Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening reclamebelasting 2014

Geldend van 06-12-2013 t/m 31-12-2014

Intitulé

VERORDENING RECLAMEBELASTING 2014

GEWIJZIGDE VERORDENING

Verordening reclamebelasting 2014

De raad van de gemeente Waalwijk;

gelezen het voorstel over de belastingverordeningen 2014 van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2013;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2014

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder vestiging: een perceel of deel van een perceel dat door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon wordt gebruikt ten behoeve van de bedrijfsuitoefening van één onderneming.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam reclamebelasting wordt, binnen het gebied zoals nader aangewezen in de bij deze verordening behorende bijlage 1, een directe belasting geheven ter zake van een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.

Artikel 3 Belastingplicht

De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie de openbare aankondiging wordt aangetroffen.

Artikel 4 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van:

  • a.

    openbare aankondigingen door publiekrechtelijke rechtspersonen gedaan in de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak;

  • b.

    openbare aankondigingen die uitsluitend dienen ten behoeve van de regulering van het verkeer over openbare land- en waterwegen;

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven naar een vast bedrag per vestiging, ongeacht de oppervlakte van de reclameobjecten.

  • 2. Indien meerdere gebouwde percelen of delen daarvan naast elkaar gelegen zijn, onderling verbonden zijn en tezamen en met dezelfde naamsduiding worden gebruikt door één belastingplichtige, wordt dit als één vestiging gezien.

  • 3. Indien dezelfde belastingplichtige een aantal niet naast elkaar gelegen gebouwde percelen of gedeelten, waarop reclameobjecten zijn aangebracht, in gebruik heeft, worden deze aangemerkt als afzonderlijke vestigingen.

Artikel 6 Tarief

  • 1. Het tarief bedraagt € 572,20 per vestiging, gelegen in het kernwinkelgebied, zoals aangegeven in bijlage 1 van deze verordening “gebied heffing reclamebelasting”.

  • 2. Het tarief bedraagt € 286,10 per vestiging, gelegen in een aanloopstraat, zoals aangegeven in bijlage 1 van deze verordening “gebied heffing reclamebelasting”.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2. Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij aanvang van de belastingplicht.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclameheffing verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclameheffing als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de aanslag verminderd met zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclameheffing als er in dat jaar, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Termijn van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening reclamebelasting 2013’ van 8 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening reclamebelasting 2014

De raad in zijn openbare vergadering van 7 november 2013 en aldus vastgesteld op8 november 2013.

DE RAAD VAN DE GEMEENTE WAALWIJK

de griffier, G.H. Kocken / de voorzitter, drs. A.M.P. Kleijngeld

Bijlage 1: gebied heffing van reclamebelasting

1.Aanduiding kernwinkelgebied (centrumstraten)

Bernhardstraat, De Els, Grotestraat (van kruispunt Emmikhovensestraat tot kruispunt Wilhelminastraat), St. Jansplein, Kloosterwerf, Markt, Mr. van Coothstraat (vanaf kruispunt Burgemeester Moonenlaan tot Grotestraat), Raadhuisplein, Unnaplein en Stationsstraat in Waalwijk.

2.Aanduiding aanloopstraat

Hertog Janstraat, Julianastraat en Margrietstraat in Waalwijk.

De raad in zijn openbare vergadering van 7 november 2013 en aldus vastgesteld op 8 november 2013

De griffier,G.H. Kocken