Regeling vervallen per 12-08-2013

Verordening op de heffing en de invordering van baatbelasting aanleg drukriolering Bergenshuizensestraat deel B

Geldend van 18-05-2006 t/m 11-08-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van baatbelasting aanleg drukriolering Bergenshuizensestraat deel B

De raad van de gemeente Vught;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 februari 2006;

gelet op artikel 222 van de Gemeentewet en het 'bekostigingsbesluit aanleg riolering buitengebied cluster Bergenshuizensestraat deel B’, vastgesteld bij raadsbesluit van 11 november 2003;

gezien het advies van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten van juni 2003;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

"Verordening op de heffing en de invordering van baatbelasting aanleg drukriolering Bergenshuizensestraat deel B"

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    een onroerende zaak:

    • 1.

      een gebouwd eigendom;

    • 2.

      een ongebouwd eigendom;

    • 3.

      een gedeelte van een onder 1 of 2 bedoeld eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt en dat afzonderlijk kan worden vervreemd;

    • 4.

      een samenstel van twee of meer van de onder 1 of 2 bedoelde eigendommen of onder 3 bedoelde gedeelten daarvan die naar de omstandigheden beoordeeld bij elkaar horen.

  • b.

    het bestemmingsplan: het bestemmingsplan ‘Buitengebied 1997’.

Artikel 2. Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘Baatbelasting aanleg drukriolering Bergenshuizensestraat deel B’ wordt in de vorm van een heffing ineens een directe belasting geheven ter zake van de onroerende zaken die zijn gelegen in de gemeente binnen de rode omlijning op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart, en die op grond van het bestemmingsplan zijn bestemd voor ‘agrarische bedrijfsdoeleinden A, inclusief wonen’ en die op 1 januari 2006 zijn gebaat door de in het tweede lid genoemde voorzieningen die tot stand zijn of worden gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde voorzieningen omvatten de aanleg riolering.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op het tijdstip van ingang van de heffing dan wel, indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting, bij de aanvang van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

  • 3. Indien de lasten die zijn verbonden aan de voorzieningen genoemd in artikel 2, tweede lid, ter zake van een onroerende zaak krachtens overeenkomst zijn of worden voldaan, wordt de belasting ter zake van die onroerende zaak niet geheven.

Artikel 4. Maatstaf van heffing

De belasting bedraagt per onroerende zaak: € 4.500,00

Artikel 5. Regeling inzake de heffing in de vorm van een jaarlijkse belasting

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 2 wordt op verzoek van de belastingplichtige de belasting geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting gedurende 10 jaren. Het verzoek genoemd in de eerste volzin dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend.

  • 2. Het belastingjaar loopt van 1 mei tot en met 30 april.

  • 3. De jaarlijkse belasting bedraagt de annuïteit van het totaal verschuldigde, berekend op basis van een periode van 10 jaren en een rentevoet van 3,75%.

  • 4. De belasting over de nog niet verstreken belastingjaren kan elk jaar worden afgekocht. De afkoopsom wordt bepaald op de contante waarde van de op 1 mei van het belastingjaar, waarin de afkoop plaatsvindt, nog te verschijnen belastingbedragen berekend naar een rentevoet van 3,75%.

  • 5.

    • a.

      Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak als bedoeld in het eerste lid eindigt of wijzigt als gevolg van het overdragen van eigendom, bezit of beperkt recht, wordt de nieuwe genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met ingang van het eerstvolgende belastingjaar een aanslag ineens opgelegd voor de resterende belastingjaren van het belastingtijdvak, berekend overeenkomstig het vierde lid van dit artikel.

    • b.

      In afwijking van het bepaalde in onderdeel a, wordt op verzoek van de in dat onderdeel bedoelde belastingplichtige de jaarlijkse heffing overeenkomstig het eerste lid gecontinueerd. Het verzoek daartoe dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag ingevolge onderdeel a, schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend.

  • 6. Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en in de loop van het belastingtijdvak de eigendom, het bezit of het beperkt recht van een gedeelte van de onroerende zaak wordt overgedragen, wordt, voor de verdeling van de resterende belastingschuld, de maatstaf van heffing als bedoeld in artikel 4 voor de betreffende onroerende zaken opnieuw vastgesteld voor de nog niet verstreken belastingjaren.

Artikel 6. Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7. Termijnen van betaling

De aanslagen moeten worden betaald binnen drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van de baatbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de baatbelasting.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 mei 2006.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening baatbelasting aanleg drukriolering Bergenshuizensestraat deel B".

Ondertekening

Aldus besloten door de Raad van de gemeente Vught
in zijn openbare vergadering van 6 april 2006.
de griffier,
drs. H.C. de Visch Eijbergen
de voorzitter,
J.de Groot