Regeling vervallen per 02-04-2021

Wegsleepverordening Wageningen 2014

Geldend van 24-04-2014 t/m 01-04-2021

Intitulé

Gemeente Wageningen : Wegsleepverordening Wageningen 2014

Raadsbesluit

Agendanummer : 11

Afdeling : BR

Registratienummer : 13.0204517

Onderwerp:

Herziening Wegsleepverordening 2007

De raad van de gemeente Wageningen;

gelezen:

- het voorstel van het college van burgemeester en wethouders aan de raad van 10 maart 2014;

gelet op:

- gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet;

- artikel 173, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994);

- besluit wegslepen van voertuigen (BWV);

Besluit

  • 1.

    in te trekken de Wegsleepverordening 2007, vastgesteld op 14 december 2006;

  • 2.

    vast te stellen de Wegsleepverordening Wageningen 2014;

  • 3.

    De vaststelling van Wegsleepverordening 2014 aan te merken als een refrendabel besluit in de zin van de Referendumverordening Wageningen 2006.

Wegsleepverordening Wageningen 2014

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • 2.

    wet: de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994);

  • 3.

    besluit: het Besluit wegslepen van voertuigen (BWV);

  • 4.

    voertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, onder al RVV 1990;

  • 5.

    motorrijtuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet;

  • 6.

    het college: het college van burgemeester en wethouders.

 

Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

1. Als wegen en weggedeelten,bedoeld in artikel 170 eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voorzover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

2. Verder zijn de hierna genoemde wegen en weggedeelten aangewezen als wegen en weggedeelten als bedoeld in artikel 170 eerste lid, onderdeel c van de wet:

  • a.

    op een fietspad, nader aangeduid door bord G11, G12a of G 13 van bijlage 1 bij het RW 1990;

  • b.

    op een fietsstrook, ander aangeduid door een doorgetrokken of onderbroken streep gemarkeerd gedeelte van de rijbaan waarop afbeeldingen van een fiets zijn aangebracht;

  • c.

    op een erf, nader aangeduid door bord G5 van die bijlage, voorzover het voertuig niet is n geparkeerd op een parkeerplaats die als zodanig is aangeduid of aangegeven;

  • d.

    op een weg of weggedeelte waar een markt wordt gehouden;

  • e.

    op een weg of weggedeelte waar de jaarmarkt wordt gehouden;

  • f.

    op een weg of weggedeelte waar een evenement wordt gehouden;

  • g.

    voor een inrit of uitrit;

  • h.

    op een weg of weggedeelte waar wordt geparkeerd op een zodanige wijze dat de vrijheid van het verkeer wordt belemmerd of gehinderd.

 

Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

 

  • 1.

    Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen:

 

Van Amerongen Berging BV

Max Planckstraat 10

6716BE EDE Gelderland

 

  • 2.

    De openingstijden van de in het eerste lid bedoelde bewaarplaats zijn: Maandag tot en met vrijdag, 8:00 tot 17:00 uur; buiten deze tijden en in het weekend op afspraak.

 

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

1. De kosten van het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats bedragen (alle bedragen zijn exclusief BTW):

a. Voorrijkosten €97, 38 

b. Wegslepen van het voertuig:

i. Tijdens kantoortijden van 8.00 tot 18.00 uur €167,67 

ii. Na 18.00 tot 8.00 uur en in het weekend/feestdagen €193,81 

2. De kosten van het bewaren van een voertuig bedragen

a.op de dag van wegslepen € 25,63

b. ieder etmaal of een gedeelte daarvan vanaf de dag na wegslepen €10,76 

3. De in de vorige leden genoemde bedragen worden jaarlijks aangepast overeenkomstig de procentuele wijziging die het consumenten-prijsindexcijfer over de maand januari van het lopende kalenderjaar heeft ondergaan ten opzichte van dit prijsindexcijfer over de maand januari van het daaraan voorafgaande jaar. De aldus berekende bedragen worden jaarlijks in januari in “De Stad Wageningen” bekend gemaakt en gelden voor het daaropvolgende kalenderjaar.

 

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 130, vierde lid, 164, zevende lid, en 174, eerste lid van de wet (WVW 1994), zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 24 april 2014

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Wegsleepverordening Wageningen 2014.

 

Toelichting op Wegsleepverordening Wageningen 2014

 

1. Algemene toelichting

Bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen is een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. Het wegslepen van een voertuig moet worden gezien als een bijzondere vorm van bestuursdwang. In de Awb zijn algemene regels gesteld over de toepassing van bestuursdwang. Deze regels zijn voor een groot deel ook van toepassing op het wegslepen van voertuigen. Tegen besluiten tot het wegslepen van voertuigen staat op grond van de Awb bezwaar en vervolgens beroep open.

1.1 Verhouding Wet-Mulder en bestuursdwang

Wanneer een voertuig fout geparkeerd staat en wegsleepwaardig is, zijn er in principe twee naast elkaar bestaande manieren om hiertegen op te treden. Allereerst door politie en justitie op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wet-Mulder) via het opmaken van een procesverbaal.

Daarnaast door het uitvoeren van bestuursdwang (lees: het laten wegslepen en bewaren van dat voertuig) door het college van burgemeester en wethouders. Vanzelfsprekend is het wel noodzakelijk om de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen wanneer alleen gebruik wordt gemaakt van de bestuursdwangbevoegdheid. Voor eventuele latere bezwaar-.en beroepsprocedures op grond van de Awb is het verstandig de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen In een schriftelijk document en bij voorkeur vergezeld te laten gaan van een foto die de feitelijke situatie weergeeft.

1.2 Artikel 170 e. v.

 

In de Wegenverkeerswet 1994 is het kader aangegeven waarbinnen het college van burgemeester en wethouders gebruik kan maken van zijn bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen. Hoewel de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet is neergelegd, kan het college pas goed van deze bevoegdheid gebruikmaken wanneer de gemeenteraad in een verordening nadere regels heeft gesteld over de toepassing van deze bevoegdheid, zoals in artikel 173, tweede lid van de wet wordt voorgeschreven. In deze verordening dienen in elk geval regels te worden gesteld over:

1. de aanwijzing van de plaats(en) waar de weggesleepte voertuigen worden bewaard;

2. de berekening van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het wegslepen en bewaren van voertuigen;

3.  de eventuele aanwijzing van wegen en weggedeelten waar op grond van artikel 170, eerste lid, onder c WVW 1994 voertuigen mogen worden weggesleept.

Aangezien in artikel 173, tweede lid van de wet wordt aangegeven dat de nadere regels bij gemeentelijke verordening moeten worden gesteld, kunnen de hiervoor genoemde onderwerpen niet worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders. De uitwerking van de nadere regels van de verordening kan wel door het college van burgemeester en wethouders geschieden (bijvoorbeeld door middel van beleidsregels).

1.3 Vernieuwing van Wegsleepverordening in 2014

 

In navolging op de voorafgaande Wegsleepverordeningen is Wegsleepverordening 2007 aan actualisatie toe. De wijziging van 2014 richt zich op het herzien van de artikelen 3 en 4. Voor artikel 3 is de plaats van bewaring van voertuigen en openingstijden gewijzigd.

 

Ook artikel 4 is gewijzigd, de kosten van overbrengen en het bewaren van voertuigen zijn gestegen. Tevens worden nu ook kosten voor voorrijden berekend. Om in de toekomst bij een eventuele prijsstijging te voorkomen dat de gehele Wegsleepverordening moet worden aangepast is artikel 4 lid 3 toegevoegd. In dit artikel wordt aangegeven dat de jaarlijkse prijsstijging gelijk loopt met de jaarlijks procentuele wijziging van het consumenten-prijsindexcijfer.

 

2. Artikelsgewijze toelichting

  •  

    Artikel 1

    Begripsomschrijvingen  

     

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990; wet: de Wegenverkeerswet 1994;besluit: het Besluit wegslepen van voertuigen;voertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, onder al RVV 1990;motorrijtuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet;het college: het college van burgemeester en wethouders van Wageningen

     

2.1 Toelichting op artikel 1 van Wegsleepverordening Wageningen 2014

In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven dat diverse malen in deze verordening terugkomt. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.

Ad d. Voertuig Het begrip 'voertuig', zoals in artikel 1, onder al RVV 1990 is omschreven, is ruim. Hieronder vallen niet alleen motorvoertuigen, maar ook fietsen en bromfietsen, invalidenvoertuigen, trams en wagens. Al deze voertuigen vallen derhalve onder de werking van eze Wegsleepverordening.

In de APV is een bepaling opgenomen over de verwijdering van fietsen en bromfietsen van de openbare weg (zie artikel 5.1.11). Deze bepaling is aanvullend op wat de wegenverkeerswetgeving beoogt te regelen. In artikel 5.1.11 van de APV spelen namelijk andere belangen een rol, zoals de openbare orde en veiligheid, het uiterlijk aanzien en de openbare gezondheid.

Ad e. Motorrijtuig Het begrip 'motorrijtuig' is apart omschreven omdat artikel 5 van de Wegsleepverordening Wageningen 2014 alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.

 

  • Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

    1. Als wegen en weggedeelten,bedoeld in artikel 170 eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voorzover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

    2. Verder zijn de hierna genoemde wegen en weggedeelten aangewezen als wegen en weggedeelten als bedoeld in artikel 170 eerste lid, onderdeel c van de wet:

    i. op een fietspad, nader aangeduid door bord G11, G12a of G 13 van bijlage 1 bij het RW 1990; 

    j. op een fietsstrook, ander aangeduid door een doorgetrokken of onderbroken streep gemarkeerd gedeelte van de rijbaan waarop afbeeldingen van een fiets zijn aangebracht; 

    k. op een erf, nader aangeduid door bord G5 van die bijlage, voorzover het voertuig niet is geparkeerd op een parkeerplaats die als zodanig is aangeduid of aangegeven;

    l. op een weg of weggedeelte waar een markt wordt gehouden; 

    m. op een weg of weggedeelte waar de jaarmarkt wordt gehouden; 

    n. op een weg of weggedeelte waar een evenement wordt gehouden; 

    o. voor een inrit of uitrit; 

    p. op een weg of weggedeelte waar wordt geparkeerd op een zodanige wijze dat de vrijheid van het verkeer wordt belemmerd of gehinderd.

     

 

2.2 Toelichting op artikel 2 van Wegsleepverordening Wageningen 2014 Zoals hiervoor in het algemene deel van de toelichting is gememoreerd, is de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet zelf geregeld. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeven geen wegen en weggedeelten te worden aangewezen. Van deze bevoegdheid kan op alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente gebruik worden gemaakt. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten kunnen op grond van artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c, en artikel 173, tweede lid, aanhef en onder c WVW 1994 bij gemeentelijke verordening wegen en weggedeelten worden aangewezen. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is nader aangegeven om welke soorten van wegen en weggedeelten het kan gaan, zoals onder andere gehandicaptenparkeerplaatsen, taxistandplaatsen, laad- en loshavens, parkeerplaatsen voor vergunninghouders, voetgangersgebieden en dergelijke. Het is aan de gemeenteraad om in deze Wegsleepverordening de wegen en weggedeelten aan te wijzen waar het college van burgemeester en wethouders van deze bevoegdheid gebruik kan maken. In de tekst van de Wegsleepverordening Wageningen 2014 van Wageningen zijn alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen.

 

Voor de volledigheid wordt nog eens opgemerkt dat een parkeerovertreding, zoals in deze bepaling bedoeld, op zich niet zonder meer voldoende is om over te gaan tot het wegslepen en in bewaring stellen van een voertuig. Per geval zal tevens moeten worden beoordeeld of de specifieke parkeerovertreding het wegslepen en in bewaring stellen van het desbetreffende voertuig ook rechtvaardigt. Indien bijvoorbeeld een voertuig midden in de nacht op een laad- en loshaven wordt geparkeerd terwijl alle winkels en bedrijven dicht zijn, zal het normaal gesproken niet weggesleept mogen worden. Het voertuig zal doorgaans pas mogen worden weggesleept wanneer de winkels en bedrijven weer opengaan of enige tijd daarvoor.

 

  •  

    Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

     

    Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen:

     

    Van Amerongen Berging BV

    Max Planckstraat 10

    6716BE EDE Gelderland

     

    De openingstijden van de in het eerste lid bedoelde bewaarplaats zijn: Maandag tot en met vrijdag, 8:00 tot 17:00 uur; buiten deze tijden en in het weekend op afspraak.

     

2.3 Toelichting op artikel 3 van Wegsleepverordening Wageningen 2014 De inhoud van de bepaling spreekt voor zich. Vanwege de redactie van artikel 173, tweede lid WVW 1994 moet(en) de plaats(en) van bewaring van voertuigen door de gemeenteraad worden aangewezen. Delegatie aan het college van burgemeester en wethouders is niet mogelijk. In onvoorziene omstandigheden is het denkbaar dat de burgemeester op grond van zijn bijzondere bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde tijdelijk ook andere terreinen aanwijst als plaats van bewaring van voertuigen. De locatie van de bewaarplaats is zodanig gekozen dat ze ook goed bereikbaar is, bijvoorbeeld met het openbaar vervoer voor de mensen die hiermee te maken krijgen. Ook de openingstijden zijn redelijk ruim gekozen.

 

  •  

    Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

    1. De kosten van het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats bedragen (alle bedragen zijn exclusief BTW):

    a. Voorrijkosten €97, 38 

    b. Wegslepen van het voertuig:

    i. Tijdens kantoortijden van 8.00 tot 18.00 uur €167,67 

    ii. Na 18.00 tot 8.00 uur en in het weekend/feestdagen €193,81 

    2. De kosten van het bewaren van een voertuig bedragen

    a.op de dag van wegslepen € 25,63

    b. ieder etmaal of een gedeelte daarvan vanaf de dag na wegslepen €10,76 

    3. De in de vorige leden genoemde bedragen worden jaarlijks aangepast overeenkomstig de procentuele wijziging die het consumenten-prijsindexcijfer over de maand januari van het lopende kalenderjaar heeft ondergaan ten opzichte van dit prijsindexcijfer over de maand januari van het daaraan voorafgaande jaar. De aldus berekende bedragen worden jaarlijks in januari in “De Stad Wageningen” bekend gemaakt en gelden voor het daaropvolgende kalenderjaar.

     

2.4 Toelichting op artikel 4 van Wegsleepverordening Wageningen 2014 In artikel 13 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten van kosten die verbonden zijn aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, in rekening kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten die direct verband houden met het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, maar ook om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, renteverlies, WA-verzekering en dergelijke.

In de Wegsleepverordening hoeven deze kostencomponenten niet allemaal inzichtelijk te worden gemaakt. Volstaan kan worden met een uitsplitsing van de kosten die verbonden zijn aan het wegslepen van voertuigen enerzijds en de bewaring van deze voertuigen anderzijds. Uiteraard dienen de opgenomen kosten wel in overeenstemming te zijn met de genoemde kostencomponenten. De gemeente dient uiteraard wel voor zichzelf en eventueel derden inzicht te hebben in de wijze waarop de genoemde kosten zijn berekend. Deze berekening zal ook in eventuele bezwaar- en beroepsprocedures de gerechtelijke toets moeten kunnen doorstaan. In het tweede lid van deze bepaling, waarin de kosten van bewaring van voertuigen worden geregeld, wordt het begrip 'etmaal' gebruikt. Het etmaal, zoals hier bedoeld, begint op het moment van in bewaring nemen van een voertuig en eindigt 24 uur later.

In het derde lid van artikel 4 wordt de jaarlijks prijsstijging aangegeven. De jaarlijs prijsstijging is gekoppeld aan de jaarlijks prijsstijging van de consumenten-prijsindexcijfer.

 

  •  

    Artikel 5

    Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, zoals bedoeld in artikel 130, vierde lid, 164, zevende lid, en 174, eerste lid van de wet, zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

     

  2.5 Toelichting op artikel 5 van Wegsleepverordening Wageningen 2014 Naast de in artikel 170, eerste lid WVW 1994 bedoelde gevallen zijn in deze wet nog twee gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een voertuig te laten wegslepen en in bewaring te laten stellen. Achtereenvolgens wordt hier gedoeld op:

 

  • -

    het niet afgeven van zijn rijbewijs, wanneer dit is ingevorderd, omdat iemand zijn motorrijtuig heeft bestuurd terwijl hij onder invloed was van drogerende stoffen of alcohol en dergelijke (zie artikel 130 en 164 WVW 1994);

 

  • -

    de situatie dat een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben of aan situaties dat er sprake kan zijn van het 'knoeien' met kentekens in geval van autodiefstal.

 

Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring genomen, is er geen sprake van uitoefening van bestuursdwang. Artikel 170, eerste lid WVW 1994, waarin de bestuursdwangbevoegdheid is geregeld, is dan ook niet van toepassing verklaard in de genoemde gevallen. In feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt. Wel heeft de wetgever voor deze gevallen diverse bepalingen uit hoofdstuk X. Bestuursdwang van de WVW 1994 (artikel 170 e.v.) van overeenkomstige toepassing verklaard. Ook in de Wegsleepverordening is gekozen om de artikelen over de bewaarplaats(en) van voertuigen en openingstijden (artikel 3) en de kosten van overbrengen en bewaren van voertuigen (artikel 4) voor deze gevallen van overeenkomstige toepassing te verklaren.

 

  •  

    Artikel 6 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 24 april 2014

     

2.6 Toelichting op artikel 6 van Wegsleepverordening Wageningen 2014

Deze bepaling spreekt voor zich.

 

  •  

    Artikel 7 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Wegsleepverordening Wageningen 2014. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 maart 2014

     

 

2.7 Toelichting op artikel 7 van Wegsleepverordening Wageningen 2014 Deze bepaling spreekt voor zich.

 

---------------------------------------------------------

Aldus besloten in de openbare vergadering van 10 maart 2014

 

 

de voorzitter,

de griffier,

Bijlage 1 & 2

Concrete gevallen van wegsleepwaardige overtreding

Op grond van het nieuwe artikel 170, eerste lid WVW 1994 kunnen voertuigen waarmee én een verkeersregel wordt overtreden én waarvan de verwijdering noodzakelijk is in verband met het belang van:

- de veiligheid op de weg of (bijlage 1)

- de vrijheid van het verkeer of (bijlage 1)

- het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen (bijlage 2)

zondermeer worden weggesleept

Bijlage 1

Concrete gevallen van wegsleepwaardige overtreding:

Veiligheid op de weg en vrijheid van het verkeer

 

Als gevallen waarin verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg en de vrijheid van het verkeer (zie artikel 170, eerste lid, aanhef en onder a en b WVW 1994) noodzakelijk kunnen zijn, kunnen worden genoemd:

Plaats op de weg

  • a.

    een voertuig is tot stilstand gebracht op een trottoir, voetpad of fietspad, tenzij het een fiets, bromfiets of invalidenvoertuig betreft (zie artikel 10 en artikel 5 tot en met 7 RVV 1990).

 

Laten stilstaan

  • b.

    een voertuig is tot stilstand gebracht:

    • -

      op een kruispunt, rotonde of een overweg;

    • -

      op een fietsstrook of de rijbaan langs een fietsstrook;

    • -

      op een oversteekplaats of binnen een afstand van 5 meter daarvan;

    • -

      in een tunnel;

    • -

      bij een bord bushalte (eventueel: ook tramhalte) ter hoogte van de geblokte markering of, indien die markering niet is aangebracht, op een afstand van minder dan 12 meter van het bord, tenzij het stilstaan dient voor het onmiddellijk laten in- en uitstappen van passagiers;

    • -

      op de rijbaan langs een busstrook;

    • -

      op een busbaan of een busstrook met uitzondering van een lijnbus;

    • -

      langs een gele doorgetrokken streep of in strijd met bord E2 van bijlage 1 RVV 1990;

    • -

      op de rijbaan, inclusief de invoeg- en uitrijstrook, van een autosnelweg of autoweg, of - behoudens in noodgevallen - op de vluchtstrook, de vluchthaven of de berm van zo'n weg. (Zie artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990.)

  Parkeren

  • c.

    een voertuig is geparkeerd:

    • -

      bij een kruispunt op een afstand van minder dan 5 meter daarvan;

    • -

      voor een inrit of een uitrit;

    • -

      buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg;

    • -

      langs een gele onderbroken streep of in strijd met bord E1 van bijlage 1 RVV 1990;

    • -

      op een wijze waardoor er sprake is van dubbel parkeren;

    • -

      binnen een erf, waarbij – voorzover het een motorvoertuig betreft - geen gebruik is gemaakt van de parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangewezen;

    • -

      op een weg waarvoor een geslotenverklaring geldt;

    • -

      zonder dat de voorgeschreven voertuigverlichting in werking is gesteld (Zie artikel 24, 25, 38 e.v. en 46 RVV 1990 en bord E1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.)

 

Bevel of aanwijzing

  • d.

    een voertuig is tot stilstand gebracht in strijd met een bevel of een aanwijzing, gegeven door een daartoe bevoegd en als zodanig kenbare ambtenaar of ander persoon; (Zie artikel 82 RVV 1990.)

 

Gevaarlijk of hinderlijk gedrag

  • e.

    een voertuig is overigens zodanig tot stilstand gebracht of geparkeerd dat gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd. (Zie artikel 5 WVW 1994, het zogenaamde kapstokartikel.)

Korte toelichting op bijlage 1

Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer. Zoals reeds in de algemene toelichting is aangegeven, zal van geval tot geval beoordeeld moeten worden of de geconstateerde parkeerovertreding ook daadwerkelijk wegsleepwaardig is.

In onderdeel a gaat het om overtreding van artikel 10 RVV 1990. Bestuurders van voertuigen, met uitzondering van fietsen, bromfietsen en invalidenvoertuigen (zie artikel 5 tot en met 7 RVV 1990), gebruiken de rijbaan. Zij mogen hun voertuig niet parkeren op een trottoir, voetpad of fietspad.

In onderdeel b gaat het om overtreding van het bepaalde in artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990.

In onderdeel c is er sprake van overtreding van het bepaalde in artikel 24, 25, 38 e.v. en 46 RVV 1990 en bord E1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.

In onderdeel d wordt gedoeld op overtreding van het bepaalde in artikel 82 RVV 1990.

In onderdeel e gaat het om overtreding van het bepaalde in artikel 5 WVW 1994, het kapstokartikel.

Op grond van deze bepaling is het verboden zich zodanig te gedragen dat er gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd. De inhoud van deze bepaling is zo ruim dat ongewenst gedrag op de weg, i.c. ongewenst parkeren, dat niet reeds in onderdeel a tot en met d is geregeld, doorgaans onder deze bepaling kan worden gebracht.

Bijlage 2

Concrete gevallen van wegsleepwaardige overtreding:

Vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen

Verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen (zie artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c WVW 1994 en artikel 2 Besluit wegslepen van voertuigen) kunnen noodzakelijk zijn in het geval dat een voertuig geparkeerd is:

  • a.

    op een weg of weggedeelte waar door middel van bord E1 van bijlage 1 van het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24, lid 1 onder e RVV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse een parkeerverbod geldt;

  • b.

    op een weg of weggedeelte waar door middel van bord E2 van die bijlage of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23, lid 1 onder g RVV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse een verbod stil te staan geldt;

  • c.

    op een parkeerplaats nader aangeduid door bord E4 van die bijlage (al dan niet met onderbord) voorzover:

    • 1.

      het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen;

    • 2.

      het voertuig op een andere dan de aangegeven wijze is geparkeerd;

    • 3.

      het voertuig op andere dagen of uren dan aangegeven is geparkeerd;

  • d.

    op een taxistandplaats, nader aangeduid door bord E5 van die bijlage, tenzij het parkeren gebeurt met een taxi;

  • e.

    op een gehandicaptenparkeerplaats, nader aangeduid met bord E6 van die bijlage:

    • i.

      tenzij het parkeren gebeurt met een gehandicaptenvoertuig;

    • ii.

      tenzij gebruik wordt gemaakt van een geldige en duidelijk zichtbaar aangebrachte gehandicaptenparkeerkaart;

    • iii.

      die gereserveerd is voor een bepaald voertuig, tenzij het parkeren gebeurt met dat voertuig;

  • f.

    op een laad- en losplaats, nader aangeduid door bord E7 van die bijlage (met uitzondering van de aangegeven dagen of uren), tenzij de bestuurder van het voertuig bezig is met het onmiddellijk laden en lossen van goederen;

  • g.

    op een parkeerplaats, nader aangeduid door bord E8 van die bijlage voor zover het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen;

  • h.

    op een parkeerplaats, nader aangeduid door bord E9 van die bijlage en bestemd voor vergunninghouders, tenzij het parkeren gebeurt met het voertuig waarvoor een parkeervergunning is afgegeven;

  • i.

    in een voetgangersgebied, nader aangeduid door bord G7 of C1 van die bijlage (eventueel: met uitzondering van aangegeven dagen en uren).

Korte toelichting op bijlage 2

Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief niet zozeer ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer, maar wel bij het vrijhouden van wegen en weggedeelten. In de oude wettelijke regeling werd een specifiek voorbeeld van een locatie genoemd waar voertuigen mochten worden weggesleept wanneer hier door onbevoegden werd geparkeerd, namelijk de gehandicaptenparkeerplaats. In de praktijk bleken er aanzienlijk meer locaties denkbaar te zijn waar het wegslepen van voertuigen noodzakelijk werd geacht zonder dat er direct sprake was van verkeersonveiligheid of belemmering van de doorstroming van het verkeer. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is concreet aangegeven op welke soorten wegen en weggedeelten voertuigen mogen worden weggesleept in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten. Deze soorten wegen en weggedeelten zijn eerder onder a tot en met i nader aangeduid.