Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en de invordering van Precariobelasting 2016

Geldend van 03-12-2015 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van Precariobelasting 2016

De raad der gemeente Waddinxveen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 oktober 2015;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING 2016;

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;

  • b.

    week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • c.

    maand: een kalendermaand;

  • d.

    halfjaar: de periode van:

    • -

      1 januari tot en met 30 juni; of

    • -

      1 juli tot en met 31 december;

  • e.

    jaar: een kalenderjaar;

  • f.

    vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "precariobelasting" wordt een directe belasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel degene te wiens behoeve voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

Artikel 4 Belastingtijdvak

  • 1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

  • 2. In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbare feit zich voordoet of heeft voorgedaan, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tabel, met dien verstande dat een belasting van minder dan € 5,-- niet wordt geheven.

  • 2. Voor de berekening van de belasting wordt:

    • a.

      een gedeelte van de in de tabel genoemde eenheden van hoeveelheid of afmeting voor een geheel gerekend;

    • b.

      bij geplaatste voorwerpen, zoals stutten, schoren, palen en dergelijke, elk der voorwerpen geacht een ruimte van één vierkante meter in te nemen;

    • c.

      een open ruimte tussen zich op of boven de grond of het water bevindende voorwerpen, voor zover het dezelfde belastingplichtige betreft, geacht door die voorwerpen te zijn ingenomen.

  • 3. Ingeval de belasting wordt geheven naar de oppervlakte van een voorwerp, geldt als maatstaf de oppervlakte van de projectie van dat voorwerp in een horizontaal vlak.

  • 4. Bij het toepassen van de tarieven van hoofdstuk 2 van de tarieventabel geldt een maximumtarief van € 10.000,-- per jaar per bouwproject.

Artikel 6 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • 1.

    voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a., van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;

  • 2.

    voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

  • 3.

    voor braderieën, mits een duidelijke relatie met lokale belangen gelegd wordt;

  • 4.

    voor niet-commerciële particuliere initiatieven, waaronder bijvoorbeeld te verstaan: wijk-, buurt- en straatfeesten, kindermarkten e.d.

Artikel 7 Ontheffing

Indien na het opleggen van een aanslag aannemelijk wordt gemaakt, dat het belastbare feit zich slechts gedurende een gedeelte van het voor de berekening van de belasting in aanmerking genomen belastingtijdvak voordoet of zal voordoen, bestaat aanspraak op ontheffing indien deze € 10,00 of meer bedraagt.

Artikel 8 Wijze van heffing; tijdstip verschuldigdheid

  • 1. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. De belasting wordt verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, op het tijdstip waarop het hebben van voorwerpen een aanvang neemt.

Artikel 9 Betalingstermijn

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand, volgende op die, waarin het aanslagbiljet of de nota is gedagtekend.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het vorige lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.

Artikel 12 Overgangsrecht

De "Verordening precariobelasting 2015" van 12 november 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening precariobelasting 2016".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Waddinxveen in zijn vergadering van 11 november 20145
De griffier, de voorzitter,
(mr. F.W. van der Dussen), (drs. H.P.L. Cremers)

Bijlage Tarieventabel 2016

Tarieventabel Precariobelasting 2016 (pdf)