Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening reingingsrechten 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening reingingsrechten 2019

De raad van de gemeente Waalwijk heeft het voorstel over de belastingverordeningen 2019 van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018 gelezen en besluit, gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet, de volgende verordening vast te stellen:

“Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten 2019”

Algemeen

De bedragen genoemd in deze verordening zijn exclusief de eventueel verschuldigde omzetbelasting.

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. gescheiden aanlevering: het afzonderlijk aanbieden van afvalfracties waarvoor een ontvangstvoorziening op de milieustraat aanwezig is;

b. milieustraat: de milieustraat van de gemeente Waalwijk;

c. grof bedrijfsafval: afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen, welke door de aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld;

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten en voor het gebruik van openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken en inrichtingen, die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens naam de aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

 

Het tarief voor het gebruik maken van de milieustraat voor het

aanleveren van Bedrijfsafval , bedraagt:

 

 

TARIEF 2019

In 2018

4.1

voor afvalcomponenten, geschikt voor hergebruik, niet bevattende puin en hout, matrassen, dakbedekkingsmateriaal, gips en GFT-afval

Gratis

Gratis

4.2

voor restafval, puin en hout, matrassen, gips, dakbedekkingsmateriaal en GFT-afval, per kg

€ 0,20, met een minimum van € 1,00.

€ 0,20 met een minimum van €1,00

4.3

per aangeleverde band met velg, afkomstig van een personenauto

€ 6,10

€ 6,05

4.4

per (maximaal vier) aangeleverde band(en) zonder velg,

afkomstig van een personenauto

Gratis

Gratis

4.5

per aangeleverde band, afkomstig van een tractor of vrachtwagen

€ 24,55

€ 24,30

4.6

Het op basis van artikelen 4.1 t/m 4.5 berekende bedrag wordt verhoogd met : indien niet op de dag van het aanleveren van grof bedrijfsafval op de milieustraat ter plaatse wordt betaald.

 

€ 10,00

 

4.6

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag ophalen van (grof) bedrijfs- afval, per keer:

a. voor de eerste halve kubieke meter

b. te vermeerderen met een bedrag voor elke volgende halve kubieke meter

   

€ 28,10

€ 14,15

       

   

€ 27,80

€ 14,00

   

4.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een duplicaat afvalpas

€ 26,50

€ 26,25

4.8

Het tarief voor het beschikbaar stellen en wekelijks ledigen van minicontainers voor afval, afkomstig van kantoren, winkels en diensten, bedraagt per container, per jaar

 

€ 303,55

 

€ 300,55

4.9

Het tarief voor het op aanvraag beschikbaar stellen en ledigen van extra mini-containers voor afval, afkomstig van kantoren,

winkels en diensten bedraagt per minicontainer, per jaar, indien het ledigen per week plaatsvindt

€ 240,00

€ 237,65

4.10

Het tarief voor het beschikbaar stellen en tweewekelijks ledigen

van mini-containers voor afval, afkomstig van kantoren, winkels en diensten, bedraagt per container, per jaar

€ 186,10

€ 184,25

4.11

Tenzij omwisseling geschiedt binnen een maand na verhuizing, bedraagt het tarief voor het omwisselen van een minicontainer

voor afval, afkomstig van kantoren, winkels en diensten van groot naar klein of van klein naar groot

€ 28,20

€ 27,90

Artikel 5  Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6  Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota, bij wege van aanslag of andere schriftuur, waarop het verschuldigde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting die naar het jaartarief wordt geheven is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de naar het jaartarief geheven belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar de jaartarieven geheven belasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingjaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.

  • 5.

    Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

Artikel 7 Hoe en wanneer moet je betalen (termijnen van betaling)

1. De aanslag moet worden betaald in 1 keer. Het totaalbedrag moet worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.  

2.       Als het totaalbedrag van het aanslagbiljet meer is dan € 100, dan moet de aanslag worden betaald in twee delen. Het eerste deel moet uiterlijk worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld (1e termijn). Het tweede deel moet twee maanden later worden betaald (2e termijn);

3.       Wanneer iemand gebruikt maakt van automatische betalingsincasso, dan moet de aanslag worden betaald in 10 gelijke maandelijkse termijnen. Hierbij start deze maandelijkse incasso op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

4. De belasting moet worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

  • a.

    mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • b.

    schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving; dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 8 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

5.       Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

6.       De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de betaaltermijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend. De aanslagen en/of factuur moet dus altijd worden betaald.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het reinigingsrecht. Dit zijn dan besluiten van het college waarin deze verordening verder wordt uitgewerkt. Wanneer deze besluiten zijn genomen zijn ze terug te vinden op de websites wetten.overheid.nl en www.waalwijk.nl.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

1. De "Verordening reinigingsrechten 2018" van 2 november 2017 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2019, maar blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

4. De verordening kan worden aangehaald als "Verordening reinigingsrechten 2019”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 november 2018.

DE RAAD VAN DE GEMEENTE WAALWIJK

Ondertekening

de griffier, de voorzitter,

G.H. Kocken, drs. A.M.P. Kleijngeld