Regeling vervallen per 08-01-2018

Regeling ontheffingen voetgangerszone centrum

Geldend van 01-04-2008 t/m 07-01-2018

Intitulé

Regeling ontheffingen voetgangerszone centrum

Burgemeester en wethouders van Wageningen:

Gezien ons verkeersbesluit van 21 november 1997, nummer 97/17571, afdeling Opb, betreffende het instellen van een voetgangerszone in de Hoogstraat, de Markt, de Kerkstraat, de St. Annastraat, de Riemsdijkstraat, het gedeelte van de Rouwenhofstraat tussen de Hoogstraat en het aldaar gevestigde garagebedrijf, het gedeelte van de Beuningstraat tussen de Poststraat en de Hoogstraat, de Nieuwstraat, de Schuylensteeg, de Schoolstraat en het gedeelte van de Molenstraat tussen de Hoogstraat en de Herenstraat;

overwegende, dat hierin is aangegeven dat nadere regels ten aanzien van het verlenen van ontheffingen zullen worden opgesteld;

dat deze regeling daarin voorziet;

gelet op artikel 149 van de Wegenverkeerswet juncto artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990;

Besluit

vast te stellen de volgende "Regeling ontheffingen voetgangerszone centrum".

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

a.Voertuig

Fiets, bromfiets, motorvoertuig, wagen.

b.Gebied

Wandelpromenades in het gedeelte van de binnenstad, zoals aangegeven op de bij deze regeling behorende kaart.

c.Ontheffing

Een door ons afgegeven ontheffing krachtens welke het is toegestaan om met een voertuig het gebied buiten de venstertijden te betreden.

d.Ontheffinghouder

De natuurlijke – of rechtspersoon aan wie de ontheffing is verleend.

e.Parkeren

Het laten stilstaan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen.

f.Venstertijden

Tijdvakken waarin de Hoogstraat en de Markt voor derden bereikbaar zijn met een voertuig teneinde de aldaar gevestigde bedrijven te kunnen bevoorraden. Deze venstertijden zijn als volgt vastgesteld: maandag tot en met zaterdag van 06.00 uur tot 11.00 uur, maandag tot en met donderdag van 18.00 uur tot 19.00 uur, vrijdag van 21.00 uur tot 22.00 uur en zaterdag van 17.00 uur tot 18.00 uur.

g.taxivervoer

Personenvervoer per auto tegen betaling, anders dan voor eenieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling.

h.taxi

Auto bestemd voor taxivervoer.

Artikel 2 Doel van de regeling

  • 1. Deze regeling is van toepassing op de afgifte van ontheffingen van verkeersmaatregelen inzake het voetgangersgebied in het centrum, zoals aangegeven met bord G7 uit bijlage II van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV).

  • 2. Ontheffingen worden afgegeven voor het berijden met voertuigen van voetgangerspromenades in het gebied teneinde de gelegenheid te geven zaken te laden en te lossen, dan wel

  • 3. Voor het berijden met voertuigen van voetgangerspromenades in het gebied teneinde de gelegenheid het voertuig te gebruiken bij het uitvoeren van werkzaamheden, dan wel in de directe omgeving van de werkzaamheden te parkeren, dan wel

  • 4. Voor het berijden met voertuigen van voetgangerspromenades in het gebied teneinde particuliere parkeergelegenheid, dan wel parkeergelegenheid voor vergunninghouders in het gebied te kunnen bereiken, dan wel

  • 5. Voor het berijden met voertuigen van voetgangerspromenades in het gebied en het opstellen van voertuigen op daartoe bestemde plaatsen in het gebied teneinde de gelegenheid te geven tot het instappen of uitstappen van personen, dan wel

  • 6. Voor het berijden en parkeren met een taxi van voetgangerspromenades in het gebied teneinde de gelegenheid te geven tot het instappen of uitstappen van personen na 18.00 uur.

Artikel 3 Te verlenen ontheffingen

  • 1. Een ontheffing als bedoeld in artikel 2, tweede lid, kan worden verleend aan:

    • a.

      leveranciers van aan bederf onderhevige goederen, welke niet over langere afstand door de buitenlucht mogen worden vervoerd en waarvan levering redelijkerwijs niet tijdens de venstertijden kan plaatsvinden, dan wel

    • b.

      waardetransporten met daartoe ingerichte voertuigen, dan wel

    • c.

      juweliers.

  • 2. Een ontheffing als bedoeld in artikel 2, derde lid, kan worden verleend aan:

    • a.

      huisartsen, verloskundigen en wijkverpleegkundigen die

      • ·

        zijn gevestigd in het gebied, dan wel;

      • ·

        (huis)bezoek dienen te plegen binnen het gebied, dan wel;

    • b.

      politie, brandweer en ambulancediensten, dan wel;

    • c.

      gemeentediensten welke voertuigen bezigen in de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak voor zover deze voertuigen in de onmiddellijke omgeving daarvan aanwezig dienen te zijn, dan wel;

    • d.

      nutsbedrijven welke voertuigen bezigen bij het verrichten van herstel-, onderhouds- of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden in het gebied, voor zover deze voertuigen voor het uitvoeren van die werkzaamheden in de onmiddellijke omgeving daarvan aanwezig dienen te zijn, dan wel;

    • e.

      bedrijven welke voertuigen bezigen bij het verrichten van herstel-, onderhouds- of daaraan gelijk te stellen werkzaamheden in het gebied, voor zover deze voertuigen voor het uitvoeren van die werkzaamheden in de onmiddellijke omgeving daarvan aanwezig dienen te zijn.

  • 3. Een ontheffing als bedoeld in artikel 2, vierde lid, kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een voertuig wanneer deze woont dan wel een beroep of bedrijf uitoefent in het gebied en bij zijn woning dan wel bedrijfspand de beschikking heeft over parkeerplaatsen op particulier terrein dan wel parkeerplaatsenvoor vergunninghouders;

  • 4. Een ontheffing als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, kan worden verleend aan:

    • a.

      rouw- en trouwstoeten voor ten hoogste 7 auto’s per gebeurtenis, dan wel

    • b.

      houders van een invalidenparkeerkaart ten behoeve van kerkbezoek.

  • 5. Een ontheffing als bedoeld in artikel 2, zesde lid, kan worden verleend aan de houder of eigenaar van een taxi,

    • a.

      Indien deze houder of eigenaar gevestigd is in het gebied, dan wel

    • b.

      Regelmatig passagiers in het gebied moeten laten instappen en uitstappen.

Artikel 4 Bevoegdheid college

Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Wageningen kan in geval van bijzondere omstandigheden, te zijner boordeling, van bovenstaande criteria afwijken.

Artikel 5 Geldigheid en geldigheidsduur van de ontheffing

  • 1. De ontheffingen, zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder b, worden verleend voor onbeperkte tijd.

  • 2. De ontheffingen, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a en b, derde lid en vijfde lid, worden voor één kalenderjaar verleend.

  • 3. De ontheffingen, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c, tweede lid, onder a, c, d en e en vierde lid, worden verleend voor de duur dat aan de ontheffing behoefte bestaat.

  • 4. Aan de ontheffing kunnen zowel beperkingen worden verbonden

    • a.

      met betrekking tot de grootte van het gebied;

    • b.

      met betrekking tot de tijdvakken waarin de ontheffing van kracht is;

    • c.

      met betrekking tot de wijze waarop de ontheffinghouder zich in het gebied gedraagt.

Artikel 6 Gegevens ontheffing

  • 1. De ontheffing bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de periode en tijdvakken gedurende welke de ontheffing geldig is;

    • b.

      het (deel)gebied waarvoor de ontheffing geldig is;

    • c.

      de naam van de ontheffinghouder;

    • d.

      het kenteken van het voertuig waarvoor ontheffing is verleend;

    • e.

      een omschrijving van de verkeersregel of verkeersregels waarvoor de ontheffing van kracht is.

  • 2. Ontheffingen, zoals bedoeld in artikel 3, vijfde lid, bevatten daarnaast een vermelding van het inschrijvingsnummer van de ondernemersvergunning taxivervoer.

Artikel 7 Voorschriften

Aan de ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden:

  • a.

    het gebied dient via de daartoe bestemde toegangen te worden betreden en via de daartoe bestemde uitgangen te worden verlaten;

  • b.

    voetgangers en overige verkeersdeelnemers mogen niet zodanig worden gehinderd, dat zij in gevaar worden gebracht;

  • c.

    er mag slechts stapvoets worden gereden;

  • d.

    de ontheffinghouder is aansprakelijk vooralle schade, die door het gebruikmaken van de ontheffing aan gemeente-eigendommen wordt veroorzaakt;

  • e.

    de ontheffinghouder vrijwaart de gemeente voor alle aanspraken en voor alle schade die het gevolg zijn van het gebruik maken van de ontheffing;

  • f.

    op eerste verordening van de in artikel 159 Wegenverkeerswet 1994 bedoelde personen dient de ontheffing behoorlijk ter inzage te worden afgegeven;

  • g.

    het bij de ontheffing behorende vignet dient bij het gebruikmaken van de ontheffing te allen tijde duidelijk zichtbaar achter de voorruit te worden aangebracht.

Artikel 8 Intrekking ontheffing

De ontheffing kan worden ingetrokken:

  • a.

    op verzoek van de ontheffinghouder;

  • b.

    wanneer de ontheffinghouder het (deel)gebied waarvoor de ontheffing is verleend, metterwoon verlaat of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt;

  • c.

    wanneer de ontheffinghouder niet meer voldoet aan de in artikel 3 van deze regeling genoemde voorwaarden;

  • d.

    wanneer de ontheffinghouder in strijd handelt met de ontheffing, dan wel aan de ontheffing verbonden voorschriften, hetgeen blijkt uit een binnen een termijn van drie maanden twee maal aan ontheffinghouder, dan wel een bestuurder van een aan een ontheffinghouder behorend voertuig, opgelegde kennisgeving van beschikking in het kader van de Wet op de Administratiefrechtelijke afdoening van verkeersvoorschriften;

  • e.

    in geval van bijzondere omstandigheden, ter beoordeling van het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Wageningen.

Artikel 9 Inwerkingtreding, overgangsregeling en citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 april 2008.

  • 2. Deze regeling vervangt de regeling van 24 november 1997, geregistreerd onder nummer 97/17601.

  • 3. Ontheffingen, zoals bedoeld in artikel 3, eerste tot en met vierde lid van deze regeling, behouden hun geldigheid;

  • 4. Ontheffingen, zoals bedoeld in artikel 3, vijfde lid van deze regeling (artikel 3, vierde lid onder a. in de vorige regeling), verliezen hun geldigheid en dienen opnieuw te worden aangevraagd.

  • 5. Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling ontheffingen voetgangerszone centrum 2008’.