalingen van de Leidraad tegenstrijdig zijn met de Telecommunicatie-verordening c.q. de Telecommunicatiewet prevaleert de Telecommunicatieverordening c.q. de Telecommunicatiewet.

Bijlage 1a Tekening ST-2-K

Tekenig ST-2-K

Bijlage 2 Meldingsformulier kabel- en leidingwerkzaamheden Vught, d.d. 16 december 2010

Meldingsformulier kabel- en leidingwerkzaamheden Vught

Bijlage 3 Meldingsformulier gereed melden kabel- en leidingwerkzaamheden Vught, d.d. 16 december 2010

Meldingsformulier gereed melden kabel- en leidingwerkzaamheden Vught

Toelichting

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren

De Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (A.V.O.I.) is een eenduidige regeling die de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in openbare gronden regelt.

Openbare gronden zijn niet alleen bestemd voor bovengrondse infrastructuur zoals wegen, groen en verlichting, maar ook voor ondergrondse infrastructuur, zoals netwerken voor het transport en de distributie van energie en water.

Veelal zijn openbare gronden eigendom van de gemeente en is de gemeente beheerder van deze gronden.

De gemeente dient als beheerder van openbare gronden de belangen van diverse gebruikers van die openbare gronden te behartigen. Uit dien hoofde en gelet op haar verantwoordelijkheid hierbij wil de gemeente dan ook invloed kunnen uitoefenen op de plaats, tijd etc. van de uit te voeren werken aan kabels en leidingen.

De gemeente erkent het belang van energie- en waterbedrijven om, ter uitvoering van de aan hen in het algemeen belang opgedragen taken, gebruik te maken van openbare gronden. De gemeente wil daartegenover het recht hebben om plaats, tijd en werkwijze van de daarbij behorende graafwerkzaamheden te kunnen toetsen aan de belangen van bovengronds gebruik. Dergelijke belangen kunnen worden gediend met een vergunningstelsel.

Het karakter van een vergunningstelsel in het algemeen bestuursrecht is dat:

  • -

    de graafactiviteit is toegestaan mits daartoe een vergunning is verleend;

  • -

    de gemeente plaats, tijd en werkwijze, alsmede medegebruik, coördinatie en regie kan beoordelen en bepalen.

In deze verordening is op hoofdlijnen de volgende keuze gemaakt:

  • -

    voorkomen van te veel graven en te hoge maatschappelijke graafkosten door goede planning, ter bevordering van graafrust;

  • -

    voorkomen gevaar en/of overlast door middel van opbreekregels;

  • -

    geen vertraging voor werkzaamheden door een snelle en adequate gemeentelijke vergunningprocedure;

  • -

    tenzij contractueel anders geregeld, erkenning van de keuzevrijheid van de gemeente bij herstraten, zoals in VNG-“Leidraad voor gemeenten en nutsbedrijven inzake herstraatwerkzaamheden” is opgenomen, met een waarborg van goed herstel door herstelvoorschriften.

Samenloop met andere wegbeheerders/overheden

Beheer en onderhoud ligt niet altijd automatisch bij de grondeigenaar. Als er een legvergunning wordt aangevraagd, of als er toestemming is vereist, en er is tevens sprake van een andere grondeigenaar dan de gemeente, dan zal de gemeente de aanvrager hier actief op wijzen - als zij over die informatie beschikt - en een kopie van de vergunning/toestemming willen ontvangen.

De verordening is gebaseerd op de door de VNG opgestelde concept modelverordening Nutsinfra.

Artikelsgewijze toelichting

Niet alle (sub)artikelen worden automatisch van een toelichting voorzien. Er wordt slechts een toelichting gegeven indien een nadere uitleg noodzakelijk wordt geacht.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Uitleg van de in de A.V.O.I. gebruikte begrippen.

netbeheerder. De netbeheerder dient de vergunning aan te vragen. Als deze een ander machtigt - bijv. een (onder)aannemer – dan blijft de netbeheerder verantwoordelijk voor het nakomen van de aan de vergunning verbonden voorschriften.

Onder h; Openbare gronden. De verordening heeft geografisch betrekking op de openbare gronden. Hierbij is aansluiting gezocht bij de Telecommunicatiewet.

Artikel 2: Wijze van melding van een voorgenomen kabel- en/of leidingwerk

Voordat de netbeheerder kan starten met de werkzaamheden voor de aanleg, de verlegging, het onderhoud of de verwijdering van een net in openbare gronden dient deze een vergunning (graafvergunning) aan te vragen bij de gemeente als beheerder van openbare gronden. Voor alle duidelijkheid: het gaat hierbij niet om een ligvergunning. Op deze aanvraag is de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing.

In het tweede lid is uitdrukkelijk de mogelijkheid opgenomen om voor de melding overleg te voeren. In dit overleg kan onder meer aan de orde komen het mogelijk medegebruik van voorzieningen en het splitsen van de werkzaamheden bij omvangrijke projecten. Op deze wijze wordt bevorderd dat de termijn van acht weken ook werkelijk kan worden gehaald.

In het vijfde lid wordt het verbod van artikel 2, lid 1 niet van toepassing verklaard op werken van beperkte omvang. Daaronder wordt een sleuflengte verstaan van maximaal 25 meter in openbare gronden of een lasgat met een oppervlakte van maximaal 15 vierkante meter.

Ook uit werk van beperkte omvang mag geen (bijzondere) hinder voor de bereikbaarheid en toegankelijkheid van het verkeer ontstaan.

Artikel 3: Ernstige belemmeringen en storingen

Ernstige belemmeringen of storingen zijn bijvoorbeeld de situatie van een kabel/leidingbreuk.

Ingeval van ernstige belemmeringen en storingen, dient de netbeheerder vanuit zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid onmiddellijk in te grijpen en is de melding van twee dagen voor de start van de werkzaamheden niet mogelijk. In dit geval kan worden volstaan met een melding bij de start van de werkzaamheden en zo spoedig als daarna mogelijk is aan de Burgemeester of aan een door hem aangewezen ambtenaar. In dit geval dienen de werkzaamheden aan de Burgemeester te worden gemeld, omdat de openbare orde in het geding kan zijn. (De Telecommunicatiewet, hoofdstuk 5, dat regelt het leggen, onderhouden en verwijderen van telecomkabels en kent een soortgelijke regeling in artikel 5.6). Burgemeester en wethouders kunnen in algemene regels nadere bepalingen en voorwaarden verbinden aan werkzaamheden die op grond van dit artikel worden uitgevoerd (denk hierbij aan veiligheidsaspecten, inschakeling van nooddiensten, schadeherstel, afzetting van wegen etc.).

Artikel 4: Gegevensverstrekking

Dit artikel is opgesteld teneinde de gemeente eenduidige en voldoende informatie te verschaffen tot het tijdig en op de juiste wijze kunnen verstrekken van een vergunning.

Artikel 5: Beslistermijn en aanhouding

Aansluitend op artikel 4:13 van de Algemene Wet Bestuursrecht dient het college uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding de beslissing te nemen en indien dit niet mogelijk is een redelijke termijn te noemen waar binnen de beslissing tegemoet kan worden voorzien.

Artikel 6: Voorschriften en beperkingen bij vergunning

Aan een vergunning als bedoeld in artikel 2. lid 2 kunnen nadere voorschriften of beperkingen worden verbonden, ondermeer in het belang van:

  • a.

    behoud van bruikbaarheid van openbare gronden;

  • b.

    vrije, veilige en vlotte afwikkeling van verkeer over openbare gronden;

  • c.

    openbare orde;

  • d.

    doelmatig beheer en onderhoud van openbare gronden;

  • e.

    doelmatigheid en veiligheid rij- en voetgangersverkeer;

  • f.

    verdeling gebruiksmogelijkheden van openbare gronden;

  • g.

    voorkomen van schade of hinder voor gebruikers van openbare gronden;

  • h.

    bescherming openbaar groen, waaronder bomen;

  • i.

    efficiënt bovengronds ruimtegebruik via tracé- en profielkeuzen voor ondergrondse infrastructuur welke het bovengronds gebruik het minst hinderen, dan wel efficiënt ondergronds ruimtegebruik, in het bijzonder het (mede)gebruik van ondergrondse voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten en geleidingen;

  • j.

    bescherming van de nachtrust;

  • k.

    afstemming met andere werken.

Bij verlening van de vergunning ingevolge artikel 2. lid 2 van deze verordening, dienen de werkzaamheden aan te vangen binnen drie maanden na de datum van vergunningverlening. In overleg met de vergunningverlener is verlenging van deze termijn mogelijk. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen negen maanden na aanvang van de werkzaamheden, tenzij in de vergunning anders is bepaald.

Ordening van het gebruik van de (onder)grond is een belangrijke publieke taak. Het sturen van de aanleg van leidingen in termen van tijd, plaats en werkwijze en het stellen van nadere (beleids)regels zijn publiekrechtelijke instrumenten om dat vorm te geven. Ook wordt gebruik gemaakt van normprofielen bij ligging in volle grond en van constructieve elementen in het geval van geecombineerde ligging van leidingen. Door een adequate ordening van de (onder)grond worden de belangen van alle gebruikers betrokken en gewogen.

Ingeval van nieuwe aanleg van kabels en leidingen is het van belang dat er een efficiënte ordening, planvoorbereiding en aanleg plaatsvindt. Hierbij moeten de normen zoals vastgelegd in de normering van het Nederlands Normalisatie-instituut, NPR 7171-1 zo veel als mogelijk in acht worden genomen.

Het herstel van openbare gronden kan op meerdere manieren plaatsvinden. In beleidsregels (artikel 8 Standaardbepalingen) bepalen Burgemeester en Wethouders welke partij voor het herstel van openbare gronden zorg draagt. Bovendien nemen zij ten minste bepalingen op die betrekking hebben op de wijze van herstel, kwaliteitsaspecten, bepalingen over de wijze van communicatie met de gemeente, bewoners en andere belanghebbenden en over de verrekening van kosten voor het herstel van openbare gronden.

Afhankelijk van de keuzes die hierin gemaakt worden, worden de kosten van het herstel van openbare gronden naar de netbeheerder doorberekend.

Voor het vaststellen van de hoogte van deze kosten kan de gemeente besluiten gebruik te maken van bestaande regelingen met de netbeheerders voor kostenverrekening.

Artikel 7: (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

Zoals aangeven kunnen de voorschriften bij de vergunning het medegebruik van voorzieningen bevorderen. Het medegebruik beperkt het graven in de openbare gronden en strekt daarmee tot voordeel van de gemeente. Het medegebruik kan aan de orde komen in het vooroverleg over de af te geven vergunning. In lid 3 is de verplichting voor de netbeheerder opgenomen om medegebruik te maken van vooraangelegde voorzieningen, indien daartoe een redelijk aanbod wordt gedaan. De vraag wat een redelijk aanbod is kan worden beantwoord als volgt: de aanwezige voorziening is zowel in kwaliteit als in kosten een volwaardig alternatief voor de eigen plannen van de netbeheerder.

Het vierde lid behandelt de situatie indien de gemeentelijke leidingprofielen geen ruimte bieden voor de aanleg van kabels of leidingen.

Artikel 8: Standaardbepalingen

In de standaardbepalingen, bijlage 1 bij deze verordening, zijn vele algemene zaken opgenomen met betrekking tot de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in de gemeente Vught welke altijd van toepassing zijn. Deze voorschriften hoeven dus niet meer in elke af te geven vergunning vermeld te worden.

Artikel 9: Inwerkingtreding

Tenzij de gemeenteraad anders besluit treedt deze verordening geheel overeenkomstig de Gemeentewet in werking met ingang van de achtste dag na publicatie.

Artikel 10: Citeerartikel

Door toevoeging van de naam van de gemeente aan de citeertitel is het voor eenieder die de verordening opvraagt duidelijk dat dit de verordening betreft van die met name genoemde gemeente.