Kansspelen beleid

Geldend van 30-06-2016 t/m heden

Intitulé

Kansspelen beleid

Kansspelen beleid

Inhoudsopgave

1 Inleiding 3

  • 1.

    1 Aanleiding 3

  • 1.

    2 Doel 3

  • 1.

    3 Reikwijdte 3

2 Juridische kaders 4

  • 2.

    1 Algemeen 4

  • 2.

    2 Wet op de Kansspelen 4

2.2.1 Loterijen/prijsvragen in kader van algemeen belang 4

2.2.2 Kleine kansspelen 4

2.2.3 Vestiging speelcasino 4

2.2.4 Aanwezigheidsvergunning kansspelautomaten 5

2.2.5 Exploitatievergunning en verordening speelautomatenhal 5

  • 2.

    3 Speelautomatenbesluit 2000/ Kansspelenbesluit 5

  • 2.

    4 Algemene wet bestuursrecht 5

  • 2.

    5 Wet ruimtelijke ordening 5

  • 2.

    6 Gemeentewet 6

  • 2.

    7 Wet BIBOB 6

3 Loterijen/prijsvragen en kleine kansspelen 7

  • 3.

    1 Algemeen 7

  • 3.

    2 Loterijen/prijsvragen in kader van algemeen belang 7

  • 3.

    3 Kleine kansspelen 7

4 Aanwezigheidsvergunning 9

  • 4.

    1 Algemeen 9

  • 4.

    2 Aantal vergunbare kansspelautomaten 9

4.2.1 Kansspelen in hoogdrempelige horeca-inrichting 9

4.2.2 Behendigheidsautomaten 9

4.2.3 Kansspelautomaten in speelautomatenhallen 10

  • 4.

    3 Aanvraag vergunning 10

  • 4.

    4 Weigeringsgronden 10

  • 4.

    5 Intrekkingsgronden 11

5 Vestiging speelautomatenhal 13

  • 5.

    1 Algemeen 13

  • 5.

    2 Eén speelautomatenhal toegestaan 13

  • 5.

    3 Onderdeel van multifunctioneel amusementsconcept 13

  • 5.

    4 Vestigingsgebieden 14

  • 5.

    5 Bestemmingsplan 15

6 Exploitatievergunning speelautomatenhal 16

  • 6.

    1 Algemeen 16

  • 6.

    2 Aanvraag vergunning 16

  • 6.

    3 Vergelijkende toets 17

  • 6.

    4 Weigeringsgronden 17

  • 6.

    5 Intrekkingsgronden 18

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De Wet op de kansspelen reguleert kansspelen. In deze wet worden aan het

gemeentebestuur bevoegdheden toegekend om op onderdelen kansspelen op lokaal niveau te reguleren. Het college van Waalwijk heeft het voornemen uitgesproken om, in het kader van de transformatie van bedrijventerrein Zanddonk tot een gemengde economische zone (GEZ) en de plannen die in Hart van Brabant verband worden ontwikkeld tot het creëren van een z.g. Leisure boulevard, het nulbeleid voor wat betreft de vestiging van speelautomatenhallen in de gemeente Waalwijk te verlaten. Om dit mogelijk te maken moet een nieuwe Verordening speelautomaten(hallen) worden vastgesteld. Dit geeft aanleiding om een eenduidig en integraal beleid te voeren met betrekking tot kansspelen en speelautomaten(hallen).

1.2 Doel

Het onderliggende beleid dient de volgende doelen:

* inzicht geven in de mogelijkheden voor de gemeente Waalwijk om

kansspelen te reguleren;

*motiveren waarom en hoe de gemeente Waalwijk gebruik maakt van haar

bevoegdheden om kansspelen te reguleren.

Daarnaast moet het beleid bijdragen aan de bescherming van de volgende

onderwerpen die tot de zorg van de overheid worden gerekend:

* openbare orde en veiligheid;

* woon- en leefklimaat;

* voorkoming van kansspelverslaving

1.3 Reikwijdte

Het onderliggende beleid heeft betrekking op de bevoegdheden die aan het

gemeentebestuur worden toegekend op basis van Titel VA en de artikelen 3, 7c en 27h van de Wet op de kansspelen.

2 Juridische kaders

2.1 Algemeen

In dit hoofdstuk worden de juridische kaders benoemd waarbinnen de gemeenteWaalwijk een beleid voor kansspelen, speelautomaten en speelautomatenhallenkan formuleren.

2.2 Wet op de kansspelen

De Wet op de kansspelen (hierna: Wok) reguleert kansspelen vanuit de gedachte dat kwetsbare groepen beschermd moeten worden tegen gokverslaving en oplichting. De Wok regelt dat er een kansspelautoriteit is. Deze heeft tot taak het verstrekken, wijzigen en intrekken van vergunningen voor kansspelen, exploitatievergunningen en modeltoelatingen voor speelautomaten, het voorkomen van kansspelverslaving, het geven van voorlichting en informatie en het uitvoeren van toezicht en handhaving. De Wok biedt daarnaast de mogelijkheid om kansspelexploitatie op lokaal niveau te reguleren ter bescherming van de openbare orde, het woon- en leefklimaat en preventie van gokverslaving. Op de bevoegdheden die aan het gemeentebestuur zijn toegekend wordt nader ingegaan.

2.2.1 Loterijen/prijsvragen in kader van algemeen belang

Op basis van artikel 3 van de Wok kan vergunning worden verleend voor het

organiseren van een gelegenheid om mee te dingen naar prijzen of premies, indien daar enig algemeen belang mee wordt gediend. In het Kansspelenbesluit heeft de minister nadere regels gesteld voor dergelijke loterijen/ prijsvragen. In paragraaf 3.2 wordt nader ingegaan op loterijen en prijsvragen.

2.2.2 Kleine kansspelenVerenigingen die ten minste drie jaar bestaan kunnen op basis van artikel 7c van de Wok als nevenactiviteit kleine kansspelen organiseren. In paragraaf 3.3 wordt nader ingegaan op kleine kansspelen.

2.2.3 Vestiging speelcasino

De organisatie van speelcasino’s is in Nederland voorbehouden aan Holland Casino. De vestiging van een speelcasino behoeft op basis van artikel 27h van de Wok voorafgaande instemming van de raad van de betrokken gemeente.

2.2.4 Aanwezigheidsvergunning kansspelautomaten

Op basis van artikel 30b van de Wok is het verboden om zonder vergunning van de burgemeester kansspelautomaten aanwezig te hebben (de

aanwezigheidsvergunning).

De vergunning kan slechts worden verleend voor de aanwezigheid van

kansspelautomaten in:

* hoogdrempelige horeca inrichtingen;

* speelautomatenhallen, indien deze bij verordening zijn toegestaan en een

vergunning is verleend door de burgemeester.

In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op de aanwezigheidsvergunning voor

kansspelautomaten.

2.2.5 Exploitatievergunning en verordening speelautomatenhal

Op basis van artikel 30c, eerste lid, onder b, van de Wok is het verboden om eenspeelautomatenhal te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester. Eendergelijke vergunning kan slechts worden verleend indien dit is toegestaan in eenverordening.

De gemeenteraad komt een grote beleidsvrijheid toe voor wat betreft de

voorwaarden die in de verordening kunnen worden opgenomen. Daarbij moetenwel de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht worden genomen. In de hoofdstukken 5 en 6 wordt nader ingegaan op deze onderwerpen.

2.3 Speelautomatenbesluit 2000 en Kansspelenbesluit

In de Wet op de kansspelen wordt bepaald dat voor bepaalde onderdelen regelsgesteld kunnen worden in een algemene maatregel van bestuur. Dit is gedaan in het Speelautomatenbesluit 2000 en het Kansspelenbesluit.

2.4 Algemene wet bestuursrecht

De Algemene wet bestuursrecht bevat algemene regels voor de verhouding tussen bestuursorganen, burgers en bedrijven. De wet regelt onder andere hoe de overheid moet handelen bij de toepassing van bevoegdheden, waarbij de algemene beginselen van behoorlijk bestuur centraal staan.

2.5 Wet ruimtelijke ordening

De Wet ruimtelijke ordening reguleert het ruimtegebruik en bevordert de

ruimtelijke kwaliteit. Voor speelautomatenhallen is het bestemmingsplan het meest relevant. Het bestemmingsplan biedt rechtszekerheid aan een ieder, dit geldt voor zowel exploitanten van speelautomatenhallen als voor burgers.

2.6 Gemeentewet

Op basis van artikel 174 van de Gemeentewet is de burgemeester belast met hettoezicht op openbare samenkomsten en vermakelijkheden en met het toezicht opvoor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven.

Verder is de burgemeester bevoegd tot het uitvoeren van verordeningen die

betrekking hebben op het bovenstaande. Ook kan de burgemeester in het kader van veiligheid en gezondheid bevelen geven die hij noodzakelijk acht.

2.7 Wet BIBOB

Criminele organisaties zijn soms afhankelijk van vergunningen, subsidies of

aanbestedingen, bijvoorbeeld voor witwasconstructies. Om te voorkomen dat deoverheid ongewild criminaliteit in de hand werkt, is de Wet bevordering

integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet BIBOB) ingevoerd. Deze wet geeft bestuursorganen, zoals burgemeesters, de mogelijkheid om bedrijven en personen te screenen en deze screening te betrekken bij de beoordeling van een vergunningaanvraag.

3 Loterijen/prijsvragen en kleine kansspelen

3.1 Algemeen

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het beleid dat de gemeente Waalwijk voert ten aanzien van kleine kansspelen en loterijen/prijsvragen. Ze worden gezamenlijk in dit hoofdstuk behandeld omdat ze, in tegenstelling tot de overige onderwerpen in het onderliggende beleid, geen betrekking hebben op de exploitatie van kansspelautomaten.

3.2 Loterijen/prijsvragen in kader van algemeen belang

Op basis van artikel 3 van de Wok kan vergunning worden verleend voor het

organiseren van een gelegenheid om mee te dingen naar prijzen of premies, indien daar enig algemeen belang mee wordt gediend. Onder een algemeen belang wordt bijvoorbeeld verstaan: sport, cultuur, welzijn, gezondheidszorg, ontwikkelingswerk en wetenschap. Het algemeen belang van een stichting of vereniging die deze doelen nastreeft valt ook onder de reikwijdte.

Tot een bedrag van € 4.500,- aan prijzen/premies zijn burgemeester en wethouders bevoegd, bij een grotere waarde is de kansspelautoriteit bevoegd.

In artikel 5 van de Wok en het Kansspelenbesluit wordt geregeld welke

voorschriften in ieder geval verbonden moeten worden aan een vergunning. Deburgemeester kan in de vergunning aanvullende voorwaarden stellen.

De Wet op de kansspelen en het Kansspelenbesluit gaan uitvoerig in op de

voorwaarden waaronder een loterij/prijsvraag kan worden georganiseerd. Het

wordt daarom niet noodzakelijk geacht om aanvullende voorwaarden te verbinden aan vergunningen. Wel worden organisatoren bij verlening van de vergunning gewezen op de beperkingen van de wet.

3.3 Kleine kansspelen

Verenigingen die ten minste drie jaar bestaan kunnen op basis van artikel 7c van de Wok als nevenactiviteit kleine kansspelen organiseren. De bekendste vorm is bingo.

De prijzen/premies mogen niet meer dan € 400,- per serie of set bedragen en de gezamenlijke waarde mag niet meer dan € 1.550,- per bijeenkomst bedragen.

Voorwaarde is dat 14 dagen vooraf een melding gedaan wordt bij burgemeester en wethouders. Deze kunnen de bijeenkomst verbieden en aan de bijeenkomstvoorwaarden verbinden.

Ze moeten de bijeenkomst verbieden indien:

  • ·

    op dezelfde dag in dezelfde lokaliteit (lees: openbaar gebouw) een soortgelijke bijeenkomst plaatsvindt;

  • ·

    de organisatoren van de bijeenkomst persoonlijk voordeel verwerven door de organisatie van het kleine kansspel;

  • ·

    indien er reden is om aan te nemen dat de geldende regels niet worden/zijn nageleefd.

In de gemeente Waalwijk zijn meerdere verenigingen die regelmatig een klein kansspel organiseren. In vrijwel alle gevallen gaat het om bingo en de frequentievarieert van wekelijks tot jaarlijks. Indien meldingen worden gedaan voor hetwekelijks organiseren van Bingo, worden deze over het algemeen gedaan voor een langere periode.

De Wet op de kansspelen gaat uitvoerig in op de voorwaarden waaronder een klein kansspel kan worden georganiseerd. Het wordt daarom niet noodzakelijk geacht om aanvullende voorwaarden te verbinden aan de organisatie van kleine kansspelen.

Wel worden organisatoren bij acceptatie van de melding gewezen op de

beperkingen van de wet.

4 Aanwezigheidsvergunning

4.1Algemeen

Op basis van artikel 30b van de Wok is het verboden om zonder vergunning van de burgemeester kansspelautomaten aanwezig te hebben. De vergunning kan slechts worden verleend voor de aanwezigheid van kansspelautomaten in:

  • ·

    hoogdrempelige horeca-inrichtingen;

  • ·

    speelautomatenhallen, indien deze bij verordening zijn toegestaan en eenvergunning is verleend door de burgemeester.

Er hoeft geen aanwezigheidsvergunning aangevraagd te worden voor:

  • ·

    behendigheidsautomaten (sinds 1 juli 2010);

  • ·

    kermisautomaten (artikel 30a, lid 2 Wok);

    4.2Aantal vergunbare kansspelautomaten

In een verordening kan de gemeenteraad vaststellen voor hoeveel

kansspelautomaten maximaal per inrichting een aanwezigheidsvergunning kan

worden verleend.

4.2.1 Kansspelautomaten in hoogdrempelige horeca-inrichtingen

Op grond van artikel 30c Wok dient voor een hoogdrempelige (horeca)inrichtingeen aanwezigheidsvergunning voor twee kansspelautomaten te worden verleend,indien daarom wordt gevraagd.

Dit is een landelijke norm die bij gemeentelijke verordening moet worden

vastgesteld, zonder dat er gemeentelijke beleidsvrijheid bestaat om van dat getal naar boven of naar beneden af te wijken. In de Verordening speelautomaten(hallen) 2016 wordt de wettelijke norm dan ook overgenomen.

4.2.2 Behendigheidsautomaten

Sinds een wetswijziging van 1 juli 2010 is het op basis van de Wok niet meer

noodzakelijk om een aanwezigheidsvergunning aan te vragen voor

behendigheidsautomaten. In zijn motivering voor deze wijziging heeft de wetgever overwogen dat behendigheidsautomaten geen risico voor wat betreft gokverslaving inhouden.

De gemeente Waalwijk heeft altijd het beleid gevoerd dat in laagdrempelige

inrichtingen maximaal 2 behendigheidsautomaten opgesteld mogen worden. Gezien het feit dat behendigheidsautomaten geen risico met zich meebrengen wordt deze beperking niet meer opgenomen in de verordening.

4.2.3 Kansspelautomaten in speelautomatenhallen

De gemeente wil één speelautomatenhal toestaan en dit mogelijk maken in een verordening. Het maximum van 150 automaten is in lijn met de wens om een speelautomatenhal slechts toe te staan indien deze deel uitmaakt van een multifunctioneel leisure concept, op het bedrijventerrein Zanddonk, dat bij het bestemmingsplan Bedrijventerreinen is aangewezen als transformatie gebied naar een Gemengde Economische Zone (EGZ) waar met name leisure activiteiten een plaats kunnen vinden.(zie hoofdstuk 5). Dat maakt een relatief grote speelautomatenhal mogelijk. Uiteindelijk zal het beschikbare vloeroppervlak bepalend zijn voor het aantal automaten dat opgesteld mag worden.

4.3Aanvraag vergunning

De Wok regelt dat een aanwezigheidsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd verleend wordt, afhankelijk van de wens van de aanvrager. In het Speelautomatenbesluit 2000 wordt geregeld hoe de kosten voor het in behandeling nemen van een aanvraag berekend moeten worden.

De Wok stelt geen specifieke eisen aan de gegevens die bij een aanvraag overlegd moeten worden. Dat betekent dat artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht wordt gehanteerd. Daarin is geregeld dat een aanvrager de gegevens en bescheiden moet verschaffen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag, indien de aanvrager hier redelijkerwijs over kan beschikken.

Van belang is dat de burgemeester bij de behandeling van de aanvraag over voldoende gegevens beschikt om te kunnen beoordelen of zich een weigeringsgrond voordoet. Om vooraf duidelijkheid te bieden aan aanvragers zal de burgemeester in een beleidsregel vastleggen welke gegevens bij een aanvraag verschaft moeten worden.

4.4Weigeringsgronden

De Wok bepaalt welke weigeringsgronden van toepassing zijn op een aanvraag voor een aanwezigheidsvergunning. De Wok maakt een onderscheid tussen verplichte weigeringsgronden en optionele weigeringsgronden.

De burgemeester moet een aanvraag weigeren in de volgende gevallen:

  • ·

    er is geen sprake van een hoogdrempelige inrichting (indien de aanvraag wordt gedaan voor een horecabedrijf);

  • ·

    de aanvrager beschikt niet over een exploitatievergunning voor eenspeelautomatenhal op basis van een gemeentelijke verordening (indien de aanvraag wordt gedaan voor een speelautomatenhal);

  • ·

    de aanvrager, beheerders of bedrijfsleiders voldoen niet aan de eisen die worden gesteld met betrekking tot zedelijk gedrag;

  • ·

    de beheerders of bedrijfsleiders beschikken niet over voldoende kennis eninzicht m.b.t. het gebruik van kansspelautomaten en de risico’s vankansspelverslaving;

  • .

    er is in onvoldoende mate een beleid ter voorkoming van kansspelverslaving.

Het Speelautomatenbesluit 2000 bepaalt wanneer aan de laatste drie eisen wordtvoldaan en welke bewijsstukken daarvoor verschaft moeten worden.

De burgemeester kan een aanvraag weigeren in de volgende gevallen:

  • ·

    de aanvrager heeft in drie jaren voorafgaand aan de aanvraag Titel VA van de Wok overtreden;

  • ·

    de vrees bestaat dat vergunningverlening ernstig gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;

  • ·

    er is sprake van een geval bedoeld in artikel 3 van de wet BIBOB.

    4.5Intrekkingsgronden

De Wok bepaalt welke intrekkingsgronden van toepassing zijn op een

aanwezigheidsvergunning. De Wok maakt een onderscheid tussen verplichte

intrekkingsgronden (imperatief) en optionele intrekkingsgronden (facultatief).

De burgemeester moet een vergunning intrekken in de volgende gevallen:

  • ·

    de gegevens die bij de aanvraag zijn verstrekt, zijn zodanig onjuist of onvolledig gebleken dat bij de beoordeling van de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen;

  • ·

    er is geen sprake meer van een hoogdrempelige inrichting (indien devergunning is verleend voor een horecabedrijf);

  • ·

    de vergunninghouder beschikt niet meer over een exploitatievergunning voor een speelautomatenhal op basis van een gemeentelijke verordening (indien de vergunning is verleend voor een speelautomatenhal);

  • ·

    de vergunninghouder, beheerders of bedrijfsleiders voldoen niet meer aan de eisen die worden gesteld met betrekking tot zedelijk gedrag;

  • ·

    de beheerders of bedrijfsleiders beschikken niet meer over voldoende kennis en inzicht m.b.t. het gebruik van kansspelautomaten en de risico’s van kansspelverslaving.

De burgemeester kan een vergunning intrekken in de volgende gevallen:

  • ·

    de vergunninghouder heeft Titel VA van de Wok overtreden;

  • ·

    de vrees bestaat dat het van kracht blijven van de vergunning ernstig gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;

  • ·

    er is sprake van een geval bedoeld in artikel 3 van de wet BIBOB.

De gemeente Waalwijk heeft diverse middelen tot haar beschikking om in te

grijpen, indien de regels in een speelautomatenhal niet worden nageleefd. Het handhavingsbeleid wordt daarbij gevolgd, waarbij uiteindelijk overgegaan kan worden tot intrekking van de vergunning.

In het geval dat zich een imperatieve intrekkingsgrond voordoet, zal de

burgemeester, na het bieden van een hersteltermijn, de vergunning in moeten

trekken. Hij komt in dat geval niet toe aan de inzet van andere

handhavingsinstrumenten.

In het geval dat zich een facultatieve intrekkingsgrond voordoet, heeft de

burgemeester grotere beoordelingsvrijheid. Niet in alle gevallen zal een

intrekkingsgrond directe aanleiding geven om de vergunning in te trekken. Door de burgemeester moet de aard, omvang en ernst worden beoordeeld en of erbijvoorbeeld sprake is van overmacht.

5Vestiging speelautomatenhal

5.1Algemeen

In het onderliggende hoofdstuk wordt ingegaan op voorwaarden waaronder eenspeelautomatenhal zich in de gemeente Waalwijk mag vestigen.

5.2Maximaal één speelautomatenhal toestaan

De gemeenteraad heeft de bevoegdheid om geen speelautomatenhallen toe te staan, door middel van een daartoe strekkende verordening. Dit is vigerend beleid tot nu toe.

Dit impliceert ook de bevoegdheid het aantal te beperken tot een maximum.

Het maximaal aantal speelautomatenhallen waarvoor in de gemeente Waalwijk vergunning kan worden verleend, wordt in de Verordening speelautomaten (hallen) vastgesteld op 1. Onze doelstelling zoals opgenomen in bestemmingsplan Bedrijventerreinen is om het bedrijventerrein Zanddonk geleidelijk te laten transformeren tot een z.g. Gemengde economische zone (Gez), waarbij de nadruk zal komen te liggen op de functies leisure en zorg. In dit profiel past een speelautomatenhal prima. Dit impliceert ook dat bedrijventerrein Zanddonk vooralsnog de enige locatie in de gemeente is, waar wij een dergelijke functie voorstaan. Naast het feit dat Zanddonk het enige gebied in de gemeente is, waar versterking van de leisure functie dusdanig expliciet benoemd is, is een belangrijke overweging tevens dat een dergelijk concept bij voorkeur gevestigd dient te zijn in de directe nabijheid van belangrijke verkeerswegen, ten einde de aan- en afvoer van bezoekers zo snel mogelijk te kunnen laten verlopen, met zo weinig mogelijk overlast voor de (woon)omgeving. Als op grond hiervan Zanddonk het enige gebied in Waalwijk is waar een speelautomatenhal gevestigd zou kunnen worden, ligt het voor de hand het mogelijk aantal speelautomaten hallen ook te laten aansluiten bij de grootte van het gebied. Vooralsnog lijkt de vestiging van één (grotere) hal dan ook voldoende.

5.3Onderdeel van multifunctioneel leisure concept

Uit de discussie die is gevoerd over het al dan niet verlaten van de nullijn

kwam naar voren dat het de voorkeur verdient een speelautomatenhal ondersteunend te laten zijn aan andere leisure activiteiten, bij voorkeur binnen een groter concept waarin meerdere vormen van leisure activiteiten een plaats vinden.

Daarom is in de Verordening speelautomaten(hallen) opgenomen dat uitsluitendvergunning kan worden verleend aan een speelautomatenhal die onderdeel uitmaakt van een multifunctioneel leisure concept. Daarbij is het belangrijk dat er binnen het concept een duidelijke synergie is, gericht op een breed publiek. De functies binnen het concept moeten elkaar ondersteunen en in totaal fungeren als een amusementsvoorziening.

De speelautomatenhal moet de andere functies duidelijk ondersteunen en het

bezoek aan het amusementsconcept mag niet in hoofdzaak afhankelijk zijn vanbezoek aan de speelautomatenhal.

Van een amusementsconcept kan worden gesproken indien de speelautomatenhal in een multifunctioneel concept wordt gecombineerd met bijvoorbeeld:

  • ·

    cultuurfuncties;

  • ·

    uitgaansgelegenheden;

  • ·

    familievermaak;

  • ·

    ontspanning/ vrije tijd.

5.4Vestigingsgebieden

De invloed van een speelautomatenhal op het woon- en leefklimaat wordt voor een groot deel bepaald door de locatie. Daarom legt de gemeente Waalwijk

beperkingen op voor wat betreft gebieden waar een speelautomatenhal zich magvestigen.

Van belang zijn de volgende uitgangspunten:

  • ·

    overlast in de omgeving wordt zoveel mogelijk beperkt;

  • ·

    voldoende parkeergelegenheid is gewaarborgd;

  • ·

    de speelautomatenhal is goed bereikbaar en ontsloten.

De gebiedsinpassing van een speelautomatenhal heeft een directe relatie tot degrootte en het concept van de automatenhal. In paragraaf 5.3 is gesteld dat degemeente Waalwijk enkel een speelautomatenhal wenst indien deze deeluitmaakt van een multifunctioneel leisure concept.

Een dergelijk concept vervult een bovenlokale functie met een potentieel grote

verkeersaantrekkende werking en parkeerdruk. Ook valt potentieel overlast tenopzichte van winkels en woonconcentraties te verwachten. Dit maakt vestiging inhet centrum van Waalwijk ongewenst. Daarom worden speelautomatenhallen enkel toegestaan op bedrijventerrein Zanddonk, het bedrijventerrein dat in onze ogen de komende jaren een transformatie kan ondergaan naar een Gemengde Economische Zone, waarbij leisure een van de belangrijke onderdelen is. Ook binnen de ontwikkeling van een Leisure Boulevard, zoals die ons binnen Hart van Brabant voor ogen staat, heeft dit bedrijventerrein, waarop de Meubelboulevard al gevestigd is, uitgelezen mogelijkheden om in de toekomst een leisure gebied te worden. Met de vestiging van een speelautomatenhal, als geïntegreerd onderdeel van een multifunctioneel leisure concept, zou hier een goede aanzet voor gegeven kunnen worden.

Echter ook hier is het van belang dat een speelautomatenhal zodanig wordt ingepast dat het nadelige effect op het leefklimaat zoveel mogelijk wordt beperkt. De verkeersaantrekkende werking en bovenlokale functie maken het daarom noodzakelijk dat een speelautomatenhal gevestigd wordt aan een weg waar:

  • ·

    een goede doorstroming en verkeersverwerking mogelijk is; en

  • ·

    een goede verbinding met autosnelwegen in de directe nabijheid mogelijk is.

In de Verordening speelautomaten(hallen) wordt daarom bepaald dat uitsluitendvergunning kan worden verleend voor percelen, gelegen binnen Bedrijventerrein Zanddonk, die in voldoende mate kunnen voorzien in de parkeerbehoefte en voor het (auto) verkeer goed bereikbaar zijn.

5.5 Bestemmingsplan

Naast de vestigingsvoorwaarden die in paragraaf 5.4 worden benoemd, is het

bestemmingsplan van belang bij de vraag of een speelautomatenhal zich kan

vestigen. Daarom is strijd met een geldend bestemmingsplan als weigeringsgrond voor een exploitatievergunning opgenomen in de Verordening

speelautomaten(hallen).

Op deze wijze wordt voorkomen dat op basis van de verordening een vergunningmoet worden verleend, terwijl later op grond van strijd met het bestemmingsplan tegen de vestiging moet worden opgetreden.

Doel van de weigeringsgrond is de koppeling van de vereiste vergunning met hetplanologisch regime. Vereist is niet dat de locatie waar vergunning voor wordtgevraagd specifiek is aangewezen als speelautomatenhal in het bestemmingsplan, maar dat een bestemmingsplan de vestiging niet mag uitsluiten.

Een speelautomatenhal wordt geacht niet in strijd te zijn met een bestemmingsplan indien leisure is toegestaan. Het bestemmingsplan Bedrijventerreinen kent aan heel bedrijventerrein Zanddonk de aanduiding “overige zone – zorg en leisure” toe. Hierbinnen zijn onder meer leisure voorzieningen toegelaten. Binnen het bestemmingsplan bedrijventerreinen worden leisure – voorzieningen gedefinieerd als:

“voorzieningen ten behoeve van betaalde dienstverlening buitenshuis, die erop gericht is om een bijdrage te leveren aan de beleving, ontspanning en verzorging van mensen in hun vrije tijd zoals in de segmenten cultuur, sport en entertainment. Met uitzondering van zelfstandige horeca en detailhandel.”

6Exploitatievergunning

6.1Algemeen

In de Verordening speelautomaten(hallen) 2016 maakt de gemeente Waalwijk het mogelijk dat vergunning kan worden verleend voor een speelautomatenhal.

Daarmee heeft de burgemeester de bevoegdheid om de exploitatie van een

speelautomatenhal al dan niet toe te staan. De exploitatievergunning is noodzakelijk om in aanmerking te kunnen komen voor een aanwezigheidsvergunning voor een speelautomatenhal (zie hoofdstuk 4).

6.2Aanvraag vergunning

In de Verordening speelautomaten(hallen) wordt bepaald dat een

exploitatievergunning voor onbepaalde tijd wordt verleend. De Wok stelt geen

specifieke eisen aan de gegevens die bij een aanvraag overlegd moeten worden.

In de Verordening speelautomaten(hallen) is geregeld dat een verklaring, waaruit blijkt dat de exploitant gerechtvaardigd is om over de ruimte te beschikken waarin de speelautomatenhal is gevestigd, overlegd moet worden. Op deze wijze wordt voorkomen dat op basis van de verordening een vergunning moet worden verleend, terwijl later blijkt dat er feitelijk geen gebruik van gemaakt kan worden.

Ook wordt een plattegrond op schaal van de inrichting gevraagd, waaruit ten minste blijkt op welke plaats en in welk aantal kansspelautomaten worden opgesteld en op welke plaats leeftijdscontrole plaatsvindt. Deze plattegrond zal deel uitmaken van de vergunning.

Voor wat betreft de overige gegevens die overlegd moeten worden, wordt artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht gehanteerd. Daarin is geregeld dat eenaanvrager de gegevens en bescheiden moet verschaffen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag, indien de aanvrager hier redelijkerwijs over kan beschikken.

Van belang is dat de burgemeester bij de behandeling van de aanvraag over

voldoende gegevens beschikt om te kunnen beoordelen of zich een weigeringsgrond voordoet.

6.3Vergelijkende toets

De gemeente Waalwijk zal voor slechts één speelautomatenhal vergunning verlenen. Het is echter denkbaar dat er meerdere partijen in aanmerking willen komen voor deze schaarse vergunning. De gemeente Waalwijk wil in dat geval kunnen kiezen voor een speelautomatenhal die het meest aansluit bij haar wensen.

In de Verordening speelautomaten(hallen) 2006 is daarom opgenomen dat, indien meerdere gelijkwaardige aanvragen worden ingediend, de burgemeester een vergelijkende toets uitvoert.

Een vergelijkende toets wordt pas uitgevoerd indien er twee of meer gelijkwaardige aanvragen zijn ingediend. Indien op basis van een aanvraag geen vergunning kan worden verleend omdat hij niet compleet is (nadat gelegenheid is geboden tot aanvullen), of zich een weigeringsgrond voordoet, zal een aanvraag niet worden betrokken in de vergelijkende toets. Hij zal meteen buiten behandeling worden gelaten, dan wel worden geweigerd.

Aan de vergelijkende toets wordt pas toegekomen indien er sprake is van twee ofmeer vergunningaanvragen die voldoen aan de voorwaarden in de verordening. Een aanvraag die niet voldoet aan de voorwaarden is niet gelijkwaardig aan een aanvraag die wel voldoet.

Indien meerdere gelijkwaardige aanvragen voor een vergunning worden ingediend, wordt door de burgemeester een vergelijkende toets uitgevoerd op basis van de volgende criteria:

  • a.

    concept van de speelautomatenhal in relatie tot paragraaf 5.3;

  • b.

    effecten op openbare orde, veilheid en woon- en leefklimaat;

  • c.

    bijdrage aan de preventie en bestrijding van gokverslaving.

Een vergelijkende toets heeft als nadeel dat altijd betwist kan worden of het

gelijkheidsbeginsel voldoende is toegepast, omdat toetsing aan de criteria altijd in enige mate subjectief is.

De burgemeester stelt daarom een beleidsregel vast waarin de procedure van devergelijkende toets nader is uitgewerkt. In de beleidsregels worden de

toetsingscriteria uitgewerkt en wordt een puntensysteem bepaald op basis waarvan de toetsing plaatsvindt. Ook wordt geregeld hoe en wanneer aanvragen ingediend kunnen worden en welke gegevens overlegd moeten worden.

6.4Weigeringsgronden

In de Verordening speelautomaten(hallen) worden weigeringsgronden opgenomen voor exploitatievergunningen. Vrijwel alle weigeringsgronden zijn imperatief van aard, wat wil zeggen dat de burgemeester een aanvraag moet weigeren indien zich een weigeringsgrond voordoet. Wel heeft de burgemeester de beoordelingsvrijheid om te bepalen of zich een bepaalde weigeringsgrond voordoet.

De vestigingsvoorwaarden die in hoofdstuk 5 zijn behandeld, zijn verwerkt in deweigeringsgronden. Indien niet aan deze voorwaarden wordt voldaan moet deburgemeester de vergunning weigeren.

De burgemeester moet een vergunning ook weigeren indien niet wordt voldaan aan de krachtens artikel 30d, vierde lid, van de wet gestelde eisen. Dit zijn eisen die worden gesteld aan de aanvrager, de bedrijfsleiders en de beheerders op het gebied van zedelijkheid, kennis en inzicht. Ook heeft het artikel betrekking op een beleid ter voorkoming van kansspelverslaving. Deze weigeringsgronden zijn ook van toepassing op aanwezigheidsvergunningen (zie paragraaf 4.4). Door deze weigeringsgronden ook toe te passen op exploitatievergunningen wordt voorkomen dat een exploitatievergunning verleend moet worden, terwijl de speelautomatenhal feitelijk niet geëxploiteerd kan worden omdat de aanwezigheidsvergunning geweigerd moet worden.

De burgemeester moet de exploitatievergunning weigeren indien de beheerdersen/of bedrijfsleiders de leeftijd van 21 jaar niet hebben bereikt. Daarmee wordt de leeftijd gelijk getrokken met de minimumleeftijd voor de uitoefening van hethoreca- of slijtersbedrijf. Dat is gedaan omdat het beheer en de leiding van eenspeelautomatenhal, net zoals bij een horeca- of slijtersbedrijf, een bijzondereverantwoordelijkheid voor anderen met zich mee brengt.

Als laatste imperatieve weigeringsgrond is in de verordening opgenomen dat deburgemeester een vergunning moet weigeren indien het woon- en leefklimaat, dan wel de openbare orde of veiligheid, op ontoelaatbare wijze wordt beïnvloed. In hoeverre er sprake is van een ontoelaatbaar effect zal afhankelijk zijn van hetoordeel van de burgemeester.

In de verordening is een facultatieve weigeringsgrond opgenomen. Indien een

aanvrager de bij of krachtens titel VA van de Wok gestelde bepalingen heeft

overtreden in de drie jaren voorafgaand aan het moment van de aanvraag, kan de burgemeester de vergunning weigeren. Deze weigeringsgrond is facultatief gemaakt zodat de burgemeester de afweging kan maken of de aard en de ernst van de overtreding aanleiding geven tot weigering van de vergunning.

Tot slot kan een vergunning geweigerd worden op basis van artikel 3 van de WetBIBOB. Te zijner tijd zal ook het BIBOB beleid van de gemeente Waalwijk hierop aangepast worden.

6.5Intrekkingsgronden

In de Verordening speelautomaten(hallen) zijn gronden opgenomen op basis

waarvan een exploitatievergunning voor een speelautomatenhal kan worden

ingetrokken. De intrekkingsgronden kunnen globaal worden onderverdeeld in twee soorten:

·bepaalde regels uit de Verordening speelautomaten(hallen), de Wok of de

vergunning worden onvoldoende nageleefd;

·er wordt niet langer voldaan aan de gronden op basis waarvan de vergunning is verleend.

De gemeente Waalwijk heeft diverse middelen tot haar beschikking om in te

grijpen, indien de regels in een speelautomatenhal niet worden nageleefd. Het handhavingsbeleid wordt daarbij gevolgd, waarbij uiteindelijk overgegaan kan worden tot intrekking van de vergunning.

De intrekkingsgronden zijn in de verordening facultatief gemaakt omdat niet in alle gevallen een intrekkingsgrond directe aanleiding geeft om de vergunning in te trekken. Door de burgemeester moet de aard, omvang en ernst worden beoordeeld en of er bijvoorbeeld sprake is van overmacht.