Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening op de heffing en invordering van haven- en kadegeld 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van haven- en kadegeld 2018

De raad van de gemeente Waalwijk heeft het voorstel over de belastingverordeningen 2018 van het college van burgemeester en wethouders van 19 september 2017 gelezen en besluit, gelet op de artikelen 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet; de volgende verordening vast te stellen:

“Verordening op de heffing en invordering van haven- en kadegeld 2018”

Verordening havengelden 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    haven: de voor de openbare dienst bestemde wateren en voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in eigendom of in beheer of onderhoud zijn, te weten:

    • 1.

      in Waalwijk, het ten zuiden van de Bergsche Maas gelegen vaarwater dienende tot haven;

    • 2.

      in Sprang-Capelle, het vaarwater, genaamd Capelse haven, zich uitstrekkende vanaf het Oude Maasje tot de Hoofdstraat in Capelle, dienende tot haven met uitzondering van het gedeelte dat uitsluitend is bestemd voor gebruik door en ten behoeve van pleziervaartuigen.

    • 3.

      in Waspik, de Kerkvaartsehaven, zijnde het ten zuiden van het Oude Maasje gelegen vaarwateren de voormalige laad- en loswal aan de zuidzijde van het Oude Maasje.

  • b.

    vaartuigen: alle soorten drijvende lichamen die blijkens de constructie zijn bestemd of worden gebruikt voor het vervoer over water van personen en/of goederen of voor het dragen van voorwerpen die al dan niet met het drijvende lichaam een geheel uitmaken.

  • c.

    beroepsvaartuigen: alle vaartuigen bestemd voor het beroepsmatig vervoer van goederen en/of personen alsmede overige vaartuigen niet vallende onder d.

  • d.

    pleziervaartuigen: alle vaartuigen, bestemd voor het uitoefenen van de watersport of voor het vervoer van personen welke vaartuigen hoofdzakelijk bestemd zijn en/of worden gebruikt voor de recreatie, niet zijnde bedrijfsvervoer en niet tegen betaling.

  • e.

    meetbrief: document als bedoeld in de Meetbrievenwet 1981 en het Meetbrievenbesluit 1981.

  • f.

    laadvermogen: in tonnen uitgedrukte laadvermogen, zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief.

  • g.

    ton: massa van 1.000 kilogram.

  • h.

    steigereenheid: één (1) steigereenheid is gelijk aan 2,5 strekkende meter.

  • i.

    ligplaats: een ligplaats, die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het college, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een zelfde pleziervaartuig gedurende een periode van ten minste een maand.

  • j.

    dag: een tijdvak van 24 uur, aanvangende te 0.00 uur;

    week: een tijdvak van 7 achtereenvolgende dagen;

    maand: een tijdvak van 30 achtereenvolgende dagen;

    jaar: een tijdvak van 12 achtereenvolgende maanden.

  • k.

    “vastgestelde openingstijden” van de sluis:

  • a.

    maandag tot en met vrijdag van 5:00 uur tot 19:00 uur;

  • b.

    zaterdag; van 9:00 uur tot 11:00 uur.

  • l.

    tijd “buiten de vastgestelde openingstijden” van de sluis:

  • a.

    maandag tot en met vrijdag; van 19:00 uur tot 21:00 uur;

  • b.

    zaterdag; van 7:00 tot 9:00 uur en 11:00 uur tot 17:00 uur.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam:

  • 1.

    havengelden, worden rechten geheven ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van de voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren, bezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn en ter zake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten in verband met dat gebruik;

  • 2.

    kadegelden, worden rechten geheven terzake van het gebruik van de gemeentelijke kaden en loswallen voor de overslag van goederen zoals het gebruik van de kaden voor het opslaan, laden of lossen van goederen en andere voorwerpen op kaden, steigers en oevers, bij de gemeente in eigendom of in beheer of onderhoud, behorende bij de haven, alsmede voor het opslaan, laden of lossen van goederen en andere voorwerpen op of in vrachtwagens en voertuigen, aanwezig op de kaden, steigers en oevers.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Het havengeld wordt geheven van de gezagvoerder, reder, schipper, kapitein, eigenaar van het vaartuig, degene aan wie het vaartuig in gebruik is gegeven, degene die het vaartuig heeft gecharterd dan wel degene die als vertegenwoordiger voor een van de genoemde partijen optreedt.

  • 2. Het kadegeld wordt geheven van degene, aan wie een kade-, oever-, of steigergedeelte als opslagplaats is toegewezen, of van degene, die of op wiens last de voor het opslaan, laden of lossen van goederen en voorwerpen als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, benodigde ruimte in gebruik heeft genomen.

Artikel 4 Wijze van heffing en tijdstip van verschuldigdheid

  • 1.

    De rechten worden geheven bij wege van een door of namens het college gedane mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

  • 2.

    Het recht als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd zodra het gebruik van de haven aanvangt.

  • 3.

    Het recht als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd bij de aanvang van het gebruik van de kade, werken of inrichtingen.

Artikel 5 Termijnen van betaling

1.De rechten moeten worden betaald in geval de kennisgeving als bedoeld in artikel 4 mondeling wordt gedaan; op het moment van het doen van de kennisgeving; in geval de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken van de kennisgeving.

2.Indien de rechten niet op het in het eerste lid genoemde tijdstip kunnen worden vastgesteld moeten deze, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid worden betaald in één termijn binnen dertig dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving, nota of andere schriftuur.

HAVENGELD

Artikel 6 Heffingsmaatstaven

  • 1.

    Het havengeld wordt geheven:

    • a.

      naar het laadvermogen van het binnenschip, uitgedrukt in tonnen;

    • b.

      naar het aantal te laden of te lossen containers;

    • c.

      voor een pleziervaartuig, naar het aantal m2 of het aantal steigereenheden dat door het vaartuig in gebruik wordt genomen.

    • d.

      voor vaartuigen die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf in onderhoud of aanbouw zijn dan wel verbouwd worden, naar het aantal steigereenheden dat door de vaartuigen in gebruik wordt genomen. Indien meerdere schepen in onderhoud of aanbouw zijn dan wel verbouwd worden, wordt per beschikbare steigereenheid steeds uitgegaan van een bezettingstermijn van acht maanden per jaar. Indien aantoonbaar is dat de beschikbare steigereenheden minder of meer dan acht maanden per jaar in gebruik zijn genomen, kan achteraf verrekening plaatsvinden.

  • 2.

    Bij gemis van een meetbrief kan het laadvermogen dan wel de lengte door ofnamens het college ambtshalve worden bepaald.

  • 3.

    De bedrijven gelegen aan, dan wel voor aan- en afvoer van goederen gebruik makend van, de haven in Waspik zijn gehouden om maandelijks, uiterlijk op de eerste vrijdag van de volgende maand, opgave te doen van:

  • a.

    het aantal schepen dat zij hebben ontvangen;

  • b.

    de datum en het tijdstip waarop zij de schepen hebben ontvangen;

  • c.

    de namen en indien mogelijk de europanummers van de betreffende schepen.

Artikel 7 Onderdelen van tijdvakken en eenheden

Bij de berekening van het verschuldigde recht worden onderdelen van tijdvakken en eenheden, waarover tarieven worden berekend, voor een geheel gerekend.

Artikel 8 Tarief

Het havengeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in deze verordening en de tarieventabel die bij deze verordening hoort.

Artikel 9 Voortgezet verblijf

  • 1. Beroepsvaartuigen mogen niet langer in de haven verblijven dan strikt noodzakelijk is voor het laden en/of lossen van goederen.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing indien het voortgezet verblijf het gevolg is van het gestremd zijn van de scheepvaart als gevolg van ijs of andere redenen van overmacht.

KADEGELD

Artikel 10 Grondslag van de heffing

Grondslag van de heffing van het recht als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is het aantal in te nemen steigereenheden.

Artikel 11 Tarief

Het kadegeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in deze verordening en de tarieventabel die bij deze verordening hoort.

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 12 Omzetbelasting

De in deze verordening en de bij deze verordening horende tarieventabel genoemde tarieven zijn exclusief de eventueel verschuldigde omzetbelasting.

Artikel 13 Vrijstellingen

  • 1. Geen havengeld is verschuldigd voor:

    • a.

      Baggermachines en vaartuigen, die daarbij gebezigd worden voor het vervoer van baggerspecie, gedurende de tijd, dat zij in opdracht van de gemeente Waalwijk werken;

    • b.

      Een Rode Kruis vaartuig en een vaartuig, erkend als uitsluitend gebezigd en uitgerust voor een godsdienstige, menslievende of wetenschappelijke bestemming;

  • 2. Voor een vaartuig, waarvoor reeds havengeld is geheven, wordt geen verder recht geheven indien het door ijsgang of andere redenen van overmacht, zijn reis niet kan beginnen of vervolgen.

  • 3. Het recht als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt niet geheven voor het gebruikmaken van de loswal als dit geschiedt ten behoeve van de gemeente Waalwijk, het Rijk of ten behoeve van instellingen met een uitsluitend godsdienstige, menslievende of wetenschappelijke doelstelling.

Artikel 14 Kwijtschelding

Bij de invordering van de haven- en kadegelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 15 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening Havengelden 2017’ van 3 november 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

  • 3.

    Het tijdstip van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als de “ Verordening Havengelden 2018”

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 2 november 2017

DE RAAD VAN DE GEMEENTE WAALWIJK

de griffier, de voorzitter,

G.H. Kocken, drs. A.M.P. Kleijngeld

Tarieventabel behorende bij de verordening Havengelden 2018

1.Het Havengeld per binnenkomst van de haven in de plaats bedraagt exclusief omzetbelasting:

1.1 Waalwijk

Heffing voor:

Maatstaf

Tarief 2018

Beroepsvaartuig

Per ton laadvermogen

€ 0,09 per ton laadvermogen

Beroepsvaartuig dat minder dan 50% van het laadvermogen laadt of lost

Per ton laadvermogen

€ 0,045 per ton laadvermogen

Beroepsvaartuig voor containers

Per te laden of te lossen container

€ 0,98 per container

Pleziervaartuig

Per vierkante meter

€ 0,08 per m2

Overige vaartuigen (vlotten, pontons, drijvende kranen)

Vast bedrag

€ 73,85

Gebruik schutsluis bij invaren

Per ton (beroepsvaartuig voor bulk), per container (beroepsvaartuig voor containers) of per m2 (pleziervaartuig)

€ 0,03 per ton/container/ per m2

Gebruik schutsluis buiten openingstijden

Vast bedrag

€ 33,75

1.2. Waspik / Sprang-Capelle

Beroepsvaartuig

Per ton laadvermogen

€ 0,08 per ton

Beroepsvaartuig voor containers

Per te laden of te lossen container

€ 0,98 per container

Beroepsvaartuig dat minder dan 50% van het laadvermogen laadt of lost

Per ton laadvermogen

€ 0,04 per ton laadvermogen

Pleziervaartuig

Per vierkante meter

€ 0,08 per m2

Overige vaartuigen (vlotten, pontons, drijvende kranen)

Vast bedrag

€ 73,85

1.3. Het minimumbedrag voor bovenstaande tarieven bedraagt € 4,60.

2.Het tarief voor ligplaatsen voor pleziervaartuigen, voor vaartuigen in onderhoud en/of aanbouw (art 6d):

Ligplaatsen ter grootte van:

Per maand

per ½ jaar

per jaar

1 steigereenheid

€ 3,90

€ 21,45

€ 39,00

2 steigereenheden

€ 7,80

€ 42,90

€ 77,95

3 steigereenheden

€ 11,75

€ 64,35

€ 116,95

4 steigereenheden

€ 15,65

€ 85,80

€ 155,90

4.Kadegeld

Het recht als bedoeld in artikel 2, onderdeel b van de verordening bedraagt, exclusief omzetbelasting, voor:

  • a.het opslaan van goederen, het plaatsen van een boot, bootblok of trailer:

  • 1.

    voor een periode korter dan een week, per dag € 0,08 per m2

  • 2.

    voor een periode van een week of langer, maar

    niet langer dan een maand, per week € 0,80 per m2

  • 3.

    voor een periode van een maand of langer, maar

    niet langer dan een jaar, per maand € 6,45 per m2

4.voor een periode van een jaar € 98,85 per m2

4.1 Het recht als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt per m2 € 0,33 per dag voor het plaatsen van zodanige toestellen, werken of inrichtingen, die met het lossen en laden van vaartuigen verband houden;

4.2 Het recht als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven met een minimum van telkens € 4,60

Behorende bij het raadsbesluit van 2 november 2017,

De griffier van de Gemeente Waalwijk,

G.H. Kocken