Regeling vervallen per 01-05-2022

Beleidsregels indienen verzoeken Wet openbaarheid van bestuur

Geldend van 02-04-2018 t/m 30-04-2022

Intitulé

Beleidsregels indienen verzoeken Wet openbaarheid van bestuur

Het College en de Burgemeester van Waalwijk,

overwegen:

dat in sterk toenemende mate misbruik gemaakt wordt van de Wet openbaarheid van bestuur, doordat de indiener van een verzoek om informatie geen belang hecht aan het verkrijgen van deze informatie maar een ander doel voor ogen heeft;

dat dit misbruik moet worden tegengegaan, onder meer door het zoveel mogelijk ontmoedigen van het indienen van oneigenlijke verzoeken;

waarbij zij hebben gelet op artikel 2:15 Algemene wet bestuursrecht (Awb),

besluiten

ieder ten aanzien van zijn eigen bevoegdheid vast te stellen de

Beleidsregels indienen verzoeken Wet openbaarheid van bestuur”,

Artikel 1. Definitie

In deze beleidsregel wordt bedoeld met:

  • ·

    Wob-verzoek: een verzoek om informatie als bedoeld in artikel 3 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), met inbegrip van een aanvulling of toelichting op zo'n verzoek;

  • ·

    indiening langs de elektronische weg: het indienen van een Wob-verzoek per fax of per e-mail, dan wel op een andere digitale wijze, anders dan op papier.

Artikel 2. Wijze van indiening Wob-verzoeken

  • 1.

    Een Wob-verzoek kan niet worden ingediend langs de elektronische weg.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid geldt niet, indien het Wob-verzoek wordt ingediend door middel van een elektronisch formulier (webformulier), daartoe aangewezen op de internetpagina van de gemeente Waalwijk, www.waalwijk.nl, nadat de indiener zich heeft geïdentificeerd door middel van DigID.

 

Artikel 3. Gelegenheid tot aanvulling

  • 1. Een indiener van een Wob-verzoek dat in strijd met artikel 2 is ingediend, wordt volgens artikel 4:5 Awb in de gelegenheid gesteld het verzoek op de juiste wijze in te dienen gedurende 7 dagen na verzending van het verzoek om aanvulling.

  • 2. Een verzoek om aanvulling als bedoeld in het eerste lid, wordt aan de verzoeker per post gestuurd aan het adres waarop hij zijn adres heeft volgens de basisregistratie personen als bedoeld in de Wet basisregistratie personen of aan het adres waar hij of zijn bedrijf volgens het register van de Kamer van Koophandel gevestigd is.

  • 3. Indien registratie van het adres of de vestiging als bedoeld in het tweede lid ontbreekt of niet te achterhalen is, wordt het verzoek om aanvulling per post gestuurd naar het adres dat de indiener heeft vermeld in het Wob-verzoek.

  • 4. Indien het adres of de vestiging van de indiener ontbreekt of niet te achterhalen is op grond van de in het tweede lid genoemde registraties, en deze in het Wob-verzoek geen adres heeft vermeld waaraan het verzoek om aanvulling per post verzonden kan worden, wordt het verzoek om aanvulling aan de indiener verzonden op de wijze waarop deze het Wob-verzoek heeft ingediend.

Artikel 4. Evaluatiebepaling

Na een periode van twee jaar na het in werking treden, wordt de uitvoering van en de noodzaak van deze beleidsregel geëvalueerd.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt 1 maart 2014 in werking.

Artikel 6. Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als de

Beleidsregels indienen Wob-verzoeken”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het College van Waalwijk op 18 februari 2014.

Het College van Waalwijk,

de secretaris, de burgemeester,

J.H. Lagendijk drs. A.M.P. Kleijngeld

Aldus vastgesteld door de Burgemeester van Waalwijk op 18 februari 2014,

drs. A.M.P. Kleijngeld

Toelichting op Beleidsregels indienen verzoeken Wet openbaarheid bestuur

Algemene Toelichting:

In sterk toenemende mate is sprake van misbruik van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Zo'n twee-derde van de Wob-verzoeken die worden ingediend bij de gemeente Waalwijk, moeten aangemerkt worden als oneigenlijk gebruik van de wet. De indiener van een oneigenlijk Wob-verzoek is niet geïnteresseerd in de gevraagde informatie, maar dient een veelomvattend, vaak vaag verzoek in en hoopt meestal dat de gemeente te laat beslist of een fout maakt. Dan kan men een dwangsom en/of een proceskostenvergoeding eisen.

Veel Wob-misbruikers opereren landelijk en dienen hun verzoeken bij zeer veel overheidslichamen in. Zij bedienen zich van moderne technieken en sturen per e-mail of per fax verzoeken aan bijvoorbeeld alle gemeenten. Om misbruik van de wet op deze manier tegen te gaan wordt de elektronische weg voor het indienen van een Wob-verzoek op grond van artikel 2.15 Algemene wet bestuursrecht (Awb) afgesloten. In dit artikel wordt bepaald dat

In navolging van de Nationale ombudsman moet worden opgemerkt dat niet alle verzoeken om informatie direct als een formeel Wob-verzoek aangemerkt hoeven te worden. Het uitgangspunt is en blijft dat iedereen de gemeente (informeel) om inlichtingen kan vragen. Zo’n informeel verzoek kan uiteraard per e-mail of per fax gedaan worden en zal overeenkomstig de dienstverleningsvisie van de gemeente Waalwijk binnen een redelijke termijn beantwoord worden.

Toelichting artikel 3:

Volgens artikel 4:5 Awb moet de indiener kan een bestuursorgaan besluiten een aanvraag niet te behandelen indien deze geweigerd wordt op grond van artikel 2:15 Awb. In dat geval is het wel nodig dat de indiener de gelegenheid heeft gehad de aanvraag binnen een door het bestuursorgaan gestelde termijn aan te vullen. Voor het opnieuw opsturen per post van een reeds opgesteld verzoek, is een termijn van zeven dagen voldoende.

Veel indieners van een oneigenlijk Wob-verzoek vermelden geen adres (b.v. in een e-mail), of een postadres waar men niet woont. Dit roept twijfels op over de identiteit van de indiener. Er zijn ook gevallen bekend van verzoekers die zich voordoen als gemachtigde van een ander, of van personen die weliswaar gemachtigd zijn maar waarbij de volmachtgever niet de intentie had om een Wob-verzoek in te dienen.

Om op dit punt duidelijkheid te krijgen, wordt een verzoek om aanvulling zoveel mogelijk per post naar het woonadres gestuurd waar de verzoeker is geregistreerd op grond van de Wet basisregistratie personen, of bij een zakelijke verzoeker naar het adres waar deze volgens het register van de Kamer van Koophandel is gevestigd.

Daarnaast wordt er uiteraard op gelet dat een verzoek ondertekend is en dat een machtiging op een juiste wijze is verstrekt.

Indien een verzoeker niet geregistreerd is en geen (duidelijk) adres in zijn verzoek heeft vermeld, zal toch getracht worden deze een verzoek om aanvulling te sturen. Indien dit aanvullingsverzoek de indiener niet of niet op tijd bereikt, komt in dat soort gevallen voor zijn eigen risico.