Regeling vervallen per 01-03-2013

Verordening Participatieraad Wmo Waalre

Geldend van 02-02-2007 t/m 28-02-2013

Intitulé

Verordening Participatieraad Wmo Waalre

Verordening Participatieraad Wmo Waalre

De raad van de gemeente Waalre,

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 21 november 2006, nr. 03;

gelet op de verplichtingen op basis van de artikelen 9, 11 en 12 van de Wmo:

met inachtneming van artikel 150 van de Gemeentewet,

b e s l u i t:

tot het vaststellen van de hiernavolgende Verordening Participatieraad Wmo Waalre

Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen

Artikel 1 Begrippen

  • 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nadere worden omschreven hebben de betekenis die de Wet maatschappelijke ondersteuning daaraan toekent (Wmo).

  • 2 In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet: de Wet maatschappelijke ondersteuning

    • b.

      Participatieraad Wmo: de Participatieraad Wmo Waalre bestaat uit maximaal zeven leden, inclusief een secretaris. De leden van de Participatieraad zijn afkomstig van verschillende lokale vrijwilligers- en belangenbehartigingsorganisaties die allen op enigerlei wijze in contact staat met specifieke doelgroepen zoals in de Wmo omschreven.

    • c.

      Professionele ondersteuning: ter ondersteuning van de Participatieraad is een professionele ondersteuner en een ambtenaar van de gemeente Waalre beschikbaar;

    • d.

      GV-raad: Georganiseerde Vrijwilligersraad bestaande uit leden van lokale vrijwilligers- en belangenbehartigingsorganisatie;

    • e.

      Seniorenraad: bestaande uit vertegenwoordigers van plaatselijke ouderenorganisaties, mensen op persoonlijke titel en wijkgerichte klankbordgroepen;

    • f.

      Kiesgerechtigde leden: leden van de Participatieraad Wmo

    • g.

      Cliëntgroep: personen die betrokken zijn bij de behartiging van belangen van één bepaalde groep zoals ouderen, lichamelijk gehandicapten, geestelijk gehandicapten, ggz- cliënten, mantelzorgers, vrijwilligers, chronisch zieken, Rode Kruis, Zonnebloem, vrouwenorganisaties, kerkelijke organisaties et cetera

    • h.

      Burger- en cliëntenparticipatie: een proces waarbij gemeente, betrokken cliënten/burgers en eventuele externe deskundigen via een open houding naar elkaar en een vooraf afgesproken aanpak samen vorm en inhoud geven aan (delen van) plannen of beleid. Het proces is gericht op het benutten van elkaars deskundigheid en het verhogen van draagvlak voor het nemen van beslissingen (uit “Burgerparticipatie”, Hendriks, Eijsermans 2004).

    • i.

      Compensatiebeginsel: de algemene verplichting aan het gemeentebestuur om personen met aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek door het treffen van voorzieningen een gelijkwaardige uitgangspositie te verschaffen zodat zij zelfredzaam zijn en in staat tot maatschappelijke participatie.

    • j.

      ICF- classificatie: Internationale classification of functioning, disability and health. Internationale standaardtaal die het menselijk functioneren beschrijft vanuit het perspectief van het lichamelijk functioneren, vanuit deelname aan activiteiten én maatschappelijk leven.

    • k.

      Gemeente: de gemeente Waalre

    • l.

      College: het college van burgermeester en wethouders van de gemeente Waalre

    • m.

      Raad: de gemeenteraad van de gemeente Waalre;

Artikel 2 Doelstelling Participatieraad Wmo Waalre

De doelstelling van de Participatieraad Wmo Waalre is:het formuleren van collectieve wensen van burgers die vertegenwoordigd worden door lokale vrijwilligers- en belangenbehartigingsorganisaties in de gemeente Waalre, die als beleidsvoorstellen en/of adviezen aangeboden worden aan het College op grond waarvan gemeentelijk Wmo-beleid mede kan worden vastgesteld.Hierdoor wordt de positie van (potentiële) vragers van voorzieningen van maatschappelijke ondersteuning (Wmo-voorzieningen) in de gemeente Waalre versterkt. De Participatieraad Wmo fungeert als centraal aanspreekpunt voor de gemeente Waalre betreffende de vormgeving, monitoring en evaluatie van het gemeentelijk Wmo- beleid.

Hoofdstuk 2 SAMENSTELING EN TAKEN

Artikel 3 Samenstelling

  • 1 De Participatieraad Wmo Waalre bestaat uit maximaal zeven vertegenwoordigers van GV-raad en Seniorenraad met stemrecht.

  • 2 1.De Participatieraad Wmo wordt voorgezeten door een onafhankelijk technisch voorzitter zonder stemrecht en ondersteund door een secretaris met stemrecht.

  • 3 Toegevoegd zijn een ambtenaar van de gemeente Waalre en een professionele ondersteuner. Zowel de ambtenaar als de ondersteuner zijn geen lid van de Participatieraad Wmo.

  • 4 De Participatieraad Wmo is zodanig samengesteld dat het aantal vertegenwoordigers per organisatie representatief is, mits niet de helft of meer van de vertegenwoordigers afkomstig is uit één bepaalde cliëntgroep.

  • 5 Indien het ledental van de Participatieraad Wmo daalt tot vier of minder worden de werkzaamheden van de Participatieraad Wmo opgeschort tot het tijdstip dat de Participatieraad Wmo vijf leden telt.

  • 6 De leden van de Participatieraad Wmo kunnen dezelfde personen zijn als degenen die zitting hebben in de GV-raad en/of Seniorenraad. Dat wil zeggen dat het mogelijk is dat één bepaalde organisatie een vertegenwoordiger heeft in de GV-raad of Seniorenraad én één vertegenwoordiger in de Participatieraad Wmo.

  • 7 De GV-raad en Seniorenraad bestaan uit vertegenwoordigers van lokale vrijwilligers- en belangenorganisaties en kan uitgebreid worden met organisaties die op enigerlei wijze in contact staat met specifieke doelgroepen zoals in de Wmo omschreven en als taak hebben de belangen van deze doelgroepen te vertegenwoordigen.

  • 8 De GV-raad en Seniorenraad bepalen in onderling overleg met de zittende leden van de Participatieraad wie deel gaat uitmaken van de Participatieraad Wmo met inachtneming van artikel 3 lid 1 tot en met 8. Dat geldt ook voor de eventuele wijzigingen in samenstelling van de Participatieraad Wmo.

Artikel 4 Participatieraad Wmo

De Participatieraad Wmo is de directe gesprekspartner van de gemeente en vertegenwoordigt de GV-raad en Seniorenraad op het gebied van het Wmo-beleid.De Participatieraad Wmo heeft tot taak het college gevraagd of ongevraagd te adviseren over het gemeentelijk Wmo-beleid. Die vertaalt zich in een drieledige functie:

  • 1.

    Een informatiefunctie: de gemeente streeft ernaar de invulling van het beleid zo dicht mogelijk aan te laten sluiten op de ondersteuningsbehoefte en de zorgvraag. Daarvoor moet er wel voldoende kennis zijn van de praktijk. De Participatieraad Wmo is in dat kader een belangrijke informatiebron voor de gemeente.

  • 2.

    Een signaleringsfunctie: de Participatieraad Wmo signaleert leemten en knelpunten in beleid en uitvoering (re-actieve beleidsvorming).

  • 3.

    Een beleidsbevorderende functie: de Participatieraad Wmo draagt ideeën aan (pro-actieve beleidsvorming). Dat betekent dat de Participatieraad Wmo niet alleen reageert op beleidsvoorstellen, maar ook zelf voorstellen ter beleidsvorming doet.De Participatieraad informeert de GV-raad en Seniorenraad minimaal tweemaal per jaar en belegt hiervoor een algemene vergadering waarin de GV-raad en de Seniorenraad gezamenlijk deelnemen.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1 Het voorzitterschap van de Participatieraad Wmo wordt bekleed door een onafhankelijk technisch voorzitter, die wordt benoemd door de Participatieraad Wmo. De benoeming geschiedt uit kandidaten die zich voor deze functie beschikbaar hebben gesteld.

  • 2 De vergaderingen van de Participatieraad Wmo worden voorgezeten door de voorzitter.

  • 3 De voorzitter vertegenwoordigt de Participatieraad Wmo.

  • 4 De voorzitter heeft geen stemrecht.

  • 5 De stukken die van de Participatieraad Wmo uitgaan worden door de voorzitter én de secretaris ondertekend.

  • 6 De voorzitter is niet tevens:

    • a.

      door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt;

    • b.

      lid van de Raad of van het college van de gemeente Waalre;

    • c.

      lid van een vrijwilligers- en/of belangenbehartigingsorganisatie

Artikel 6 Secretaris

  • a.

    De Participatieraad kiest uit hun midden een secretaris

  • b.

    De secretaris is afkomstig van een lokale vrijwilligers- en/of belangenbehartigingsorganisatie.

  • c.

    De vergaderingen worden geïnitieerd door de secretaris en in samenwerking met de voorzitter en de professionele ondersteuner voorbereid.

  • d.

    De vergaderingen van de Participatieraad Wmo worden genotuleerd door de secretaris.

  • e.

    De secretaris verzorgt de verspreiding van relevante stukken en ondertekent samen met de voorzitter alle uitgaande stukken.De secretaris is niet tevens:a. door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt;b.lid van de Raad of van het college van de gemeente Waalre;

Artikel 7 Professionele ondersteuner

  • 1 De gemeente stelt professionele ondersteuning voor acht uur per maand beschikbaar.

  • 2 De ondersteuner neemt deel aan de vergaderingen van de Participatieraad Wmo

  • 3 De ondersteuner voorziet de Participatieraad Wmo van relevante stukken op het gebied van de Wmo ter voorbereiding op de vergaderingen

  • 4 De ondersteuner onderhoudt contacten met regionale en lokale belangenorganisaties en de gemeente en houdt de Participatieraad Wmo op de hoogte van de ontwikkelingen

  • 5 De ondersteuner geeft advies over de stabiliteit en continuïteit van de Participatieraad Wmo

  • 6 De ondersteuner dient gezien te worden als toegang tot kennis over de Wmo-wetgeving, nationale - , regionale - en lokale ontwikkelingen op het gebied van de Wmo-uitvoering.

  • 7 De ondersteuner is niet tevens:

    • a.

      door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt;

    • b.

      lid van de gemeenteraad of van het college van de gemeente Waalre;

Artikel 8 Gemeenteambtenaar

  • 1 De gemeente Waalre stelt een ambtenaar beschikbaar voor de Participatieraad Wmo

  • 2 De ambtenaar neemt deel aan de vergaderingen op verzoek van de Participatieraad Wmo

  • 3 De ambtenaar stelt tijdig relevante documenten ter beschikking aan de Participatieraad Wmo.

  • 4 De ambtenaar maakt op verzoek van de Participatieraad Wmo samenvattingen van beleidsstukken en formuleert vragen zodanig dat de Participatieraad Wmo in staat wordt gesteld deze te beantwoorden om tot een advies te kunnen komen.

  • 5 De ambtenaar is tevens het ambtelijke aanspreekpunt voor de communicatie met de Participatieraad Wmo

Artikel 9 Kandidaatstelling GV-raad en Seniorenraad en benoeming leden Participatieraad

  • 1 De besturen van de lokale vrijwilligers- en belangenorganisaties dragen uit hun organisatie een kandidaat voor die als vaste vertegenwoordiger in de GV-raad of Seniorenraad zitting neemt;

  • 2 De besturen van de lokale vrijwilligers- en belangenorganisaties wijzen een plaatsvervanger aan, die bij afwezigheid van de vaste vertegenwoordiger de zaken in de GV-raad en Seniorenraad waarneemt;

  • 3 Voor de benoeming van de leden van de Participatieraad worden personen uit de lokale vrijwilligers- en belangenorganisaties als kandidaat voorgedragen, rekening houdend met de voorwaarden genoemd onder artikel 3 lid 1 tot en met 8..

  • 4 In tussentijdse vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Een lid dat tussentijds is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij/zij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.

Artikel 10 Zittingsduur en beëindiging lidmaatschap

De zittingsduur van een lid van de Participatieraad bedraagt vier jaar met een maximum van twee volle termijnen, gerekend vanaf de datum van ingang van zijn benoeming. Deelname aan de eerste vergadering geldt als ingangsdatum. De leden zijn na het verstrijken van hun zittingsduur onmiddellijk herbenoembaar. Bij de start van de Participatieraad wordt een rooster van aftreden opgesteld waarbij vanaf de tweede zittingstermijn elk jaar een vierde deel van het aantal leden aftredend is. Het lidmaatschap eindigt door:

  • a.

    het verstrijken van de zittingsduur;

  • b.

    het vervallen van de hoedanigheid van vertegenwoordiger van een vrijwilligers- en belangenbehartigingsorganisatie, die in de Participatieraad zitting heeft;

  • c.

    aftreden op eigen schriftelijk verzoek;

  • d.

    onder curatele stelling;

  • e.

    overlijden;

  • f.

    verhuizing uit de gemeente Waalre

  • g.

    opzeggen van het vertrouwen door een gewone meerderheid van de zitting hebbende leden.

Hoofdstuk 3 TAKEN, RECHTEN EN PLICHTEN

Artikel 11 Participatiemodel

  • 1 De Participatieraad Wmo fungeert als vertegenwoordiger van de GV-raad en Seniorenraad, als het gaat om het Wmo- beleid richting het college.

  • 2 De besturen van de vrijwilligers- en belangenorganisaties stellen kandidaten beschikbaar voor de Participatieraad rekening houdend met aantal leden van de Participatieraad.

  • 3 De Participatieraad Wmo legt minimaal tweemaal per jaar in een algemene vergadering verantwoording af aan de GV-raad en Seniorenraad.

  • 4 De leden van de Participatieraad vertegenwoordigen het algemene belang van de GV-raad en Seniorenraad en niet het belang van de eigen organisatie waarvan hij of zij lid is.

  • 5 Voor het bespreken van onderwerpen kan de Participatieraad werkgroepen samenstellen bestaande uit personen afkomstig uit de GV-raad en achterban en Seniorenraad

Artikel 12 Mate van inspraak

  • 1 De Participatieraad Wmo wordt betrokken bij het gehele proces van beleidsvorming.

  • 2 De Participatieraad adviseert: de gemeente geeft de Participatieraad Wmo de gelegenheid om problemen aan te dragen en oplossingen te formuleren. De ideeën van de Participatieraad Wmo spelen een volwaardige rol bij de ontwikkeling van beleid. De gemeente verbindt zich in principe aan de resultaten, maar kan bij de uiteindelijke besluitvorming hiervan schriftelijk beargumenteerd afwijken.

  • 3 De Participatieraad coproduceert: de gemeente stelt samen met de Participatieraad Wmo een agenda op met betrekking tot specifieke onderwerpen en partijen zoeken samen naar oplossingen. De gemeente verbindt zich in principe aan deze oplossingen met betrekking tot de uiteindelijke besluitvorming.

  • 4 Over de inhoud van beleidsplannen en verordeningen beslist uiteindelijk het bevoegd gemeentelijk orgaan.

Artikel 13 Informatierecht

Het college is verplicht aan de Participatieraad Wmo tijdig alle informatie te verstrekken die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft.

Artikel 14 Geheimhoudingsplicht

  • 1 De Participatieraad Wmo neemt kennis van het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2 Behalve na voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente zal de Participatieraad Wmo informatie met een vertrouwelijk karakter niet aan derden kenbaar maken.

Artikel 15 Beleidsterreinen en prestatievelden

  • 1 De Participatieraad Wmo zal minimaal betrokken worden bij de voorbereiding en evaluatie van het (meerjarig) Wmo- beleidsplan en de verordening voor voorzieningen waarvoor het compensatiebeginsel geldt.

  • 2 Daarnaast zal de Participatieraad betrokken worden bij de voorbereiding en evaluatie van het Wmo- beleid uitgedrukt in de volgende prestatievelden:

    • 1.

      Het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten

    • 2.

      Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen en ouders

    • 3.

      Geven van informatie, advies en cliëntondersteuning

    • 4.

      Ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers

    • 5.

      Bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem

    • 6.

      Verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem

    • 7.

      Bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang

    • 8.

      Bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen

    • 9.

      Bevorderen van verslavingszorg

Hoofdstuk 4 VERGADERINGEN, VERGADERORDE EN BESLISSINGEN

Artikel 16 Werkwijze

  • 1 De in dit artikel beschreven werkwijze is gebaseerd op de adviesfunctie van de Participatieraad Wmo. Deze werkwijze laat echter voldoende ruimte om ook de coproducerende functie vorm te geven.

  • 2 In het kader van burgerparticipatie vraagt het college de Participatieraad Wmo om advies (re-actieve beleidsvorming) over het gemeentelijk Wmo-beleid. De Participatieraad Wmo is ook gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan het college (pro-actieve beleidsvorming).

  • 3 Het college vraagt de Participatieraad Wmo in ieder geval om advies bij de onder artikel 15 genoemde beleidsterreinen en prestatievelden.

  • 4 Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Dit houdt in ieder geval in dat de Participatieraad Wmo:bij nieuw beleid wordt betrokken bij het vaststellen van de hoofdlijnen van het beleid (WMO-prestatievelden);bij evaluatie wordt betrokken bij het vaststellen van vragen die ten grondslag liggen aan evaluatie (vergelijking WMO-prestatievelden).

  • 5 Het college maakt jaarlijks aan de hand van de beleidscyclus in overleg afspraken met de Participatieraad Wmo over:- de onderwerpen waarover de Participatieraad Wmo geconsulteerd wordt;- de wijze en het moment waarop de Participatieraad Wmo in het beleidsvormingsproces wordt betrokken;- het budget van de Participatieraad Wmo.

  • 6 In het geval het college in een voorstel aan de Raad afwijkt van het advies van de Participatieraad Wmo, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens beargumenteerd is aangegeven op welke gronden van het advies van de Participatieraad Wmo is afgeweken.

  • 7 Indien de Participatieraad Wmo meer informatie wenst over een bepaald onderwerp of collectief belang, kan zij deskundigen uitnodigen bij één van haar bijeenkomsten.

  • 8 Tussen de verantwoordelijke wethouder en de Participatieraad Wmo vindt minimaal driemaal per jaar een overleg plaats.

  • 9 Over de beleidsvoorstellen en –adviezen van de Participatieraad Wmo geeft de gemeente binnen vier weken een schriftelijke reactie aan de Participatieraad Wmo.

  • 10 Het college draagt er zorg voor dat van de zijde van de gemeente aan de Participatieraad Wmo tijdig de nodige informatie wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren functioneren van de Participatieraad Wmo. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen.

  • 11 Naast bovenstaande blijft uiteraard de mogelijkheid open om gebruik te maken van de overlegmogelijkheden met de Raad.

Artikel 17 Vergadering en leiding

  • 1 De vergaderingen van de Participatieraad Wmo vinden minimaal viermaal per jaar plaats.

  • 2 De algemene vergaderingen van de Participatieraad Wmo met de GV-raad en Seniorenraad samen, vinden minimaal tweemaal per jaar plaats.

  • 3 Beide vergaderingen worden geleid door de voorzitter.

  • 4 Bij verhindering of afwezigheid van de voorzitter wijst de Participatieraad Wmo een van zijn leden aan als tijdelijk plaatsvervangend voorzitter van de vergadering.

Artikel 18 Schriftelijke oproeping

De secretaris roept in overleg met de voorzitter de leden en eventuele genodigden, tot de vergadering op. De oproeping geschiedt door middel van een tijdige, schriftelijke uitnodiging waarin de datum, het tijdstip van aanvang, de plaats van de vergadering en de agenda zijn vermeld. Eventuele bijlagen worden bij de agenda gevoegd.

Artikel 19 Agenda

  • 1 De agenda voor de vergadering wordt door de voorzitter en de secretaris in gezamenlijk overleg opgesteld en ter vergadering vastgesteld.

  • 2 Elk lid, alsmede een lid van het college, heeft het recht schriftelijk agendavoorstellen bij de secretaris in te dienen.

  • 3 De agenda wordt ten minste twee weken voor de vergadering aan de leden en eventuele genodigden toegezonden.

Artikel 20 Beslissing en advies

  • 1 De vergadering van de Participatieraad Wmo wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden vertegenwoordigd is.

  • 2 Indien ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de voorzitter, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3 Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing.

  • 4 Alleen de leden van de Participatieraad Wmo hebben stemrecht (dus m.u.v de voorzitter, de professionele ondersteuner en de ambtenaar van de gemeente Waalre).

  • 5 De leden van de Participatieraad Wmo stemmen zonder last.

  • 6 Indien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd is het aangenomen.

  • 7 Stemmingen geschieden door middel van handopsteken, tenzij gestemd wordt over personen. In dat geval zal dit schriftelijk geschieden.

  • 8 Voor het totstandkomen van een beslissing bij stemming wordt de meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht.

  • 9 Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij staking van stemmen het nemen van een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend.

  • 10 Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een ingevolge het vorige lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen.

  • 11 De adviezen van de Participatieraad Wmo aan het college worden gegeven in overeenstemming met de mening van de meerderheid van de Participatieraad Wmo. Minderheidsstandpunten worden op verzoek in het voorstel of advies opgenomen.

  • 12 Indien door of namens het college is verzocht advies uit te brengen, geeft de Participatieraad Wmo hieraan zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen drie weken gevolg.

Artikel 21 Verslag

  • 1 De secretaris stelt in samenwerking met de voorzitter van elke vergadering een verslag op. Dit verslag wordt in de eerstvolgende vergadering ter vaststelling voorgelegd.

  • 2 Voorafgaande aan de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, zendt de secretaris het verslag aan de leden van de Participatieraad Wmo

  • 3 Na goedkeuring van het verslag door de Participatieraad Wmo, bedoeld in het eerste lid, zendt de secretaris een afschrift naar de GV-raad en Seniorenraad, het college en naar de griffier die het vervolgens openbaar maakt door het te publiceren op onder andere het RIS, voor zover niet in strijd met artikel 14.

Hoofdstuk 5 FACILITEITEN

Artikel 22 Faciliteiten

  • 1 Ten behoeve van de Participatieraad wordt jaarlijks een bedrag opgenomen in de begroting

  • 2 De organisatie die de professionele ondersteuning levert treedt op als budgethouder.

  • 3 Op basis van de voorgenomen activiteiten en hieruit voorvloeiende kosten worden er jaarlijks budgetafspraken gemaakt.

  • 4 Voor vergoeding komt onder meer in aanmerking: - Onkosten die als algemeen gebruikelijk worden gezien bij de uitoefening van de taken zoals deze staan omschreven in artikel 4 en 5; - Aanschaf documentatie, literatuur en vaktijdschriften; - Deskundigheidsbevordering ( cursussen/ inhuur deskundigheid); - Faciliteiten voor het verzorgen van:      - voorlichting en PR      - overleg en activering van de achterban.

Artikel 23 Verantwoording

Jaarlijks wordt in het burgerjaarverslag van de burgermeester, de managementsrapportages en de jaarrekening opgenomen op welke wijze vorm en inhoud is gegeven aan het recht op burger- en cliëntenparticipatie.

Hoofdstuk 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 24 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist:

  • 1.

    De voorzitter, indien het de vergaderorde betreft;

  • 2.

    Het college, in overleg met de Participatieraad Wmo Waalre, over andere aangelegenheden.

Artikel 25 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening Participatieraad Wmo Waalre’. 

Artikel 26 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na publicatie.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 16 januari 2007.
De raad van de gemeente Waalrede griffier, de voorzitter,

1 Algemene toelichting wettekst Wmo en Memorie van Toelichting

Relevant in dit verband zijn de volgende bepalingen zoals opgenomen in de wettekst WMO en Memorie van Toelichting (MvT):

Artikel 3 - Plan gemeenteraad

  • 1.

    De gemeenteraad stelt een of meer plannen vast, die richting geven aan de door de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders te nemen beslissingen betreffende maatschappelijke ondersteuning.

  • 2.

    De gemeenteraad stelt het plan telkens voor een periode van ten hoogste vier jaren vast. Het plan kan tussentijds gewijzigd worden.

  • 3.

    Het plan bevat de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning.

  • 4.

    In het plan wordt in ieder geval aangegeven: a.wat de gemeentelijke doelstellingen zijn op de verschillende in artikel 1, eerste lid, onder g, genoemde onderdelen van maatschappelijke ondersteuning; b.hoe het samenhangende beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning zal worden uitgevoerd en welke acties in de door het plan bestreken periode zullen worden ondernomen; c.welke resultaten de gemeente in de door het plan bestreken periode wenst te behalen; d.welke maatregelen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders nemen om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop de maatschappelijke ondersteuning wordt uitgevoerd; e.welke maatregelen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders nemen om voor degene aan wie maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdelen 2°, 5° en 6°, wordt verleend, de keuzevrijheid te bieden met betrekking tot de activiteiten van maatschappelijke ondersteuning; f.op welke wijze de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders zich hebben vergewist van de behoeften van kleine doelgroepen.

Artikel 9

Het college van B en W publiceert jaarlijks voor 1 juli de uitkomsten van onderzoek naar de tevredenheid van vragers over maatschappelijke ondersteuning over de uitvoering van de wet, die verkregen zijn volgens een methode die na overleg met representatieve organisaties op het gebied van maatschappelijke ondersteuning tot stand is gekomen.

Artikel 11

  • 1.

    Het college van B en W betrekt de ingezetenen van de gemeente en in de gemeente belanghebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, op de wijze voorzien in de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet vastgestelde verordening.

  • 2.

    Het college van B en W stelt ingezetenen van de gemeente en in de gemeente belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen in de gelegenheid zelfstandig voorstellen voor het beleid inzake maatschappelijke ondersteuning te doen.

  • 3.

    Het college van B en W verschaft informatie die nodig is ter uitvoering van het bepaalde in het eerste en tweede lid.

  • 4.

    Onverminderd het eerste lid vergewist het college van B en W zich bij de voorbereiding van het beleid tevens van de belangen en behoeften van ingezetenen die hun belangen en behoeften niet goed kenbaar kunnen maken.

Artikel 12

  • 1.

    Alvorens een voordracht tot vaststelling door de gemeenteraad te doen vraagt het college van B en W over het ontwerpplan advies aan de gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning.

  • 2.

    Het college van B en W voegt bij de voordracht tot vaststelling door de gemeenteraad tevens een motivering hoe met de belangen en behoeften van personen als bedoeld in artikel 11, tweede lid, heeft gewogen.

Gemeentewet

In artikel 150 van de gemeentewet staat het volgende:

  • 1.

    De raad stelt een verordening vast waarin regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken.

  • 2.

    In deze verordening worden ten minste geregeld:a. de wijze waarop van de beleidsvoornemens waarop inspraak zal worden verleend, openbaar wordt kennis gegeven;b. de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen in staat worden gesteld hun mening over de onder a. bedoelde beleidsvoornemens kenbaar te maken;c. de rapportering over de onder b. bedoelde inspraak en over de uitkomsten daarvan;d. de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen in de gelegenheid worden gesteld hun beklag te doen over de uitvoering van de verordening.

De wet verplicht tot het vinden van maximaal lokaal draagvlak, maximale transparantie en verantwoording op het lokale niveau. Er ligt een verplichting om zoveel mogelijk (groepen van) burgers bij de beleidsvoorbereiding te betrekken, maar de vormvereiste beperkt zich tot het formeel regelen van inspraak op het ontwerpbeleidsplan en op de vast te stellen verordening voor voorzieningen waarin een zorgplicht van gemeenten wordt geregeld.

TOELICHTING PER ARTIKEL zoals genoemd in de voorliggende verordening Participatieraad Wmo Waalre

Artikel 3.- Samenstelling

De begrenzing ‘vertegenwoordigers van lokale vrijwilligers- en belangenbehartigingsorganisaties ’ moet niet te ‘eng’ worden gehanteerd. Organisaties die misschien niet helemaal aan de omschrijving voldoen, maar -gelet op hun werkzaamheden en/of contacten met kwetsbare groepen van burgers c.q. vragers- een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan het WMO-beleid, worden niet van deelname uitgesloten. Het gaat hier om een voorlopige samenstelling. In de praktijk wordt bekeken in hoeverre een zinvolle bijdrage op het Wmo-beleid geleverd kan worden en of dit consequenties heeft voor de samenstelling.

Vooralsnog gaat het om de volgende organisaties:

Toelichting op het participatiemodel:

  • 1.

    De Participatieraad Wmo zal bestaan uit vertegenwoordigers van de Seniorenraad en de GV-raad en is de directe gesprekspartner van de gemeente en de WMO-aanbieders.

  • 2.

    De Seniorenraad bestaat uit de huidige leden.

  • 3.

    De GV-raad bestaat uit de overige vertegenwoordigers van vrijwilligersorganisaties die niet onder de Seniorenraad vallen, zoals Platform Gehandicapten, Zonnebloem, Parochie, vrouwenorganisaties, kerkelijke organisaties et cetera.

  • 4.

    Zowel Seniorenraad als GV-raad verzorgen de eigen achterbanraadpleging en vormen tevens het centrale aanspreekpunt voor niet-georganiseerde burgers. De Seniorenraad heeft als achterban de ouderenorganisaties en wijkgerichte klankbordgroepen bestaande uit ouderen wonende in de betreffende wijk. De GV-raad zal leden van de deelnemende organisaties als achterban beschouwen.

  • 5.

    De te bespreken onderwerpen worden uitgezet bij de verschillende werkgroepen. De werkgroepen bestaan uit een combinatie van leden uit de Seniorenraad én GV-raad, maar kunnen ook afkomstig zijn uit de wijkgerichte klankbordgroepen van de Seniorenraad of uit de achterban van de vrijwilligersorganisaties. De werkgroepen zijn meestal tijdelijk en worden opgezet rondom een actueel te behandelen thema. Gaat het bijvoorbeeld om het beleid over huishoudelijke verzorging, dan wordt er een werkgroep samengesteld met personen die geïnteresseerd zijn in dit onderwerp en graag willen meedenken in de beleidsvorming. De benamingen van de werkgroepen zijn gebaseerd op de prestatievelden uit de Wmo. Er zijn voorbeelden gegeven om het betreffende prestatieveld te verduidelijken. Aanvullingen en/of aanpassingen zijn uiteraard mogelijk.

Artikel 13. – Informatierecht

Deze bepaling regelt het passieve informatierecht van de Participatieraad Wmo. Het is vorm gegeven in een actieve informatieplicht van het college. Het college dient uit eigen beweging te zorgen dat de Participatieraad Wmo tijdig de nodige informatie ontvangt die voor zijn functioneren noodzakelijk of dienstbaar is.Naast dit passieve informatierecht bezit de Participatieraad Wmo ook een actief informatierecht: hij kan zelf om bepaalde inlichtingen en/of gegevens vragen.Het informatierecht omvat tevens het recht op ondersteuning bij het toegankelijk maken van informatie, de bevordering van de deskundigheid van de Participatieraad Wmoleden, waaronder wordt begrepen het bevorderen van kennis en inzicht, het leren vergaderen en communiceren met de uitvoerders, het leren lezen van beleidsnota's, het formuleren en onderbouwen van de adviezen, het planmatig werken enz.

Artikel 14. – Geheimhoudingsplicht

Artikel 2:5 van de Algemene wet Bestuursrecht luidt:

  • 1.

    Eenieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift terzake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voorzover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

  • 2.

    Het eerste lid is mede van toepassing op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die door een bestuursorgaan worden betrokken bij de uitvoering van zijn taak, en op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die een bij of krachtens de wet toegekende taak uitoefenen.Omdat de mogelijkheid bestaat dat de Participatieraad Wmo kennis neemt van vertrouwelijke informatie is het goed zich ervan rekenschap te geven dat hierop de geheimhoudingsplicht van artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht rust. Na vooraf verkregen schriftelijke toestemming van het college mag de Participatieraad Wmo genoemde informatie aan derden verstrekken of publiek maken.

Artikel 15.- Beleidsterreinen en prestatievelden

Bij beleid waarbij individuele voorzieningen in het geding zijn, kan gedacht worden aan de praktische invulling die de gemeente Waalre geeft aan het begrip compensatiebeginsel en in hoeverre de gemeente Waalre de voorzieningen in overleg met de cliënt conform de ICF-classificatie verstrekt.

De eventuele betrokkenheid van de Participatieraad Wmo bij het beleid op andere prestatievelden en beleidsterreinen blijft hiermee open. Dit hangt mede af van samenwerking met andere initiatieven op het gebied van burgerparticipatie in Waalre.