Regeling vervallen per 06-04-2022

Beleidsregels Toelatingschuldhulpverlening gemeente Waalwijk

Geldend van 01-04-2013 t/m 05-04-2022

Intitulé

Beleidsregels Toelatingschuldhulpverlening gemeente Waalwijk

Beleidsregels Toelatingschuldhulpverlening Gemeente Waalwijk

Het College van Waalwijk,

gelet op de artikelen 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs),

overwegende dat de Raad van Waalwijk bij besluit van 13 september 2012 een plan heeft vastgesteld dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan de inwoners van zijn gemeente, voor de uitvoering waarvan het college verantwoordelijk is,

dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen ten behoeve van de uitvoering van de in artikel 3 Wgs opgedragen bevoegdheid,

besluit:

vast te stellen de volgende beleidsregels

Toelating schuldhulpverlening gemeente Waalwijk

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het College van Waalwijk;

  • b.

    inwoner: ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is ingeschreven op een binnen de gemeente Waalwijk gelegen adres;

  • c.

    schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;

  • d.

    verzoeker: persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening.

  • e.

    WSNP: Wet schuldsanering natuurlijke personen

Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Alle natuurlijke personen kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.

Verzoeker is:

  • a.

    18 jaar of ouder;

  • b.

    inwoner van de gemeente Waalwijk;

  • c.

    geen zelfstandig ondernemer.

Artikel 3 Verzoek tot schuldhulpverlening

  • 1. De gemeente gaat uit van de eigen kracht van de verzoeker. Verzoeker gaat zelf op zoek naar de oplossing en betrekt waar nodig het eigen sociale netwerk. Het college voorziet in ondersteuning in situaties waarin dit niet kan of niet voldoende is.

  • 2. Een verzoek tot schuldhulpverlening wordt schriftelijk ingediend bij het college. Verzoeker is zelf verantwoordelijk voor het indienen van een aanvraag.

Artikel 4 Aanbod van schuldhulpverlening

  • 1.

    Het aanbod kan bestaan uit het volgende product of producten:

    • a.

      informatie- en adviesgesprek;

    • b.

      betalingsregelingen;

    • c.

      crisisinterventies;

    • d.

      budgetbeheer;

    • e.

      budgetcoaching;

    • f.

      herfinanciering;

    • g.

      schuldregeling;

    • h.

      schuldsanering;

  • 2.

    Welk product of combinatie van producten kan worden aangeboden hangt onder meer af van de situatie van verzoeker, de doelstelling van de schuldverlening en de voorwaarden van het betreffende product.

De volgende factoren bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schuldhulpverlening aanbiedt:

  • a.

    zwaarte c.q. omvang van de schulden;

  • b.

    psycho-sociale situatie;

  • c.

    houding en gedrag van de verzoeker;

  • d.

    een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

Artikel 5 Verplichtingen

  • 1. Verzoeker doet aan het college op verzoek en of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

  • 2. Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject. De medewerking bestaat onder andere uit:

    • a.

      het nakomen van afspraken;

    • b.

      het tijdig inleveren van de voor de schuldhulpverlening noodzakelijke bewijsstukken;

    • c.

      geen nieuwe schulden aangaan;

    • d.

      het zich houden aan alle voorwaarden en bepalingen van de schuldregelingsovereenkomst.

    • e.

      het actief deelnemen aan een cursus of cursussen gericht op het voorkomen van (nieuwe) schulden;

    • f.

      zoveel mogelijk aflossingscapaciteit creëren door het verruimen van inkomen

Artikel 6 Weigeren verzoek

  • 1. Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot weigering van de schuldhulpverlening indien:

    • a.

      verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 5, eerste en tweede lid;

    • b.

      verzoeker voor de tweede keer niet is verschenen op een afspraak zonder hierover vooraf te berichten;

    • c.

      er geen sprake is van een inkomen op minimaal de van toepassing zijnde bijstandsnorm;

    • d.

      verzoeker zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet gebruikt om zijn schulden af te lossen;

    • e.

      verzoeker niet heeft aangetoond gemotiveerd te zijn om de onderliggende oorzaak van de schulden te willen oplossen; bijvoorbeeld door niet de naar het oordeel van het college benodigde hulpverlening te zoeken en te aanvaarden.

    • f.

      verzoeker ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, handelt overeenkomstig de definitie agressie en geweld opgenomen het agressieprotocol van de gemeente Waalwijk;

    • g.

      verzoeker in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

    • h.

      verzoeker binnen 10 jaar voorafgaand aan het verzoek tot schuldhulpverlening een traject in het kader van de WSNP heeft doorlopen;

    • i.

      verzoeker strafrechtelijk is veroordeeld of een bestuurlijke sanctie opgelegd heeft gekregen wegens fraude met financiële benadeling bij een bestuursorgaan.

  • 2. Alvorens het college op grond van eerste lid besluit tot weigering dan wel beëindiging, wordt verzoeker eenmaal een hersteltermijn van veertien dagen geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

Artikel 7 Beëindigingsgronden

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:

  • a.

    verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 5, eerste en tweede lid;

  • b.

    verzoeker voor de tweede keer niet is verschenen op een afspraak zonder hierover vooraf te berichten;

  • c.

    het minnelijke traject tot schuldregeling niet is geslaagd, omdat één of meerdere schuldeisers geen medewerking wil verlenen en de WSNP geen mogelijkheid ;

  • d.

    er een WSNP-verklaring is afgegeven;

  • e.

    op grond van onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan betrokkene is toegekend terwijl, indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • f.

    verzoeker niet langer voldoet aan het bepaalde onder artikel 2

  • g.

    verzoeker is overleden;

  • h.

    verzoeker ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, handelt overeenkomstig de definitie agressie en geweld opgenomen het agressieprotocol van de gemeente Waalwijk;

  • i.

    verzoeker zelf in staat is om zijn schulden te regelen;

  • j.

    de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van verzoeker, niet (langer) passend is.

  • k.

    verzoeker zich niet naar vermogen inspant om de onderliggende oorzaak van de schuldenproblematiek op te lossen;

  • l.

    het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

Artikel 8 Recidive – hernieuwde aanvraag

Het college doet geen aanbod schuldhulpverlening indien:

    • a.

      minder dan een jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, door verzoeker een traject schuldregeling succesvol is doorlopen , met uitzondering van het product Informatie en advies;

    • b.

      minder dan een jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend:

    • 1)

      een traject schuldregeling tussentijds door toedoen van de verzoeker is beëindigd;

    • 2)

      ingevolge artikel 6, eerst een traject schuldhulpverlening is geweigerd of beëindigd wegens schending van verplichtingen zoals omschreven in artikel 5, eerste en tweede lid;

    • 3)

      schuldhulpverlening is beëindigd op grond van artikel 7, onder c, d of e, met uitzondering van het product Informatie, advies en doorverwijzing.

      c.minder dan zes maanden voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, een aanvraag tot schuldhulpverlening door verzoeker is ingetrokken met uitzondering van het product Informatie en advies.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregels treden in werking met ingang 1 april 2013 en wordt aangehaald als de “Beleidsregels Toelating tot de schuldhulpverlening gemeente Waalwijk”.

Toelichting op Beleidsregels Toelating tot de schuldhulpverlening gemeente Waalwijk

Inleiding algemeen

Op 13 september 2013 heeft de gemeenteraad het Plan Schuldhulpverlening 2012 -2015 gemeente Waalwijk vastgesteld. In dit beleidsplan is, kort gezegd, de visie van de gemeente Waalwijk neergelegd op het terrein van schuldhulpverlening. Onderhavige regeling is gebaseerd op de uitgangspunten uit het beleidsplan te weten: het opstellen van regels m.b.t. toelating en recidive en het stellen van voorwaarden.

Hierbij speelt mee dat de gemeentelijke schuldhulpverleningspraktijk vanaf 1 juli 2012 onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) valt.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

Er kan slechts een verzoek worden ingediend met betrekking tot eigen schulden. Wel is het mogelijk dat het verzoek wordt ingediend door een gemachtigde (bijvoorbeeld een levenspartner of een kind), namens de schuldenaar met diens medeweten en instemming. De verplichtingen op grond van de wet en deze beleidsregels blijven de verantwoordelijkheid van de schuldenaar.

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Conform de visie zoals neergelegd in het beleidsplan 2011-2014 staat schuldhulpverlening in beginsel open voor alle inwoners van Waalwijk van 18 jaar en ouder. Een specifiek doelgroepenbeleid wordt dus niet gevoerd door de gemeente. Een uitzondering op deze brede toegankelijkheid wordt gevormd door zelfstandig ondernemers. Zij kunnen geen beroep doen op gemeentelijke schuldhulpverlening. Wel staat schuldhulpverlening open voor natuurlijke personen die (o.a.) schulden hebben in verband met de liquidatie van een onderneming mits de onderneming is beëindigd.

Artikel 3. Verzoek tot schuldhulpverlening

Dit artikel behoeft geen toelichting

Artikel 4 Aanbod schuldhulpverlening

Dit artikel toont de kern van schuldhulpverlening nieuwe stijl: een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening. Het gaat om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen..

Artikel 5. Verplichtingen en gevolgen schending daarvan

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven en medewerking te verlening. Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.

Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming.

Artikel 6. Weigeren verzoek

In dit artikel is aangegeven in welke situaties of op welke gronden het college het verzoek tot schuldhulpverlening kan weigeren.

Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 5, leden 1 en 2, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt verzoeker eenmaal een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld, dient een redelijke te zijn. In principe moet wordt aangenomen dat binnen veertien dagen voldaan kan worden aan de herstelverplichting. Mocht op voorhand duidelijk zijn dat deze termijn te kort is, dan kan het college een langere termijn stellen. Komt verzoeker ook na verloop van de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot weigering van de schuldhulpverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid wordt een eenmalige hersteltermijn voldoende geacht.

Artikel 7. Beëindiginggronden

In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Het kan gaan om een situatie dat belanghebbende niet of in onvoldoende mate aan de verplichtingen genoemd in artikel 5 heeft voldaan of voor de tweede keer niet op een afspraak is verschenen zonder hierover te berichten.

Onder d: Als een minnelijke schuldregeling niet mogelijk is, kan verzoeker zich tot de Rechtbank wenden voor een uitspraak. In de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) staat dat de gemeente verantwoordelijk is voor het afgeven van een WSNP-verklaring. In deze verklaring staat wat er is gedaan om een minnelijke schuldregeling met schuldeisers te treffen en waarom dat niet is gelukt. Na het afgeven van een WSNP verklaring is het traject bij de gemeente afgerond en volgt er een beëindiging.

Onder e: Het kan voorkomen dat verzoeker is toegelaten tot de schuldhulpverlening op basis van juiste of onvolledige gegevens. Aan de hand van de juiste gegevens wordt nagegaan of het bestaande aanbod terecht is gedaan. Als dit niet het geval is, zal het college het traject schuldhulpverlening beëindigen.

Onder f: Bij een verhuizing naar een andere gemeente zal de schuldhulpverlening in Waalwijk worden beëindigd, tenzij met de gemeente waar verzoeker naar vertrekt afspraken zijn gemaakt over de continuering.

Onder h: agressie, fysiek of verbaal geweld tegen de medewerkers die belast zijn met de uitvoering van schuldhulpverlening is onacceptabel. Dit is de reden dat de schuldhulpverlening na misdraging door belanghebbende kan worden beëindigd. De uitgangspunten van het agressieprotocol van de gemeente Waalwijk worden hierbij gehanteerd. Verzoeker zal schriftelijk van de beëindiging op de hoogte worden gesteld.

Onder i: nadat het aanbod is gedaan kan alsnog blijken dat verzoeker in staat is om zelf of met hulp van zijn omgeving zijn schulden te kunnen regelen. Dit kan aanleiding zij om de schuldhulpverlening te beëindigen.

Onder k: het is de eigen verantwoordelijkheid van verzoeker om zich tot het uiterste in te spannen om de aan de schulden ten grondslag liggende oorzaken op te lossen. Als verzoeker zich hiertoe niet naar vermogen inspant wordt de schuldhulpverlening beëindigd. De maatschappelijke investering in de schuldhulpverlening is dan onverantwoord, om het traject nauwelijks kans van slagen heeft.

De artikelen 6 en 7 zijn geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een weigering af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

Artikel 8. Recidive – hernieuwde aanvraag

In verband met de eigen verantwoordelijkheid en de beperkte middelen voor schuldhulpverlening is in dit artikel opgenomen dat het college in het geval van recidive geen aanbod schuldhulpverlening kan doen. Het gaat bij recidive zowel om hierbij het minnelijk schuldhulpverleningstraject via de gemeente Waalwijk als het traject in het kader van de WSNP. Voor wat betreft de termijn van uitsluiting is een onderscheid gemaakt op basis van de eerdere reden van beëindigen of weigeren. Als elke vorm van verwijtbaarheid ontbrak bij de beëindiging of weigering, kan een verzoek niet op basis van dit artikel worden geweigerd. Ook in het geval van een acute noodsituatie, waarbij het weigeren van een aanbod schuldhulpverlening leidt tot ernstig en direct leed bij verzoeker en degenen waarvoor deze verantwoordelijk is (b.v. diens minderjarige en/of onderhoudsplichtige kinderen), en er geen alternatieve oplossing binnen het eigen sociale netwerk mogelijk is, kan er alsnog een aanbod schuldhulpverlening gedaan worden.

De grote beleidsvrijheid zoals aan het college gegeven om een dergelijke recidivebepaling op te nemen, ontslaat het college niet van de verplichting om, daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de burger, af te wijken van het bepaalde van artikel 7 indien nodig (op grond van artikel 4:84 Awb). Uitgangspunt is en blijft evenwel het bepaalde in artikel 7.

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

De bepaling behoeft geen toelichting