Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2007

Geldend van 25-08-2011 t/m 31-12-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2011

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2007

De raad der gemeente Waddinxveen;

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 6 maart 2007;

gelet op artikel 33 van de Gemeentewet

b e s l u i t:

1.de verantwoording van de uitgaven van de verschillende fracties in 2006 zoals weergegeven

op bijgaand overzicht vast te stellen;

2.vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2007;

Paragraaf 1: Ambtelijke bijstand

Artikel 1

  • 1. Een raadslid wendt zich tot de griffier of bij verhindering of ontstentenis van de griffier de door de raad aangewezen plaatsvervanger met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn.

  • 2. De informatie, bedoeld in het eerste lid, wordt door de griffier of een medewerker van de griffie of op verzoek van de griffier door een ambtenaar gegeven.

  • 3. Indien de ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld onder het eerste lid, stelt hij de gemeentesecretaris (hierna te noemen: de secretaris) daarvan in kennis. De secretaris beslist.

  • 4. Een raadslid wendt zich tot de griffier of bij verhindering of ontstentenis van de griffier de door de raad aangewezen plaatsvervanger met een verzoek om bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 5. De bijstand, bedoeld in het vierde lid, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend kan de griffier de secretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand verlenen.

Artikel 2

  • 1. Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier, met instemming van de secretaris ambtelijke bijstand tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden;

    • c.

      het bijstand, bedoeld in artikel 1, vierde lid, betreft en het raadslid reeds volledig gebruik heeft gemaakt van het hem op grond van artikel 5, eerste lid, beschikbaar gestelde aantal beroepen op ambtelijke bijstand.

  • 2. De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 3

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 4

  • 1. Indien een raadslid niet tevreden is over de door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de secretaris.

  • 2. Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

Artikel 5

  • 1. Elk raadslid heeft 4 keer per jaar recht op ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 1, vierde lid.

  • 2. De secretaris houdt tezamen met de griffier in een register bij hoeveel verzoeken om ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 1, vierde lid, een raadslid per jaar doet.

Artikel 6

  • 1.

    De secretaris verstrekt de desbetreffende portefeuillehouder in het college desgewenst een afschrift van het verzoek uit het register.

Artikel 7

  • 1. Een raadslid kan aangeven dat een verzoek om ambtelijk bijstand of de inhoud van het gegeven advies geheim wordt gehouden.

  • 2. Indien het college of leden van het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

Paragraaf 2: Fractieondersteuning

Artikel 8

  • 1. De fracties, zoals bedoeld in artikel 2 van het reglement van orde, ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2. Deze bijdrage bestaat uit een bedrag van € 50,- per raadszetel.

Artikel 9

  • 1. Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2. De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • e.

      opleidingen voor raads- en commissieleden, anders dan in fractieverband;

    • f.

      uitkeringen aan raadsleden ter compensatie van gederfde inkomsten, welke zij tengevolge van hun tijdsbesteding aan het vervullen van het raadslidmaatschap of anderszins hebben geleden;

    • g.

      congressen, seminars, symposia of cursussen van raadsleden;

    • h.

      reis en verblijfskosten, anders dan die welke worden gemaakt in verband met door de fractie georganiseerde werkbezoeken of activiteiten;

    • i.

      (her)verkiezing van raadsleden, campagnekosten daaronder begrepen;

    • j.

      cadeaus of relatiegeschenken.

Artikel 10

  • 1. Als boekjaar voor de uitbetaling van de bijdrage voor fractieondersteuning wordt de periode 1 april t/m 31 maart gehanteerd;

  • 2. De bijdrage voor fractieondersteuning wordt in de maand april als voorschot voor het nieuwe boekjaar verstrekt cq. aangevuld en wordt uitbetaald via de betaalrekening van de fractie;

  • 3. Ter bepaling van de hoogte van het uit te betalen bedrag wordt in de eerste week van april bij alle fracties het saldo van het resterende budget per 31 maart opgevraagd. Dit saldo wordt vervolgens, ingevolge artikel 8, aangevuld tot het bedrag waar de fractie jaarlijks recht op heeft;

  • 4. Teveel ontvangen voorschotten over jaren waarvoor het seniorenconvent de uitgaven heeft vastgesteld (conform artikel 12 lid 4) worden door de griffier binnen twee weken na vaststelling teruggevorderd en dienen door de fracties binnen twee maanden na terugvordering te worden terugbetaald;

Artikel 11

  • 1. Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage

    • a.

      bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

    • b.

      bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

  • 2. Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 8, tweede lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

  • 3. Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het tweede lid.

Artikel 12

  • 1. Elke fractie legt voor 1 juni aan het seniorenconvent verantwoording af over de besteding van het ontvangen voorschot in het afgelopen boekjaar, onder overlegging van een financieel verslag;

  • 2. Controle van het verslag vindt plaats onder verantwoording van de griffier. De griffier brengt advies uit aan het seniorenconvent;

  • 3. Indien bij de controle een vermoeden bestaat dat uitgaven ten onrechte bekostigd zijn uit het fractiebudget, zal de griffie hierover eerst overleg voeren met de betreffende fractie;

  • 4. Het seniorenconvent stelt na ontvangst van het advies van de griffier voor 1 juli de bedragen vast van de uitgaven van een fractie, die in het afgelopen boekjaar uit de bijdrage bekostigd zijn.

Paragraaf 3 Slotbepaling

Artikel 13

De Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2003 d.d. 1 januari 2003 wordt ingetrokken.

Artikel 14

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van haar bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2007.

Artikel 15

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2007

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de
openbare raadsvergadering van 13 maart 2007
de griffier, de voorzitter,
(F.W. van der Dussen) (H.C.J. Roijers)