Regeling vervallen per 28-04-2020

Visie op Omgevingsbeleid in de gemeente Waalwijk 2013 - 2016

Geldend van 08-03-2013 t/m 27-04-2020

Intitulé

Visie op Omgevingsbeleid in de gemeente Waalwijk 2013 - 2016

Visie op Omgevingsbeleid in de gemeente Waalwijk 2013-2016

INHOUDSOPGAVE

Inleiding en aanleiding 2

HOOFDSTUK 1 VISIE TEN AANZIEN VAN VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING 3

§1.1 Reikwijdte beleidsplan; de fysieke leefomgeving 3

§1.2 Visie op de inzet van vergunningverlening, toezicht en handhaving 3

§1.3 Uitgangspunten 4

HOOFDSTUK 2 AMBITIES, DOELSTELLINGEN EN ACTIES BIJ DE VTH-TAKEN 5

§ 2.1 De ambitie 5

§ 2.2 Acties 5

HOOFDSTUK 3. PRIORITEITEN 6

§ 3.1 Noodzaak en wens tot prioriteren 6

§ 3.2 Prioriteiten; risicoanalyses en toetsings- en toezichtsprotocol 6

HOOFDSTUK 4. UITVOERINGSASPECTEN 7

§ 4.1 Belang van vergunningverlening 7

§ 4.2 Nalevingsstrategie 7

§ 4.3 Klachten en verzoeken om handhaving 7

§ 4.4 Toezichtstrategie 7

§ 4.5 Integraal toezicht 7

§ 4.6 Repressief optreden 8

§ 4.7 Handhaving eigen bedrijfsvoering en die van andere overheden 8

§ 4.8 Organisatie van de uitvoering; komst RUD en bezuinigingen 8

BIJLAGE TOETSINGS- EN TOEZICHTSPROTOCOL 10

  • A.

    Taken en prioriteiten bedrijven 10

  • B.

    Taken en prioriteiten wonen 11

  • C.

    Taken en prioriteiten publiek 11

  • D.

    Taken en prioriteiten openbaar gebied 11

  • E.

    Illegale activiteiten 12

  • F.

    Prioritering vergunningverlening 12

    Inleiding en aanleiding

    Het Besluit omgevingsrecht (Bor) geeft in een aantal voorschriften een kader aan hoe een gemeente de taken van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH-taken) moet organiseren.

    Deze voorschriften hebben tot doel te komen tot een (vooraf) heldere en gestructureerde manier van werken op deze gebieden, waardoor gestuurd kan worden op prioriteiten en inzet. Tevens kan dan verantwoording worden afgelegd over de wijze waarop uitvoering is gegeven aan de VTH-taken en de keuzes die daarbij gemaakt zijn. Om te voldoen aan de voorgeschreven eisen moet die uitvoering systematisch en cyclisch plaatsvinden.

    Met het onderhavige omgevingsbeleidsplan en de daaraan gekoppelde jaarplannen wordt voldaan aan de in het Bor opgenomen eis dat de gemeente over documenten moet beschikken waarin de volgende aspecten zijn beschreven:

    • o

      Visie

    • o

      Ambities en doelen

    • o

      Strategieën en prioriteiten

    • o

      Jaarlijkse uitvoering

    Al deze onderwerpen komen in de

    voorliggende notitie aan bod.

    • HOOFDSTUK 1 VISIE TEN AANZIEN VAN VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING

      §1.1 Reikwijdte beleidsplan; de fysieke leefomgeving

      Dit omgevingsbeleidsplan Waalwijk 2013-2016 beschrijft op hoofdlijnen hoe uitvoering wordt gegeven aan de gemeentelijke werkzaamheden van vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van de fysieke leefomgeving. Het geeft daarbij de strategische en tactische kaders en richting aan; deze hoofdlijnen worden verder uitgewerkt in de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s. Het beleid is vastgesteld voor een periode van vier jaar, maar dit neemt niet weg dat jaarlijks of -zo nodig- tussentijds bezien wordt of het beleid aanpassing verdient.

      Bij de fysieke leefomgeving gaat het voornamelijk om de beleidsvelden bouwen, wonen, milieu, ruimtelijke ordening en natuur, aangevuld met enkele andere wettelijke kaders zoals de APV en de Drank- en Horecawet.

      De leefomgeving is bij uitstek de plaats waar de ene burger de andere burger ontmoet in de samenleving. Voor de overheid speelt het vraagstuk ‘Hoe er wet te houden zonder daarbij in rigiditeit te vervallen. Enerzijds wil en mag je burgers (en bedrijven) niet voor de voeten lopen bij het ontplooien van allerlei activiteiten, anderzijds dient de overheid veiligheid en openbare orde in het publieke domein zo veel mogelijk te garanderen. Bewustzijn van deze spanning is leidraad voor denken en handelen.

      §1.2 Visie op de inzet van vergunningverlening, toezicht en handhaving

      Eén van de bestuurlijke uitgangspunten van de gemeente Waalwijk (strategische visie) is het bieden van ruimte voor de burger en bedrijven en een bescheiden opstelling van de overheid. Om deze ruimte te bieden maakt controle waar mogelijk plaats voor vertrouwen.

      De gemeente Waalwijk wil de primaire verantwoordelijkheid voor het handelen en het naleven van de regels dan ook leggen waar die hoort, namelijk bij burgers en bedrijven die iets willen. De gemeente heeft een afgeleide verantwoordelijkheid die erop neerkomt dat het voor de burger en ondernemer duidelijk moet zijn welke regels er gelden, waarom die regels gelden en hoe de gemeente optreedt als de regels niet worden nageleefd.

      Visie op vergunningverlening, toezicht en handhaving

      In een complexe maatschappij probeert de gemeente Waalwijk mee te werken aan door burgers en bedrijven te ontwikkelen activiteiten en deze te faciliteren, met inachtneming van het algemeen belang. Teneinde een adequate afweging te kunnen maken tussen de individuele wens en het algemeen belang wordt gebruik gemaakt van vergunningverlening, toezicht en handhaving. De toepassing hiervan is niet rigide maar flexibel en afhankelijk van de situatie. Dit alles uiteraard met inachtneming van bestaande wet- en regelgeving.

      Het risico bestaat dat de geboden vrijheid en verantwoordelijkheid tot ongewenste situaties kunnen leiden. De gemeente accepteert geen onaanvaardbare situaties. Veiligheid van de burgers en hun samenleving worden zo goed als mogelijk gewaarborgd. Als de gegeven verantwoordelijkheid wordt geschaad, dan neemt de gemeente Waalwijk haar verantwoordelijkheid voor toezicht en handhaving.

      De uitvoering van de VTH-taken beschikt daartoe over een mix van preventieve en repressieve instrumenten.

      • 1.

        Verleiden en/of Afschrikken

      • 2.

        Principieel en/of Pragmatisch

      • 3.

        Overheid en/of Nevenheid

      • 1.

        Toepassing verleiden en/of afschrikken

      In Waalwijk word t naleving van de regels in eerste aanleg verwezenlijkt, door toepassing van preventieve instrumenten (zoals voorlichting, overleg). Toepassing van repressieve instrumenten (bestuurs- of strafrechtelijk straffen) vindt plaats in die situaties en omstandigheden waarbij sprake is van een onaanvaardbare inbreuk op het algemeen belang.

      2.Toepassing principieel en/of pragmatisch

      In Waalwijk wordt gekozen voor een pragmatische benadering. Overtredingen worden niet altijd (kost wat kost en rigide) opgespoord en bestraft. De keuze voor de inzet op het gebied van VTH is gebaseerd op de beschikbare middelen afgezet tegen de activiteiten die de grootste risico’s in Waalwijk opleveren. We richten ons minder op details en zetten vooral in op zaken die ertoe doen; het rendement van de ingezette middelen is dan ook het hoogst.

      3.Toepassing overheid en/of nevenheid

      De gemeente Waalwijk wil zich inzetten als ondersteuner en begeleider van burgers en bedrijven bij het ontwikkelen en uitoefenen van activiteiten , zonder overigens hierbij de rol van onbetaalde adviseur in te nemen. Het is namelijk belangrijk dat activiteiten zo goed mogelijk ontplooid kunnen worden in de samenleving. In die gevallen waar het algemeen belang onaanvaardbaar wordt geschonden, zal de gemeente echter zijn wettelijk gegeven machtsmiddelen toepassen.

      §1.3 Uitgangspunten

      Deze visie op vergunningverlening, toezicht en handhaving heeft verder de volgende uitgangpunten:

      1.Vergunningverlening en handhaving: twee loten van dezelfde stam

      Vergunni ngverlening en handhaving (inclusief toezicht) zijn instrumenten om doelen te halen en effecten te realiseren. Instrumenten die nauw aan elkaar verbonden zijn en elkaar beïnvloeden. Toezicht en handhaving is een afgeleide van de toestemming / vergunning en richt zich primair op het voorkomen of corrigeren van ongewenst gedrag dat een bepaald beleidsdoel kan schaden.

      2.Slagvaardig vergunnen, toezicht houden en handhaven: straffen en belonen

      De kern van slagvaardig toezicht houden en handhavend optreden is het kiezen van het meest effectieve handhavingsinstrument. Om de naleving van wet- en regelgeving maximaal te beïnvloeden hangt de keuze voor het in te zetten instrument af van de aard en de ernst van de overtreding alsmede het naleefgedrag van de overtreder.

      Maximale beïnvloeding van het naleefgedrag stimuleren wij ook door goed naleefgedrag te belonen. Bedrijven die tijdens controles laten zien dat ze de regels goed naleven , zullen bijvoorbeeld minder of minder intensief worden gecontroleerd.

      3.Duidelijke communicatie

      Communicatie vergroot het acceptatievermogen en het naleefgedrag. Duidelijkheid betekent ook heldere regels en zo mogelijk minder regels. Goede voorlichting aan inwoners en bedrijven zit tot slot ook in het gedrag, de kwaliteit en standvastigheid van uitvoerende medewerkers en ook bestuurders van de gemeenten: afspraak is afspraak.

      4.Verschil kan en mag er zijn

      Regels zijn leidend maar uitzonderingen zijn mogelijk mits deze transparant, gemotiveerd en niet willekeurig zijn. Het bestaan van regels moet dus niet betekenen dat we zelf stoppen met nadenken.

      5.Integraliteit

      VTH taken worden omwille van het effect en de effectiviteit integraal en dus in samenwerking met in- en externe partners uitgevoerd.

    • HOOFDSTUK 2 AMBITIES, DOELSTELLINGEN EN ACTIES BIJ DE VTH-TAKEN

    In dit deel noemen we concrete ambities en doelstellingen, maar het blijven hoofdlijnen. De ’smarte’ uitwerking staat in de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s.

    § 2.1 De ambitie

    Veiligheid, gezondheid en leefbaarheid zijn de belangrijkste te beschermen kernwaarden bij de uitoefening van de VTH-taken. De prioritering is hiervan afgeleid.

    § 2.2 Acties

    Hieronder staan de doelstellingen die zich richten op het vergroten van de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en bedrijven en het voldoen aan de kwaliteitscriteria.

    Het bevorderen van naleefgedrag bij burgers en bedrijven

    • ·

      Het uitwerken van uitgangspunten hoe goed naleefgedrag van burgers en bedrijven wordt gestimuleerd en onjuist gedrag wordt tegengegaan. (Bijvoorbeeld het aanpassen van de toezichtfrequentie op basis van het naleefgedrag.)

    • ·

      Opstellen communicatienota waarin onder meer wordt ingegaan op de primaire verantwoordelijkheid van aanvragers/houders van vergunningen voor het naleven van de regels en de wijze waarop de verschillende doelgroepen worden geïnformeerd over relevante wet- en regelgeving en nut en noodzaak daarvan.

    Stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en bedrijven bij naleving van wet- en regelgeving

    • §

      Het geven van een korting op leges bij het inleveren van complete, ontvankelijke aanvragen.

    • §

      De zelfcontrole bij bedrijven stimuleren. (Bijvoorbeeld door meer toepassen van systematiek van ‘checklisten’ die bedrijven zelf moeten invullen waardoor de controlefrequentie door de overheid kan worden aangepast.)

    • ·

      Het in de beleidsperiode in samenhang met elkaar bezien van alle beleidsnota’s op het gebied van de fysieke leefomgeving en waar mogelijk snijden in de regels (deregulering).

    • ·

      Het waar mogelijk gebruik maken van meldingen in plaats van vergunningen.

    Sanctioneren baseren op de aard van de overtreding

    ·Er wordt gewerkt met een sanctiematrix die aangeeft hoe afhankelijk van aard en ernst van de overtreding en het te verwachten naleefgedrag van de overtreder, de keuze voor de inzet van preventieve of repressieve instrumenten wordt bepaald.

    Het optimaliseren van de samenwerking tussen vergunningverleners, toezichthouders en handhavers

    • ·

      Bij beleidsformulering vooraf afstemming zoeken met vergunningverlening en handhaving.

    • ·

      Doorvoeren van de handhaafbaarheidstoets bij het verstrekken van vergunningen.

    • ·

      De prioriteiten van de risicoanalyse zowel bij vergunningverlening als bij toezicht en handhaving doorvoeren.

    • ·

      Controlerapporten (op basis van het toezichtprotocol) altijd communiceren met vergunningverleners.

    • HOOFDSTUK 3. PRIORITEITEN

      § 3.1 Noodzaak en wens tot prioriteren

      Ook ambities kennen hun grenzen. En niet alles is ook even belangrijk. Omdat er de laatste jaren –in tijden van bezuinigingen- minder menskracht en middelen zijn, dienen prioriteiten te worden gesteld bij de VTH-taken. Daarbij moet je als overheid ook burgers en bedrijven niet te veel voor de voeten lopen, door op alle details te willen ingrijpen. Dit betekent concreet dat niet alles even intensief wordt getoetst en gehandhaafd. Om te bepalen waar de beschikbare middelen moeten worden ingezet worden risicoanalyses uitgevoerd. Hierin worden de voor Waalwijk belangrijkste risico’s geïnventariseerd en op basis hiervan worden de prioriteiten in de uitvoering bepaald. Zie verder ook de volgende paragraaf.

      § 3.2 Prioriteiten; risicoanalyses en toetsings- en toezichtsprotocol

      Waalwijk richt haar inspanningen op die activiteiten waarbij de risico’s het grootst zijn. Om deze risico’s in beeld te brengen zijn risicoanalyses toegepast zoals beschreven in het Besluit omgevingsrecht. De risicoanalyses geven inzicht in de gevolgen van te maken overtredingen en de kans dat deze overtredingen zich voordoen.

      Aan de hand van de gemaakte risicoanalyses zijn prioriteiten gesteld aan de uitvoering van de VTH-taken voor de domeinen ‘bedrijven’, ‘wonen’, ‘publiek’ en ‘openbaar gebied’.

      De risicowaarderingen en de daaraan gekoppelde prioriteiten zijn opgenomen in een toetsings- en toezichtsprotocol (zie bijlage 1). Met betrekking tot handhaving ten aanzien van detailhandelskwesties wordt gewerkt volgens het zogenaamde ‘piepsysteem’. Dat betekent dat op basis van meldingen en klachten wordt overgegaan tot controle en zo nodig handhavend wordt opgetreden.

      Om een genuanceerd beeld te krijgen waar binnen de genoemde aspecten de grootste risico’s kunnen ontstaan, zijn deze vier domeinen –samen met andere toezichthoudende instanties zoals de provincie- beoordeeld aan de hand van een aantal thema’s zoals bodem, water, sociale veiligheid etc. Het niet nakomen van een voorschrift dat zich richt op het in stand houden van de sociale veiligheid levert in het domein ‘openbaar gebied’ nu eenmaal een groter risico op dan in het domein ‘bedrijven’. Incidenten en risico’s uit het verleden zijn hierbij meegewogen. De elementen die hoog scoren in de analyse nemen bij de programmering een belangrijke positie in. Elementen die gemiddeld of laag scoren, krijgen minder of geen aandacht.

    HOOFDSTUK 4. UITVOERINGSASPECTEN

    § 4.1 Belang van vergunningverlening

    In de uitvoering van de VTH-taken was tot nu toe de aandacht vooral gefocust op de aspecten toezicht en handhaving. De aandacht voor vergunningverlening loopt hierbij achter, mede ook vanwege het feit dat de lokale beleidsruimte inzake vergunningverlening doorgaans als beperkt wordt ervaren. Afhandelingstermijnen en overige vergunnings-voorschriften vloeien voort uit landelijke wet- en regelgeving. Toch heeft de gemeente ook op het gebied van vergunningverlening beleidsvrijheid. De gemeente Waalwijk vindt dan ook dat het instrument vergunningverlening in het ordenen van het fysieke domein een prominente rol moet spelen.

    § 4.2 Nalevingsstrategie

    De gemeente Waalwijk streeft naar maximale beïnvloeding van het naleefgedrag door in de diverse fasen het meest geëigende instrument in te zetten. Een goede naleving begint in de vergunningsfase met een heldere en eenduidige vergunning en goed te begrijpen voorschriften.

    Ten aanzien van het naleefgedrag baseren we ons op de nalevings- en handhavingspiramide van Mans:

    § 4.3 Klachten en verzoeken om handhaving

    Bij de afhandeling van verzoeken om handhaving en klachten is de gekozen prioritering leidend. Ook ‘de verantwoordelijkheid meer bij burgers en bedrijven’, zal -bij de afweging van de beslissing op de klacht of het verzoek- een belangrijke rol spelen. Dit kan betekenen dat de gemeente niet bij elke klacht of verzoek direct handelend op zal treden, maar in voorkomende gevallen de verantwoordelijkheid voor het oplossen bij de burger en het bedrijf zal leggen.

    § 4.4 Toezichtstrategie

    Controles worden planmatig uitgevoerd en vinden zowel aangekondigd als onaangekondigd plaats. Controles vinden plaats op basis van:

    • o

      het jaarlijkse uitvoeringsprogramma;

    • o

      meldingen, klachten, ongevallen, incidenten en verzoeken tot handhaving;

    • o

      vrije-veld-controles. Op basis van waarnemingen (ogen en oren).

    § 4.5 Integraal toezicht

    Goed afstemmen en samenwerken met andere handhavingspartners doen wij door:

    • o

      oog- en oorfunctie

    • o

      gezamenlijke controle

    • o

      controleren voor elkaar (controleren op meer aspecten namens anderen)

    § 4.6 Repressief optreden

    Ondanks preventieve inzet zullen er burgers en bedrijven zijn die zich niet houden aan gestelde regels. We treden op in lijn met de handhavingsstrategie ‘Zo handhaven we in Brabant’. Hieruit volgt dat bij overtreding altijd als eerste wordt bezien of iets kan worden gelegaliseerd. Als dat niet mogelijk is zal worden overgegaan tot een van de hieronder genoemde bestuursrechtelijke of strafrechtelijke instrumenten.

    Bestuursrechtelijke instrumenten worden ingezet door de gemeente met als primair doel het herstellen van de ongewenste situatie of het beëindigen/ongedaan maken van de overtreding. De bestuursrechtelijke instrumenten die hiervoor worden ingezet zijn:

    • o

      Een bestuursrechtelijke sanctiebeschikking:

    • §

      last onder dwangsom;

    • §

      last onder bestuursdwang.

    • o

      Intrekken van de vergunning of de ontheffing;

    • o

      Een bouwstop (stilleggen van de activiteiten);

    • o

      Bestuurlijke boete

    De strafrechtelijke instrumenten worden vooral gehanteerd door het Openbaar Ministerie, de politie en de buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s). Deze zijn gericht op het straffen van de overtreder en het wegnemen van het genoten (concurrentie)voordeel. De belangrijkste strafrechtelijke instrumenten zijn:

    • o

      Bestuurlijke strafbeschikking;

    • o

      Proces verbaal;

    • o

      Voorlopige maatregel.

    Inzet BOA’s

    In de nota ‘Toezicht op straat en in wijken binnen de gemeente Waalwijk’ van mei 2012 is opgenomen dat de BOA’s zich behalve met parkeertoezicht ook (meer) bezig houden met toezicht op zaken als hangjongeren, hinder van fietsers en scooters, overlast op wandelroutes, dumpen van afval, honden en evenementen. Binnen de in deze notitie genoemde prioriteiten vervullen de BOA’s op onderdelen dan ook een rol.

    § 4.7 Handhaving eigen bedrijfsvoering en die van andere overheden

    De gemeente voert ook bedrijfsmatige activiteiten uit waarvoor zij formeel tevens de handhavende organisatie is. Het gaat hier om de opslag van afvalstoffen, het aanleggen van infrastructurele werken, het (laten) uitvoeren van bodemsaneringen of het oprichten van bouwwerken. Omdat hier ‘de slager zijn eigen vlees keurt’ is het nodig de handhaving hiervan zichtbaar en transparant te maken.

    Dit doen wij door de bevindingen van het toezicht altijd schriftelijk ter kennis te stellen van degene die het beheer of de directie voert over de gecontroleerde activiteit. Bij overtreding wordt dezelfde sanctiestrategie gehanteerd als bij overtredingen van anderen. Tegen een overtreding door andere overheden wordt eveneens opgetreden als tegen ieder ander.

    § 4.8 Organisatie van de uitvoering; komst RUD en bezuinigingen

    De organisatie is zo ingericht dat een adequate en behoorlijke uitvoering van het omgevingsbeleid en de daaraan gekoppelde jaarplannen kan worden gerealiseerd. In de komende periode wordt de inzet door de volgende twee ontwikkelingen beïnvloed: 1. de komst van de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) en 2. de taakstellende bezuinigingen.

    Ad 1. De komst van de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD)

    De komst van de RUD leidt ertoe dat een aantal specialistische taken van de gemeenten (grof gezegd milieuvergunningverlening en –handhaving) verplicht overgaat naar deze dienst. De voor Waalwijk relevante RUD is de Omgevingsdienst Midden en west Brabant/ ODMWB . De gemeente zal een dienstverleningsovereenkomst met de ze RUD afsluiten voor het uitvoeren van de over te hevelen taken. Hierbij wordt tevens afgesproken dat de gemeentelijke visie op vergunningverlening, toezicht en handhaving inclusief de door vertalingen door de RUD worden overgenomen.

    Ad 2. de taakstellende bezuinigingen

    De economische crisis dwingt de gemeente op alle terreinen zijn uitgaven te beperken. Voor de uitvoering van de VTH-taken is vanaf 2013 structureel € 250.000 minder beschikbaar vanuit de taakstellende bezuiniging op dit domein. Om een acceptabel niveau van VTH uitvoering te behouden zal verdergaand geïnvesteerd worden op ‘anders en slimmer’ uitvoeren van de VTH- taken. Concreet zal meer ingezet worden op projectmatig werken, clusteren van branches om zodoende vanuit de schaalgrootte efficiënter te kunnen werken en de samenwerking met andere partijen te intensiveren. Daarnaast wordt verdergaand geprioriteerd op de meest kwetsbare / risicovolle aandachtsgebieden.

    BIJLAGE TOETSINGS- EN TOEZICHTSPROTOCOL

    A.Taken en prioriteiten bedrijven

    In dit domein gaat het er om welke risico’s bedrijven veroorzaken indien zij zich niet aan de voorschriften houden en indien er door de gemeente geen of onvoldoende toezicht wordt gehouden op de naleving ervan.

    Uit de risicoanalyse blijkt dat er een hoog risico op gevaarlijke of ongewenste situaties ontstaat bij de volgende bedrijven ten aanzien van de volgende thema’s:

    • §

      Op het vlak van externe veiligheid bij alle inrichtingen met uitzondering van: glastuinbouw en open teelt, metaalbewerking, afvalsector, textiel, tapijt, leer en grafische industrie en houtbewerking, jachthavens, ambachtsbedrijven, kantoren en windturbines;

    • §

      Constructieve veiligheid;

    • §

      Brandveiligheid.

    Bedrijven

    Thema

    Risicowaardering

    Inrichtingen

    Externe veiligheid

    Hoog

    Alle inrichtingen met uitzondering van: glastuinbouw en open teelt, metaalbewerking, afvalsector, textiel, tapijt, leer en grafische industrie en houtbewerking, jachthavens, ambachtsbedrijven, kantoren en windturbines

    Constructieve veiligheid

    Hoog

    Alle inrichtingen

    Brandveiligheid

    Hoog

    Alle inrichtingen

    Afval

    Gemiddeld

    Op- en overslagbedrijven, opslag vuurwerk, glastuinbouw en open teelt, loonwerkers, houden van dieren, betonmortel- en productenindustrie, afvalsector en jachthavens

    Water

    Gemiddeld

    Transportbedrijven, diervoeder industrie, voedingsmiddelen, houden van dieren, metaalbewerking, afvalsector, textiel, leer, tapijt, grafische industrie, jachthavens, RWZI’s

    Bodem

    Gemiddeld

    Motorvoertuigen, tankstations, diervoeder, voedingsmiddelen, glastuinbouw, open teelt, houden van dieren, betonmortel, productenindustrie, afvalsector, textiel, tapijt, leer, grafische industrie, houtbewerking en jachthavens

    Geluid & trillingen

    Gemiddeld

    Op- en overslagbedrijven, transportbedrijven, motorvoertuigen, tankstations

    Verkeer

    Gemiddeld

    Op- en overslagbedrijven, transportbedrijven, tankstations, LPG-tankstations

    Lucht

    Gemiddeld

    Diervoeder industrie en voedingsmiddelen, kunststof industrie, textiel, tapijt, leer, grafische industrie en houtbewerking

    Energie

    Gemiddeld

    Op- en overslagbedrijven, transportbedrijven, vuurwerkopslag, motorvoertuigen, tankstations (LPG), diervoederindustrie en voedingsmiddelen, loonwerkers, houden van dieren, betonmortel- en productenindustrie, afvalsector, jachthavens, ambachtsbedrijven, kantoren, windturbines, propaantanks, RWZI’s

    Externe veiligheid

    Gemiddeld

    Glastuinbouw en open teelt, metaalbewerking, afvalsector, textiel, tapijt, leer en grafische industrie en houtbewerking, jachthavens, ambachtsbedrijven en kantoren, windturbines

    Ontsiering

    Gemiddeld

    Flora & Fauna

    Gemiddeld

    Bodem

    Laag

    Overig

    Water

    Laag

    Overig

    Geluid & trillingen

    Laag

    Overig

    Verkeer

    Laag

    Overig

    Lucht

    Laag

    Overig

    Afval

    Laag

    Overig

    Licht

    Laag

    Bruikbaarheid

    Laag

    B.Taken en prioriteiten wonen

    In dit domein richt de aandacht zich op bouwwerken met een woonfunctie zoals woningen, monumenten, bij- of aanbouwen en woonwagens. Wat zijn de risico’s als in de bouw- of beheerfase voorschriften niet worden nageleefd en de gemeente het toezicht erop nalaat of op een laag pitje zet.

    Uit de risicoanalyse blijkt dat er een hoog risico op gevaarlijke of ongewenste situaties bij woongebouwen ontstaat ten aanzien van de volgende thema’s:

    • §

      Externe veiligheid;

    • §

      Constructieve veiligheid;

    • §

      Brandveiligheid.

    Wonen

    Thema

    Risicowaardering

    Inrichtingen

    Externe veiligheid

    Hoog

    Constructieve veiligheid

    Hoog

    Brandveiligheid

    Hoog

    Afval

    Gemiddeld

    Bodem

    Gemiddeld

    Geluid & trillingen

    Gemiddeld

    Verkeer

    Gemiddeld

    Lucht

    Gemiddeld

    Energie

    Gemiddeld

    Sociale veiligheid

    Gemiddeld

    Bruikbaarheid

    Gemiddeld

    Zorgwoningen, wooncomplexen

    Ontsiering* (zie opmerking paragraaf 4.7)

    Gemiddeld

    Water

    Laag

    Licht

    Laag

    Bruikbaarheid

    Laag

    Overige

    Flora & Fauna

    Laag

    C.Taken en prioriteiten publiek

    Het gaat in dit domein om bouwwerken met een publieke functie zoals logiesverblijven, zieken- en verzorgingshuizen, winkelcentra en kinderdagverblijven. Wat zijn voor dit type gebouwen de grootste risico’s als de regels worden verwaarloosd en de gemeente hier niet op toeziet.

    Uit de risicoanalyse blijkt dat er een hoog risico op gevaarlijke of ongewenste situaties bij bouwwerken met een publieke functie ontstaat ten aanzien van de volgende thema’s:

    • §

      Externe veiligheid;

    • §

      Constructieve veiligheid;

    • §

      Brandveiligheid.

    Publiek

    Thema

    Risicowaardering

    Inrichtingen

    Externe veiligheid

    Hoog

    Constructieve veiligheid

    Hoog

    Brandveiligheid

    Hoog

    Afval

    Gemiddeld

    Bodem

    Gemiddeld

    Geluid & trillingen

    Gemiddeld

    Verkeer

    Gemiddeld

    Energie

    Gemiddeld

    Sociale veiligheid

    Gemiddeld

    Bruikbaarheid

    Gemiddeld

    Ontsiering*

    Gemiddeld

    Water

    Laag

    Lucht

    Laag

    Licht

    Laag

    Flora & fauna

    Laag

    * Het thema ontsiering krijgt in beginsel een gemiddelde prioriteit. Afhankelijk van de in de welstandsnota opgenomen uitgangspunten kan de overtreding alsnog een hogere of een lagere prioriteit krijgen.

    D.Taken en prioriteiten openbaar gebied

    Dit domein richt zich op activiteiten die in het openbaar gebied plaatsvinden zoals evenementen, kappen van bomen, venten en collecteren en parkeren. Welke risico’s kunnen zich vooral voordoen als hierin onvoldoende regulerend wordt opgetreden en de gemeenten faalt in het toezicht.

    Uit de risicoanalyse blijkt dat er een hoog risico op gevaarlijke of ongewenste situaties bij activiteiten in het openbaar gebied ontstaan ten aanzien van de volgende thema’s:

    • §

      Bij grote evenementen op het vlak van parkeren;

    • §

      Bij het houden van dieren en het dumpen van afval op het vlak van afval;

    • §

      Sociale veiligheid;

    • §

      Bij grote evenementen op het vlak van constructieve veiligheid;

    • §

      Bij grote evenementen op het vlak van brandveiligheid.

    Openbaar gebied

    Thema

    Risicowaardering

    Inrichtingen

    Verkeer

    Hoog

    Evenement groot, parkeren

    Afval

    Hoog

    Houden van dieren, dumpen afval

    Sociale veiligheid

    Hoog

    Constructieve veiligheid

    Hoog

    Evenementen groot

    Brandveiligheid

    Hoog

    Evenementen groot

    Bodem

    Gemiddeld

    Evenement groot

    Geluid & trillingen

    Gemiddeld

    Evenement midden en groot, parkeren, dieren en hinderlijk gedrag

    Verkeer

    Gemiddeld

    Evenement midden, dumpen afval, opslaan roerende zaken, hinderlijk gedrag

    Lucht

    Gemiddeld

    Dieren

    Afval

    Gemiddeld

    Evenement midden en groot, houtopstanden, hinderlijk gedrag

    Constructieve veiligheid

    Gemiddeld

    Overig

    Brandveiligheid

    Gemiddeld

    Overig

    Ontsiering

    Gemiddeld

    Flora & Fauna

    Gemiddeld

    Bodem

    Laag

    Overig

    Water

    Laag

    Geluid & trillingen

    Laag

    Overig

    Verkeer

    Laag

    Overig

    Lucht

    Laag

    Overig

    Afval

    Laag

    Overig

    E.Illegale activiteiten

    De indeling in thema’s laat onvoldoende ruimte om aan te geven hoe om te gaan met bepaalde illegale activiteiten. Voor deze hieronder te benoemen activiteiten is geen risicoanalyse uitgevoerd maar is op basis van de opinie van deskundige medewerkers van de afdeling Leefbaarheid, Veiligheid en Handhaving een risico-inschatting gemaakt. Op basis van deze opinie alsmede op basis van bestaand beleid zoals beschreven in het handhavingsbeleidsplan 2009-2012 wordt een hoge prioriteit gegeven aan het houden van toezicht op:

    • -

      het zonder vergunning verrichten van bouwactiviteiten;

    • -

      het zonder vergunning illegaal gebruiken van bouwwerken en gronden; en

    • -

      het zonder vergunning slopen van bouwwerken waarin asbest is verwerkt;

    • -

      het uitoefenen van ketentoezicht en het toepassen van secundaire bouwstoffen (grond, gebroken puin etcetera).

    Het uitoefenen van ketentoezicht en het toepassen van secundaire bouwstoffen kent een hoge prioriteit aangezien deze activiteiten vaak gericht zijn op het bewust overtreden van regels, gepaard gaan met grote milieuschade en er veel financieel gewin tegenover staat.

    F.Prioritering vergunningverlening

    De voorschriften in de vergunningen richten zich vooral op die aspecten van de uit te voeren activiteiten die het meeste risico kunnen veroorzaken. In het op te stellen toetsingsprotocol voor bouwen, milieu en bijzondere wetten wordt dit uitgewerkt. De in dit beleid gemaakte prioritering geldt zowel voor vergunningverlening als handhaving waarbij de kanttekening wordt geplaatst dat er altijd aspecten blijven die voor vergunningverlening belangrijker kunnen zijn dan voor handhaving (en omgedraaid). Van deze prioritering kan (gemotiveerd) gebruik worden gemaakt bij de behandeling van een vergunning of het uitvoeren van toezicht op locatie.