Beleidsregels proceskosten en wegingsfactoren bij fiscale procedures gemeente Waddinxveen

Geldend van 01-01-2012 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels proceskosten en wegingsfactoren bij fiscale procedures gemeente Waddinxveen

Het college van burgemeester en wethouders van Waddinxveen;

gelet op artikel 1:3 lid 7 en artikel 7:15, tweede lid van de Algemene Wet Bestuursrecht alsmede gelet op het Besluit proceskosten bestuursrecht;

Besluit:

vast te stellen de volgende:

Beleidsregels proceskosten en wegingsfactoren bij fiscale procedures gemeente Waddinxveen

Artikel 1 Begripsbepalingen en algemene uitgangspunten

  • 1. Er bestaat een vergoedingsplicht in de gevallen waarin het bestreden besluit wegens onrechtmatigheid wordt herroepen en deze onrechtmatigheid aan het bestuursorgaan is te wijten.

  • 2. Onrechtmatigheid moet worden opgevat als “opgenomen in strijd met het recht”. Indien een gebonden beschikking wordt herroepen staat de onrechtmatigheid vast. Als de heroverweging daarentegen plaatsvindt op beleidsinhoudelijke gronden, is er geen sprake van onrechtmatigheid. Alléén vormfouten of motiveringsgebreken leiden evenmin tot een vergoedingsplicht. Vergoedingsplicht kan wel bestaan als het inhoudelijk foutieve besluit een gevolg is van reken-, invoer-, schrijffouten etc.

  • 3. Vergoed worden uitsluitend kosten die belanghebbende redelijkerwijs heeft gemaakt in verband met de behandeling van het bezwaar of beroep.

  • 4. Voor telefonisch horen voor een bezwaarschrift worden geen kosten vergoed. Telefonisch horen voor een bezwaarschrift gebeurt alleen onder de voorwaarde dat belanghebbende instemt met het afzien van een proceskostenvergoeding hiervoor.

  • 5. Het verzoek om kostenvergoeding aan de heffingsambtenaar moet schriftelijk zijn gedaan vóórdat hij of zij op het bezwaar- of beroepschrift heeft beslist.

  • 6. Voor de vaststelling van het ontstaan van een recht op te vergoeden kosten die door belanghebbende zijn gemaakt kan een bewijs van gemaakte kosten worden verlangd, bestaande uit een factuur met specificatie ter zake van verrichtte werkzaamheden door een derde of een door of namens hem ingeschakelde deskundige.

  • 7. De vergoeding wordt in eerste instantie verrekend met openstaande aanslagen. Indien er geen bedrag open staat of indien de vergoeding hoger is dan een verschuldigd belastingbedrag, wordt de vergoeding aan belanghebbende uitbetaald, tenzij blijkt dat gemachtigde bevoegd is de vergoeding in ontvangst te nemen.

  • 8. Uitbetaling vindt plaats op een door belanghebbende aangewezen bankrekeningnummer.

Artikel 2 Te vergoeden kosten

Bij het vaststellen van de vergoeding van de kosten die een belanghebbende maakt in verband met een door hem ingediend bezwaar- of beroepschrift is het Besluit proceskosten bestuursrecht met uitzondering van artikel 2, eerste lid, onderdelen a en b, van overeenkomstige toepassing, alsmede de volgende artikelen.

Artikel 3 Kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand

Het bedrag van kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand wordt vastgesteld door aan de hand van de in artikel 4 benoemde proceshandelingen punten toe te kennen. Deze punten worden vermenigvuldigd met de waarde per punt, vermeld in artikel 5. Het aldus berekende bedrag wordt vermenigvuldigd met een wegingsfactor op basis van artikel 6.

Artikel 4 Punten proceshandelingen

Aan de hierna genoemde door een derde beroepsmatig verrichte proceshandelingen worden de volgende punten toegekend:

1.

Indienen van een bezwaar- of beroepschrift:

1 punt;

2.

Bijwonen van een hoorzitting bezwaarschrift:

1 punt;

3.

Bijwonen van een nadere hoorzitting bezwaarschrift:

0,5 punt;

4.

Telefonisch horen:

0 punten.

Artikel 5 waarde per punt

De waarde per punt bedraagt het tarief als bedoeld in Artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van het “Besluit Proceskosten Bestuursrecht” (2011 € 218).

Artikel 6 Wegingsfactoren

  • 1. Voor de toepassing van de wegingsfactoren, die zijn genoemd in onderdeel C.1. van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht, wordt een zaak in beginsel aangemerkt als

    • a.

      zeer licht indien:

      • -

        het om een verkeerde tenaamstelling gaat,

      • -

        het om een verkeerde adresaanduiding gaat,

      • -

        het om een verkeerde belanghebbende gaat,

      • -

        het om een verkoopcijfer van het object zelf gaat,

      • -

        het om een pro-forma bezwaarschrift zonder aanvulling gaat,

      • -

        het bezwaarschrift summier gemotiveerd is,

      • -

        het om proceskosten gaat;

    • b.

      licht indien:

      • -

        de inhoud enig onderzoek vergt, maar het niet om een (juridisch) vraagpunt gaat waarvoor een grotere (juridische) deskundigheid is vereist,

      • -

        de inhoud van het bezwaarschrift volledig of grotendeels is gebaseerd op een bijgevoegd taxatierapport,

      • -

        het om de afbakening gaat;

    • c.

      gemiddeld:

      • -

        alle overige zaken, tenzij gemachtigde / belanghebbende aantoont dat sprake is van een bezwaar met zwaar of zeer zwaar gewicht.

Artikel 7 Kosten van een deskundige die aan een partij verslag heeft uitgebracht

Het te vergoeden bedrag voor een ten behoeve van de bezwaar- of beroepfase opgemaakt taxatierapport* bedraagt voor:

-

woningen (niet inpandig opgenomen)

per uur, tot een maximum van 4 uur

€ 50,--

-

woningen (inpandig opgenomen)

per uur, tot een maximum van 5 uur

€ 50,--

-

courante niet-woningen (niet inpandig opgenomen)

per uur, tot een maximum van 4uur

€ 60,--

-

courante niet-woningen (inpandig opgenomen)

per uur, tot een maximum van 5 uur

€ 60,--

-

incourante niet-woningen

per uur, op basis van een redelijke inschatting van het aantal uren

€ 80,--

* De taxateur die het taxatierapport heeft samengesteld moet gediplomeerd en gecertificeerd zijn om als deskundige aangemerkt te worden (Hof Arnhem 15 maart 2011, LJN: BP9842).

Artikel 8 Gedeeltelijk in gelijkstelling

  • 1. Bij een partij of een belanghebbende die gedeeltelijk in het gelijk is gesteld, wordt het op grond van deze beleidsregel vastgestelde bedrag aan kostenvergoeding verminderd. Het op grond van deze beleidsregel vastgestelde bedrag wordt eveneens verminderd indien het beroep bij de administratieve rechter is ingetrokken omdat gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen.

  • 2. De vermindering van de op basis van artikel 3 tot en met 7 berekende kostenvergoeding bedraagt:

    a.

    bij een vermindering van de WOZ-waarde van 10% of minder:

    75%;

    b.

    bij een vermindering van de WOZ-waarde van 25% of minder (tot 10%):

    50%;

    c.

    bij een vermindering van de WOZ-waarde van meer dan 25%:

    nihil.

Artikel 9 Gemotiveerd afwijken

De heffingsambtenaar heeft de bevoegdheid om, in afwijking van hetgeen gesteld is in artikel 3, 4, 6 en 7, een lagere of hogere wegingsfactor toe te kennen. Het afwijken van hetgeen gesteld is in artikel 3, 4, 6 en 7 wordt in de beslissing op bezwaar gemotiveerd.

Artikel 10 slotbepalingen

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2012.

  • 2. Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels proceskosten en wegingsfactoren bij fiscale procedures gemeente Waddinxveen”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waddinxveen in zijn vergadering van 7 december 2011

burgemeester en wethouders van de gemeente Waddinxveen,

mw. A.B. Blomme

de secretaris,

de burgemeester,

drs. H.P.L. Cremers

Toelichting op de Beleidsregels proceskosten en wegingsfactoren bij fiscale procedures gemeente Waddinxveen

Artikel 1

Als uitgangspunt wordt voorop gesteld dat voor vergoeding van proceskosten slechts plaats is indien door de belanghebbende kosten zijn gemaakt: geen kosten, geen vergoeding. In de regel dient er van te worden uitgegaan dat het in rechte verschijnen van een professionele rechtshulpverlener betekent dat deze daarvoor een declaratie zal indienen. Indien een belanghebbende geheel of gedeeltelijk in het gelijk is gesteld, wordt zijn wederpartij, het bestuursorgaan, in principe in de kosten van het geding veroordeeld. Behoefte aan bewijs dat een op zichzelf professionele gemachtigde voor de verleende rechtsbijstand kosten in rekening heeft gebracht, kan ontstaan bij betwisting door het bestuursorgaan of als er aanwijzingen zijn dat geen kosten in rekening worden gebracht. Dat geldt ongeacht of de gemachtigde tot de belanghebbende in een persoonlijke relatie staat. Het kan zich overigens voordoen dat een dergelijke betwisting verband houdt met de constatering dat de rechtsbijstandverlener in een persoonlijke relatie staat tot de belanghebbende. Van belanghebbende kan bij betwisting bewijs van gemaakte kosten worden verlangd. Dat is alsdan te leveren door overlegging van een declaratie en van bewijs van betaling, of op andere wijze.

Artikel 1, zesde lid

Ten aanzien van bureaus of organisaties die aangeven of waarvan is vastgesteld dat ze werken op basis van “no cure no pay”, worden ter verifiëring van gemaakte kosten, ook die van een ingeschakelde deskundige, een factuur met specificatie gevraagd.

Artikel 1, zevende lid

Aangezien er een betalingsrelatie met belanghebbende is wordt bij betaling eerst beoordeeld of nog belastingschulden open staan. Indien dit het geval is wordt het bedrag van de vergoeding verrekend met de openstaande belastingschuld. Indien er geen bedrag open staat of indien de vergoeding hoger is dan een verschuldigd belastingbedrag, wordt de vergoeding aan belanghebbende uitbetaald, tenzij blijkt dat gemachtigde bevoegd is de vergoeding in ontvangst te nemen.

Artikel 1, achtste lid

De belanghebbende kan als schuldeiser een bankrekeningnummer aanwijzen waarop een betaling plaats moet vinden (artikel 4.89 lid, eerste lid Awb). Uit de Wettekst en de Memorie van Toelichting blijkt dat het om een aangewezen bankrekening ten name van belanghebbende gaat. Ook kan blijken dat gemachtigde bevoegd is de vergoeding in ontvangst te nemen. Indien er geen belastingschuld is of het bedrag van de vergoeding hoger is dan de nog openstaande belastingschuld, wordt het bedrag uitbetaald op het door belanghebbende aangegeven banknummer.

Artikel 4, vierde lid

De heffingsambtenaar gaat alleen akkoord met telefonisch horen indien gemachtigde afziet van een proceskostenvergoeding hiervoor. Telefonisch horen kan veel voordeel (tijdwinst / reiskosten) opleveren voor een belanghebbende, met name bij de diverse bureaus en/of organisaties die werken op basis van “no cure no pay”.

Artikel 6

De hoogte van de proceskostenvergoeding is onder andere afhankelijk van de zwaarte van de inspanningen die belanghebbende heeft moeten verrichten. Hiervoor is in het Besluit proceskosten bestuursrecht een indeling in wegingsfactoren vastgesteld. In artikel 6 van onderhavige beleidsregels is per situatie aangegeven welke wegingsfactor hiervoor wordt toegekend.

Artikel 7

Het taxatierapport moet speciaal ten behoeve van de lopende bezwaar- of beroepsprocedure zijn vervaardigd. Het voor een taxatierapport te vergoeden bedrag is opgebouwd uit een gemiddeld aantal uren vermenigvuldigd met een ter plaatse geldend marktconform uurtarief voor de taxatietechnische werkzaamheden.

Artikel 8

Op basis van artikel 2, tweede lid, van het Besluit proceskosten bestuursrecht bestaat de mogelijkheid, indien een belanghebbende gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, tot een vermindering van het bedrag van de kostenvergoeding over te gaan. In artikel 8 wordt dit concreet ingevuld. De vermindering wordt berekend aan de hand van het percentage waarmee de vastgestelde waarde wordt verminderd. Bij een geringe aanpassing van de waarde van een object wordt het bedrag van de vergoeding relatief veel verminderd. Bij een forse aanpassing van de waarde wordt het bedrag van de kostenvergoeding niet of beperkt aangepast. De berekening van de te betalen vergoeding geschiedt als volgt. De kostenvergoeding wordt berekend op basis van de artikelen 3 t/m 7 van deze beleidsregels. Daarna vindt een correctie plaats op basis van artikel 8. Het uit te betalen bedrag wordt verrekend met een eventuele belastingschuld of aan belanghebbende uitbetaald.

Rekenvoorbeeld: De WOZ-waarde van een object bedraagt € 400.000. Belanghebbende is van mening dat de waarde moet worden verlaagd tot € 320.000. In de bezwaarfase wordt de waarde gedeeltelijk verminderd en aangepast tot € 360.000 (een verlaging met 10%). Op basis van artikel 8 bedraagt de vermindering dan 75%.

Artikel 9

Indien de heffingsambtenaar van mening is dat de toepassing van de beleidsregel tot ongewenste gevolgen leidt, heeft hij de bevoegdheid om van de beleidsregel af te wijken. Deze afwijking moet in de beschikking worden gemotiveerd.