Financiële verordening Groenalliantie Midden-Holland en omstreken

Geldend van 22-10-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Financiële verordening Groenalliantie Midden-Holland en omstreken

Het algemeen bestuur van de Groenalliantie Midden-Holland en omstreken;

Gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 8 juli 2019;

Gelet op het bepaalde in artikel 31 van de Gemeenschappelijke Regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken;

Gelet op het gestelde in de circulaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 13 oktober 2003, nummer IFLO2003/77278 inzake de gevolgen Wet dualisering provinciebestuur en de hieruit voor gemeenschappelijke regelingen voortvloeiende regelgeving (Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten) ten aanzien van begroten en verantwoorden;

Gelet op het gestelde in de artikelen 3 tot en met 6 van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Groenalliantie Midden-Holland en omstreken en Staatsbosbeheer;

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Algemeen bestuur:

Het algemeen bestuur van de Groenalliantie Midden-Holland en omstreken.

Dagelijks bestuur:

Het dagelijks bestuur van de Groenalliantie Midden-Holland en omstreken.

Recreatieschap:

De Groenalliantie Midden-Holland en omstreken.

Staatsbosbeheer:

De uitvoerende organisatie op basis van de samenwerkingsovereenkomst met de Groenalliantie Midden-Holland en omstreken.

Besluit begroting en verantwoording:

Het wettelijk kader waar de begroting, meerjarenraming en jaarstukken aan dienen te voldoen, meer specifiek het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), zoals in werking getreden op 1 februari 2003 (Stb. 2003, 27) en laatstelijk gewijzigd op 22 november 2017 (Stb. 2017, 469).

Rechtmatigheid:

Het in overeenstemming handelen met geldende wet- en regelgeving als ook de besluitvorming van het Algemeen bestuur met betrekking tot de financiële beheershandelingen.

Doelmatigheid:

De mate waarin de gewenste prestaties worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

Doeltreffendheid:

De mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden gehaald.

Begroting:

Een begroting zoals bepaald in artikel 7 lid 1 BBV.

Programma:

Het geheel van taakvelden om een beoogde doelstelling te bereiken.

Taakvelden:

Eenheden waarin de programma’s zijn onderverdeeld

Jaarstukken:

De jaarrekening en het jaarverslag zoals bepaald in artikel 24 BBV.

Weerstandsvermogen:

De relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s zoals bepaald in het artikel 11 lid 1 BBV.

Treasury:

Het aangaan van leningen en het uitzetten van gelden onder toepassing van de Wet financiering decentrale overheden (Fido), zoals in werking getreden op 1 januari 2001 (Stb. 2000, 588) en laatstelijk gewijzigd op 15 december 2013 (Stb. 2013, 530), en de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo), zoals in werking getreden op 1 januari 2001 (Stcrt. 2000, 588) en laatstelijk gewijzigd op 30 december 2014 (Stcrt. 2014, 36912).

Artikel 2 Uitgangspunten

  • 1. Voor de programmabegroting, de meerjarenraming, de jaarstukken en de uitvoeringsinformatie wordt een stelsel van baten en lasten gehanteerd.

  • 2. De baten en de lasten van het begrotingsjaar worden in de begroting en de jaarstukken opgenomen, onverschillig of zij tot inkomsten of uitgaven in dat jaar leiden, dan wel hebben geleid.

Hoofdstuk 2. BEGROTEN EN VERANTWOORDEN

Kaderstellen

Artikel 3 begroting

  • 1. Het Dagelijks bestuur biedt het Algemeen bestuur een begroting aan conform artikel 7 van het Besluit begroting en verantwoording.

  • 2. Op voorstel van het Dagelijks bestuur stelt het Algemeen bestuur een programma-indeling vast en de indicatoren per programma, met betrekking tot doelstelling, beoogde maatschappelijke effecten en de wijze van realisatie van de doelstelling.

  • 3. Bij de begroting wordt een overzicht gegeven van de toedeling van taken aan de programma’s.

  • 4. Het Algemeen bestuur kan nadere regels stellen die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

Artikel 4 Vaststelling begroting

  • 1. De conceptbegroting wordt uiterlijk 14 april van het aan het begrotingsjaar voorafgaande jaar, in het Dagelijks bestuur behandeld.

  • 2. Conform het gestelde in artikel 28 van de Gemeenschappelijke regeling van de Groenalliantie Midden-Holland en omstreken stelt het Algemeen bestuur de begroting voor 1 augustus vast.

  • 3. Het Algemeen bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en lasten per programma.

  • 4. Voor besluiten tot wijziging van de begroting zijn de artikelen 29 tot en met 32 van de Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken van toepassing.

Artikel 5 Beheer begroting

  • 1. Het Dagelijks bestuur draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de realisatie van de doelstelling en de maatschappelijke effecten, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het Algemeen bestuur vastgestelde beleid kunnen worden getoetst.

  • 2. Ingevolge het bepaalde in artikel 17 van de Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken berust het beheer van baten en lasten bij het Dagelijks bestuur.

  • 3. Het Dagelijks bestuur draagt zorg voor het niet overschrijden van de gebudgetteerde lasten conform de actuele begroting. Een wijziging van de begroting geschiedt door het Algemeen bestuur conform artikel 29 van de Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken.

  • 4. Het financieel beheer wordt binnen de kaders van de samenwerkingsovereenkomst en de gemeenschappelijke regeling aan Staatsbosbeheer opgedragen. Voor de uitvoering van deze taak is Staatsbosbeheer verantwoording verschuldigd aan het Dagelijks bestuur.

Rapportage en Verantwoording

Artikel 6 Bestuursrapportage en informatie

  • 1. Het Dagelijks bestuur informeert het Algemeen bestuur periodiek over de realisatie van de begroting. De rapportages vinden plaats in de vorm van ten minste één bestuursrapportage.

  • 2. De bestuursrapportage wordt uiterlijk in het vierde kwartaal aan het Algemeen bestuur aangeboden.

  • 3. De inrichting van de bestuursrapportage sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 4. De bestuursrapportage gaat in op afwijkingen, zowel wat betreft de baten en lasten, de doelstelling en als daar aanleiding voor is, de maatschappelijke effecten, teneinde het Algemeen bestuur een goed beeld te geven van de voortgang van de geplande werkzaamheden en in staat te stellen tijdig bij te sturen.

  • 5. Het gestelde in artikel 17 van de Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken met betrekking tot de toewijzing van bevoegdheden aan het Dagelijks bestuur en het Algemeen bestuur is onverkort van toepassing.

  • 6. De onder lid 5 bedoelde toewijzing van bevoegdheden geldt eveneens ten aanzien van het aangaan van nieuwe meerjarige verplichtingen inclusief het aangaan van leningen en het uitzetten van gelden (treasury). Op voordracht van het Dagelijks bestuur stelt het Algemeen bestuur hiervoor het beleid vast, met inachtneming van de op dat moment geldende wet- en regelgeving.

Artikel 7 Jaarstukken

  • 1. Het Dagelijks bestuur legt conform het gestelde in het Besluit begroting en verantwoording verantwoording af aan het Algemeen bestuur over het boekjaar.

  • 2. Ten einde de onder lid 1 bedoelde verantwoording mogelijk te maken worden de concept-jaarstukken jaarlijks uiterlijk 14 april door het Dagelijks bestuur behandeld.

  • 3. De vaststelling van de jaarstukken geschiedt door het Algemeen bestuur conform het gestelde in artikel 30 van de Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken.

Hoofdstuk 3. FINANCIËLE POSITIE

Kaderstellen

Artikel 8 Financiële positie

  • 1. Het Dagelijks bestuur draagt zorg voor de verwerking van het beleid van het Algemeen bestuur in de uiteenzetting van de financiële positie.

  • 2. Het Algemeen bestuur stelt een controleverordening vast met nadere regels omtrent de controle door de accountant.

Artikel 9 Weerstandsvermogen en risico’s

  • 1. Het Dagelijks bestuur biedt het Algemeen bestuur ten minste eens per vier jaar een bijgestelde kadernota weerstandsvermogen aan.

  • 2. Bij de begroting en de jaarstukken neemt het Dagelijks bestuur in het onderdeel Weerstandsvermogen en risico’s de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 Besluit begroting en verantwoording op.

Artikel 10 Treasurystatuut

  • 1. Het Dagelijks bestuur biedt het Algemeen bestuur ten minste eens per vier jaar een Treasurystatuut aan.

  • 2. Bij de begroting doet het Dagelijks bestuur in het onderdeel Financiering in ieder geval verslag van de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille, conform artikel 13 Besluit begroting en verantwoording.

Artikel 11 Reserves en voorzieningen

  • 1. Het Dagelijks bestuur biedt het Algemeen bestuur ten minste eens per vier jaar een Nota Reserves en voorzieningen aan.

  • 2. In de begroting en de jaarstukken bij het onderdeel Onderhoud kapitaalgoederen geeft het Dagelijks bestuur de stand van zaken van de voorziening Groot Onderhoud weer.

Artikel 12 Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1. Het Dagelijks bestuur biedt het Algemeen bestuur ten minste eens per vier jaar een Nota Investeringen, waarderingen en afschrijvingen aan.

  • 2. Bij de begroting en de jaarstukken geeft het Dagelijks bestuur een toelichting op de balans en overzicht van baten en lasten.

Artikel 13 Registratie bezittingen, activa en vermogen

  • 1. Conform artikel 17 van de Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken draagt het Dagelijks bestuur draagt zorg voor een actuele en volledige registratie van bezittingen. In de registratie worden ook opgenomen niet-geactiveerde kunstvoorwerpen met cultuurhistorische waarde en de niet- of netto-geactiveerde investeringen in de openbare ruimte.

  • 2. Het Algemeen bestuur stelt in de controleverordening nadere regels op basis waarvan de registratie van de bezittingen en het vermogen van het recreatieschap systematisch worden gecontroleerd, met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de vorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen en de schulden jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen ten minste eens per vier jaar.

  • 3. Bij afwijkingen in de registratie van bezittingen neemt het Dagelijks bestuur maatregelen voor herstel van de tekortkomingen. De resultaten van de controle en eventuele plannen van verbetering worden ter kennisgeving aan het Algemeen bestuur aangeboden.

Artikel 14 Onderhoud kapitaalgoederen

Het Dagelijks bestuur doet verslag over de voortgang van het geplande onderhoud bij de begroting en de jaarstukken in het onderdeel Onderhoud kapitaalgoederen

Hoofdstuk 5. FINANCIËLE ORGANISATIE EN ADMINISTRATIE

Artikel 15 Financiële organisatie en administratie

  • 1. De financiële organisatie en administratie zijn ingevolge de samenwerkingsovereenkomst opgedragen aan Staatsbosbeheer. Het Dagelijks bestuur ziet toe op de invulling hiervan.

  • 2. Onder administratie wordt verstaan het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, functioneren en beheersen van de organisatie van het recreatieschap en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • 3. De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

  • 4. Het Dagelijks bestuur draagt zorg voor een zodanige inrichting en werking van de financiële administratie in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording en verdere wet- en regelgeving.

Artikel 16 Opening rekening ten name van de Groenalliantie Midden-Holland en omstreken

Het Dagelijks bestuur kan Staatsbosbeheer machtigen om een rekening te openen ten name van het recreatieschap bij de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten en zo nodig bij andere bankinstellingen.

Artikel 17 Frauderisicoverzekering

Ter voorkoming van geldelijk nadeel, ontstaan door verduistering of het op andere wijze verloren gaan van gelden of geldwaarden sluit het recreatieschap een frauderisicoverzekering af door toetreding als lid van de Frauderisico Onderlinge van Gemeenten, gevestigd te Den Haag.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Financiële verordening Groenalliantie Midden-Holland en omstreken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van de Groenalliantie Midden-Holland en omstreken op 8 juli 2019.