Aansluitverordening riolering gemeente Waddinxveen 2011

Geldend van 06-10-2011 t/m heden

Intitulé

Aansluitverordening riolering gemeente Waddinxveen 2011

De raad der gemeente Waddinxveen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 september 2011;

gehoord de commissie Openbare Ruimte;

b e s l u i t:

1. De 'Aansluitverordening riolering gemeente Waddinxveen 2011' zoals bijgevoegd, vast te stellen.

2. De 'Aansluitverordening riolering gemeente Waddinxveen' van juni 2002 in te trekken.

Hoofdstuk I Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

Aansluitleiding: de ontstoppingsvoorziening, het particulier riool, het aansluitpunt op het openbaar riool en het aansluitriool tezamen. Dit is derhalve de gehele rioolaansluitleiding ‘vanaf de gevel’ tot en met het aansluitpunt op het openbaar riool.

Aansluithoogte: het verticale afleveringspunt waarop de particuliere aansluitleiding moet aansluiten op het openbaar riool.

Aansluitpunt:  het punt waar de aansluitleiding aansluit op het openbaar riool. In geval van een drukriool is dit punt de aansluiting op de pompput, nadat deze, conform artikel 11 van deze verordening, is overgenomen door de gemeente.

Aanvraagformulier: het bij deze verordening behorende door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen aanvraagformulier, voor de goedkeuring voor het maken, wijzigen of verwijderen van een aansluiting op het openbaar riool.

Afvalwater: water waarin bezinkbare, opdrijvende en opgeloste verontreinigende en of schadelijke stoffen aanwezig zijn.

A. P. V. : Algemene  Plaatselijke Verordening Waddinxveen.

Bedrijfsafvalwater: al het afvalwater niet afkomstig uit particuliere huishoudens.

Binnenriolering: alle leidingen binnen het gebouw of tegen de gevel van het gebouw bedoeld om het afvalwater en regenwater te verzamelen en af te voeren.

Bronneringswater: grondwater, onttrokken voor tijdelijke verlaging van grondwaterstand.

Buitenriolering: alle leidingen buiten het gebouw bedoeld om het afvalwater en regenwater te verzamelen en af te voeren.

Degeneratiekosten:Kosten veroorzaakt door een versnelde afschrijving t.g.v. opbreek- en herstelwerkzaamheden aan verhardingen of anderszins in de openbare ruimte.

Drainagewater:grondwater, ingezameld door een ingegraven doorlatend buizensysteem.

Droogweerafvoer: de hoeveelheid afvalwater die in een droogweer situatie via het rioolstelsel wordt afgevoerd.

Drukriool: het riool waarin het transport van het afvalwater onder verhoogde druk plaats vindt.

Eigendomsgrens: scheiding tussen eigendom van particulier met particulier of met een overheidsinstantie.

Gemeente: de gemeente Waddinxveen.

Gemengd riool(stelsel): het openbaar riool waarin de droogweerafvoer en de hemelwaterafvoer (neerslag) tezamen worden afgevoerd.

Gescheiden riool(stelsel): het openbaar riool waarin de droogweerafvoer en de hemelwaterafvoer afzonderlijk worden afgevoerd.

Hemelwaterafvoer:afvoer van neerslag.

Hemelwaterriool: riool alleen bestemt voor inzameling en transport van neerslag.

Huishoudelijk afvalwater: afvalwater afkomstig van particuliere huishoudens.

Inrichting:elke door de mens bedrijfsmatig of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht.

Kruin van de straat:hoogste punt van de verharding in de openbare rijweg.

Lozingstoestel: een constructie bedoeld om afvalstoffen af te voeren.

Ontstoppingsvoorziening: voorziening in de aansluitleiding ten behoeve van inspectie en onderhoud van de leiding.

Opvoergemaal: een inrichting om afvalwater mechanisch af te voeren naar een ander vaak hoger gelegen deel van de riolering.

Openbaar riool: het gedeelte van de riolering dat bij de gemeente in eigendom en beheer is voor inzameling en transport van afvalwater, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen, werken en installaties van overeenkomstige aard, met uitzondering van de aansluitleidingen.

Particuliere aansluitleiding: de binnen-, buiten- of terrein-rioolleidingen tot en met het aansluitpunt op het openbaar riool, inclusief de ontstoppingsvoorziening en alle installatiesbenodigd voor het op juiste hoogte en druk brengen van het afvalwater bij het aansluitpunt.

Perceel: het bedrijf, de woning, de vakantiewoning, de woonboot. (inclusief bijbehorende gronden en opstallen)

Perceelgrens: grens tussen een perceel met openbare grond of met een ander perceel.

Pompinstallatie:het geheel van pompput met pomp en toebehoren, bedoeld om afvalwater te verpompen

Rechthebbende: 1. de eigenaar of zakelijk gerechtigde van het perceel ten behoeve waarvan de aansluiting op het openbaar riool wordt gerealiseerd en in stand gehouden.

2.de rechtverkrijgende onder algemene of bijzondere titel van de onder 1. bedoelde personen.

Tarievenlijst:Overzicht van tarieven met betrekking tot de kosten voor het aanvragen en verkrijgen van een rioolaansluiting of wijziging van een rioolaansluiting, op het openbare riool.

Uitvoeringsregels:het bij deze verordening behorende en door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen overzicht van (technische) uitvoeringsregels voor het maken, wijzigen of verwijderen van een particuliere rioolaansluiting op het openbare riool.

Verzamelriool: een riool bedoeld om het afval en of het regenwater te verzamelen en centraal af te voeren.

Vuilwaterriool: riool alleen bestemd voor inzameling en transport van afvalwater.

Wabo:Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wm: Wet milieubeheer.

Hoofdstuk II De vergunning

Artikel 2: Vergunningplicht

  • 1. Onverminderd het bepaalde in het Bouwbesluit en de Bouwverordening, is het verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een particuliere aansluitleiding op het openbaar riool aan te sluiten, dan wel een bestaande aansluiting op het openbaar riool te wijzigen of te verwijderen.

  • 2. Indien meer dan één aansluitleiding van een particulier perceel op het openbaar riool moet worden gemaakt, alsmede voor zover van toepassing wanneer meer dan één aansluiting moet worden gewijzigd of worden verwijderd, is het eerste lid voor iedere aansluiting, wijziging of verwijdering afzonderlijk van toepassing.

Artikel 3: De vergunningaanvraag

  • 1. De vergunningaanvraag voor aanleg, wijziging of verwijdering van een aansluitleiding wordt, met gebruik van een daartoe door Burgemeester en Wethouders vastgesteld aanvraagformulier, bij Burgemeester en Wethouders ingediend door of namens de rechthebbende van het betreffende perceel.

  • 2. De aanvraag tot het verkrijgen van een aansluitvergunning wordt eerst in behandeling genomen nadat:

    • -

      het aanvraagformulier volledig ingevuld is ingediend. Bij het ontbreken van gegevens wordt de rechthebbende daarover geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld deze gegevens binnen vier weken na kennisgeving daarvan, alsnog aan te vullen;

    • -

      de met betrekking tot de aanvraag verschuldigde leges, degeneratiekosten en de kosten voor het maken van een aansluitpunt op het openbaar riool, volledig aan de gemeente zijn voldaan en door de gemeente zijn ontvangen. Voor de tarieven die verschuldigd zijn op grond van de legesverordening wordt verwezen naar de bij die verordening behorende tarieventabel. Voor de te verrekenen degeneratiekosten wordt verwezen naar de Algemene Verordening Herstraten, tarief II. De kosten verbonden aan het maken van een aansluitpunt op het openbaar riool worden aangegeven in de tarievenlijst inzake aanleggen, wijzigen of vervangen van een perceelaanduiding op het gemeentelijk riool.

  • 3. Bij de aanvraag dienen de volgende gegevens door de rechthebbende te worden verstrekt:

    • a.

      de naam en het adres van de rechthebbende;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de aanduiding dat het een verzoek om vergunning voor een aansluiting of wijziging van de aansluiting betreft;

    • d.

      Indien het een tijdelijke rioolaansluiting betreft, de periode waarvoor een aansluiting op het openbare riool wordt aangevraagd;

    • e.

      de ligging van het aan te sluiten perceel;

      1. Door middel van straat en huisnummer of, indien nog geen huisnummer is toegekend, aan de hand van het kadastraal nummer van het betreffende perceel;

      2. Door middel van een situatieschets 1:1000 of grotere schaal;

    • f.

      voor zover het een lozing van bedrijfsafvalwater betreft, de aard en de hoeveelheid van de af te voeren vloeistoffen in m3 per uur, waarbij moet worden aangegeven of niet verontreinigt water, zoals schoon regenwater, koelwater, of bronneringswater en / of verontreinigd water zal worden afgevoerd;

    • g.

      voor zover het een lozing van bedrijfsafvalwater betreft, moeten eveneens de hoeveelheden worden aangegeven die boven de gemiddelde afvoer liggen (pieklozingen);

    • h.

      voor zover het enkel lozing van huishoudelijk afvalwater betreft, of er huishoudelijk afvalwater of hemelwater zal worden afgevoerd;

    • i.

      van de aan te sluiten of te wijzigen particuliere aansluitleiding, tenminste de volgende gegevens:

      1. het leidingverloop en de dimensionering;

      2. het materiaal en de hoogteligging ter plaatse van het aansluitpunt;

      3. de kleur van de afvoerleiding (droogweerafvoer leiding bruin, hemelwaterafvoerleiding grijs);

      4. de wijze waarop de functies van de verschillende leidingen van het particulier riool ter plaatse van het aansluitpunt zullen worden gemarkeerd.

    j.   Indien de kosten voor de aansluiting al zijn voldaan uit hoofde van een eerder door de rechthebbende met de gemeente gesloten overeenkomst, dient de rechthebbende dit bij de aanvraag aan te tonen.

  • 4. Burgemeester en Wethouders kunnen de aanvrager verzoeken andere bescheiden met nadere gegevens dan bedoeld in bovengenoemde artikelen in te dienen, voor zover zij dat ter beoordeling van de aanvraag nodig achten.

Artikel 4: Weigering van een aansluitvergunning

  • 1. Een aansluitvergunning kan worden geweigerd indien aansluiting van de particuliere aansluitleiding op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting vanwege technische, juridische of milieuhygiënische redenen bezwaarlijk is.

  • 2. Aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting wordt in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      de gevraagde aansluiting een lozing voor afvalwater en / of bronneringswater betreft, waarvoor krachtens de milieuwetgeving een vergunning nodig is, maar waarvoor die niet is verleend, of waarbij niet aan de geldende regels is voldaan;

    • b.

      een omgevingsvergunning krachtens de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo), of daarvoor in de plaatstredende regelgeving, voor het aan te sluiten perceel is geweigerd of nog in behandeling is;

    • c.

      de aansluiting op een vrijverval riool niet onder vrijverval plaatsvindt;

    • d.

      de aansluiting niet voldoet aan de door het College van Burgemeester en Wethouders vastgestelde ‘Uitvoeringsregels voor het maken, wijzigen of verwijderen van een particuliere rioolaansluiting op het gemeentelijk riool’.

    • e.

      de aansluiting op een drukriool onder verhoogde atmosferische druk moet plaatsvinden, maar de opgegeven druk onvoldoende is;

    • f.

      de aansluiting op een drukriool moet plaatsvinden, maar er geen balkeerklep of terugslagklep aangegeven is;

    • g.

      het afvalwater dat naar het drukriool wordt afgevoerd ook hemelwater bevat;

    • h.

      de particuliere aansluitleiding met binnenonderkant buis ter plaatse de aansluiting op het hoofdriool, minder dan 200 mm boven de bovenkant van dit riool komt te liggen. (de plaats en de hoogteligging van het aansluitpunt kan door de gemeente worden aangegeven).

    • i.

      de bovenzijde van een lozingstoestel lager is gelegen dan 150 mm boven de kruin van de straat, tenzij via een pompinstallatie voorzien van een terugslagklep of balkeerklep wordt aangesloten;

    • j.

      de gevraagde aansluiting een samengevoegde voorziening betreft, terwijl een gescheiden openbaar riool aanwezig is;

    • k.

      het openbaar riool ter plaatse van de aansluiting niet over voldoende capaciteit beschikt om de hoeveelheid te lozen vloeistoffen te kunnen afvoeren;

    • l.

      de aanvraag betrekking heeft op niet verontreinigd drainagewater;

    • m.

      de gevraagde aansluiting een afvoerleiding voor niet verontreinigd bronneringswater betreft, die zonder bezwaar op het oppervlaktewater of bodem kan worden aangesloten of middels retourbemaling kan worden afgevoerd;

    • n.

      industrieel of afvalwater vanuit horecagelegenheden, niet zijn voorzien van een vetvangput c.q. een olie/zandscheidingsput.

  • 3 Een weigering van een aansluitvergunning is met redenen omkleed, waarbij burgemeester en wethouders de nadere eisen aangeven, waaraan de particuliere aansluitleiding moet voldoen om alsnog voor een vergunning in aanmerking te komen.

  • 4. Een aansluiting wordt, na bekrachtiging van de weigering van de aansluitvergunning, gezien als onrechtmatig en indien noodzakelijk op kosten van de aansluiter verwijderd.

Artikel 5: Afhandeling van de aanvraag

  • 1. Burgemeester en Wethouders besluiten binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 2. In afwijking van het eerste lid houdt de gemeente de beslissing omtrent de aanvraag aan, indien er geen reden is de vergunning te weigeren maar voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan voor een omgevingsvergunning, dan wel nog in behandeling is krachtens de Wabo of daarvoor in de plaatstredende regelgeving.

  • 3. De rechthebbende wordt binnen vier weken na ontvangst van de volledige aanvraag, van deze aanhouding op de hoogte gesteld.

  • 4. Nadat de reden van de in lid 2 bedoelde aanhouding een einde heeft genomen, neemt de gemeente alsnog binnen vier weken een besluit op de aanvraag.

Artikel 6: Intrekking of wijziging vergunning

  • 1.

    De vergunning kan in ieder geval worden ingetrokken of gewijzigd en moet desgewenst opnieuw worden aangevraagd indien:

    • a.

      ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de vergunning, moet worden aangenomen dat opheffen of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is vereist;

    • c.

      de bepalingen van deze verordening en / of de aan de vergunning verbonden nadere voorschriften, niet zijn of worden nagekomen;

    • d.

      de rechthebbende binnen een jaar na afgifte van de vergunning, de aansluiting of wijziging van de aansluiting waarop de vergunning is verkregen, niet heeft gerealiseerd.

    • e.

      rechtverkrijgenden of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt;

    • f.

      het gebruik van een aansluiting waarop de vergunning betrekking heeft, wordt beëindigd.

    • g.

      het gebruik van de aansluiting niet overeenkomstig de bij de verkrijging van de vergunning verstrekte gegevens is.

Hoofdstuk III: De aansluiting

Artikel 7: Uitvoeringshandelingen op de aansluiting door aanvrager

  • 1. De aanleg, wijziging of verwijdering van de aansluitleiding kan geschieden na uitdrukkelijke toestemming van en met door de gemeente goed te keuren materialen en werkwijzen, op aanwijzing van en onder toezicht van de door het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Waddinxveen aangewezen personen;

  • 2. De uitvoering van de aanleg of wijziging van de aansluitleiding vindt slechts plaats overeenkomstig het gestelde in het Bouwbesluit of de Bouwverordening van de gemeente, alsmede overeenkomstig de ‘Uitvoeringsregels aansluitingen op gemeentelijk riool’;

  • 3. Na goedkeuring van de aanvraag zal de gemeente, indien dit niet aanwezig is, een aansluitpunt realiseren op het openbaar riool. De kosten hiervoor komen ten laste van de aanvrager. Het is niet toegestaan dat andere partijen dan de gemeente een aansluitpunt op het openbare riool tot stand brengen.

Artikel 8: De kwaliteit van het op het openbaar riool te lozen afvalwater

  • 1. Het afvalwater afkomstig van de percelen mag geen stoffen bevatten die het materiaal van de rioleringen aantasten of het zuiveringsproces van de ontvangende zuiveringsinstallatie verstoren. De nadelige gevolgen van het afvalwater voor het oppervlakte water moeten bovendien zoveel mogelijk worden beperkt.

    Dit betekent dat lozingen dienen te voldoen aan de kwaliteitseisen conform:

    • ·

      het ‘Besluit lozing afvalwater huishoudens’ (particulieren);

    • ·

      het ‘Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer’ (inrichtingen);

    • ·

      het gestelde in de omgevingsvergunning (indien van toepassing) of overeenkomstig de hiervoor in de plaatstredende regelgeving.

  • 2. De rechthebbende is verantwoordelijk voor een in alle opzichten juist gebruik van de particuliere aansluitleiding.

Artikel 9: Kosten aanleg, onderhoud, reparatie, vervanging, wijziging en verwijdering.

  • 1. De kosten van aanleg, onderhoud, reparatie, vervanging, wijziging en verwijdering van de aansluitleiding zijn altijd volledig voor rekening van de aanvrager of rechthebbende. De gemeente voert geen werkzaamheden uit ten behoeve van aanleg of onderhoud aan de particuliere aansluitleiding. Onder particuliere aansluitleidingen worden tevens verstaan alle installaties nodig voor het op juiste hoogte en druk brengen van de lozingen bij het aansluitpunt, indien dit apart is geregeld.

  • 2. Bij mogelijke schade ontstaan door externe factoren zoals verkeer, wortelschade etc. of bij eventuele verzakkingen of verstoppingen in de aansluitleiding, zijn de kosten voor noodzakelijk onderhoud aan de aansluitleiding voor de aanvrager of rechthebbende. De rechthebbende dient daarom voor het verhelpen van verstoppingen of gebreken het initiatief te nemen.

  • 3. Indien een wijziging van een aansluiting vereist is ten gevolge van een wijziging van het openbaar riool, zijn de kosten voor het wijzigen van het aansluitriool voor rekening van de gemeente, tenzij vast staat dan wel aannemelijk is dat betreffend onderhoud of herstel dient te worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik of verzakking van de particuliere aansluitleiding, in dat geval zijn de kosten voor de rechtshebbende. 

  • 4. Ondanks dat de verharding in openbare grond op de gemaakte sleuf door of namens de aanvrager naar genoegen van de gemeente kwalitatief goed is hersteld, zal een toeslag in rekening worden gebracht voor eventuele latere herbestrating, herstel van verzakkingen en beeld achteruitgang (degeneratiekosten). De kosten zullen worden berekend conform de Algemene Verordening Herstraten, tarief II. Deze tarieven kunnen jaarlijks door het college worden herzien.

  • 5. Bij het ontdekken van gebreken aan de aansluitleiding op het openbaar riool, is de vergunninghouder verplicht hiervan onmiddellijk kennis te geven aan de gemeente.

  • 6. Ingeval een vergunninghouder werkzaamheden aan de aansluitleiding met de aansluiting op het openbaar riool noodzakelijk acht, moet minimaal 6 weken voor aanvang van deze werkzaamheden een vergunningaanvraag conform artikel 3 worden ingediend bij de gemeente. 

  • 7. Ingeval door derden werkzaamheden worden verricht aan het openbaar riool en of openbaar terrein, vindt de uitvoering van aanleg, wijziging of verwijdering van de aansluiting uitsluitend plaats na uitdrukkelijke toestemming door of vanwege de gemeente.

Artikel 10: Verwijdering aansluiting, sloop en zorgplicht

  • 1. De eigenaar of rechthebbende moet onmiddellijk nadat de aansluiting op het openbaar riool tot stand is gekomen, alle eventueel bestaande lozingsmiddelen zoals een septictank, beerput of bezinkput permanent buiten gebruik stellen of op deugdelijke wijze (laten) verwijderen, zulks ter beoordeling van de gemeente.

  • 2. Indien het gebruik van een aansluitleiding definitief wordt beëindigd, is de rechthebbende verplicht de gemeente hiervan vooraf in kennis te stellen en een vergunningaanvraag conform artikel 3 in te dienen voor het verwijderen of buitengebruik stellen van de aansluitleiding.

  • 3. Bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden op een op het openbaar riool aangesloten perceel, moeten door de rechthebbende zodanige voorzieningen worden getroffen dat verzanding of beschadiging van het openbare riool en de aansluitleiding wordt voorkomen, zulks ter beoordeling van de gemeente.

  • 4. Indien de rechthebbende bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden niet voldoet aan de in dit artikel omschreven zorgplicht, dan wel dat er aan de aansluitleiding en aan het

    openbaar riool schade ontstaat, heeft de gemeente het recht de aansluiting op het openbaar riool af te sluiten en het aansluitriool op openbaar terrein te verwijderen. De hieraan  verbonden kosten worden verhaald op de rechthebbende.

  • 5. Indien het gebruik van een aansluitleiding definitief wordt beëindigd, wordt de op de aansluiting betrekking hebbende vergunning ingetrokken, waarna de aansluitleiding op kosten van de vergunninghouder moet worden verwijderd of buitengebruik wordt gesteld.

Artikel 11: Pompputten en pompinstallaties

  • 1. Indien de aansluitleiding met behulp van een pompinstallatie is aangesloten op een openbaar drukriool, neemt de gemeente –na goedkeuring van de installatie- de pompput, pompinstallatie, aansturing en leiding vanaf de pompput naar het openbaar riool, over in eigendom en beheer. Dit geldt echter niet voor pompinstallaties in of op woonboten.

  • 2. De complete pompinstallatie en de aansturing dient te worden aangelegd overeenkomstig het door het college van Burgemeester en Wethouders vastgestelde ‘Algemeen Programma van Eisen drukriolering Waddinxveen’.

Hoofdstuk IV: Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12: Overgangsrecht

  • 1. De aanvragen tot aansluiting of wijziging van een aansluiting die voor de datum van inwerkingtreding zijn ingediend doch waaromtrent nog niet is beslist, vallen onder de bepalingen van de verordening.

  • 2. Aansluitingen die op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening krachtens de tot dan geldende wetgeving en voorschriften tot stand zijn gebracht, worden aangemerkt als ware zij tot stand gebracht volgens deze verordening.

  • 3. Bij strijdigheid van deze verordening met bepalingen in overeenkomsten die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn gesloten tussen de gemeente en de rechthebbende, prevaleert het bepaalde in deze overeenkomsten.

Artikel 13: Uitsluiting aansprakelijkheid gemeente

Schadevergoeding: indien en zover blijkt, dat er schade is ontstaan aan particulier eigendom, doordat(afval)water afkomstig uit het openbaar riool door onvoorziene omstandigheden is afgestroomd naar particulier terrein, dan wel doordat (afval)water van de particulier eveneens door onvoorziene omstandigheden niet kan afstromen naar openbaar riool, kent de gemeente geen schadevergoeding toe.

Artikel 14: Algemene hardheidsclausule en onvoorzien

  • 1. Als strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard, kunnen burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen van het gestelde in deze verordening afwijken.

  • 2. In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college van Burgemeester en Wethouders.

Artikel 15 Inwerking treding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgend op die van haar bekendmaking. De aansluitverordening riolering gemeente Waddinxveen uit 2002 wordt per gelijke datum ingetrokken.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als:

“Aansluitverordening Riolering Gemeente Waddinxveen 2011”

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Waddinxveen in zijn openbare vergadering van 28 september 2011
de Griffier, de Voorzitter,
(mr. F.W. van der Dussen) (drs. H.P.L. Cremers)

Toelichting op de Aansluitverordening riolering gemeente Waddinxveen 2011

A. Algemeen

1. Algemeen

Inzameling en transport van afvalwater is een taak van de gemeente. Voor het uitvoeren van deze taak heeft de gemeente riolering aangelegd en zorgt de gemeente voor het beheer van dit rioolstelsel. Een aansluitverordening regelt de verhouding tussen de eigenaar van een perceel en de gemeente betreffende de aansluiting op de openbare (gemeentelijke) riolering. In de ‘aansluitverordening riolering gemeente Waddinxveen 2011’ worden voorwaarden gesteld aan de wijze waarop de aansluiting op het gemeenteriool wordt verkregen. Daarnaast wordt ook geregeld wie verantwoordelijk is voor het beheer van de particuliere aansluitleiding. Dit strekt tot voordeel van alle betrokkenen, omdat er zo geen onduidelijkheid bestaat over de verwachtingen die de betreffende perceeleigenaar en de gemeente van elkaar mogen hebben.

2. Opzet van de verordening

Uitgangspunt van deze verordening is dat voor een nieuwe aansluiting, wijziging of verwijdering van de bestaande aansluiting een vergunning is vereist. Aan het verlenen van de vergunning worden vervolgens voorwaarden gesteld. Deze voorwaarden betreffen allereerst de technische eisen waaraan de aansluiting dient te voldoen. De eisen betreffen het leidingverloop en de dimensionering, de hoogteligging en het materiaal. Ook worden andere voorwaarden gesteld voor het geval er een gescheiden rioolstelsel aanwezig is. Dit wil zeggen dat er een aparte aansluiting voor hemelwater en voor vuilwater is of wordt aangelegd. Tevens zijn er voorwaarden opgenomen over onderhoud, reparatie, vervanging en verwijdering van de aansluitleiding.

Hierbij dient nader rekening te worden gehouden met het Bouwbesluit en de in de Bouwverordening genoemde bouwtechnische eisen. Alle in deze aansluitverordening genoemde voorwaarden en technische eisen zijn opgenomen als uitwerking en/of aanvulling op de voorwaarden en eisen gesteld in het Bouwbesluit en de Bouwverordening van de gemeente.

Het wettelijk kader voor de Aansluitverordening wordt gevormd door: de Gemeentewet (artikelen, 121, 147, 149 en 229 lid 1), de Woningwet (artikel 121), de wet Milieubeheer (artikel 10.33) en de Algemene wet bestuursrecht.

In de Bouwverordening is de verplichting opgenomen tot aansluiting van een perceel op de openbare riolering en de mogelijke uitzonderingen hierop.

Het gemeentelijk rioolstelsel (openbaar riool) wordt op een drietal plaatsen begrensd:

1) Het punt waar afvalwater en/of overtollig neerslag wordt overgenomen van de producent, dit is doorgaans daar waar het particulier riool overgaat in een gemeentelijke riolering. (de rioolaansluiting),

2) Het punt waar afvalwater en/of de overtollige neerslag wordt overgedragen aan de waterkwaliteits-beheerder.

3) Het punt waar overstorten of nooduitlaten op het oppervlaktewater of in de bodem plaats vinden.

Deze verordening heeft alleen betrekking op de begrenzing van het eerst genoemde deel.

Het openbaar riool is of wordt aangelegd binnen of buiten de bebouwde kom in gemeentelijk en/of in particulier eigendom. De gemeente legt doorgaans aan en exploiteert het openbaar riool. Als het openbaar riool in particulier eigendom ligt of wordt aangelegd, vestigt de gemeente ten behoeve van de eigendomsverhoudingen een zakelijk recht van opstal. De vergunninghouder betaalt een aandeel in de kosten van het openbaar riool als dit door de gemeenteraad is bepaald.

Het particuliere riool (de aansluitleiding), is begrensd door het perceel en het aansluitpunt daar waar het afvalwater wordt overgenomen door het openbaar riool.

De afbakening van de verantwoordelijkheden over en weer zijn hierbij duidelijk. Gekozen is voor een logische scheiding van verantwoordelijkheden en een dienovereenkomstige kostenverdeling.

De aanleg, renovatie en vervanging van de aansluitleiding geschiedt onder nadere voorwaarden

door en voor rekening van de vergunninghouder of diens rechthebbende.

Uitgangspunt van het beleid is dat de vergunninghouder verantwoordelijk is voor het goed functioneren van de huisaansluiting.

Voor de duidelijkheid; de particuliere aansluitleiding kan geheel of gedeeltelijk op gemeentegrond liggen.

Ingeval de vergunninghouder nalaat zorg te plegen aan het aansluitriool, kan de gemeente, indien zij dit noodzakelijk acht, op grond van haar zorgplicht voor rekening van vergunninghouder de zorg plegen.

Indien oneigenlijk gebruik van de aansluitleiding leidt tot schade, zijn de kosten hier uit voortkomend voor de vergunninghouder.

Eigenaren van percelen met meerdere woonlagen, maar met één aansluiting behoeven elk apart vergunning, dan wel kan aan de eigenarenvereniging vergunning worden verleend.

De verlening van de vergunning kan door de gemeente worden geweigerd, indien aansluiting van de particuliere aansluitleiding of wijziging van die aansluitleiding vanwege technische, juridische of milieuhygiënische redenen bezwaarlijk is.

Kan er niet worden voldaan aan de voorwaarden van de aansluitverordening, dan zal het afvalwater op een andere wijze moeten worden afgevoerd. Er vindt géén toestemming tot aansluiting plaats.

Uitsluitend na melding van het tijdstip wanneer de werkzaamheden in de openbare ruimte van start gaan wordt toestemming door of vanwege de gemeente verstrekt. Door de gemeente vindt controle plaats op de gerealiseerde aansluiting, voordat ‘de sleuf’ weer dicht gaat.

3. Leeswijzer

De verordening is opgebouwd uit 16artikelen, die zijn ondergebracht in vier hoofdstukken.

In hoofdstuk I worden begripsbepalingen gegeven.

In hoofdstuk II geeft een omschrijving van de vergunningplicht, het indienen van de aanvraag, de gronden van een weigering van een aansluiting, de intrekking of wijziging, de afhandeling, het ongedaan maken van de toestemming, wijzigen van de vergunning en de schadevergoeding.

In hoofdstuk III komt de eigenlijke aansluiting aan de orde. Hierin worden de aanleg, wijziging geregeld alsmede de uitvoering door de aanvrager, de kwaliteit van het te lozen afvalwater en de kostenverdeling.

Hoofdstuk IV tenslotte betreft het overgangsrecht, slotbepalingen en de hardheidsclausule

Bij het van kracht worden van de aansluitverordening, is juridisch een nieuwe situatie is ontstaan.

B. Artikelgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

In artikel 1 worden de begripsbepalingen gegeven. Deze lijst is opgezet om te voorkomen dat onnodige discussies ontstaan over de betekenis van bepaalde begrippen.

Artikel 2 Vergunningplicht

In artikel 2 wordt bepaald dat de aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool, of een wijziging van een dergelijke aansluiting, verboden is zonder vergunning van het college van B&W. Zolang de betreffende aansluiting bestaat, blijven deze voorschriften gelden. Bij wijziging van de aansluiting moet een nieuwe vergunning worden aangevraagd.

Artikel 3 De vergunningaanvraag

Artikel 3 bepaalt dat de vergunning moet worden aangevraagd door de rechthebbende. Om eenduidigheid in de aanvragen te krijgen, dient de aanvraag te worden gedaan met het daartoe bestemde formulier. In het tweede lid is vastgelegd waaraan de aanvraag moet voldoen. De aanvrager dient gelijktijdig met de aanvraag alle gegevens aan te leveren. Dit geldt ook indien de gevraagde gegevens reeds zijn vastgelegd in een andere vergunning.

Artikel 4 Weigering van een aansluitvergunning

In artikel 4 is vastgelegd op welke gronden de vergunning geweigerd kan worden. Dit kan gaan om technische, juridische of milieuhygiënische gronden. In lid 2 staan diverse weigeringsgronden aangegeven. De genoemde weigeringsgronden zijn niet uitputtend en moeten worden gezien als ondersteuning in de motivering om een vergunning te weigeren. Bij een weigering wordt altijd aangegeven aan welke voorwaarden moet worden voldaan, om alsnog voor de vergunning in aanmerking te komen.

Artikel 5 Afhandeling van de aanvraag

Artikel 5 geeft de procedure aan van de afhandeling van de vergunningaanvraag. Indien voor het betreffende perceel ook een aanvraag voor een omgevingsvergunning loopt en hiervoor nog geen goedkeuring is afgegeven, wordt de aanvraag aangehouden, tot dat de reden van de aanhouding is weggenomen.

Artikel 6 Intrekking of wijziging vergunning

In artikel 6 zijn redenen aangegeven waarbij een verleende aansluitvergunning kan worden ingetrokken, gewijzigd of opnieuw moet worden aangevraagd. Van een verleende vergunning moet binnen maximaal

1 jaar na afgifte gebruik worden gemaakt op straffe van intrekking.

Artikel 7 Uitvoeringshandelingen op de aansluiting door aanvrager

Artikel 7 geeft aan dat door of namens de gemeente aangewezen personen toestemming dienen te verlenen op de gehanteerde werkwijze en gebruikte materialen. In lid 3 staat in het bijzonder aangegeven dat het aansluitpunt op het openbaar riool (de inlaatconstructie) door de gemeente zelf wordt gerealiseerd, om ondeugdelijke aansluitingen te voorkomen. De kosten hiervoor worden doorberekend aan de aanvrager. De (technische) voorwaarden voor het maken, wijzigen of verwijderen van een particuliere rioolaansluiting, zijn opgenomen in de hiertoe door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde ‘Uitvoeringsregels’. Deze Uitvoeringsregels worden bij iedere verleende vergunning gevoegd.

Artikel 8 De kwaliteit van het op het openbaar riool te lozen afvalwater

In artikel 8 zijn kwaliteitseisen opgenomen waaraan het afvalwater moet voldoen. De Milieudienst is de handhavende instantie voor wat betreft deze kwaliteitseisen.

Artikel 9 Kosten aanleg, onderhoud, reparatie, vervanging, wijziging en verwijdering

Artikel 9, lid 1, 2 en 3 geeft duidelijkheid over de verantwoordelijkheden en kosten voor de aanvrager of rechthebbende en de gemeente in geval van aanleg, onderhoud, reparatie enz. van de aansluitleiding.

Lid 4 geeft aan dat er kosten worden doorberekend voor de degeneratie van de gemeentelijke verharding, indien deze is opgebroken ten behoeve van de werkzaamheden aan de particuliere aansluitleiding. Voor de tarieven wordt verwezen naar de Algemene Verordening Herstraten, tarief II.

De tarieven kunnen jaarlijks worden herzien en zijn gebaseerd op de tarieven welke ook aan de nutsbedrijven (Stedin, Oasen) worden verrekend voor werkzaamheden in de openbare ruimte.

Artikel 10 Verwijdering aansluiting, sloop en zorgplicht

In artikel 10 lid 1 is aangegeven dat bij een gerealiseerde rioolaansluiting andere lozingsmiddelen niet meer zijn toegestaan. Tevens zijn in lid 3 en 4 bepalingen opgenomen over de zorg die de rechthebbende moet betrachten bij werkzaamheden op zijn perceel. De aansluitleiding en openbaar riool dienen daarbij vrij te blijven van verzanding, vervuiling of beschadiging om verstoppingen te voorkomen en de levensduur veilig te stellen.

Artikel 11 Pompputten en pompinstallaties

In artikel 11 is in het bijzonder bepaald dat pompinstallaties met alle toebehoren zoals de pomp en het besturingssysteem, nadat deze zijn aangesloten en zijn goedgekeurd, worden overgenomen door de gemeente in eigendom en beheer. Dit is van groot belang om de controle vanuit de gemeente op het gehele drukrioolstelsel te behouden. In het in lid 2 genoemde van toepassing zijnde ‘Algemeen programma van Eisen drukriolering Waddinxveen’ zijn de uniforme voorwaarden opgenomen voor het aanleggen van een pompinstallatie welke aangesloten wordt op het openbaar drukriool. Deze situatie is met name aan de orde in het ‘buitengebied’ van Waddinxveen.

Artikel 12 Overgangsrecht

In artikel 12 zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot de juridische status van deze verordening in relatie tot aanvragen welke in behandeling zijn op de datum van inwerkingtreding van de verordening en met betrekking tot al tot stand gekomen (bestaande) aansluitingen.

Artikel 13 Uitsluiting aansprakelijkheid gemeente

Artikel 13 Uitsluiting aansprakelijkheid gemeente

In artikel 13 zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot mogelijke schade aan particulier eigendom ten gevolge van het niet goed functioneren van het openbaar riool door onvoorziene omstandigheden.

Artikel 14 Algemene hardheidsclausule en onvoorzien

Hier wordt bepaald dat het college van burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen kan afwijken van het bepaalde in de aansluitverordening en dat het college voorziet in die gevallen waarin de aansluitverordening dat niet doet.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Artikel 14 betreft de formele datum van inwerkingtreding. Met de inwerkingtreding komt de Aansluit-verordening riolering uit 2002, te vervallen.

Artikel 16 Citeertitel

Dit betreft de formele naam van deze verordening.