Regeling vervallen per 01-01-2012

Deelverordening Subsidiëring activiteiten minderhedenbeleid en zelforganisaties gemeente Wageningen

Geldend van 01-01-2006 t/m 31-12-2011

Intitulé

Deelverordening Subsidiëring activiteiten minderhedenbeleid en zelforganisaties gemeente Wageningen

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Artikel 1.1 subsidieonderdelen

Deze deelverordening bevat subsidieregels op de activiteiten ten behoeve van het minderhedenbeleid en de zelforganisaties.

Artikel 1.2 Relatie met Algemene Subsidieverordening

Op deze deelverordening is de Algemene Subsidieverordening Wageningen 1998 (nader te noemen: ASV) onverkort van toepassing, tenzij uit deze deelverordening anders blijkt.

Artikel 1.3 Beleidsregels

Burgemeester en wethouders kunnen ter aanvulling en/of uitwerking van deze deelverordening beleidsregels vaststellen.

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIËRING Zelforganisaties

Artikel 2.1 Definitie zelforganisaties

Onder zelforganisaties worden verstaan verenigingen of stichtingen die tot doel hebben inwoners van Wageningen met een gemeenschappelijke culturele achtergrond te ondersteunen bij hun integratieproces en/of beleving van hun eigen cultuur.

Artikel 2.2 Voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen

  • 1. Voor subsidie op grond van dit hoofdstuk komen in aanmerking zelforganisaties die op basis van een statuut, stichtingsakte of reglement in groepsverband activiteiten verrichten op het gebied van minderhedenbeleid.

  • 2. De instelling als bedoeld in het eerste lid moet, behalve aan de eisen van de ASV, ook voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      zij dient statutair gevestigd te zijn in de gemeente;

    • b.

      ten minste 2/3 deel van het aantal leden of deelnemers dient in Wageningen woonachtig te zijn;

    • c.

      zij dient door middel van het heffen van contributie of deelnemersbijdrage een, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, substantiële bijdrage in de kosten van de activiteiten te leveren;

    • d.

      zij dient een in artikel 2.4 bepaald minimaal aantal openbare activiteiten in de gemeente Wageningen te verrichten.

Artikel 2.3 Subsidie op basis van waardering

De subsidieverstrekking op grond van dit hoofdstuk geschiedt op basis van waardering als bedoeld in artikel 3.5 van de ASV.

Artikel 2.4 Aanvraag subsidie

  • 1. Een aanvraag om subsidie dient, behoudens de daaromtrent in artikel 4.1 van de ASV gestelde eisen, vergezeld te gaan van een opgave van het aantal geplande activiteiten.

Artikel 2.5 Vaststelling subsidie/bestaand vermogen/reservering

  • 1. De subsidie bedraagt, los van jaarlijkse indexering, € 500,-- per jaar. Peildatum 01 januari 2006.

  • 2. De schriftelijke verantwoording van de subsidie dient, behoudens de daaromtrent in artikel 4 van de ASV gestelde eisen, vergezeld te gaan van een opgave van het aantal gehouden activiteiten en een beschrijving daarvan.

  • 3. In afwijking van artikel 4.8 van de ASV wordt bij de subsidievaststelling geen rekening gehouden met het bij de inwerkingtreding van deze verordening bestaande vermogen van de instelling.

Artikel 2.6 Overgangsregeling.

De gesubsidieerde organisaties, Tutam, Olah, Tusmo en Shaanti Dal ontvangen over 2006 een maximum waarderingssubsidie van € 1.500,-- te verlenen, over 2007 een maximum waarderingssubsidie van € 750,-- .

El Goufran ontvangt over 2006 een maximum waarderingssubsidie van € 1.000,-- te verlenen, over 2007 een maximum waarderingssubsidie van € 750,-- .

Gedurende de overgangssituatie t/m 2009 voor Redi Doti dat een deel van de subsidie als subsidie op basis van kostensoort gezien moet worden conform artikel 3.4 uit de ASV.

Voor 2006 is dit deel € 12.000,--, voor 2007 is dit € 9.250,--, voor 2008 is dit € 6.000,-- en voor 2009 is dit € 2.500,--. Deze overgangsregeling geldt als vergoeding voor de huurlasten voor het pand Veerstraat 67. Mocht de verhuur - huurrelatie tussen de gemeente Wageningen en Redi Doti voor het betreffende pand komen te vervallen, dan vervalt ook deze overgangsregeling.

HOOFDSTUK 3 SUBSIDIËRING AKTIVITEITEN MINDERHEDENBELEID

Artikel 3.1 Wie komen er voor subsidie in aanmerking?

Voor subsidie op grond van dit hoofdstuk komen in aanmerking verenigingen, stichtingen, samenwerkingsverbanden van deze verenigingen of stichtingen of andere initiatieven van rechtspersonen die activiteiten op het gebied van minderhedenbeleid willen uitvoeren

Artikel 3.2 Subsidie op basis van activiteitenplan

De subsidieverstrekking ingevolge dit hoofdstuk geschiedt op basis van activiteitenplan als bedoeld in artikel 3.3 van de ASV.

Artikel 3.3 Subsidienorm en -bedragen

  • 1. De subsidie wordt uitsluitend verleend ten behoeve van de noodzakelijke uitgaven voor de activiteit, verhoogd met 10% ten behoeve van de kosten van de eigen organisatie. Deze verhoging mag maximaal € 100,00 per activiteit bedragen.

  • 2. Voorwaarde voor subsidiëring is, dat de deelnemers een door burgemeester en wethouders als redelijk te beoordelen eigen bijdrage in de kosten van de voorgenomen activiteit leveren.

  • 3. De subsidie is gekoppeld aan een jaarlijks door de gemeenteraad bij de begrotingsbehandeling vast te stellen subsidieplafond. Het subsidiebedrag zal voor 1/3 deel in de eerste zes maanden van het jaar beschikbaar worden gesteld, voor 1/3 voor het tweede zes maanden van het jaar. Het restant is beschikbaar voor aanvragen die gebaseerd zijn op actuele ontwikkelingen of voor aanvragen die buiten de reguliere aanvraagperiode conform artikel 3.4.1 zijn ingediend.

  • 4. Burgemeester en wethouders bepalen de wijze van verdeling van het budget indien het vanwege het subsidieplafond niet mogelijk is alle aanvragen, die overigens aan alle gestelde eisen voldoen, te honoreren

Artikel 3.4 Aanvraag subsidie

  • 1. De aanvraag om subsidie voor de eerste zes maanden dient ingediend te zijn vóór 1 januari van het jaar waarop de subsidie betrekking heeft. De aanvraag voor subsidie voor de tweede zes maanden dient ingediend te zijn voor 1 juli van het jaar waarop de subsidie beschikking heeft.

  • 2. De aanvragen voor het restantbedrag (1/3 deel van de totaal beschikbare subsidie) dienen 6 weken voorafgaande aan de activiteit te worden aangevraagd.

  • 3. De subsidieaanvragen zullen beoordeeld worden op de volgende criteria:

    • -

      gericht op ontmoeting tussen allochtonen en autochtonen en/of

    • -

      gericht op deelname aan andere activiteiten in de samenleving en/of

    • -

      gericht op ontwikkeling/scholing van de eigen doelgroep met het doel participatie te bevorderen en/of

    • -

      gericht op emancipatie van leden van de doelgroep en/of

    • -

      gericht op kennisoverdracht van de eigen cultuur aan derden en/of

    • -

      gericht op belangenbehartiging.

Artikel 3.5 Overgangsregeling

In 2006 kunnen de aanvragen voor activiteiten gedurende het eerste half jaar aangevraagd worden conform de aanvraag voor de activiteiten die gebaseerd zijn op actuele ontwikkelingen of voor aanvragen die buiten de reguliere aanvraagperiode conform artikel 3.4.1 zijn ingediend.

Artikel 3.6 Reservering

Reservering van (een gedeelte van) de verleende subsidie is niet mogelijk, tenzij burgemeester en wethouders daar afzonderlijk toestemming voor hebben verleend.

Artikel 3.7 Vaststelling subsidie

  • 1. De schriftelijke verantwoording van de subsidie dient, behoudens de daaromtrent in artikel 4.4. van de ASV gestelde eisen, vergezeld te gaan van gespecificeerde nota's betreffende de gedane en gesubsidieerde activiteit.

  • 2. De definitieve subsidie zal, met inachtneming van de overigens aan de subsidiëring gestelde eisen, nooit meer bedragen dan het totaal van de door burgemeester en wethouders goedgekeurde nota’s verhoogd met 10% van de gemaakte kosten tbv de eigen organisatie. De verhoging zal niet meer bedragen dan € 100,-- per activiteit

  • 3. De schriftelijke verantwoording dient binnen drie maanden nadat de activiteit heeft plaatsgevonden bij burgemeester en wethouders te worden ingediend.

HOOFDSTUK 4 Slotbepaling

Artikel 4.1 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Deelverordening Subsidiëring activiteiten minderhedenbeleid en zelforganisaties gemeente Wageningen.

Artikel 4.2 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2006.

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit van 13 februari 2006, nr. 06.0025006, afdeling WOij

Toelichting Deelverordening Subsidiëring activiteiten minderhedenbeleid en zelforganisaties

Hoofdstuk 1 geeft aan waarop deze subsidieverordening betrekking heeft, te weten subsidie voor activiteiten ten behoeve van het minderhedenbeleid en subsidievoor zelforganisaties. Ook wordt in artikel 1.2 de relatie met de Algemene Subsidieverordening aangegeven.

Artikel 1.3 geeft aan dat het college nadere regels kan stellen ter aanvulling en/of uitwerking van deze deelverordening.

Hoofdstuk 2

Dit hoofdstuk behandelt de subsidie aan zelforganisaties.

Artikel 2.1 geeft een definitie van zelforganisaties die voor subsidie in aanmerking komen.

In artikel 2.2 worden de voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen genoemd.

Artikel 2.3 geeft aan dat het om een waarderingssubsidie gaat conform de ASV artikel 3.5. Dit betekend dat er geen directe relatie is tussen de hoogte van de kosten die zelforganisaties maken en de hoogte van de subsidie.

Artikel 2.4 geeft een aanvullende eis op de ASV, namelijk een overzicht van de geplande activiteiten gedurende het jaar.

Artikel 2.5.1 geeft de hoogte van de subsidie aan. Hierbij is een bedrag genoemd van € 500,-- met als peildatum 1 januari 2006. Jaarlijks zal dit bedrag geïndexeerd worden.

Artikel 2.5.2 geeft aan waaraan een verantwoording dient te voldoen, dus een activiteitenoverzicht met een inhoudelijke beschrijving van die activiteiten.

Artikel 2.5.3 geeft aan dat het eventuele vermogen van de zelforganisatie buiten beschouwing blijft bij de verantwoording c.q. toekenning van de subsidie.

Artikel 2.6 regelt de overgangsregeling over de periode 2006 t/m 2010.

Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 3 behandelt de subsidie voor activiteiten in het kader van het minderhedenbeleid.

Artikel 3.1 geeft aan dat iedere vereniging, stichting of rechtspersoon voor subsidie in aanmerking kan komen.

Artikel 3.2 legt de relatie met de ASV als het gaat om kostensoortsubsidie.

Artikel 3.3.1 geeft aan dat uitsluitend kosten die verband houden met de activiteit voor subsidie in aanmerking komen, verhoogd met 10% van deze kosten tot een maximum van € 100,-- per activiteit.

Artikel 3.3.2 geeft aan dat burgemeester en wethouders beoordelen of voor de activiteit een redelijke eigen bijdrage van de deelnemers wordt gevraagd.

Artikel 3.3.3. regelt het jaarlijkse subsidieplafond, de verdeling van de subsidie over het jaar.

Artikel 3.3.4 geeft aan dat, indien de aanvragen het budget overschrijden, B en W bepalen welke aanvragen gehonoreerd worden.

Artikel 3.4 regelt de aanvraagtermijnen en criteria voor de subsidie, Artikel 3.4.1 voor de twee jaarlijkse perioden van 6 maanden en artikel 3.4.2 voor de “restantsubsidie”. In artikel 3.4.3 worden de beoordelingscriteria benoemd.

Artikel 3.5 regelt de aanvraag voor de eerste periode van 2006.

Artikel 3.6 geeft aan dat reserveringen uit de subsidie niet zijn toegestaan, behalve als B en W daar afzonderlijk toestemming voor geven.

Artikel 3.7 regelt de definitieve vaststelling van de subsidie.

Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 4 regelt via artikel 4.1 de citeertitel van de verordening en de datum van inwerkingtreding.