Financieel besluit Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en Participatiewet Wageningen 2015

Geldend van 15-03-2015 t/m heden

Intitulé

Financieel besluit Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en Participatiewet Wageningen 2015

gelet op de artikelen 2.2 lid3a, 2.4, 2.8, 2.9 en 4.1 van de ‘Verordening jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning’ en het artikel 3.2 en 5.1 van de ‘Nadere regels voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet’

HOOFDSTUK 1. Begripsbepalingen

Pbg:

Hbh2:

NZA:

Verordening:

Professionele hulp Hbh2

persoonsgebonden budget

hulp bij huishouden inclusief regie

Nederlandse Zorgautoriteit

verordening jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning

hulpverlener in het bezit van Diploma helpende kwalificatieniveau 1 (welzijn en zorg), OVDB-certificaat verzorgingshulp B, diploma helpende OVDB (2 jaar) of daarmee gelijkgestelde diploma’s.

HOOFDSTUK 2. Klassen hulp bij huishouden zorg in natura

Artikel 2.1 Hbh2 zorg in natura

  • 1.

    De tarieven voor zorg in natura zijn voor 2015 vastgesteld op € 22,- per uur HbH2.

  • 2.

    Voor de inwoners die op 31 december 2014 hbh2 ontvangen, worden nog de volgende klassen gehanteerd:

Klasse 1 0-1,9 uur per week

Klasse 2 2-3,9 uur per week

Klasse 3 4-6,9 uur per week

Klasse 4 7-9,9 uur per week

Klasse 5 10-12,9 uur per week

Klasse 6 13-15,9 uur per week

Bij additionele uren boven klasse 6, op basis van de hardheidsclausule, wordt het volgende tarief toegepast: klasse 1 wordt vermenigvuldigd met het aantal uren waarmee de bovengrens van de hoogste klasse wordt overschreden.

Voor de inwoners die vanaf 1 januari 2015 hbh2 ontvangen of inwoners met een herindicatie vanaf 1 januari 2015, worden deze klassen niet meer gehanteerd.

HOOFDSTUK 3. Pgb Jeugdwet en Wmo

Artikel 3.1 Bestedingsvrij bedrag

De gemeente Wageningen hanteert een bestedingsvrij bedrag van € 250,00 per jaar binnen het pgb wat de budgethouder ontvangt. De budgethouder hoeft over deze € 250,00 geen verantwoording af te leggen. Dit bestedingsvrije bedrag geldt niet voor pgb’s waarbij er geen sprake is van ondersteuning door hulpverleners (zoals pgb scootmobiel of rolstoel) en geldt niet voor het persoonlijk re-integratiebudget. Het bestedingsvrije bedrag kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor een bloemetje voor de hulp of aan bemiddelingskosten voor het vinden van goede hulpverleners.

Artikel 3.2 Sociale netwerk

Individuele begeleiding volwassenen en jeugd en persoonlijke verzorging van jeugdigen door een niet daartoe opgeleid persoon die mantelzorger is of afkomstig is uit het sociale netwerk van de client, wordt bepaald per uur op basis van het tarief per uur voor mantelzorgers in de Wet langdurige zorg. Op dit moment is dit € 20,- per uur.

HOOFDSTUK 4. Hoogte Pgb specifiek voor de Jeugdwet

Artikel 4.1 Hoogte pgb jeugdhulp

De maximum pgb-tarieven zijn gekoppeld aan de in natura tarieven (100%). Wanneer de budgethouder kiest voor een duurdere voorzieningen dan het tarief van de goedkoopst adequate voorziening in natura, betaalt de budgethouder het meerdere zelf bij.

HOOFDSTUK 5. Hoogte Persoonlijk re-integratiebudgetspecifiek voor de Participatiewet

Artikel 5.1 Hoogte persoonlijk re-integratiebudget

De hoogte van een persoonlijk re-integratiebudget (prb) bedraagt maximaal € 5.000 per jaar.

HOOFDSTUK 6. Hoogte Pgb specifiek voor de Wmo

Artikel 6.1 Hoogte Pgb Hbh2, professionele hulp

Voor de inwoners die op 31 december 2014 Hbh2 ontvangen, zijn de tarieven voor het persoonsgebonden budget zijn :

Klasse

begin v/d kl

eind v/d kl

gem. uren v/d kl p/w

HbH2 p/m € 25,81

HbH2 afgerond op jaarbasis

1

0

1,9

0,95

106*

1.272*

2

2

3,9

2,95

330*

3.960*

3

4

6,9

5,45

610*

7.320*

4

7

9,9

8,45

945*

11.340*

5

10

12,9

11,45

1.281*

15.372*

6

13

15,9

14,45

1.617*

19.404*

Voor de inwoners die vanaf 1 januari 2015 een pgb voor hbh2 ontvangen of de inwoners met een herindicatie ingaande vanaf 1 januari 2015, is het pbg voor hbh2 € 22,- per uur voor de inzet voor een professionele hulp.

Artikel 6.2 Hoogte pgb hbh2, hulp vanuit het sociale netwerk

Voor de inwoners die vanaf 1 januari 2015 een pgb voor hbh2 ontvangen of de inwoners met een herindicatie, en hierbij het pgb inzetten met een hulp vanuit het sociale netwerk (geen diploma’s vereist), is de hoogte van het pgb € 15,- per uur.

Artikel 6.3 Hoogte pgb begeleiding individueel 18+, begeleiding groep, kort verblijf,

De maximum pgb-tarieven zijn gekoppeld aan de in natura tarieven (100%). Wanneer de budgethouder kiest voor een duurdere voorzieningen dan het tarief van de goedkoopst adequate voorziening in natura, betaalt de budgethouder het meerdere zelf bij.

Artikel 6.4 Hoogte pgb vervoersvoorzieningen

Het pgb voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst-adequate offerteprijs inclusief een bedrag voor onderhoud en reparatie zoals die door het college aan de leverancier wordt betaald.

Artikel 6.5 Hoogte pgb rolstoel

Het pgb voor een rolstoel wordt vastgesteld aan de hand van de goedkoopst-adequate offerteprijs inclusief onderhoud en reparatie zoals die door het college aan de leverancier wordt betaald.

Artikel 6.6 Hoogte pgb sportrolstoel

Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als pgb. Het bedrag van dit persoonsgebonden budget bedraagt € 3.420,=*, welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar.

HOOFDSTUK 7. Eigen bijdragen maatwerkvoorzieningen en PGB Wmo

Artikel 7.1 Maximale eigen bijdragen maatwerkvoorzieningen

De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in hoofdstuk 7, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. De bedragen per vier weken en de inkomensbedragen worden op grond van artikel 3.8 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 jaarlijks bij ministeriële regeling gewijzigd. Het CAK (Centraal Administratiekantoor) stelt de eigen bijdrage vast en int deze. Hiervoor vraagt het CAK gegevens op bij de Belastingdienst.

Artikel 7.2 Kwijtschelding

In artikel 4.1, lid 4 van de verordening is opgenomen dat het college in ieder geval kwijtschelding van de eigen bijdrage verleent als het inkomen van de cliënt minder dan 130% van de toepasselijke bijstandsnorm is.

Artikel 7.3 Hoogte eigen bijdragen Hbh2

Voorbeelden

Max. eigen bijdrage prijs per uur

Periode

Voor wie?

a

Hulp bij het huishouden

-Hbh2

€ 22,- per uur

Voor duur gebruik

klanten ouder dan 18 jaar.

De inning van de eigen bijdragen wordt uitgevoerd door het CAK per vier weken.

Artikel 7.4 Hoogte eigen bijdragen begeleiding individueel

Voorbeelden

Max. eigen bijdrage per uur

Periode

Voor wie?

a

Begeleiding individueel

Begeleiding individueel

€ 14,- per uur

Voor duur gebruik

Klanten ouder dan 18 jaar

De inning van de eigen bijdragen wordt uitgevoerd door het CAK per vier weken.

Artikel 7.5 Hoogte eigen bijdragen begeleiding groep 18+

Maximale eigen bijdrage voor begeleiding groep 18+ is € 14,- per dagdeel. Een dagdeel is maximaal 4 uur.

Artikel 7.6 Hoogte eigen bijdrage kort verblijf

Voorbeelden

Max. eigen bijdrage

Periode

Voor wie?

a

Kort verblijf

Logeeropvang, respijtzorg

€ 22,- per dag

Voor duur gebruik

Klanten ouder dan 18 jaar

Artikel 7.7 Hoogte eigen bijdrage woonvoorziening

Voorbeelden

Max. eigen bijdrage

Periode

Voor wie?

a

Koop

voorzieningen

(in eigendom verstrekt)

-(verrijdbare) douchestoel

-(verrijdbare) toiletstoel

-sta op hulpmiddelen

-woningaanpassingen

behalve trapliften

Kostprijs gedeeld door 39 perioden

Maximaal de kostprijs

Klanten ouder dan 18 jaar

b

Huur

voorzieningen

(in bruikleen verstrekt)

-complexe douche/toiletstoel, zelfbeweger

-douchestretcher

-tillift

€ 26,57*

Voor duur gebruik

Klanten ouder dan 18 jaar

NB. Uitgesloten: voorzieningen met kostprijs lager dan € 100,-, individuele aanpassingen aan losse woonvoorziening en kosten van reparatie, verhuiskostenvergoeding, saneringskosten. De huurprijs wijzigt als de kostprijs wijzigt.

Het betreft hier losse woonvoorzieningen en woningaanpassingen (behalve trapliften) tezamen.

Artikel 7.8 Hoogte eigen bijdrage trapliften

Voorbeelden

Max. eigen bijdrage per 4 weken

Periode

Voor wie?

a

Eenvoudige traplift

-rechte traplift

-traplift met één bocht

€ 38,30

Max. kostprijs

Klanten ouder dan 18 jaar

b

Eenvoudige traplift plus

-rechte traplift met uitloop

-traplift met één bocht

(+ uitloop)

€ 66,90

Max. kostprijs

Klanten ouder dan 18 jaar

c

Complexe traplift

-alle andere soorten trapliften

€ 78,46

Max. kostprijs

klanten ouder dan 18 jaar

De prijs wijzigt als de kostprijs wijzigt.

Artikel 7.9 Hoogte eigen bijdragen lokaal verplaatsen per vervoermiddel

Voorbeelden

Max. eigen bijdrage per 4 weken

Periode

Voor wie?

a

Eenvoudig vervoermiddel

-(driewiel/duo)fiets (met aanpassing)

-handbike

-standaard scootmobiel

€ 43,09*

Voor duur gebruik

klanten ouder dan 18 jaar

b

Complex vervoermiddel

-scootmobiel met extra vering

-elektrische handbike

-(rolstoel/driewiel)fiets met motor

€ 51,71*

Voor duur gebruik

klanten ouder dan 18 jaar

NB. Uitgesloten: Collectief vervoer, financiële tegemoetkomingen, individuele aanpassingen.

De huurprijs wijzigt, zodra de kostprijs wijzigt.

Artikel 7.10 Hoogte eigen bijdragen Regio taxi *)*) de eigen bijdrage treedt op een nog te bepalen tijdstip in werking

Voorbeelden

Max. eigen bijdrage per zone

Periode

Voor wie?

a

Regiotaxi

n.v.t.

€ 2,57 per zone

Voor duur gebruik

Klanten ouder dan 18 jaar

Artikel 7.11 Hoogte kosten verstrekking Wmo-pas voor Regiotaxi

Voor het verstrekken van een Wmo-pas voor het Collectief vraagafhankelijk vervoer (Regiotaxi) wordt een eenmalig bedrag (€ 7,50; prijspeil 2015) per verstrekte pas in rekening gebracht. Dit bedrag is geen eigen bijdrage of eigen aandeel in het kader van dit besluit. De kosten worden ook in rekening gebracht bij vervanging vanwege verlies of diefstal.

HOOFDSTUK 8. Waardering mantelzorgers

De jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat uit de een keuze voor één van de volgende mogelijkheden:

  • -

    Individuele financiële bijdrage van € 100,-;

  • -

    Deelname aan een door de gemeente georganiseerde verwendag (extra groepsactiviteit);

  • -

    Waardebon ter waarde van € 100.- (dinerbon/theaterbon).

HOOFDSTUK 9. Tegemoetkoming

Artikel 9.1 Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische ziekte

Personen met een beperking of chronische ziekte die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben en financieel niet-redzaam zijn – waaronder in ieder geval inwoners met een inkomen lager dan 130% van de toepasselijke bijstandsnorm - kunnen bij het college een tegemoetkoming aanvragen ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie. Het college heeft hierover nadere regels vastgesteld. De feitelijk gemaakte kosten worden vergoed tot een maximum dat gelijk is aan het verplicht eigen risico dat opgelegd wordt door de ziektekostenverzekeraars.

Artikel 9.2 Tegemoetkoming Woonvoorzieningen.

  • 1.

    De financiële tegemoetkoming of het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte.

    • a.

      Het bedrag voor de verhuiskostenvergoeding bedraagt € 3.560=*

    • b.

      De maximale aanpassingskosten woonschepen/woonwagens bedragen €1.426=*

    • c.

      De maximale vergoeding huurderving bedraagt per maand € 713,=*

    • d.

      De maximale vergoeding voor tijdelijke huisvesting zelfstandig wonend persoon wegens te verlaten aan te passen woonruimte bedraagt per maand €713,=*

    • e.

      De maximale vergoeding voor tijdelijke huisvesting niet-zelfstandig wonend persoon wegens te verlaten aan te passen woonruimte bedraagt per maand €348,=*

    • f.

      Maximale vergoedingen periodieke keuringen bedraagt voor:

      • -

        Stoelliften: € 238* 1x per 4 jaar

      • -

        Rolstoelplateauliften: € 238* 1x per 4 jaar

      • -

        Sta-plateauliften : € 238* 1x per 4 jaar

      • -

        Woonhuisliften : € 383* 1x per 1,5 jaar

        • -

          Hefplateauliften : € 305* 1x per 1,5 jaar

        • -

          Balansliften : € 164* 1x per 1,5 jaar

Deze bedragen zijn exclusief BTW

  • g.

    Maximale vergoedingen voor periodiek onderhoud:

    • -

      Stoelliften: € 185* 1x per jaar

    • -

      Rolstoelplateauliften: € 185* 1x per jaar

    • -

      Sta-plateauliften : € 185* 1x per jaar

    • -

      Woonhuisliften : € 262* 2x per jaar

    • -

      Hefplateauliften : € 185* 2x per jaar

    • -

      Balansliften : € 185* 1x per jaar

      Deze bedragen zijn exclusief BTW.

  • 2.

    Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken als genoemd in artikel 2.2 lid 3a de verordening bedraagt €10.750,=.

  • 3.

    Grensbedrag afweging primaat verhuizing

Onder een bedrag van € 5.259,=. wordt geen afweging gemaakt over de vraag of de verhuisplicht van toepassing is. Dit bedrag wordt eenmaal per 5 jaren verhoogd met € 272,=* (voor het eerst zal de verhoging plaatsvinden per 2017).

Artikel 9.3 Tegemoetkoming (eigen) auto, bruikleenauto, taxi en rolstoeltaxikosten.

  • 1. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een (eigen) auto bedraagt € 1356,=* per jaar (€ 112,95* per maand).

  • 2. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van bruikleenauto bedraagt € 887,=* per jaar (€ 73,90* per maand).

  • 3. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een taxi bedraagt € 1356,=* per jaar (€ 112,95* per maand).

  • 4. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt €2032,=* per jaar (€ 169,32* per maand).

Hoofdstuk 10. indexering

Artikel 10.1 Indexering

De bedragen, aangegeven met een *, worden jaarlijks met ingang van 1 januari verhoogd met het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie van het Centraal Bureau van de Statistiek.

Gehanteerd indexerings 1,1 % voor 201 5 (zoals in dit overzicht verwerkt )

Hoofdstuk 11. Slotbepalingen

Artikel 11.1 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit besluit treedt in werking op 15 maart 2015.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Financieel besluit Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en Participatiewet Wageningen 2015.

Artikel 11.2 Intrekking oud besluit

Met ingang van de in artikel 10.1,lid 1 genoemde datum wordt het Financieel besluit Jeugwet, Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en Participatiewet Wageningen 2015 zoals vastgesteld op 16 december 2014 ingetrokken.