Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening precariobelasting 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening precariobelasting 2019

De raad van de gemeente Waalwijk heeft het voorstel over de belastingverordeningen 2019 van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018 gelezen en besluit, gelet op artikel 228 van de Gemeentewet, de volgende verordening vast te stellen:

”Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2019”

Artikel 1 Begripsomschrijvingen 

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: een periode van 24 uren, aanvangend om 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;

  • b.

    week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • c.

    maand: een kalendermaand;

  • d.

    jaar: een kalenderjaar;

  • e.

    vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

  • f.

    horecaconcentratiegebied: het horecaconcentratiegebied zoals bedoeld in de regeling Horecabeleid Gemeente Waalwijk

  • g.

    non-profit-organisatie: een organisatie zonder winstoogmerk

Artikel 2 Belastbaar feit 

Onder de naam “precariobelasting” wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • a.

    voorwerpen, onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, waarvan de aanwezigheid krachtens wettelijk voorschrift of anderszins moet worden gedoogd;

  • b.

    voorwerpen, onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, waarvoor uit andere hoofde betaling aan de gemeente moet geschieden;

  • c.

    wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond A.N.W.B. en van andere overeenkomstige instellingen;

  • d.

    naamborden en naamplaten aan de gevel, waarvan de grootste afmeting niet meer bedraagt dan 0,5 (strekkende dan wel vierkante) meter en waarop niet méér vermeld staat dan de naam van de bewoner en het uitgeoefende beroep of bedrijf;

  • e.

    bouwkundige luifels;

  • f.

    rijwielrekken;

  • g.

    voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

  • h.

    voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, die daar gehouden worden door een non-profit organisatie.

  • i.

    voorwerpen, onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, die daar gehouden worden door een persoon of organisatie die van de gemeente structureel subsidie volgens artikel 4:21, 1e lid Awb ontvangt;

  • k.

    voorwerpen, onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, die daar gehouden worden door een algemeen nutbeogende instelling (ANBI).

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting 

  • 1.

    Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.

  • 2.

    Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting, tenzij anders is bepaald, berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen.

  • 3.

    De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 4.

    Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.

  • 5.

    Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.

  • 6.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1 wordt voor de berekening van de precariobelasting:

    • a.

      indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;

    • b.

      indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.

    • c.

      Indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een jaartarief, maar geen dag- week- of maandtarief is opgenomen, een gedeelte van een jaar gelijkgesteld met een jaar.

    • d.

      Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.

 

Artikel 7 Belastingtijdvak 

  • 1.

    In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaar-overschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

  • 2.

    In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

  • 3.

    Indien de belasting wordt geheven naar jaartarieven is het belastingtijdvak het kalenderjaar waarin het belastbare feit zich voordoet.

  • 4.

    In de andere gevallen dan hiervoor genoemd, is het belastingtijdvak het kwartaal, de maand, de week of de dag waarin het belastbare feit zich voordoet, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1.

    De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    In de gevallen bedoeld in artikel 7, eerste en derde lid, is de precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak.

  • 2.

    In de gevallen bedoeld in artikel 7, tweede en vierde lid, is de precariobelasting verschuldigd bij het einde van het belastingtijdvak.

  • 3.

    Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    De precariobelasting moet in één termijn worden betaald, binnen 30 dagen na de dagtekening van de aanslag of factuur.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend. De factuur of aanslag moet dus altijd worden betaald. 

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting. 

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

1. De ‘Verordening Precariobelasting 2018 van 2 november 2017 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2019, maar blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor 1 januari 2019 hebben voorgedaan;

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening precariobelasting 2019’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 november 2018. 

DE RAAD VAN DE GEMEENTE WAALWIJK

Ondertekening

De griffier, De voorzitter,

G.H. Kocken, drs. A.M.P. Kleijngeld

 

TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING PRECARIOBELASTING

2019

 

 

 

 

 

 

 

 

Omschrijving

Eenheid

Tarief 2019

Oud tarief in 2018

 

 

 

 

 

000

ALGEMEEN TARIEF

 

 

 

000.01.01

Gebruik van gemeentegrond voor de openbare dienst bestemd, voor zover daarvoor in deze of enige andere verordening geen bijzonder tarief is opgenomen

Per m2 per week of gedeelte van een week

€ 5,40

€5,35

000.01.02

Als hiervoor

Per m2 per jaar

€280,80

€278,35

010

MATERIALEN T.B.V. BOUW- OF SLOOPWERKEN

 

 

 

010.01

Gebruik van gemeentegrond voor materialen t.b.v. bouw- of sloopwerken zoals grond, puin, keten, loodsen, schaftwagens containers, werktuigen, stellingen of steigers e.d.

Per m2 per dag wanneer meer dan 12 m2 in gebruik wordt genomen

€ 0,10

€ 0,10

010.02

Gebruik van gemeentegrond voor materialen t.b.v. bouw- of sloopwerken zoals grond, puin, keten, loodsen, schaftwagens containers, werktuigen, stellingen of steigers e.d.

Per in gebruikname van minder dan 12 m2, het volgende vaste bedrag: 

     

 

 

 

 

Korter dan 1 wk 

Vanaf 1 wk, korter dan 1 mnd 

Vanaf 1 mnd

€ 0,00

€ 25,50 

€ 76,50

 

€0,00 

€25,25

€75,75

010.03

Het aanslagbedrag wat op grond van dit hoofdstuk (010) wordt berekend wordt niet hoger vastgesteld dan € 50.000

 

 

 

020

BUIZEN EN KOKERS

 

 

020.01

Buis of koker, niet bestemd voor de afvoer van huis- of hemelwater of fecaliën naar het gemeenteriool

Per m1 per jaar

€ 3,50

€ 3,45

020.02

Voor een voorwerp, vermeld onder 020.01 is een minimum bedrag verschuldigd

Per jaar

€ 17,50

€ 17,35

 

 

 

 

 

030

BEERPUTTEN, BAKKEN , ENZOVOORTS

 

 

030.01

Beerput, bak of andere verzamelplaats van stoffen

Per stuk per jaar

29,55

€ 29,25

 

 

 

 

 

040

OPENDRAAIENDE DEUREN, HEKKEN, LUIKEN ZONNESCHERMEN, MARKIEZEN, ZONNEBLINDEN, ENZOVOORTS

 

 

040.01

Opendraaiende deuren, hekken, luiken, zonneschermen, markiezen of zonneblinden en dergelijke objecten

Per object per m1 per jaar

€ 38,20

€ 37,80

 

 

 

 

 

050

VERKOPINGEN AAN OF OP DE OPENBARE WEG

 

 

050.01

Verkopingen op of aan de openbare weg waardoor deze door het publiek wordt ingenomen

Per dag

€ 29,55

€ 29,25

 

 

 

 

 

060

UITSTALLEN VAN GOEDEREN 

 

 

060.01

Uitstallen van ten verkoop of verhuur of anderszins aangeboden goederen

Per m2 per jaar

 

€108,25

€107,20

060.02

Een opvangsluis voor winkelwagens

Per m2 per jaar

€179,15

€177,40

 

 

 

 

 

070

AUTOMATEN

 

 

070.01

Automatische weeg-, verkoop- of andere toestellen

Per stuk per jaar

€108,25

€107,20

         

   

 

 

 

080

VOORWERPEN VOOR RECLAMEDOELEINDEN

 

 

080.01

Tot reclame dienende spandoeken, lichtbakken, neoncontouren, lantaarns, uithangborden, uithangtekens, uitstalkasten, gevelborden, gevelplaten, driehoek borden en andere tot reclame dienende voorwerpen

Per stuk per jaar

€ 29,25

€ 28,95

090

PALEN, MASTEN, ENZOVOORTS

 

 

090.01

Paal of mast of een ander verbindingsmiddel buiten verband van een steiger

Per stuk per jaar

€ 43,90

€ 43,45

090.02

Schamppaal

Per stuk per jaar

€ 8,70

€ 8 ,60

 

 

 

 

 

Nummer

Omschrijving

 

 

 

100

POMPINSTALLATIE

 

 

100.01.01

Benzine-, olie-, lucht- en/of waterpompinstallatie of een soortgelijke inrichting

Voor één installatie per jaar

€391,40

€387,50

100.01.02

Boven het onder 100.01.01 genoemde tarief is voor elke volgende pompinstallatie op of bij hetzelfde perceel een tarief verschuldigd

Per installatie per jaar

€280,30

€277,55

100.02.01

Brandstoftank, inclusief leidingen en vulputje

Per tank per jaar

€551,75

€546,30

100.02.02

Uitsluitend een vulputje met een daarop aansluitende leiding

Per stuk per jaar

€ 38,95

€ 38,55

100.02.03

Een verplaatsbare pompinstallatie

Per stuk per jaar

€175,15

€173,40

170

TERRASSEN

 

 

170.01

Voor het innemen van een door de gemeente aangewezen dan wel gedoogde vaste plaats op gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, ten behoeve

van het uitoefenen van een horeca-functie:

 

 

 

170.01.01

Indien het terras is gelegen in het horeca-concentratiegebied

Per m2 per jaar

€26,00

€ 25,75

170.01.02

Indien het terras is gelegen buiten het horeca-concentratiegebied

Per m2 per jaar

€10,40

€ 10,30

   

 

 

 

 

180

Evenementen

 

 

 

180.1

Voor het innemen van een door de gemeente aangewezen plaats op de gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, ten behoeve van een categorie A evenement,

wordt de precariobelasting bepaald op het hiernaast genoemde vaste bedrag per evenement, ongeacht de werkelijke gedurende de tijdens de duur van het evenement gebruikte gemiddelde oppervlakte.

Per evenement

€260,10

€ 257,55

180.2

Voor het innemen van een door de gemeente aangewezen plaats op de gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, ten behoeve van een categorie B evenement,

wordt de precariobelasting bepaald op het hiernaast genoemde vaste bedrag per evenement, ongeacht de werkelijke gedurende de duur van het evenement gebruikte gemiddelde oppervlakte.

Per evenement

€520,30

€ 515,15

180.3

Voor het innemen van een door de gemeente aangewezen plaats op de gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, ten behoeve van een categorie C evenement,

wordt de precariobelasting bepaald op het hiernaast genoemde vaste bedrag per evenement, ongeacht de werkelijke gedurende de duur van het evenement gebruikte gemiddelde oppervlakte.

Per evenement

€1.040,60

€1.030,30

 

Behoort bij raadsbesluit van 8 november 2018 tot vaststelling van de Verordening precariobelasting 2019

 

De griffier,

 

G.H. Kocken