Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Wageningen houdende regels omtrent de heffing en de invordering van begraafrechten Verordening begraafrechten 2018

Geldend van 20-01-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Wageningen houdende regels omtrent de heffing en de invordering van begraafrechten Verordening begraafrechten 2018

De raad van de gemeente Wageningen;

gelezen:

het voorstel aan de raad, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 26 september 2017;

gelet op:

artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

Besluit

________________________________________

  • 1.

    de Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2018 vast te stellen

________________________________________

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2018

Artikel 1. Belastbaar feit

In deze gemeente wordt onder de naam begraafrechten een recht geheven terzake van het gebruik van de algemene begraafplaats en terzake van het door of vanwege de gemeente verrichten van diensten aldaar.

Artikel 2. Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraven : het in een graf of grafkelder op de begraafplaats begraven of herbegraven van een lijk of het bijzetten van een asbus;

  • b.

    opgraven : het uit een graf of grafkelder op de begraafplaats opgraven van een lijk of een asbus, anders dan wegens ruiming;

  • c.

    asbus : een bus ter berging van as van een overledene;

  • d.

    grafrecht : het uitsluitend recht om in een bepaald graf op de begraafplaats te doen begraven;

  • e.

    grafbedekking : behalve bloemen, kransen en dergelijke, elk op een graf op de begraafplaats aangebracht voorwerp en/of elke daarop aangebrachte beplanting, alsmede elk voorwerp, dat en/of elke plant of struik, welke bestemd is om op het graf op de begraafplaats te worden aangebracht;

  • f.

    rechthebbende : ieder, die een grafrecht heeft;

  • g.

    foetus : menselijke vrucht met een draagtijd van minder dan 24 weken;

  • h.

    grafgroen : dennentakken of ander groen, waarmee de rand van het graf tijdens een teraardebestelling is afgedekt.

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de in deze verordening omschreven bevoegdheden en diensten, dan wel degene die daarvan gebruik maakt.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief

De begraafrechten worden geheven per graf, per begraving met inachtneming van de indeling van de begraafplaats in algemene graven, particuliere graven en eigen graven – urnengraven, urnennissen en foetusgraven inbegrepen –, alsmede naar de andere in deze verordening genoemde grondslagen.

Artikel 5. Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar, met dien verstande dat het belastingtijdvak voor de rechten als genoemd in artikel 8, tweede lid, gelijk is aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6. Tarieven graven en dichten van een graf

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het (her)begraven van een lijk in een algemeen, particulier of eigen graf op een overeengekomen gewone tijd, als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats ‘De Leeuwer Enk’ 2013 wordt ineens geheven:

  • a.

    voor een persoon van twaalf jaar of ouder: € 680,40;

  • b.

    voor een kind beneden de leeftijd van twaalf jaar: € 340,20;

  • c.

    voor een kind beneden de leeftijd van één jaar of een als levenloos aangegeven kind: € 170,10;

  • d.

    voor een foetus: € 60,30.

Artikel 7. Tarieven huur/verlenging

  • 1. Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van het uitsluitend recht om lijken in een bepaald graf te doen begraven, alsmede de verlenging van de termijn grafrecht, wordt boven de rechten, bedoeld in de artikelen 6, 8, 9, 10, 11 en 12, een recht ineens geheven:

    • a.

      voor de tijd van 30 jaar € 1.356,75;

    • b.

      voor de tijd van 20 jaar € 1.055,25

    • c.

      voor de tijd van 10 jaar € 703,50;

    • d.

      voor de tijd van 5 jaar € 351,75.

  • 2. Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van het uitsluitend recht om lijken in een bepaald graf bestemd voor personen jonger dan 12 jaar, dan wel asbussen in een bepaald urnengraf te doen begraven, alsmede de verlenging van de termijn grafrecht, wordt boven de rechten, genoemd in artikelen 6, 8, 9, 10, 11 en 12, een recht ineens geheven:

    • a.

      voor de tijd van 30 jaar € 949,70;

    • b.

      voor de tijd van 20 jaar € 738,65;

    • c.

      voor de tijd van 10 jaar € 492,45;

    • d.

      voor de tijd van 5 jaar € 246,20.

  • 3. Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van het uitsluitend recht om asbussen in een bepaalde urnennis van de urnenmuur te doen bijzetten, wordt boven de rechten, genoemd in artikelen 6, 9, 10 en 12 een recht ineens geheven:

    • a.

      voor de tijd van 10 jaar € 552,75;

    • b.

      voor de tijd van 20 jaar € 904,50;

    • c.

      voor de tijd van 30 jaar € 1.256,25;

    • d.

      met dien verstande dat bij gelijktijdige aanvraag de rechten zoals bedoeld in artikel 10 onder a. en artikel 12 onder d. niet worden geheven.

  • 4. Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot de verlenging van de termijn grafrecht om asbussen in een bepaalde urnennis van de urnenmuur te doen bijzetten, wordt boven de rechten, genoemd in artikelen 6, 9, 10 en 12, een recht ineens geheven:

    • a.

      voor de tijd van 20 jaar € 452,25;

    • b.

      voor de tijd van 10 jaar € 226,10;

    • c.

      voor de tijd van 5 jaar € 150,75.

  • 5. Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het inschrijven of overschrijven van het in het eerste, tweede of vierde lid bedoelde recht of het overschrijven van het in het derde lid bedoelde recht in het daartoe bestemde register wordt een begraafrecht ineens van € 20,10 geheven.

Artikel 8. Tarieven onderhoud

  • 1. Voor het door of vanwege de gemeente voorzien in het algemeen onderhoud van de begraafplaats als bedoeld in artikel 19 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats ‘De Leeuwer Enk’ 2013, wordt per jaar geheven € 73,65 met dien verstande dat:

    • a.

      het onderhoudsrecht verschuldigd is bij de aanvang van het belastingtijdvak of, indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht;

    • b.

      indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, het recht verschul¬digd is over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven;

    • c.

      indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, voor het recht ontheffing wordt verleend over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van het eindigen van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven;

    • d.

      belastingbedragen van minder dan € 5,00 niet worden geheven;

    • e.

      geen ontheffing wordt verleend, indien deze minder dan € 5,00 bedraagt;

    • f.

      het onderhoudsrecht tevens verschuldigd is ter zake van een gereserveerd graf, zonder dat daarin onmiddellijk wordt begraven.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde recht kan door de rechthebbende worden afgekocht voor een periode van:

    • a.

      5 jaar tegen betaling ineens van vier maal het bedrag van dat recht;

    • b.

      10 jaar tegen betaling ineens van acht maal het bedrag van dat recht;

    • c.

      20 jaar tegen betaling ineens van vijftien maal het bedrag van dat recht;

    • d.

      30 jaar tegen betaling ineens van 23 maal het bedrag van dat recht;

  • met dien verstande dat de afkoop voor de duur van tien, twintig en dertig jaar slechts mogelijk is, indien de rechthebbende nog over een grafrecht, als bedoeld in artikel 7, beschikt van meer dan respectievelijk vijf, tien en twintig jaar.

  • 3. Het onderhoudsrecht, als bedoeld in het eerste lid, wordt niet geheven ter zake van het door of vanwege de gemeente onderhouden van urnennissen welke in de urnenmuur in gebruik zijn gegeven.

Artikel 9. Tarieven faciliteiten

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

  • a.

    voor het gebruik van de begraafplaats, wanneer dit zich beperkt tot het gebruik van de aula en dit gebruik samenvalt met het (her)begraven van een lijk in een graf, het bijzetten van een asbus in een urnengraf of -nis of het verstrooien van as van een overledene op het strooiveld, wordt een recht ineens geheven van € 261,80, welk bedrag met € 75,35 wordt verhoogd voor ieder half uur dat de aula langer dan twee uur wordt gebruikt;

  • b.

    voor het gebruik van de begraafplaats, wanneer dit zich beperkt tot het gebruik van de koffieruimte aula en dit gebruik samenvalt met het (her)begraven van een lijk in een graf, het bijzetten van een asbus in een urnengraf of -nis of het verstrooien van as van een overledene op het strooiveld, wordt een recht ineens geheven van € 100,00, welk bedrag met € 75,35 wordt verhoogd voor ieder half uur dat de koffieruimte aula langer dan een uur wordt gebruikt;

  • c.

    voor het gebruik van de begraafplaats, wanneer dit zich beperkt tot het gebruik van de aula en dit gebruik uitsluitend bedoeld is voor het geven van condoleance zonder voorzieningen, wordt een recht ineens geheven van € 220,00.

  • d.

    voor het laten ‘overnachten’ van de overledene in de aula met bijbehorende benodigde faciliteiten (onder andere koeling en scherm), wordt een recht ineens geheven van € 75,00.

Artikel 10. Tarieven asbestemming

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

  • a.

    voor het bijzetten van een asbus op een overeengekomen gewone tijd, als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats ‘De Leeuwer Enk’ 2013 wordt ineens geheven:

    • -

      voor bijzetting in een urnengraf of andere grafruimte: € 155,75;

    • -

      voor bijzetting in een urnennis: € 100,50.

  • b.

    tot het verkrijgen van toestemming voor het verstrooien van as van een overledene op het daartoe aangewezen algemeen strooiveld wordt een recht geheven van € 100,50;

  • c.

    voor het opgraven van een asbus wordt een bedrag ineens geheven van € 120,00.

Artikel 11. Tarieven vergunning grafmonument

  • 1. Voor het verlenen van het recht tot het plaatsen van voorwerpen wordt per graf ineens geheven:

    • a.

      voor een grafkelder € 1.086,00;

    • b.

      voor alle overige voorwerpen € 251,25.

  • 2. Voor het van gemeentewege vervaardigen – inclusief graveringskosten – en plaatsen van een steen op een algemeen graf wordt ineens geheven:

    • -

      bij een persoon van 12 jaar of ouder € 898,20;

    • -

      bij een persoon jonger dan 12 jaar € 618,90.

Artikel 12. Tarieven overige/diversen

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

  • a.

    voor het begraven op een overeengekomen tijd op andere dagen en uren dan bedoeld in artikel 6, wordt boven de in artikel 6 bedoelde bedragen een bedrag van € 201,00 ineens geheven;

  • b.

    voor het begraven op een ander dan het overeengekomen tijdstip, voor zover dit het gevolg is van omstandigheden buiten de begraafplaats gelegen, wordt boven de in artikel 6 bedoelde bedragen een bedrag van € 201,00 ineens geheven;

  • c.

    voor het opgraven wordt ineens geheven, een bedrag van € 1.418,05;

  • d.

    voor het vervaardigen – inclusief graveringskosten – en bevestigen van een naamplaatje op een urnenmuur, op de gedenksteen bij het strooiveld en op de gedenksteen bij het foetusveld wordt een bedrag ineens geheven van € 102,75;

  • e.

    voor het vervaardigen – inclusief graveringskosten – en bevestigen van een afdekplaat op een urnennis in de urnenmuur wordt een bedrag ineens geheven van € 50,00;

  • f.

    voor het aanbrengen van grafgroen wordt ineens geheven, een bedrag van € 80,85;

  • g.

    voor het tezamen met de beheerder van de begraafplaats uitkiezen van een leeg graf wordt een recht geheven van € 75,35.

Artikel 13. Ontstaan van de belastingschuld

De rechten zoals die bedoeld in artikel 6, 7, 9, 10, 11 en 12 zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 14. Wijze van heffing

  • 1. Het recht, bedoeld in artikel 8, eerste lid, wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De rechten, bedoeld in artikel 6, 7, 8, tweede lid, 9, 10, 11 en 12 worden geheven door middel van een gedagtekende kwitantie, nota of andere schriftelijke kennisgeving, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

Artikel 15. Tijdstip van betaling

  • 1. De rechten, bedoeld in de artikelen 6, 7, 8, 9, 10, 11 en 12 moeten worden voldaan op de volgende tijdstippen:

    • a.

      die vermeld in artikel 8, eerste lid, – in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 – in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later;

    • b.

      die vermeld in de artikelen 6, 7, 8, tweede lid, 9, 10, 11 en 12, binnen vier weken na dagtekening van de kwitantie, nota of andere schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 16. Kwijtschelding

Bij de invordering van de begraafrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 17. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begraafrechten.

Artikel 18. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening begraafrechten 2017 van 7 november 2016 wordt ingetrokken met ingang van ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening begraafrechten 2018.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 6 november 2017

de voorzitter,

de griffier,