Beleidsregels plaatsen (bouw)containers e.d. in de openbare ruimte

Beleidsregelplaatsen (bouw)containers e.d. in openbare ruimte

HET COLLEGE VAN WAALWIJK,

gelet op de Verordening precariobelasting 2014 en de Algemene Plaatselijke Verordening;

OVERWEGENDE DAT:

• -

  In artikel 2:10 lid 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening is de bevoegdheid opgenomen dat het college van burgemeester en wethouders in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels kan stellen over terrassen, (het plaatsen van) containers, reclameborden en uitstallingen;

• -

  In artikel 12 van de Precarioverordening 2014 kan het college van burgemeester en wethouders nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting;

• -

  Het plaatsen van containers e.d., valt niet onder het algemene verbod van het eerste lid van artikel 2:10 van de APV. In beginsel staat het mensen dus vrij een container op de weg te plaatsen. Het college heeft van de mogelijkheid tot het stellen van nadere regels geen gebruik gemaakt;

• -

  Gewenst is nadere richtlijnen vast te stellen om het toezicht en de handhaving te verbeteren door de kaders aan te geven waaraan het plaatsen van containers in de openbare ruimte moet voldoen;

• -

  Gewenst is voor de uitvoerbaarheid van de Verordening precariobelasting een meldingsplicht in te stellen;

• -

  Als gevolg van het ontbreken van een meldings- of vergunningsplicht is het in de praktijk niet altijd eenvoudig de eventuele kosten te verhalen op de veroorzaker in het geval er schade ontstaat aan het openbare terrein;

• -

  Voorgesteld wordt om een algemene meldingsplicht in te stellen met daarbij randvoorwaarden waaraan het plaatsen van containers e.d. dienen te voldoen. Indien de minimale eisen niet haalbaar zijn kunnen door de gemeente nadere aanwijzingen worden gegeven om de verkeersveiligheid en de bruikbaarheid van de openbare ruimte te waarborgen.;

• -

  De voorkeur gaat uit naar het instellen van een meldingsplicht, in plaats van een vergunning of ontheffing. Aan een vergunning- of ontheffingsstelsel is in beginsel een uitgebreidere administratieve afhandeling (inboeken, beoordelen en een besluit en een nota opmaken) gekoppeld. Dit in tegenstelling tot een kennisgeving in de vorm van een melding. Na het indienen van een melding kan in de regel volstaan worden met het sturen van een ontvangstbevestiging. De administratieve lasten wegen in de regel niet op tegen de baten van een vergunningstelsel;

• -

  Aan de melding worden een aantal voorwaarden gekoppeld waar met de plaatsing/gebruik rekening moet worden gehouden;

• -

  In de Tarieventabel behorende bij de Verordening precariobelasting is bepaald dat bedragen onder € 10,- om administratieve overwegingen niet worden geïnd;

• -

  De precariobelasting wordt niet toegepast op projecten die door of in opdracht van de gemeente Waalwijk worden uitgevoerd. Voor alle bouwprojecten (al dan niet omgevingsvergunningsplichtig/ met of zonder exploitatieovereenkomst) geldt dat een melding in het kader van de precariobelasting gedaan moet worden. Voor wegenbouwprojecten en beheer- en onderhoudswerken in de openbare ruimte geldt dat afspraken gemaakt moeten worden met de projectleider/beheerder.

BESLUIT:

vast te stellen de “Beleidsregelsplaatsen (bouw)containers e.d. in openbare ruimte”.

ARTIKEL 1. DEFINITIES

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

• a.

  Melding: met het indienen van een schriftelijke melding wordt tijdelijke toestemming verleend aan een persoon om een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond te plaatsen gedurende de aangegeven termijn;

• b.

  Containere.d.: materialen t.b.v. bouw- of sloopwerken of tuinaanleg zoals grond, puin, keten, loodsen, schaftwagens, containers, werktuigen, stellingen, steigers, bigbags of pallets, e.d..

ARTIKEL 2. NORMSTELLING

De volgende onderwerpen worden in deze beleidsregel besproken:

• a.

  Meldingsplicht: personen die gebruik wil maken van de openbare ruimte voor het plaatsen van containers e.d. dient dit vooraf te melden door middel van een melding. De melding kan worden gedaan op de gemeentelijke website.

• b.

  Voor het plaatsen van meldingsplichtige containers e.d. zijn volgende voorwaarden van toepassing:

  • -

    De vrije doorgang van straten dient ten alle tijde te worden gegarandeerd, in verband met de verkeersveiligheid en ten behoeve van de hulpdiensten.

  • -

    Indien de vrije doorgang tijdelijk belemmerd gaat worden dient vooraf toestemming van de gemeente te worden gevraagd!

  • -

    Alle aanwijzingen en bevelen die door het bevoegd gezag (politie, brandweer, Geneeskundige Hulpverlening en/of een medewerker(s) van de gemeente in het belang van de openbare orde en veiligheid worden gegeven, dienen terstond te worden opgevolgd.

  • -

    De voorwerpen mogen niet op een brandput of de toegang daartoe en/of vluchtroutedeuren blokkeren.

  • -

    Het obstakel dient voorzien te worden van markeringen ten behoeve van de verkeersveiligheid.

• c.

  Aansprakelijkheid:

  • -

    De melder doet bij voorbaat afstand van alle aanspraken die hij/zij tegenover de gemeente zou kunnen doen gelden wegens schade aan de krachtens de melding aanwezige werken en materialen, door welke oorzaak ook ontstaan;

  • -

    De melder vrijwaart de gemeente voor alle vorderingen die derden mochten doen gelden tot vergoeding van schade die enigerlei verband staat met het plaatsen van een voorwerp in de openbare ruimte, tenzij de schade ontstaan door of op vordering ontstaat uit schuld aan de zijde van de gemeente;

  • -

    De melder aanvaardt iedere aansprakelijkheid voor schade die ten gevolge van het plaatsen voorwerpen in de openbare ruimte kunnen voortvloeien.

ARTIKEL 3. BEREKENING PRECARIOBELASTING

a In de melding voor het plaatsen van een container e.d. dient de duur en de oppervlakte van de container e.d. te worden opgegeven. Aan de hand van deze gegevens wordt de precariobelasting berekend volgens de tarieventabel behorende bij de precarioverordening.

b Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

ARTIKEL 4. INWERKINGTREDING

Dit beleidsregel treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het College van Waalwijk op 5 augustus 2014.

Het College van Waalwijk,

de secretaris, de burgemeester,

J.H. Lagendijk drs. A.M.P. Kleijngeld