Integratienota Waalwijk 2010

Geldend van 11-02-2011 t/m heden

Intitulé

Integratienota Waalwijk 2010

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

De behoefte aan een integratienota in Waalwijk vloeit voort vanuit verschillende invalshoeken. Zo staan de huidige kaders voor het integratiebeleid van Waalwijk beschreven in een raadsinformatiebrief uit 2005 en inmiddels is de behoefte aan een nieuwe nota ontstaan. Daarnaast vinden er op dit moment weinig gemeentelijke activiteiten plaats gericht op sociale cohesie tussen Etnisch Culturele Minderheden (hierna gebruiken we de afkorting ‘ECM’) en autochtonen om van Waalwijk een geïntegreerde samenleving te maken. De visie hiertoe is er wel degelijk, maar deze is nog niet uitgewerkt en acties op basis daarvan worden nog niet of nauwelijks ondernomen. Ook in de programmabegroting voor 2009 is opgenomen dat een nieuwe integratienota opgesteld dient te worden. Tenslotte vloeit, naar aanleiding van tegenstellingen in de samenleving, eveneens de behoefte voort tot het ontwikkelen van nieuw beleid op integratie. Het incident met een vluchtelingengezin in Waspik heeft bijvoorbeeld ook een rol gehad in het ontwikkelen van de beleidsnota.

Belangrijke input van deze nota is aangeleverd door de gemeenteraad. Een aantal raadsleden is op pad gegaan om interviews af te nemen met inwoners en vertegenwoordigers van instellingen en organisaties in de gemeente Waalwijk. Deze interviews zijn door Palet uitgewerkt en hebben geleid tot het rapport “Maatschappelijke Verkenning Waalwijk”. Mede op basis van dit rapport is niet alleen de beleidsnota ontwikkeld maar is ook de visie tot stand gekomen. Deze nota gaat dan ook in op de vraag wat integreren volgens ons college betekent. Het laat de knelpunten zien en toont onze visie op mogelijkheden voor verbetering en oplossingen. Op sommige punten is gebleken dat er geen verbetering (meer) nodig is, eenvoudigweg omdat iets al goed loopt of omdat is gebleken dat het, om welke reden dan ook, zinloos is op een bepaald punt maatregelen te nemen.

Middels deze nieuwe nota wil ons college haar visie op integratie in Waalwijk vaststellen en uitdragen. We willen een stimulerende, proactieve rol aannemen in het bijeenbrengen van alle ‘Waalwijkers’. Beeldvorming, verbinden, participatie en het verbeteren van de sociaaleconomische positie in de maatschappij (van iedereen) zijn hierbij uitgangspunten.

1.2 Probleemstelling

Om tot de centrale vraagstelling te komen moeten we eerst het probleem definiëren. We gaan hiervoor op zoek naar de redenen die ertoe leiden dat de behoefte aan een integratienota steeds groter wordt. Allereerst constateren we dat in de afgelopen decennia een samenleving is ontstaan met een diversiteit aan mensen, culturen, religies, talen, overtuigingen en wat dies meer zij. Door gebrek aan kennis en begrip ontstaat vaak een soort angst voor de ander. Die situatie willen we graag doorbreken.

Ten tweede komen vanuit verschillende hoeken signalen dat er een zekere mate van polarisatie in Waalwijk te zien is. Geluiden van een zekere radicalisering of verrechtsing zijn, net als in de rest van Nederland, ook hier waarneembaar en die baren ons zorgen. We willen niet dat mensen met de ruggen naar elkaar staan. Idealiter creëren we met elkaar een klimaat van wederzijdse acceptatie en respect. Echter, met één hand kun je niet klappen en dus dienen wij als inwoners samen te werken aan een dergelijke samenleving.

We willen dus een samenleving creëren van wederzijdse acceptatie waarin mensen niet (meer) met de ruggen naar elkaar staan. Een geïntegreerde samenleving. Maar wat betekent integratie nu eigenlijk? Er zijn dermate veel definities van integratie in omloop dat we daaruit onze visie hebben samengesteld: het proces van enerzijds het openstellen voor iedereen en anderzijds het worden van een geaccepteerd lid van een groep, gemeenschap, plaats of organisatie ongeacht ras, etniciteit, religie, sekse of seksuele geaardheid. Daarmee bedoelen we dat:

  • ·

    inwoners (ongeacht ras, etniciteit, religie, sekse of seksuele geaardheid) actief deel uit (gaan) maken van de Waalwijkse gemeenschap

  • ·

    de Waalwijkse gemeenschap zich openstelt voor iedereen (ongeacht ras, etniciteit, religie, sekse of seksuele geaardheid).

Als we een dergelijke samenleving hebben bereikt, is er volgens ons een geïntegreerde samenleving. Onze visie vergt inspanning van alle inwoners, ECM én autochtonen. Maar hoe bereiken we dit? Daarmee zijn we beland bij de centrale vraagstelling van deze nota:

Op welke wijze kan de gemeente bijdragen aan een Waalwijkse samenleving waarin inwoners (autochtonen en ECM) met elkaar samenwerken aan een klimaat van wederzijdse acceptatie?

De vraag die dan logischerwijs rijst is “waar staan we nu”. Maar waar we nu staan is moeilijk vast te stellen want: hoe meet je integratie? Uit de Maatschappelijke Verkenningen blijkt dat er geen grote problemen spelen in Waalwijk. Althans, niet zoals die in de grote steden voorkomen. Waalwijk kent geen echte probleemwijken en segregatie in wijken en onderwijs is summier. Uit een onderzoek van het IVA blijkt dat er vooralsnog geen interetnische spanningen zijn maar dat polarisatie wel sluimert. Eenzelfde soort beeld komt uit het rapport van Palet naar voren. Er zijn dus zeker wel aandachtspunten.

Op basis van deze rapporten en aandachtspunten maken we in hoofdstuk 2 een SWOT analyse zodat het beeld ontstaat welke problemen er spelen en welke positieve tendensen we zien. Daarna kunnen we de richting van het beleid bepalen. In hoofdstuk 3 zetten we uiteen welke maatregelen op de lokale situatie van toepassing kunnen zijn en in hoofdstuk 4 is een uiteenzetting van concrete activiteiten en financiële consequenties te vinden.

1.3 Centrale begrippen en definities

In deze nota staan een aantal begrippen centraal. In deze paragraaf zullen deze begrippen nader worden omschreven.

  • ·

    Diversiteit : de verschillen in waarden, attitudes, cultuur, overtuigingen, etnische achtergrond, seksuele geaardheid, kennis, vaardigheden en levenservaring tussen de individuen binnen een groep.

  • ·

    Etnisch Culturele Minderheden (ECM): Binnen de groep ECM vallen alle personen geboren in het buitenland en hun kinderen en kleinkinderen (eerste, tweede en derde generatie), we maken hierbij onderscheid in westerse en niet-westerse landen.

  • ·

    Integratie: het proces van enerzijds het openstellen voor iedereen en anderzijds het worden van een geaccepteerd lid van een groep, gemeenschap, plaats of organisatie ongeacht ras, etniciteit, religie

  • ·

    Sociaaleconomische positie: positie op de welvaartsladder. Indicatoren hiervoor zijn beroepsstatus, inkomen en opleidingsniveau en daarmee samenhangende kenmerken.

  • ·

    Verbinden: het duurzaam of herhaald bij elkaar brengen van mensen met andere mensen, groepen of instituties zodat er sociale netwerken kunnen ontstaan – vooral daar waar mensen nu met de ruggen naar elkaar staan.

  • ·

    Polarisatie: de verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving die kan resulteren in spanningen tussen deze groepen en toename van de segregatie langs etnische en religieuze lijnen.

  • ·

    Radicalisering: de bereidheid om diep ingrijpende veranderingen in de samenleving (eventueel op ondemocratische wijze) na te streven, te ondersteunen of anderen daartoe aan te zetten.

2. Ambities van en voor de gemeente Waalwijk

2.1 SWOT analyse

Op basis van de Maatschappelijke Verkenning, die de raadsleden in Waalwijk hebben gehouden en relevante rapporten en informatie uit de beleidsafdeling hebben we een SWOT (sterkte en zwakte) analyse gedaan om het traject voor onze gemeente te bepalen. In de Maatschappelijke Verkenning staat beschreven wat positief is, wat aandacht vraagt en welke problemen om een oplossing vragen. Voor de volledigheid dient bij het Rapport Maatschappelijke Verkenning van Palet hierbij opgemerkt te worden dat de inzet van de maatschappelijke verkenning was om signalen uit de samenleving weer te geven. Het rapport kent daarom zijn tekortkomingen wanneer het om validiteit gaat maar biedt wel een belangrijke input. De SWOT analyse is sfeerbepalend voor Waalwijk, alle sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen zijn lokale signalen.

Sterkte

  • ·

    In de inburgering wordt de nadruk gelegd op eigen verantwoordelijkheid en niet meer op pamperen, duale trajecten zijn integratiebevorderend

  • ·

    Personal coaching en maatwerk leidt tot betrokkenheid van ouders bij de ondersteuning van hun kinderen

  • ·

    Er zijn geen echte probleemwijken in Waalwijk

  • ·

    Een project als buurtmoeders maakt zichtbaar dat participatie ook bij etnische minderheden als belangrijk wordt ervaren

  • ·

    ECM-ouders doen mee bij het organiseren van activiteiten op scholen

  • ·

    Betrokkenheid van jongeren is volgens de jongerenwerkers groot

  • ·

    Er is een aantal actieve jongeren (voetbalteam, debatclub, hulpacties) dat samen activiteiten onderneemt

Zwakte

  • ·

    Bij ieder inburgeringstraject is differentiatie/maatwerk nodig

  • ·

    Onvoldoende bekendheid over voorzieningen als paswijzer, zorgloket bij minderheidsgroeperingen

  • ·

    Het is onduidelijk wat er gebeurt met inburgeraars die de inburgeringscursus niet halen

  • ·

    Er is onduidelijkheid over welke groepen inburgeraars prioriteit dienen te krijgen

  • ·

    Psychische problematiek, eenzaamheid, heimwee e.d. bij vluchtelingen heeft nog niet voldoende aandacht

  • ·

    Negatieve beeldvorming leidt tot problemen op de arbeidsmarkt, onderwijs etc.

  • ·

    Vrouwen uit ECM ervaren een gebrek aan gelijkwaardigheid tussen hen en vrouwen met een Nederlandse achtergrond

  • ·

    Zowel autochtonen als ECM missen de inzet van de ander

Kansen

  • ·

    Maatschappelijke stages/vrijwilligerswerk kunnen positieve gevolgen hebben voor doelgroepen op de arbeidsmarkt, bij inburgering, participatie etc.

  • ·

    Instellingen dienen hun maatschappelijke positie serieus te nemen en op knelpunten in te springen (huiswerkbegeleiding, taallessen, participatie van vrouwen, het Turks moskeebestuur is hier een goed voorbeeld van)

  • ·

    Het investeren in taal is van belang omdat het leidt tot participatie in de samenleving en omdat het een bindend middel is

  • ·

    Goed wijkbeheer i.s.m. bewoners en maatschappelijke organisaties

  • ·

    Het betrekken van ouders bij hun kinderen, in ieder geval buitenshuis

  • ·

    Uitnodigen tot wederzijdse integratie mag best uitdrukkelijker, richting autochtonen en richting ECM

  • ·

    Ontmoeting en contact leiden tot begrip, acceptatie en verbinding. Culturele (eet)activiteiten zijn ideale momenten om informatie te verschaffen/ontvangen.

  • ·

    Het betrekken van de doelgroep bij het signaleren en oplossen van problemen en daarmee stimuleren van de positieve beeldvorming

  • ·

    Er lijkt behoefte aan een ontmoetingspunt waar jongeren in ontspannen sfeer met elkaar kennis kunnen maken

Bedreigingen

  • ·

    De rol van de media werkt stigmatiserend

  • ·

    verharding (polarisatie) in de samenleving

  • ·

    Discriminatie en sluimerende xenofobie met als gevolg polarisatie/radicalisering

  • ·

    Het is voor ECM van belang door de samenleving geaccepteerd te worden. Het is steeds opnieuw een teleurstelling als dit niet zo blijkt te zijn.

  • ·

    Te weinig vertrouwen in de ander leidt zeker niet tot een constructieve samenwerking

  • ·

    Organisaties werken niet goed samen

  • ·

    Vrouwen zijn een belangrijke spil in het geheel, maar emancipatie dient zich ook op mannen te richten

  • ·

    segregatie op (basis)scholen door meer ECM-kinderen en het weghalen van autochtone kinderen van scholen

2.2 conclusie SWOT analyse

Als we de SWOT analyse goed bekijken kunnen we zien dat er veel verschillende positieve punten zijn en een heel aantal punten is dat nog aandacht nodig heeft. Maar veel punten hangen ook met elkaar samen. Investeren in het ene punt geeft in veel gevallen een positieve wending aan een ander punt. Om het zo transparant en overzichtelijk mogelijk te houden is een grove categorisering de beste optie om het beleid te ontwikkelen. Vervolgens kunnen we op basis van die categorisering beleid en de daarbij behorende maatregelen clusteren. Deze grove categorisering kunnen we uit twee sporen laten bestaan en dat zijn dan ook de doelstellingen die we willen behalen:

  • 1)

    verbinding

  • 2)

    sociaaleconomische positieverbetering

Tussen deze twee doelstellingen speelt veel interactie. Een duidelijk voorbeeld hiervan is discriminatie en het daarmee samenhangende gebrek aan kennis aan begrip. Discriminatie leidt tot uitsluiting op de arbeidsmarkt en het drijft een wig tussen mensen. Als we nu proactief discriminatie tegengaan op de arbeidsmarkt leidt dat tot een sociaaleconomische positieverbetering van ECM en tegelijkertijd brengt het investeren in kennis en begrip mensen dichter bij elkaar. De keuze om deze twee sporen te gaan ontwikkelen is bovendien gestoeld op zowel het oplossen van maatschappelijke problemen als op het voortzetten van positieve initiatieven en ervaringen.

Bij verbinding blijken wederzijdse acceptatie en begrip een sleutelrol te spelen in de diversiteit van de huidige samenleving. We zijn van mening dat verbinding het leven met elkaar in goede harmonie bevordert en problemen in de toekomst kan voorkomen. Maar, verbinding kan ook achterstanden tegengaan en helpen terugdringen. Onderzoeken wijzen uit dat interetnische contacten als instrument dienen ter bevordering van de integratie en de sociale cohesie.

De diversiteit van de samenleving kan echter ook achterstanden met zich meebrengen in taalbeheersing, opleiding, beroepen (de sociaaleconomische positie). Het is dan ook van belang om te (blijven) investeren in de sociaal economische positie van mensen om achterstanden terug te dringen. Maar een goede verbinding tussen mensen kan ook leiden tot een verbetering in de sociaaleconomische status (door bijvoorbeeld netwerken). Bovendien heeft interetnisch contact, naast het bevorderen van sociale cohesie, veel andere gunstige effecten. Het draagt bij aan het leren van de taal, aan de wederzijdse beeldvorming (kennis en begrip), vermindering van vooroordelen, tot aan de arbeidsmarktpositie van ECM toe.

Dus wanneer mensen met elkaar verbonden zijn, kunnen ze diversiteitbewust(er) worden en wordt meedoen in de samenleving weer makkelijker. En meedoen in de maatschappij kan leiden tot een positieverbetering op sociaaleconomisch vlak (netwerken, taalontwikkeling).

2.3 criteria voor maatregelen

De maatregelen die we in het volgende hoofdstuk uiteen gaan zetten in het kader van verbinding en ter verbetering van de sociaaleconomische positie dienen te voldoen aan een aantal door ons vastgestelde criteria. Dat zijn maatregelen:

  • -

    waar we als gemeente grip op hebben en die uitvoerbaar zijn

  • -

    die al effectief zijn gebleken

  • -

    die elkaar versterken op het gebied van verbinding en sociaal economische positieverbetering

We willen benadrukken dat we geen integratiebeleid gaan maken op excessen en vooroordelen. Het beeld dat in de landelijke media veelal wordt geschetst over bijvoorbeeld islamitische groeperingen is een eenzijdig beeld. De overgrote meerderheid van ECM geeft en heeft helemaal niet van dergelijke problemen. Er zullen altijd excessen zijn, daar is geen sluitend beleid op te maken. Daarmee ontkennen we niet dat er problemen zijn maar volgens ons zijn excessen niet de insteek van een integratiebeleid. Ons gemeentelijk integratiebeleid draait vooral om het bieden van kansen en het kweken van kennis en begrip zodat vooroordelen ontkracht worden. Het draait om samenwerken met elkaar om tot oplossingen te komen waar nodig en onderlinge samenhang te versterken voor de toekomst. Maar vooral samen want met één hand kun je niet klappen. We richten ons met deze nota in principe op alle inwoners van Waalwijk. In de inburgeringsverordening wordt een meer specifieke prioritering in doelgroep aangebracht. Niettemin hebben we in deze nota gekozen om wat extra nadruk te leggen op twee doelgroepen te weten vrouwen en jongeren. De eerste groep omdat geconstateerd is dat zij (te) weinig betrokken zijn bij het maatschappelijke leven en omdat zij een belangrijke verbindende rol kunnen spelen. De tweede groep omdat zij de toekomst zijn en we daar in willen investeren en voorkomen dat er achterstanden ontstaan.

Tenslotte kiezen we er heel bewust voor om mensen niet te laten assimileren en hun eigen identiteit af te nemen. De keuzevrijheid van mensen weegt hierin zwaar. Het behoud van de eigen identiteit versterkt bovendien het proces van integratie op een positieve manier. Sterker nog het opleggen van een ‘nieuwe’ identiteit werkt averechts en bevordert de integratie juist helemaal niet. Zo blijkt bijvoorbeeld dat sporten in de eigen kring geen belemmering is voor integratie maar juist het tegenovergestelde. Allochtone sportclubs slaan bijvoorbeeld bruggen in de samenleving.

3. Wat gaan we doen?

Hieronder gaan we de maatregelen uiteenzetten op het gebied van verbinding en de sociaaleconomische positieverbetering. Aan de hand van een BOS model bepalen we de lokale situatie en aanpak. We zetten eerst het lokale beeld (B) uiteen, vervolgens geven we ons oordeel (O) daarover en tenslotte geven we een aantal speerpunten (S) voor de komende jaren voor onze gemeente.

3.1 Maatregelen tot verbinden

Beeld

De maatschappij verhardt en dat leidt tot een zekere mate van polarisatie. Inwoners leven niet met elkaar maar tegenover elkaar of langs elkaar heen. In de SWOT analyse zagen we al dat vrouwen uit ECM een gebrek aan gelijkwaardigheid ervaren tussen hen en autochtone vrouwen in Waalwijk. En dat de rol van de media stigmatiserend werkt. Dat heeft ook zijn uitwerking in Waalwijk. Discriminatie en de sluimerende xenofobie zijn daar het gevolg van en dragen zeker niet bij aan een constructieve samenwerking tussen inwoners en kunnen bovendien zorgen voor een gebrek aan vertrouwen in de ander. Het gevoel dat groepen jongeren voor overlast zorgen (in het centrum, in Waspik, bij het busstation) draagt niet bij aan een positieve houding ten opzichte van elkaar.

Voortvloeiend uit een negatieve beeldvorming over ECM leidt het imagoprobleem waar deze jongeren mee kampen tot problemen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Het wantrouwen leidt tot minder kansen voor ECM. ECM geven aan dat het voor hen juist zo belangrijk is om geaccepteerd te worden door de samenleving, het gevoel om steeds weer tegen een muur aan te lopen werkt teleurstellend.

Hoewel segregatie niet echt een item is in Waalwijk worden Openbare Basisschool van der Heijden en de Oranje Nassauschool genoemd als scholen waar segregatie steeds meer plaats lijkt te (gaan) vinden. Niet alleen vanwege de etnisch culturele samenstelling in de wijk maar vooral ook omdat autochtonen hun kinderen van deze scholen halen.

De kracht van de gemeenschap om invloed uit te oefenen binnen de eigen gemeenschap blijkt sterk. Projecten als buurtmoeders hebben succes maar een vervolg daarop blijft uit. De vrijwillige deelname aan maatschappelijke zaken lijkt bij ECM lager te liggen en dat leidt bij autochtonen tot het gevoel dat ECM niet willen integreren en zich alleen maar ‘in hun eigen groep’ begeven. Daar staat tegenover dat ECM het gevoel hebben dat zij uitgesloten worden en onwelkom zijn. Het gevoel dat de ander uitdrukkelijker tot integratie moet worden uitgenodigd blijkt dan ook aan weerszijden te leven.

Tenslotte is er ook in Waalwijk een groep arbeidsmigranten uit Midden- en Oost- Europese landen waarvan een deel zich (op termijn) wellicht permanent wil vestigen in Waalwijk vanwege de mogelijkheden op de arbeidsmarkt hier. Ook over deze groep migranten leven de nodige vooroordelen.

Oordeel

We vinden het een ongewenste tendens dat mensen niet meer met elkaar spreken maar bang zijn van elkaar. Er is te weinig kennis over elkaars cultuur, religie, achtergrond en beweegredenen. In veel gevallen hebben vooroordelen en intolerantie de plaats ingenomen van openheid en verdraagzaamheid. We vinden dat de inwoners van Waalwijk met elkaar moeten spreken over elkaars verschillen maar vooral ook over elkaars overeenkomsten.

Natuurlijk willen we dat alle inwoners een bijdrage aan de maatschappij leveren. Maar we kunnen niet van iedereen een even actieve bijdrage verwachten, dat is afhankelijk van persoonlijke en situationele factoren. Bovendien bereiken we participatie zeker niet door vooroordelen en uitsluiting. De kracht van de eigen gemeenschap heeft zich echter lokaal en landelijk bewezen (denk aan het succes van projecten als buurtvaders). Een grote(re) betrokkenheid van ouders bij hun kinderen vinden we een goede zaak en willen we daarom stimuleren. Op die manier houden ouders een hand in de opvoeding.

Daarnaast vinden we participatie aan maatschappelijke activiteiten op het gebied van cultuur, sport, zorg etc. een positieve ontwikkeling. Enerzijds om elkaar te leren kennen en anderzijds om elkaar te helpen.

Niet langer met de ruggen naar elkaar. Dat is wat we willen bereiken. We willen dat mensen met elkaar samenwerken: immers met een hand kun je niet klappen. Elkaar accepteren om wie ze zijn. Activiteiten die etniciteitoverstijgend (gebaseerd op gezamenlijke interesses of belangen zoals opvoeding, sport etc.) blijken bij te dragen aan de verbinding van mensen. Etniciteit speelt dan geen rol meer. Het spelen van voetbal of de opvoeding van de kinderen daarentegen wel. Dan zijn activiteiten gebaseerd op gezamenlijke belangen of interesses en niet meer op verschillen.

Het is belangrijk om continu in beeld te houden dat verbinden niet alleen betekent dat etnische minderheden de Nederlandse taal leren maar ook dat zij door de maatschappij actief betrokken worden bij en in de samenleving. Het verbinden van mensen blijkt veelal plaats te vinden op basis van opleidingsniveau, taalvaardigheid, en beroepsniveau. Maatregelen om te verbinden blijken namelijk het meest effectief wanneer ze zijn verweven in en met het dagelijks leven. Duurzame projecten rond thema’s die de etniciteit overschrijden blijken uiteindelijk effectiever te zijn dan lokale incidentele initiatieven gericht op culturele verschillen. Maar culturele ontmoetingen zijn wel nodig om wederzijds kennis en begrip te kweken vanwege de positieve beeldvorming. Bovendien zijn deze gelegenheden ideale momenten voor dialoog en inhoudelijke programma’s over cultuur, religie en wat dies meer zij.

Speerpunten

Er zijn diverse manieren om verbinding tussen mensen te bereiken. De volgende speerpunten dragen daar volgens ons in eerste instantie het beste aan bij en daar gaan we dan ook op inzetten.

ØVrouwen voorop

Vrouwen hebben een belangrijke en beslissende hand in de opvoeding en we willen dat zij nog meer betrokken zijn bij de scholing en de toekomst van de kinderen. De vrouwen hebben veel meer grip op wat er in en rondom huis gebeurt dan over het algemeen wordt aangenomen. Die grip willen we versterken door bijvoorbeeld te investeren in emancipatie maar ook in begeleiding bij opvoeding waar nodig. De maatschappelijke vrouwenorganisaties zijn erg actief en leveren een belangrijke bijdrage aan de uitwisseling van kennis en begrip en hebben een positieve uitwerking om de integratie tussen (groepen) inwoners te bevorderen. Deze vrouwen lijken veel inwoners te bereiken op een laagdrempelige manier. Projectfinanciering van door hen voorgestelde activiteiten draagt bij aan onze gestelde beleidsdoelen. Voorheen werden de organisaties gesubsidieerd, vanaf 2010 stellen we per activiteit/project vast of het bijdraagt aan onze beleidsdoelstellingen. Er is al een verschuiving zichtbaar waarin de vrouwenorganisaties vaker de handen ineenslaan om culturele activiteiten samen te organiseren. Dat is een positieve tendens en we willen de samenwerking tussen hen en andere lokale culturele instellingen (nog verder) bevorderen.

ØPositieve beeldvorming

We gaan positieve beeldvorming stimuleren voor met name jongeren. Door jongeren met elkaar te laten sporten en eigen initiatieven daartoe (bijvoorbeeld toernooien) te stimuleren en te ondersteunen. Daarmee dragen we ook nog eens bij aan de gezondheid en beweging van jongeren. Daarnaast gaan we rolmodellen inzetten van succesvolle inwoners op het gebied van opleiding, werk, ondernemerschap, sport etc. om enerzijds een positief beeld te tonen en anderzijds een voorbeeld te kunnen zijn voor andere jongeren. In Waalwijk is in 2009 een promotieteam opgezet ‘Match!’ waarin jongeren van allerlei culturen zijn vertegenwoordigd om bijvoorbeeld aan positieve beeldvorming op de arbeidsmarkt bij te dragen. Een ander belangrijk item om de beeldvorming op een positieve wijze te stimuleren is het aangaan van de dialoog tussen jongeren door het opzetten van debatten en culturele ontmoetingen gericht op jongeren. Naast de genoemde activiteiten willen we levende vooroordelen ontkrachten. Wij zijn van mening dat dit kan door inwoners met elkaar in contact te brengen. Door de dialoog tussen inwoners (eventueel op wijkniveau) op te starten aan de hand van inhoudelijke thema’s kunnen we kennis en begrip kweken. Voorkomen dat de discussie almaar over het dragen van een hoofddoek gaat of over drankgebruik van groepen migranten maar met de betreffende inwoners spreken wat er nu eigenlijk leeft bij hen, wat zijn hun denkbeelden, idealen, normen en waarden. Want wanneer het niet over etniciteit gaat maar over opvoeden, zorg, werk of wonen liggen al deze normen en waarden niet zo ver uit elkaar als de media ons willen doen geloven. We gaan de nadruk leggen op overeenkomsten en niet meer op verschillen. Dat doen we onder andere door adviezen van de doelgroep in te winnen en hen zelf te laten bijdragen aan speerpunten. Dus niet meer praten over maar praten met.

ØProactief anti-discriminatie uitdragen

We gaan proactief uitdragen dat discriminatie niet wordt getolereerd. Discriminatoire (graffiti) uitingen kunnen worden gemeld en verwijderd. We willen preventieve programma’s op scholen en de spelende problematiek bespreekbaar maken om de gevaren van discriminatie te tonen. Het tegengaan van discriminatie draagt bij aan het voorkomen van radicalisering en polarisatie in de samenleving. Een omslag in denken lijkt nodig om een incident als met het vluchtelingengezin in Waspik in de toekomst zoveel mogelijk te voorkomen. Daartoe gaan we de radicalisering van jongeren proberen te voorkomen. De informatievoorziening rondom signalen en meldingen van discriminatie is nog niet optimaal. Een informatiestructuur en een samenwerkingsverband tussen gemeente, jeugd en welzijnswerkers, scholen en politie kan helpen bij het oppikken van signalen en het aanpakken van meldingen.

Vluchtelingenwerk is nauw betrokken bij het plaatsen en het begeleiden van vluchtelingen in Waalwijk. Een plan over polarisatie en radicalisering moet dieper ingaan op de problematiek met betrekking tot het plaatsen van vluchtelingen(gezinnen) zoals uit de rapportage van Forum is gebleken. Daarin worden ook actiepunten opgenomen rondom de begeleiding van nieuwkomers.

3.2 Maatregelen tot verbetering van de sociaaleconomische positie

Beeld

De sociaaleconomische positie van ECM loopt achter op de positie van autochtonen. Hoewel we geen precieze cijfers voorhanden hebben voor de situatie in Waalwijk gaan we ervan uit dat dat hier niet anders is. Zo blijken ECM op de arbeidsmarkt een achterstand te hebben ten opzichte van autochtonen, dat geldt met name voor jongeren. Door lagere scholing en door discriminatie maar ook doordat ze zich niet in het juiste netwerk bevinden. Daarnaast kost het jongeren uit ECM-groeperingen extra moeite om een stageplaats te bemachtigen terwijl dat voor veel opleidingen een vereiste is om het diploma te behalen. Lokale bedrijven geven aan geen problemen te hebben met jongeren met een andere achtergrond maar te gaan voor kwaliteit.

Er zijn ongeveer 40 inburgeringsplichtigen (nieuwkomers) per jaar in Waalwijk en 260 oudkomers. Van deze nieuwkomers belandt ongeveer 40% in de Wwb. De nazorg voor inburgeraars is nog niet (goed) geregeld. Het is onduidelijk waar inburgeraars terecht komen na het voltooien van de inburgeringscursus. Met name de doorstroom naar arbeid, en de (maatschappelijke) participatie van inburgeraars is (nog) niet inzichtelijk.

Taal blijkt een verbindende factor te zijn. Een gebrek aan taalkennis zorgt voor achterstanden bij opleiding, arbeid en maatschappelijke participatie. Anderzijds geven arbeid, opleiding en maatschappelijke participatie een goede impuls aan het taalniveau.

Emancipatie behoeft nog steeds aandacht. Hierbij zijn echter steeds meer geluiden te horen dat de emancipatie van mannen niet genoeg aandacht krijgt en dat zorgt voor strubbelingen in bijvoorbeeld arbeid of opvoeding.

Ten aanzien van wonen en wijken blijkt er geen echte grootstedelijke problematiek in Waalwijk te vinden. Er zijn wel concentraties van woonwijken met lage inkomens en logischerwijs zien we in deze wijken ook een hogere concentratie van ECM. Dat geeft echter nauwelijks tot geen problemen.

De gezondheid binnen ECM-groeperingen is nog een punt van aandacht. Niet alleen omdat ECM met andere gezondheidsproblemen kampen dan autochtonen maar vooral ook omdat de vergrijzing van ECM andere zorgbehoeftes met zich meebrengt dan bij autochtone senioren. Instellingen en medewerkers zijn nog niet (voldoende) ge-interculturaliseerd en daarmee nog niet klaar voor de behoefte van deze nieuwe groep senioren. Kennis en begrip van cultuur, religieuze gebruiken en taal ontbreekt nog. De verwachting is dat de mantelzorg bij ECM hoger zal zijn dan bij autochtonen maar vanzelfsprekend kan niet iedereen door familie of vrienden verzorgd worden en is dit nog een punt van aandacht. De (gezondheids)problemen bij jongeren uit ECM-groeperingen hebben eveneens een andere tendens. Aanpak van deze problematiek vergt een andere dan bij autochtone jongeren omdat zij ook met andere problemen kampen. Er bestaat (landelijk) grote zorg over de psychische problematiek bij jongeren uit een ECM groepering, er is te weinig kennis over de wereld waar deze jongeren in leven en de verschillen in tradities en opvoeding.

Tenslotte is er behoefte aan maatschappelijke participatie van ECM in onder andere de zorg maar ook in het vrijwilligerswerk.

Oordeel

Omdat taal een verbindende factor blijkt is dit een randvoorwaarde om participatie in de maatschappij en de kans op een goede toekomst te vergroten. Met name voor vrouwen in een opvoedsituatie is het belang van taal erg groot. Het werkt echter wel wederzijds, betrokken worden bij de maatschappij en kansen op de arbeidsmarkt of school dragen bij aan een goede taalkennis. Inburgeringsplichtigen en met name vrouwen in een opvoedsituatie dienen daarom uitdrukkelijk de taal te leren. De nadruk bij taal en inburgering dient te liggen bij nieuwkomers. Migranten(gezinnen) die al decennia lang hier wonen (oudkomers) bevinden zich niet meer in een opvoedsituatie en kunnen zich redden in de maatschappij. Gezien hun pensioengerechtigde leeftijd hebben zij geen inburgeringsplicht meer. Zij zijn veelal analfabeet, gaan vaak voor langere tijd terug naar het land van herkomst en de bereidheid aan inburgering deel te nemen blijkt laag te zijn. We gaan deze inwoners dan ook geen aanbod meer doen tot het leren van de taal en investeren in inburgering. De mogelijkheid om eventueel deel te nemen aan educatieve cursussen via het reguliere volwassenenonderwijs blijft echter wel bestaan. Inburgeringsplichtigen krijgen van de gemeente Waalwijk een inburgeringstraject aangeboden. Dit aanbod mag geweigerd worden, tenzij er een koppeling is met een Wwb uitkering. In dat geval heeft weigering wel consequenties voor de Wwb uitkering. Wanneer het gemeentelijk aanbod geweigerd wordt, dan moeten de inburgeringsplichtigen binnen vijf jaar (vanaf 1 januari 2010 3,5 jaar) dit zelf doen.

Emancipatie blijft een belangrijk punt. We mogen echter het vergaande emancipatieproces van de vrouwen uit ECM-groeperingen niet onderschatten. Met name de tweede en derde generatie vrouwen uit ECM-groeperingen verschillen niet in denkpatronen en doen qua emancipatie niet onder voor hun autochtone leeftijdsgenoten. Investeren in de maatschappelijke positie van vrouwen vinden we desondanks nuttig omdat zij veelal de opvoeders zijn en nog in mindere mate deelnemen aan het arbeidsproces. Maar we willen en moeten ook investeren in het emancipatieproces van de mannen zodat zij niet achterblijven in traditionele rollenpatronen of op een achterstand komen te staan ten opzichte van vrouwen.

Ondanks dat bedrijven vaak zeggen dat ze diversiteitsbewust zijn en geen moeite hebben met werknemers met een andere achtergrond is het een illusie te denken dat dit in de praktijk ook daadwerkelijk het geval is. De landelijke praktijk (en onderzoek) wijst immers uit dat jongeren moeite hebben met het vinden van stageplaatsen en last hebben van discriminatie. Er is geen aanleiding om aan te nemen dat Waalwijk daar een uitzondering op is. Bedrijven zouden diversiteitsbewuster moeten worden en de grote meerwaarde gaan zien van interculturaliteit op de werkvloer. Immers, 19% van de beroepsbevolking is een ECM. Een andere (niet-westerse) achtergrond brengt andere kwaliteiten met zich mee waar bedrijven baat bij hebben. Bovendien krijgen bedrijven inzicht in de behoeften van ECM en kunnen ze andere markten en doelgroepen aanspreken. Onderzoek heeft aangetoond dat interculturele teams beschikken over meer creativiteit, productiviteit en een groter probleemoplossend vermogen. Het is daarom ook in het belang van een organisatie om niet alleen naar individuele kwaliteit te kijken maar ook naar de kwaliteiten van een (intercultureel) team. De naderende vergrijzing zorgt tenslotte voor een extra druk op de arbeidsmarkt en is een andere belangrijke reden om ‘nieuwe’ groepen op de arbeidsmarkt aan te spreken. De gemeente zal hier een voorloper van worden en gaat investeren in de diversiteit op de werkvloer. Inburgeraars verdienen hierbij speciale aandacht, het is onwenselijk dat de nazorg met betrekking tot werk en participatie voor inburgeraars nog niet goed is geregeld.

Het percentage voortijdig schoolverlaters onder ECM-jongeren ligt landelijk hoger dan bij autochtone jongeren. Door deze tendens ligt het opleidingsniveau lager en is het percentage jongeren met een startkwalificatie lager. De maatschappelijke positie van jongeren uit deze doelgroepen blijft daarom achter in vergelijking met die van autochtone jongeren en een hogere (jeugd)werkloosheid is het gevolg. Voor Waalwijk worden voortijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie meegenomen in de reguliere programma’s, daarbij wordt vooralsnog geen onderscheid gemaakt in achtergrond. Mocht blijken dat onder ECM in Waalwijk het percentage aanzienlijk hoger ligt dan bij autochtonen dan kaar speciale aandacht naar uitgaan via de trajectbegeleider van Workmate.

Gezien de situatie in Waalwijk vinden we een spreidingsbeleid voor wonen en wijken niet noodzakelijk. We vinden het allereerst van zwaarder belang wegen dat inwoners van Waalwijk vrije keus hebben waar en met wie ze willen wonen dan dat zij op basis van etniciteit worden gedwongen tot spreiding. Het is een logisch gevolg dat mensen met een zelfde achtergrond, taal, cultuur of religie elkaar opzoeken omdat dat een stukje herkenbaarheid biedt. Bovendien biedt de bereidheid tot helpen en de weg vinden in de samenleving door buren of vrienden een welkome hand voor nieuwkomers. Ten tweede laat onderzoek zien dat een verplicht spreidingsbeleid de leefbaarheid in wijken niet (direct) verbeterd, zeker niet in een middelgrote gemeente. Een gedifferentieerd aanbod van woningen daarentegen zorgt op termijn vanzelf voor gemengde wijken in cultuur, etniciteit, inkomen, leeftijd etc. Het is daarom logischer om te investeren in een gedifferentieerd aanbod in woningen zodat spreiding op een natuurlijke wijze verloopt. Overigens wordt deze visie gedeeld door de afdeling R&E, cluster wonen en is in de ‘Woonvisie 2010-2019 Waalwijk’ de differentiatie in woningaanbod onderstreept en is het geformuleerd als een belangrijk punt voor de gemeente Waalwijk.

De zorg behoeft een sterke inhaalslag ten aanzien van interculturalisatie. De vergrijzing komt steeds dichterbij en daarmee ook de verschillen in aanpak van zorg voor inwoners met een andere culturele achtergrond. We moeten klaar zijn om te kunnen inspelen op de zorgvraag van deze groepen. Hetzelfde geldt voor jongeren. Als blijkt dat zij kampen met andere problemen dan autochtone jongeren dan is dat wellicht een reden voor schooluitval of het belanden in een “verkeerde” omgeving.

Speerpunten

Ondanks dat er op het gebied van sociaaleconomische positieverbetering veel maatregelen te bedenken zijn hebben we gekozen voor speerpunten die zoveel mogelijk een wisselwerking hebben met de speerpunten tot verbinden en die waar we als gemeente ook daadwerkelijk invloed op uit kunnen oefenen.

ØArbeidsmarkt en (maatschappelijke) stages

Achterstanden op de arbeidsmarkt en in opleiding gaan we deels oplossen door stageplaatsen te creëren en afspraken maken met het bedrijfsleven over diversiteit en stageplaatsen. Onze organisatie zal daar een voorbeeld in zijn. Daarmee investeren we tegelijkertijd in de diversiteit van teams. Wanneer we zichtbaar maken welke goede resultaten interculturele teams boeken kunnen andere organisaties daar een voorbeeld aan nemen.

Maatschappelijke participatie kunnen we bereiken door maatschappelijke stages te koppelen aan inburgeringstrajecten en tevens verplicht te stellen voor uitkeringsgerechtigden. Daarmee ondervangen we deels het tekort aan vrijwilligers, worden vrouwelijke inburgeraars betrokken bij de arbeidsmarkt, kan de taal in de praktijk geoefend worden en worden inwoners diversiteitsbewuster omdat ze overal in aanraking komen met inwoners met andere culturele achtergronden.

ØTaal

De investering in taal verloopt via de Vroeg en Voorschoolse Educatietrajecten (VVE) die we koppelen aan inburgeringsprogramma’s zodat ouders en kinderen hun taalniveau omhooghalen. Het probleem van kinderopvang wordt ondervangen door inburgering en VVE (zo nodig) op gelijke tijdstippen te laten plaatsvinden. De kracht van de eigen gemeenschap willen we nadrukkelijk inzetten bij het ondervangen van taalachterstanden. Een voorbeeld daarvan is een moskee in Waalwijk. Zij heeft een belangrijke maatschappelijke functie als het draait om scholing en taal. Aangezien we dezelfde doelen nastreven is samenwerking of afstemming op dit gebied handig en versterkend. Samenwerking met verenigingsverbanden van Midden- en Oost-Europese arbeidsmigranten zodat zij niet buiten de boot vallen bij het investeren in taal. Deze groep is weliswaar niet verplicht in te burgeren maar gezien de signalen dat steeds meer werknemers zich permanent vestigen is de kans op een taalachterstand ook steeds groter. Ook hierin zal worden geïnvesteerd.

Økansen bieden

Een inburgeringstraject biedt de mogelijkheid om de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten en te verstevigen. Tot voor kort waren de inburgeringstrajecten uitsluitend gericht op werk en opvoeding. Nu worden ook taalkennisvoorzieningen aangeboden, die met name de jonge inburgeraars de kans biedt om aansluitend op het inburgeringstraject een vervolgopleiding op Mbo niveau te volgen. Daarnaast dient vanaf 1 januari de inburgeringsvoorziening eveneens gericht te zijn op maatschappelijke participatie en ondernemerschap. In 2010 zal er een nieuwe aanbesteding voor inburgering plaatsvinden, waarbij ingezet zal worden op zowel arbeids- als maatschappelijke participatie. Nieuwkomers worden dan nadrukkelijk betrokken bij en ingezet in de maatschappij door middel van duale trajecten (combinatie van leren en stage). In samenwerking met vluchtelingenwerk kan een degelijk traject opgezet worden voor de integratie van nieuwkomers in Waalwijk zodat de aanbevelingen van het rapport van Forum verder uitgewerkt kunnen worden.

ØZorg

Het vergrijzingsprobleem voor inwoners uit ECM groeperingen is iets waar we geen grip op hebben maar waar wel aandacht aan besteedt dient te worden om interculturele problemen te voorkomen. Maar ook de jeugdzorg heeft behoefte aan interculturalisering om specifieke problematiek te herkennen en te begrijpen. Dat kunnen we opvangen door (medewerkers van) instellingen te interculturaliseren. Het beleid van de instellingen dient afgestemd te zijn op de diversiteit in de maatschappij en medewerkers moeten getraind worden in interculturele communicatie. Middels voorwaarden in de subsidieverlening kunnen we hier op sturen. Daarnaast gaan we medewerkers uit de doelgroepen stimuleren om in de zorg te werken zodat zij deze specifieke zorgbehoefte deels op kunnen vangen. Ook het belang van mantelzorg willen we onder de ECM groeperingen nog verder stimuleren.

4. Uitvoeringsprogramma en financiële consequenties

In het onderstaande uitvoeringsprogramma zetten we een eerste aanzet tot activiteiten uiteen die onze beleidsregels ondersteunen. Er is een keur aan activiteiten te bedenken die bijdragen aan onze doelstellingen. We hebben daarom een prioritering aan gebracht in activiteiten die op redelijk korte termijn uitvoerbaar zijn. In de loop van het jaar 2010 en de navolgende jaren worden daar nog activiteiten aan toegevoegd. Het uitvoeringsplan wordt jaarlijks herzien en aangevuld. De kosten voor het uitvoeringsprogramma zijn voor 2010 incidenteel gedekt. Voor 2011 zal in de kadernota om middelen worden verzocht.

De eerste paragraaf ‘algemeen’ bestaat uit activiteiten die niet specifiek tot de doelstellingen ‘verbinden’ of ‘sociaaleconomische positieverbetering’ leiden.

Algemene activiteiten

Gemeentelijke integratiekalender

Inhoud

Kalender te bereiken via een link op de gemeentelijke website waarop data vermeld worden van lokale (regionale) bijeenkomsten en activiteiten die betrekking hebben op integratie

Actiehouder

Beleidsmedewerker belast met integratie

Betrokkenen

I&A/websitebeheerder

Afdeling communicatie

BGW

Lokale instellingen op gebied van welzijn, cultuur, jeugd etc.

Aanvullende informatie

Mogelijkheid om activiteiten aan te melden via website

Koppelen van een digitale bibliotheek met relevante onderzoeken en artikelen over integratie die van belang (kunnen) zijn voor de lokale situatie

Verwacht effect

Inwoners worden zich bewust(er) van het belang van integratie en de waarde die we daar als gemeente aan hechten. Centraal overzicht van activiteiten in Waalwijk en omgeving toont ook de minder bekende activiteiten die inwoners of organisaties zelf initiëren.

Tijdspad

Doorlopend vanaf medio 2010

Kosten

Ambtelijke uren

Activiteiten ‘verbinden’

Vrouwensalon

Inhoud

Een vrouwensalon is een initiatief van Forum. Lokale organisaties organiseren een dag met activiteiten/workshops voor en door vrouwen met als doel emancipatie en participatie te bevorderen. In Waalwijk zijn vrouwenorganisaties al actief met het organiseren van activiteiten rondom internationale vrouwendag (8 maart), middels een vrouwensalon kunnen we deze activiteiten vormgeven, subsidiëren en groter opzetten dan kleine losse activiteiten.

Actiehouder

Beleidsmedewerker belast met integratie

Beleidsmedewerker belast met participatie

Betrokkenen

Mozaiek, lokale vrouwenorganisaties

Aanvullende informatie

De organisatie ligt in handen van de maatschappelijke (zelf)organisaties.

www.forum.nl

Handleiding Vrouwensalon

Verwacht effect

Door de organisatie van een Vrouwensalon in handen te laten zijn van zelforganisaties worden de vrouwen daadwerkelijk betrokken en zij kunnen op hun beurt hun achterban aanspreken. Het betrekken van vrouwen heeft als bijkomend effect dat zij elkaar op de hoogte kunnen brengen van voorlichting en aanbod van gemeente. Door het te koppelen aan internationale vrouwendag wordt het een groter evenement en kan het belang van emancipatie en participatie op de kaart worden gezet.

Tijdspad

Eerste Vrouwensalon voorjaar 2010/2011

Kosten

€ 5000,-

Fototentoonstelling Waalwijks succes

Inhoud

Fototentoonstelling (of boekje/brochure) over de successen van lokale vrouwen en mannen uit ECM-doelgroepen. Zij fungeren als rolmodel voor jongeren uit ECM. Foto’s met persoonlijke (succes)verhalen die in de hal van het gemeentehuis tentoongesteld kunnen worden.

Actiehouder

Beleidsmedewerker belast met integratie

Betrokkenen

Mozaiek

Afdeling communicatie

Lokale weekbladen

Aanvullende informatie

Draagt bij aan de positieve beeldvorming

Inwoners fungeren als rolmodellen

Verwacht effect

Door inwoners als rolmodel te laten fungeren dienen zij als voorbeeld voor anderen. Succesvolle Waalwijkers staan dichterbij de inwoners dan landelijke publieke figuren en spreken meer tot de verbeelding. Dat geeft enerzijds een effect van “wat zij kunnen, kan ik ook” en het geeft tegenwicht aan negatieve publiciteit in de media over ECM.

Tijdspad

2010-2011

Kosten

€ 2500,-

Taalcoaches

Inhoud

Een taalcoach is een vrijwilliger die iemand helpt met het leren van de Nederlandse taal. Dit gebeurt vooral door in de praktijk de taal te oefenen.

Actiehouder

Beleidsmedewerker belast met inburgering

Betrokkenen

Vluchtelingenwerk

ISD

Aanvullende informatie

Het project blijkt succesvol. Sinds april 2009 tot november 2009 zijn al 12 matches gemaakt.

www.hetbegintmettaal.nl

Verwacht effect

De taal wordt in de praktijk geoefend, mensen kunnen op een eenvoudige manier de Nederlandse taal leren en direct oefenen.

Tijdspad

Vanaf april 2009

Kosten

Voor dit project is rijkssubsidie beschikbaar gesteld ad €22.500,-.

Projectsubsidie verbindende activiteiten

Inhoud

Subsidiëren van initiatieven van inwoners, lokale (vrouwen)organisaties, jongeren. Mogelijkheid tot het aanvragen van subsidie voor een activiteit die verbindt en bijdraagt en de gemeentelijke beleidsdoelstellingen. Daarmee tonen we als gemeente het belang van wederzijdse integratie aan en de wil om hier aan te werken.

Actiehouder

Beleidsmedewerker belast met integratie

BGW

Betrokkenen

Inwoners

lokale maatschappelijke organisaties

Aanvullende informatie

Opstellen van voorwaarden voor subsidieaanvraag:

-bijdragen aan doelstellingen

-uiten van gemeentelijke bijdrage

-laagdrempelig

-ofwel activiteit die gericht is op een interetnische doelgroep ofwel een interetnische deelname aan de activiteit

Verwacht effect

Inwoners worden zich bewust van het belang van samenwerken, van de diversiteit in de samenleving en worden wederzijds uitgedaagd om zelf bij te dragen aan integratie en aan het bewust samenwerken en kennismaken met verschillende culturen.

Tijdspad

Doorlopend vanaf 2010

Kosten

€ 10.000

Plan van Aanpak Polarisatie en Radicalisering

Inhoud

Naar aanleiding van de quick scan van het IVA worden in het plan van aanpak maatregelen genomen om de polarisatie in de samenleving tegen te gaan en de radicalisering van jongeren te signaleren en te melden.

Actiehouder

Beleidsmedewerker belast met integratie

Betrokkenen

Beleidsmedewerkers belast met integrale veiligheid

Aanvullende informatie

Het plan van aanpak bevat activiteiten die discriminatie tegengaan maar ook zorgen voor positieve beeldvorming. Ze sluiten daarom goed aan bij en dragen extra bij aan de doelstellingen van het integratiebeleid.

Tijdspad

Doorlooptijd van 2010-2015

Verwacht effect

Tegengaan van polarisatie in de samenleving en de radicalisering van jongeren en sluimerende xenofobie. Door middel van dialoog tussen jongeren en het actief oppakken en melden van signalen zodat mogelijke radicalisering tijdig wordt opgemerkt.

Kosten

Plan van Aanpak ambtelijke inzet

Kosten voor actiepunten uit plan van aanpak nader te bepalen in plan van aanpak.

Activiteiten ‘sociaaleconomische positieverbetering’

Maatschappelijke stages & vrijwilligerswerk

Inhoud

Het verplicht stellen van een maatschappelijke stage voor jongeren of stages/vrijwilligerswerk voor uitkeringsgerechtigden en inburgeraars heeft veel positieve invloeden (taal, arbeid, opleiding, participatie). De gemeente wil een voorloper zijn in het creëren van stageplaatsen voor ECM uit de 3 hiervoor genoemde doelgroepen en samen met andere lokale instituties stageplaatsen creëren.

Actiehouder

Beleidsmedewerker belast met integratie

Betrokkenen

Beleidsmedewerker vrijwilligersbeleid en maatschappelijke stages

Lokale welzijns- en zorginstellingen

Aanvullende informatie

-Het creëren van maatschappelijke stageplaatsen draagt bij aan een diversiteitsbeleid.

-Jongeren die moeite hebben met het vinden van een stageplaats zien wellicht een ingangsmogelijkheid bij de gemeente.

-Het draagt op termijn bij aan het grote tekort aan vrijwilligers

-nadere informatie op www.maatschappelijkestages.nl

Verwacht effect

Jongeren die moeite hebben met het vinden van een stageplaats wordt zo de mogelijkheid geboden toch de stage te volgen. Daarnaast worden inburgeraars middels de duale trajecten betrokken in de samenleving en leren ze hun omgeving actief kennen.

Tijdspad

n.t.b.

Kosten

Ambtelijke inzet, rijkssubsidie maatschappelijke stages

Inburgering & verwerven van vaardigheden

Inhoud

Inburgeringsprogramma’s meer inzetten op verwerven van vaardigheden, bijvoorbeeld het bieden van een taalkennisvoorziening of een staatsexamentraject, waardoor doorstroom naar Mbo of Hbo mogelijk wordt.

Actiehouder

Beleidsmedewerker belast met inburgering

Betrokkenen

Aanbieders van inburgeringscursussen

Aanvullende informatie

Vergroot kansen op arbeidsmarkt, versterking van sociaal economische positie. Daarnaast inzetten op participatietrajecten, zowel trajecten richting arbeidsmarkt, als trajecten gericht op maatschappelijke participatie. Voordeel inzet van rijksmiddelen vanuit het participatiebudget.

Verwacht effect

Door in te zetten op het verwerven van vaardigheden hebben inburgeraars een breder perspectief voor de toekomst. Er wordt meer ingezet op participatie zodat meedoen in de maatschappij ook makkelijker is.

Tijdspad

n.t.b.

Kosten

Inzet rijksmiddelen vanuit het participatiebudget.

Contract compliance

Inhoud

Het voornemen is om in aanbestedingen en subsidierelaties middels contract compliance een vorm van diversiteitsbeleid vastleggen. Deze maatregel draagt bij aan de gemeentelijke visie ten aanzien van diversiteitsbeleid en bevordert de arbeidsdeelname van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. Afhankelijk van de hoogte van de subsidie/aanbesteding en de uitvoerbaarheid een percentage medewerkers uit ECM groeperingen bij uitvoering betrekken. De gemeente heeft een voorbeeldfunctie in het toepassen van een diversiteitsbeleid en om een afspiegeling van de maatschappij te zijn. Deze maatregel stimuleert de (positieve) beeldvorming.

Actiehouder

Beleidsmedewerker belast met integratie

Betrokkenen

Beleidsmedewerker belast met subsidiebeleid

Afdeling inkoop

Partners in aanbestedingen en subsidierelaties

ISD

Aanvullende informatie

Afstemmen met afdeling inkoop welke beleidsregels daartoe opgesteld dienen te worden, de mogelijkheid om daar afspraken over te maken is afgestemd.

Verwacht effect

Maatregel draagt bij aan diversiteitsbeleid gemeente en positieve beeldvorming op de arbeidsmarkt

Door middel van contract compliance krijgen mensen die moeite hebben met het vinden van een baan de kans om toch te werken en ervaring op te doen.

Tijdspad

Vanaf 2010

Kosten

Ambtelijk inzet in opstellen beleidsregels

Promotieteam Match

Inhoud

Het promotieteam bestaat uit een aantal jongeren met verschillende (etnische) achtergronden met als doel positieverbetering in het onderwijs, op de arbeidsmarkt, verhogen samenwerking tussen ECM en autochtone jongeren.

Actiehouder

Beleidsmedewerker belast met integratie

Betrokkenen

Mozaiek

ROC

Aanvullende informatie

Het promotieteam is van start gegaan in 2009.

www.kleurrijkbrabantwerkt.nl

Verwacht effect

Het promotieteam kan bijdragen aan de positieve beeldvorming van ECM jongeren en het geeft de jongeren die deelnemen een kans op positieverbetering. De jongeren kunnen betrokken worden bij activiteiten, fungeren als klankbord en zij stimuleren de positieve beeldvorming.

Tijdspad

2009-2010 (daarna evaluatie)

Kosten

€ 7.990,-

Aanbod taalprogramma’s lokale instituten

Inhoud

In samenwerking met lokale instituten (kerken, moskeen, verenigingen) een laagdrempelig en vrijwillig aanbod creëren van goede taalprogramma’s voor kinderen, nieuwkomers en arbeidsmigranten zodat zij op een eenvoudige en kosteloze manier de Nederlandse taal leren.

Actiehouder

Beleidsmedewerker belast met integratie

Betrokkenen

Lokale instituten en verenigingen

Afdeling onderwijs

BGW

Aanvullende informatie

-de kracht van de eigen gemeenschap kan bijdragen aan het bereiken van mensen en zorgt naar buiten toe voor een positieve beeldvorming

Verwacht effect

Laagdrempelig aanbod van taalcursussen voor mensen (bijvoorbeeld vrouwen) die we anders niet bereiken en instellingen dragen op een wezenlijke wijze bij aan de knelpunten door hun maatschappelijke positie te gebruiken

In sommige instituten worden dergelijke taalprogramma’s al aangeboden. Zij hebben zicht op de doelgroep en kunnen bepalen wie in aanmerking komen en wat nodig is om ze te bewegen tot het volgen van dergelijke cursussen. Door met hen samen te werken bereiken we de doelgroep beter en houden we overzicht op het aanbod en de kwaliteit van de programma’s.

Tijdspad

Doorlopend, op te zetten in 2010.

Kosten

€ 10.000,-

Conferentie intermediairs ECM bij zorginstellingen

Inhoud

Conferentie i.s.m. lokale instellingen over het belang en good practices van intermediairs uit de ECM doelgroepen. De vergrijzing zorgt ervoor dat (zorg)instellingen steeds meer met senioren uit andere doelgroepen gaan communiceren. Een verschil in communicatie en in taal kan voor moeilijkheden zorgen. Naarmate senioren ouder worden wordt het verlangen naar “vroeger” groter en vallen ze terug op oude gebruiken, taal etc. Daar zijn veel instellingen nog niet op voorbereid. Een training in interculturalisatie kan veel moeilijkheden op voorhand voorkomen. (Te denken valt het trainen van zorgconsulenten, ouderenadviseurs, opvoedvoorlichters, verpleegkundigen, verzorgenden etc.)

Actiehouder

Beleidsmedewerker belast met integratie

Betrokkenen

Lokale/regionale zorg en welzijnsinstellingen

Aanvullende informatie

De conferentie als kick off gebruiken ter bevordering van de interculturalisatie van (zorg)instellingen

Verwacht effect

Voorbereiden van organisaties op senioren met een andere achtergrond en de verschillen die daarbij ontstaan in taal, overtuiging, gebruiken etc. Door kennis op te doen over de doelgroep en de wijze van communicatie worden misverstanden voorkomen. Medewerkers worden voorbereid op veranderingen die er aan komen in de komende jaren.

Tijdspad

Conferentie tweede helft 2010

Kosten

Ambtelijke inzet, €2500,- conferentiekosten

Bibliografische gegevens

GIA Werkgroep. 2009. Datgene wat ons bindt. Gemeenschappelijke Integratie Agenda van rijk en gemeenten. Ministerie van VROM

RMO advies 37. 2005. Niet langer met de ruggen naar elkaar. Een advies over verbinden. Den Haag, SDU uitgevers.

SCP (Red. Gijsberts & Dagevos). Interventies voor integratie. 2007. SCP publicaties Den Haag.

VNG. 2005. Kernbeleid integratie. Handreiking voor gemeenten. VNG Uitgeverij, Den Haag.

Inhoudsopgave Pagina

1. inleiding

1.1 Aanleiding 3

1.2 Probleemstelling 3

1.3 Centrale begrippen en definities 5

2. Integratie en verbinden: wat willen we bereiken?

2.1 SWOT analyse 6

2.2 conclusie SWOT 8

2.3 criteria voor maatregelen 9

3. Wat gaan we doen?

3.1 verbinden 10

3.2 sociaaleconomische positieverbetering 14

4. uitvoeringsprogramma en financiële consequenties 19

Bibliografische gegevens 26