Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening lijkbezorgingsrechten 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2015

Intitulé

VERORDENING LIJKBEZORGINGSRECHTEN 2015

De raad van de gemeente Waalwijk;

gelezen het voorstel over de belastingverordeningen 2015 van het college van burgemeester en wethouders van 30 september 2014;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

“Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2015

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats:

    • -

      de gemeentelijke begraafplaats Bloemendaal gelegen aan de Bloemendaalweg te

Waalwijk;

  • -

    de gemeentelijke begraafplaats, gelegen aan de Tilburgseweg te Sprang-Capelle;

  • -

    de gemeentelijke begraafplaats, gelegen aan de Heistraat te Sprang-Capelle;

  • -

    de gemeentelijke begraafplaats, gelegen aan de de Roonlaan te Waspik;

    • b.

      grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

    • c.

      particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijke persoon of

rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • 1.

    het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • 2.

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • d.

      algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden

tot het doen begraven van lijken;

  • e.

    particulier kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon

het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

g.urnentuin: een gedeelte van de begraafplaats bestemd tot het doen bijzetten en

bijgezet houden van asbussen in een particulier urnengraf;

  • h.

    asbus: een bus ter berging van de as van een overledene;

  • i.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;

  • j.

    verstrooiingsveld: een permanent daartoe bestemde plaats op een gemeentelijke

begraafplaats waarop as wordt verstrooid.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieven-tabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend-gemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten uiterlijk worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de in artikel 6 bedoelde kennisgeving is vermeld.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening Lijkbezorgingsrechten 2014' van 8 november 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening Lijkbezorgingsrechten 2015’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 november 2014.

DE GEMEENTERAAD VAN DE GEMEENTE WAALWIJK

De griffier, De voorzitter,

G.H. Kocken, drs. A.M.P. Kleijngeld