Regeling vervallen per 10-06-2011

Marktreglement Waalwijk 2011

Geldend van 17-06-2011 t/m 09-06-2011

Marktreglement Waalwijk 2011, Hoofdstuk 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Het college van de gemeente Waalwijk;

gelet op artikel 160 eerste lid sub h van de Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening Waalwijk 2009 en de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markten;

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende NADERE REGELS VOOR DE WARENMARKT

IN DE GEMEENTE WAALWIJK2011

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder;

  • a.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • b.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor

het uitoefenen van de markthandel;

c.vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is

gesteld aan een vergunninghouder;

d.dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt

gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

e.standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich

heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende

uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van één artikel;

  • f.

    standwerkerplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • g.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • h.

    wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats;

  • i.

    anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

  • j.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college.

Artikel 2. Dag, tijd en plaats van de markt

  • 1. De markten vinden, behoudens het bepaalde in het tweede lid van dit artikel, plaats op woensdag van 8.30 tot 11.45 uur (kern Waspik), op woensdag van 13.00 tot 17.00 uur (kern Waalwijk) waarbij verkoop van waren vanaf 11.30 uur is toegestaan, en op donderdag van 8.00 tot 12.00 uur (kern Sprang-Capelle).

  • 2. Het college kan, na overleg met de marktcommissie, op grond van dringende redenen, in afwijking van het eerste lid, besluiten dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag, tijd of plaats.

  • 3. Het college is bevoegd te bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag indien de in het eerste lid bedoelde dag samenvalt met één van de in artikel 2, eerste lid, onder b van de Winkeltijdenwet genoemde dagen.

  • 4. Besluiten als bedoeld in lid 2 en lid 3 worden zo mogelijk persoonlijk ter kennis gebracht van alle belanghebbenden. Van de besluiten wordt in ieder geval tijdig mededeling gedaan in een huis-aan-huis te bezorgen weekblad.

Artikel 3. De Markcommissie

1. Er is een marktcommissie die tot taak heeft het college op verzoek

dan wel op eigen initiatief te adviseren inzake marktaangelegenheden.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de samenstelling en

    • de werkwijze van deze marktcommissie.

  • 3.

    De marktcommissie bestaat uit maximaal 15 personen en is als volgt

    samengesteld:

  • 1.

    voorzitter (portefeuillehouder voor het marktwezen);

  • 2.

    2 ambtenaren waaronder in ieder geval de marktmeester;

  • 3.

    1 vertegenwoordiger namens de markt van Waspik;

  • 4.

    4 vertegenwoordigers namens de markt van Waalwijk;

  • 5.

    1 vertegenwoordiger namens de markt van Sprang-Capelle;

  • 6.

    1 vertegenwoordiger namens de Centrale Vereniging voor de

    Ambulante Handel;

  • 7.

    1 vertegenwoordiger namens de Centrale Vereniging Ambulante

    Handel afd. Standwerkers;

  • 8.

    1 vertegenwoordiger namens de Vereniging Ondernemers Waalwijk

    Centrum;

  • 9.

    1 vertegenwoordiger namens de Winkeliersvereniging De Els;

  • 10.

    1 vertegenwoordiger namens de Kamer van Koophandel;

  • 11.

    1 vertegenwoordiger namens de WOF (Waalwijkse Ondernemers

    Federatie);

  • 12.

    1 vertegenwoordiger namens de kramenzetter;

HOOFDSTUK 2. BEPALINGEN OVER VERGUNNINGEN

Artikel 4. Inhoud vaste standplaatsvergunning

  • 1. Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

    • c.

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

    • d.

      het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

    • e.

      de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitlijst;

    • f.

      de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

    • g.

      welke kook- bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

  • 2. Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 5. Inschrijving op de anciënniteitlijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Artikel 6. Inschrijving op de wachtlijst

  • 1. Het college schrijft de aanvrager op zijn verzoek in op de wachtlijst, indien hij voldoet aan de in artikel 6 van de Marktverordening Waalwijk 2009 gestelde eisen, maar aan hem geen vaste standplaats kan worden toegewezen.

  • 2. Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

    • b.

      de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;

    • c.

      de soort artikelen die de aanvrager wil verhandelen of de branche waartoe hij behoort;

    • d.

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.

  • 3. Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving.

  • 4. De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari wordt verlengd.

Artikel 7. Doorhalen van inschrijving op de wachtlijst

Inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd;

  • b.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • c.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste standplaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

  • e.

    wanneer de ingeschrevene een aangeboden vaste plaats, behoudens het bepaalde in sub d van dit artikel, weigert dan wel niet reageert op een uitnodiging om een vaste standplaats in te nemen;

  • f.

    indien ter zake van de inschrijving of anderszins onjuiste of onvolledige gegevens zijn vertrekt;

  • g.

    indien niet meer aan de vereisten van artikel 6 van de Marktverordening Waalwijk 2009 wordt voldaan.

Artikel 8. Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan:

  • a.

    de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst;

  • b.

    degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven, in volgorde van inschrijving op deze lijst.

    Artikel 9. Overschrijving vaste standplaatsvergunning

    • 1.

      In geval van overlijden, of blijvende arbeidsongeschiktheid, of het bereiken van de leeftijd van 57 jaar van de vergunninghouder kan de vergunning voor de vaste standplaats worden overgeschreven op de (achterblijvende) echtgeno(o)t(e), de geregistreerde partner of een andere persoon met wie hij duurzaam samenwoont of samenwoonde, zijn (achterblijvende) handelingsbekwame kind dan wel diens wettelijke vertegenwoordiger.

    • 2.

      Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een medewerk(st)er van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende een zelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst.

    • 3.

      Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder, nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld of na het bereiken van de leeftijd van 57 jaar.

    • 4.

      Voor de overschrijving van een vergunning komt als eerste in aanmerking de echtgeno(o)t(e), de geregistreerde partner of een andere persoon met wie hij duurzaam samenwoont of samenwoonde, vervolgens een (achterblijvend) handelingsbekwaam kind dan wel diens wettelijke vertegenwoordiger en tot slot een mede-eigenaar of medewerker.

    • 5.

      Bij overschrijving op grond van het tweede lid van dit artikel vervalt de door de oorspronkelijke vergunninghouder opgebouwde anciënniteit.

    Artikel 10. Toewijzing dagplaats

    • 1.

      De toewijzing van een dagplaats geschiedt door de marktmeester op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

    • 2.

      De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf uiterlijk 1 uur vóór aanvang van de markt aanmelden bij de marktmeester.

    Artikel 11. Toewijzing standwerkerplaats

    • 1.

      De marktmeester wijst een standwerkerplaats toe door middel van loting.

    • 2.

      Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

    • 3.

      Degene aan wie een standwerkerplaats is toegewezen mag uitsluitend één artikel voeren dat door hem bij de loting is opgegeven.

    • 4.

      Degene aan wie een standwerkerplaats is toegewezen is verplicht de hem toegewezen plaats persoonlijk te bezetten. Hij mag deze niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

    • 5.

      Er worden in de food-sector geen standwerkersplaatsen uitgegeven.

    HOOFDSTUK 3. BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS

    Artikel 12. Persoonlijk innemen standplaats: bijstand

    • 1.

      De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven. Inname van de standplaats door de echtgeno(o)t(e) of de geregistreerde partner van de vergunninghouder wordt beschouwd als persoonlijke inname van de standplaats door de vergunninghouder zelf.

    • 2.

      De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

    • 3.

      In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel mag de vergunninghouder zich gedurende het gehele jaar laten vervangen. Vervanging kan slechts geschieden door 1 persoon en onder de voorwaarden dat geen aanspraak kan worden gemaakt op anciënniteitrechten en dat de standplaats op alle marktdagen van het jaar wordt ingenomen. Deze persoon dient schriftelijk aan het college van Waalwijk bekend gemaakt te worden.

    Artikel 13. Aantal keren innemen vaste standplaats

    De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste tienmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in. Dit met inachtneming van artikel 14 en 15 van dit reglement.

    Artikel 14. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

    • 1.

      De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste plaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

    • 2.

      De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

    Artikel 15. Ontheffing

    In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van zijn

    verplichtingen uit artikel 12 lid 1 en artikel 13 van dit reglement.

    Artikel 16. Legitimatie en identiteit vergunninghouder

    Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op de eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

    Artikel 17. Tijdstip innemen en verlaten standplaats/ aan- en afvoer goederen

    • 1.

      Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan twee uur voor aanvang en meer dat een uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

    • 2.

      De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

    • 3.

      Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk bij aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

    • 4.

      Het plaatsen en het verwijderen van een verkoopwagen kan slechts plaatsvinden op de wijze en het tijdstip waarop de situatie op de markt dit toelaat, zulks ter beoordeling van de marktmeester.

    Artikel 18. Inrichting van de standplaats

    • 1.

      Op alle vaste standplaatsen is het, mits inpasbaar, toegestaan eigen materiaal te gebruiken. Onder eigen materiaal wordt verstaan een verkoopwagen dan wel een marcavan.

    • 2.

      Het te gebruiken eigen materiaal dient te voldoen aan de navolgende eisen:

      a.de afmetingen van het eigen materiaal mogen niet groter zijn dan de oppervlakte van de standplaats;

    • b.

      de hoogte van een verkoopklep mag niet minder bedragen dan 2.10 m;

    • c.

      dissels, zij- en achterkleppen, deuren en andere voorwerpen mogen in de

      verkoopopstelling niet uitsteken buiten de toegewezen standplaats;

    • d.

      aan of onder het onder het vorige punt omschreven gedeelte van de

      voorklep dat uitsteekt buiten de standplaats mogen geen ondoorzichtige

      zeilen of andere materialen worden bevestigd en mag geen koopwaar

      worden opgehangen of uitgestald;

    • e.

      verticale hulpmiddelen die ten behoeve van de voorklep geplaatst

      moeten worden in het looppad moeten voorzien zijn van een deugdelijke en

      goed zichtbare markering.

    Artikel 19. Uiterlijk aanzien standplaats

    • 1.

      Tijdens de markt draagt de standplaatshouder zorg voor een goed verzorgd aanzien van zijn standplaats.

    • 2.

      De standplaatshouder is verplicht zijn afval, emballage en dergelijke, zelf in te zamelen/mee naar huis te nemen.

    • 3.

      De standplaatshouder is verplicht zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving

      daarvan schoon achter te laten.

    HOOFDSTUK 4. BEPALINGEN AANGAANDE DE ORDE OP DE MARKT

    Artikel 20. Voortbrengen van geluid

  • 1.

    Het is verboden tijdens de markt op het marktterrein geluid voort te brengen door middel van zang, geluidsproducerende apparatuur of anderszins.

  • 2.

    Het college kan van het in lid 1 genoemde verbod ontheffing verlenen onder door

haar te stellen voorwaarden.

Artikel 21. Verlichting

  • 1. Het is verboden zonder toestemming van het college voor de verlichting van een standplaats gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting, alsmede elektrische stroom te betrekken van een ander dan degene die door het college voor het leveren van elektriciteit is aangewezen, dan wel zelf hierin te voorzien.

  • 2. Het gebruik op het marktterrein van LPG-autogastanks of soortgelijke reservoirs, anders dan waarvoor ze zijn ontworpen, is alleen toegestaan als de brandweer de installatie heeft goedgekeurd.

Artikel 22. Verwarmingstoestellen en/of bak- en kookinstallaties

  • 1. Het is de standplaatshouder verboden verwarmingstoestellen en/of bak- en kookinstallaties te gebruiken.

  • 2. Het college kan van het in lid 1 genoemde verbod ontheffing verlenen onder door haar te stellen voorwaarden.

  • 3. Indien vergunning is verleend voor de verkoop en het gereedmaken van eet- en drinkwaren, is de vergunninghouder verplicht zijn waren op zodanige wijze uit te stallen dat zij voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging door stof, vuil of anderszins. Tevens dienen er vuilnisbakken van voldoende grootte aan de voorzijde van de kraam of verkoopgelegenheid geplaatst te worden ter voorkoming van vervuiling van het marktterrein.

Artikel 23. Rondgang met goederen of waren

  • 1. Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren ten verkoop rond te lopen of te rijden.

  • 2. Van het bepaalde in het eerste lid kan door het college ontheffing worden verleend voor zover het betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de standplaatshouders.

Hoofdstuk 5. STRAFBEPALINGEN

Artikel 24. Sancties

  • 1. Het opleggen van strafrechtelijke sancties is voorbehouden aan het Openbaar Ministerie en de strafrechter.

  • 2. Indien het bepaalde in de Marktverordening Waalwijk 2009 wordt overtreden geldt, onverminderd het bepaalde in artikel 8 en artikel 9 van de Marktverordening Waalwijk 2009, voor wat betreft de bestuurlijke sancties het volgende:

    • a.

      eerste actie: schriftelijke waarschuwing;

    • b.

      tweede actie: 1 marktdag schorsen/uitsluiten dan wel het opleggen van een last onder dwangsom;

    • c.

      derde actie: 2 marktdagen schorsen/uitsluiten dan wel het opleggen van een last onder dwangsom;

    • d.

      vierde actie: 4 marktdagen schorsen/uitsluiten dan wel het opleggen van een last onder dwangsom.

  • 3. Ten aanzien van elke overtreding (ook al worden er meerdere tegelijk geconstateerd) worden de verschillende acties doorlopen. Indien echter, gespreid in de tijd, drie verschillende overtredingen zijn geconstateerd, zullen de waarschuwingen daarvoor als een algemene gelden en zal een vierde overtreding meteen tot de bijbehorende tweede actie leiden en een vijfde tot de bijbehorende derde actie en een zesde en volgende tot de bijbehorende vierde actie.

  • 4. Indien een vergunninghouder voor 4 marktdagen geschorst is geweest zal bij een eerstvolgende overtreding, na een schriftelijke waarschuwing, zijn vergunning worden ingetrokken.

  • 5. Indien een dagplaatshouder of een standwerker voor 4 marktdagen uitgesloten is geweest wordt hij bij een eerstvolgende overtreding, zonder schriftelijke waarschuwing, voor 12 marktdagen uitgesloten.

HOOFDSTUK 6. SLOTBEPALINGEN

Artikel 25. Overgangsbepalingen en Inwerkingtreding

  • 1 Dit reglement treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2 Bij haar inwerkingtreding vervalt het “Marktreglement 2009", vastgesteld bij collegebesluit d.d. 22 september 2009.

Artikel 26. Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Marktreglement Waalwijk 2011.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 17 mei 2011.

HET COLLEGE VAN WAALWIJK,

de secretaris, de burgemeester,

drs. A. de Wit drs. A.M.P. Kleijngeld