Regeling vervallen per 18-04-2013

Handhavingsverordening 2011

Geldend van 01-03-2011 t/m 17-04-2013

Intitulé

Handhavingsverordening 2011

De raad van de gemeente Waddinxveen; 

gezien het advies van de Commissie Samenleving; 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Waddinxveen d.d. 10 februari 2011; 

gelet op artikel 8a van de Wet werk en bijstand (WWB); 

gelet op artikel 12, eerste lid, onderdeel c, van de Wet investeren in jongeren (WIJ); 

gelet op artikel 35, eerste lid onder c, van de IOAW en IOAZ;  

overwegende dat met betrekking tot bestrijding van ten onrechte ontvangen uitkering, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, regels gesteld dienen te worden, welke in een verordening worden neergelegd; 

overwegende dat het noodzakelijk is, gelet op de invoering van de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (Wet BUIG), de geldende verordening Handhavingsverordening 2009 aan te passen;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening “Handhavingsverordening 2011”.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 - Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet:de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet investeren in jongeren (WIJ), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);

    • b.

      cliënt / uitkeringsgerechtigde: de persoon die op grond van de wet een uitkering ontvangt;

    • c.

      uitkering: algemene of bijzondere bijstand, een inkomen of werkleeraanbod op grond van de WIJ, een inkomen op grond van de IOAW, of een inkomen op grond van de IOAZ;

    • d.

      hoogwaardig handhaven: bewerkstelligen dat de wet wordt nageleefd;

    • e.

      fraude: het ten onrechte geheel of gedeeltelijk ontvangen van een uitkering door het verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen aan de gemeente;

    • f.

      misbruik: het ontvangen van een uitkering in strijd met de wettelijke voorschriften, waarbij het ten onrechte ontvangen aan de belanghebbende te wijten is;

    • g.

      oneigenlijk gebruik: het ontvangen van een uitkering volgens de regels van de wet, maar in strijd met of buiten de bedoeling die bij de totstandkoming van die wet heeft bestaan;

    • h.

      belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken;

    • i.

      het college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Waddinxveen;

    • j.

      de gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Waddinxveen;

    • k.

      de gemeente: de gemeente Waddinxveen.

  • 2. De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de wet.

Hoofdstuk 2. Fraudepreventie

Artikel 2 - Voorlichting, communicatie en hoogwaardig handhaven

  • 1. Het college zorgt voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van fraude, en ook van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

  • 2. Het college stelt ter nadere uitvoering van dit onderdeel van de verordening nadere regels vast, waarin onder meer aandacht wordt besteed aan fraudepreventie. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het college belanghebbenden informeert over de rechten en plichten die aan het ontvangen van de uitkering zijn verbonden, en over de consequenties van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik. Daarnaast beschrijft het college in uitvoeringsvoorschriften ten minste de wijze van controle bij de aanvraag, de handelwijze bij inconsistenties in de aanvraag, alsmede het gebruik van signaal- en risicosturing bij de beoordeling van de aanvraag.

  • 3. Het college voert onderzoeken en bestandsvergelijkingen uit waarbij actuele gegevens worden gecontroleerd.

Hoofdstuk 3. Gevolgen bij fraude

Artikel 3 - Afstemming van de uitkering

Indien de belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de bepaling van de hoogte, de duur en de voortzetting van de uitkering, verlaagt het college de uitkering conform hetgeen hierover is bepaald in de toepasselijke maatregelenverordeningen, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen uitkering.

Artikel 4 - Aangifte bij OM

Indien een gedraging van een belanghebbende als bedoeld in artikel 3 van deze verordening leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de mogelijkheid de ten onrechte ontvangen uitkering terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met het door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 5 - Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 6 - Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag volgend op de maand waarin de verordening wordt bekend g e maakt.

  • 2. Op het onder lid 1 genoemde tijdstip komt de Handhavingsverordening 2009 te ve r vallen.

Artikel 7 - Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Handhavingsverordening 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente
Waddinxveen in zijn openbare vergadering
van 16 februari 2011
de griffier, de voorzitter,
(mr. F.W. van der Dussen)(drs. H.P.L. Cremers)

Nota-toelichting Toelichting bij de Handhavingsverordening 2011

Met ingang van 1 januari 2010 is voor de IOAW en de IOAZ (ofwel IOAW/Z) volledige budgetfinanciering ingevoerd zoals die ook van toepassing is op de WWB en de WIJ. Gemeenten hebben daarmee de volledige financiële verantwoordelijkheid gekregen voor de aan deze regelingen verbonden uitkeringskosten. Bij een systeem van volledige budgetfinanciering past dat administratieve eisen worden afgeschaft en verplichtingen voor gemeenten worden omgezet naar bevoegdheden. Tegenover deze lokale beleidsvrijheid staat een verordeningsplicht.

In artikel 35 van de IOAW/Z wordt de gemeenteraad opgedragen bij verordening regels te stellen met betrekking tot het weigeren en verlagen van de uitkering als een uitkeringsgerechtigde niet de aan de uitkering verbonden verplichtingen nakomt. In hetzelfde artikel wordt de gemeenteraad opgedragen om bij verordening regels te stellen over de bestrijding van ten onrechte ontvangen uitkeringen en misbruik/ oneigenlijk gebruik van de wet.

Met de Handhavingsverordening 2011 wordt invulling gegeven aan de in artikel 35 van de IOAW en de IOAZ gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. Het gemeentelijk beleid over misbruik en oneigenlijk gebruik in het kader van de WWB en de WIJ is reeds in de Handhavingsverordening 2009 vastgelegd. Vastgesteld is dat dit beleidskader naast de WWB en de WIJ ook toepasbaar is op de uitvoering van de IOAW/Z. Vandaar dat de geldende verordening slechts op een klein aantal a s pecten (cursief en in rood) is aangepast. De belangrijkste wijziging is dat de definitie van de b e grippen “wet”, “cliënt / uitkeringsgerechtigde” en “uitkering” is uitgebreid met de IOAW en de IOAZ.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 - Begripsomschrijving

De begrippen “wet”, “cliënt / uitkeringsgerechtigde” en “uitkering” zijn naast de WWB en de WIJ nu ook van toepassing op de IOAW en de IOAZ. Voor de WIJ kan naast de inkomensvoorziening,, het begrip “uitkering” ook betrekking hebben op het werkleeraanbod.

In de verordening wordt het begrip “belanghebbende” gebruikt. Dit begrip wordt in artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht omschreven als ‘degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken’.

Artikel 2 - Voorlichting, communicatie en hoogwaardig handhaven

Lid 1

In de Handhavingsverordening 2009 is het concept hoogwaardige handhaving op maat ing e voerd. Doel van dit concept is te streven dat alleen diegenen die daadwerkelijk recht op een uitkering hebben, een uitkering ontvangen die in overeenstemming is met de wet. Het co n cept van hoogwaardig handhaven wordt met de Handhavingsverordening 2011 op eenzelfde wijze voortgezet.

Lid 2

De gemeente streeft naar het zo vroeg mogelijk ontdekken van fraude (door o.a. signaalsturing, risicosturing en themacontroles). Het bestrijden van fraude verlegt zich meer en meer naar het moment waarop de potentiële klant een beroep doet op uitkering. Een goede controle op de aanvraag voorkomt dat belanghebbenden ten onrechte in de uitkering komen. De controle wordt voorafgegaan door voorlichting en heldere communicatie over het fraudebeleid van de gemeente.

In beleidsregels (controle op maatplan) wordt nadere invulling gegeven aan het concept hoogwaardige handhaving op maat. Zoals de in te zetten controlesystematiek (signaal- en/of risicosturing) en de controlemiddelen om de rechtmatigheid van de uitkering te controleren. Deze systematiek kan worden toegepast bij aanvraag, tijdens en na beëindiging van de uitkering.

Op basis van deze systematiek neemt het college besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitkering en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling ervan.

De wet vraagt aan de gemeenteraad om het handhavingsbeleid in een verordening vast te leggen. Hier is gekozen voor de systematiek om niet alles in een verordening te regelen, maar ook gebruik te maken van beleidsregels en/of nadere werkprocessen.

Lid 3

Controle op de rechtmatigheid van de uitkeringsverlening wordt onder andere vorm gegeven door huisbezoeken en het gebruik van het Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI)-net en het Inlichtingenbureau, waarin actuele gegevens staan van (potentiële) belanghebbenden met betrekking tot inkomen uit loon of uitkering.

Artikel 3 - Afstemming van de uitkering

Dit artikel verwijst naar de verlaging van de uitkering conform de toepasselijke Maatregelenverordening, wanneer belanghebbende onvolledige of onjuiste informatie geeft. Wanneer dit daadwerkelijk heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog ontvangen bedrag aan uitkering, wordt de uitkering met een hoger bedrag verlaagd. Deze verlaging van de uitkering is bedoeld om het recht op uitkering af te stemmen op de mate waarin belanghebbende zijn verplichtingen nakomt. Afhankelijk van de regeling op grond waarvan een uitkering (of wer k leeraanbod) is verschaft, is de Maatregelenverordening voor de WWB, de WIJ of de IOAW en IOAZ van toepassing.

Artikel 4 - Aangifte bij OM

Onder het boeteregime van de Algemene uitkeringswet bestond de verplichting voor gemeenten om proces-verbaal op te maken en aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie(OM) als er sprake was van fraude en er meer dan € 6.000,-- bruto ten onrechte aan uitkering is verstrekt (de aangiftelijn sociale zekerheid). Het is de bedoeling dat deze taakverdeling tussen gemeenten en het OM onder de wet blijft bestaan, ook al kent de wet de bestuurlijke boete niet en zullen gemeenten bij fraude (in casu het niet nakomen van de inlichtingenplicht) de uitkering verlagen.

Over het beleid onder de aangiftegrens voeren het ministerie van SZW en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten overleg met het OM.

Artikel 5 - Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 6 - Inwerkingtreding

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 7- Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.