Regeling vervallen per 01-01-2023

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Wageningen houdende regels omtrent de heffing en invordering van marktgeld (Marktgeldverordening 2020)

Geldend van 25-12-2019 t/m 31-12-2022

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Wageningen houdende regels omtrent de heffing en invordering van marktgeld (Marktgeldverordening 2020)

De raad van de gemeente Wageningen;

gelezen:

  • -

    het voorstel aan de raad, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 8 oktober 2019;

gelet op:

artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

Besluit

  • 1.

    de Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2020 vast te stellen.

Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2020

Artikel 1. Aard van de heffing, belastbaar feit

Onder de naam “marktgeld” worden rechten geheven voor het gebruik van enig gedeelte van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, welke voor het houden van markten aangewezen is en voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur in verband daarmee verstrekte diensten.

Artikel 2. Belastingplicht

  • 1. De marktgelden als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt geheven van degene, aan wie op de markt een plaats is toegekend, dan wel van degene, aan wie het college van burgemeester en wethouders vergunning heeft verleend tot het plaatsen van opstallen, met het doel deze te verhuren.

  • 2. De marktgelden als bedoeld in artikel 3, tweede en derde lid, worden geheven van de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 3. Tarieven

  • 1.

    Het tarief bedraagt:

    • a.

      voor vergunningshouders van een vaste plaats als bedoeld in artikel 3, lid 1, van de Marktverordening Wageningen 2017:

      • -

        voor het innemen van een standplaats met kramen, tenten, wagens (waarop of van waaruit wordt verkocht), enz., per m1, per kalenderkwartaal:

        • -

          voor de woensdagmarkt: € 18,27;

        • -

          voor de zaterdagmarkt: € 26,57;

      • -

        voor losse uitstallingen, bloemen, groenten, enz., per m1, per kalenderkwartaal:

        • -

          voor de woensdagmarkt: € 17,23;

        • -

          voor de zaterdagmarkt: € 25,53;

    • b.

      voor vergunningshouders van een dagplaats als bedoeld in artikel 3, lid 1, van de Marktverordening Wageningen 2017:

      • -

        voor het innemen van een standplaats met kramen, tenten, wagens (waarop of van waaruit wordt verkocht), enz., per m1, per keer:

        • -

          voor de woensdagmarkt: € 1,40;

        • -

          voor de zaterdagmarkt: € 2,05;

      • -

        voor losse uitstallingen, bloemen, groenten, enz., per m1, per keer:

        • -

          voor de woensdagmarkt: € 1,33;

        • -

          voor de zaterdagmarkt: € 1,96;

    • c.

      voor een standwerkersplaats als bedoeld in artikel 3, lid 4, van de Marktverordening Wageningen 2017, per m2 ingenomen ruimte, per keer:

      • -

        voor de woensdagmarkt: € 1,33;

        met een minimum van: € 7,94;

      • -

        voor de zaterdagmarkt: € 1,96;

        met een minimum van: € 11,81.

  • 2.

    Het tarief bedraagt ter zake van:

    • a.

      een nieuwe inschrijving op de wachtlijst voor een vaste standplaats op de Wageningse weekmarkt: € 12,75;

    • b.

      de verlenging van de inschrijving als bedoeld onder a. voor de periode van één kalenderjaar: € 6,35;

    • c.

      het leveren van elektriciteit (stroom), per marktdag of een gedeelte daarvan:

      • 1.

        voor een koel- of bakwagen of een verkoopwagen met een vergelijkbaar stroomverbruik:

        • -

          voor de woensdagmarkt: € 4,35;

        • -

          voor de zaterdagmarkt: € 7,25;

      • 2.

        voor een verkoopwagen die niet onder 1. valt:

        • -

          voor de woensdagmarkt: € 3,40;

        • -

          voor de zaterdagmarkt: € 4,75;

      • 3.

        voor een kraam en alle overige middelen waarmee een vaste standplaats, dagplaats of standwerkersplaats ingenomen wordt:

        • -

          voor de woensdagmarkt: € 2,90;

        • -

          voor de zaterdagmarkt: € 4,25.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in voorgaande leden bedraagt het tarief voor promotionele activiteiten (promotiegeld):

    • a.

      voor vergunningshouders van een vaste plaats als bedoeld in artikel 3, lid 1, van de Marktverordening Wageningen 2017:

      • -

        voor het innemen van een standplaats met kramen, tenten, wagens (waarop of van waaruit wordt verkocht), enz., per vaste plaats, per m1, per kalenderkwartaal:

        • -

          voor de woensdagmarkt: € 5,30;

        • -

          voor de zaterdagmarkt: € 7,71;

      • -

        voor losse uitstallingen, bloemen, groenten, enz., per vaste plaats, per m1, per kalenderkwartaal:

        • -

          voor de woensdagmarkt: € 5,00;

        • -

          voor de zaterdagmarkt: € 7,41;

    • b.

      voor vergunningshouders van een dagplaats als bedoeld in artikel 3, lid 1, van de Marktverordening Wageningen 2017:

      • -

        voor het innemen van een standplaats met kramen, tenten, wagens (waarop of van waaruit wordt verkocht), enz., per dagplaats, per m1, per keer:

        • -

          voor de woensdagmarkt: € 0,41;

        • -

          voor de zaterdagmarkt: € 0,59;

      • -

        voor losse uitstallingen, bloemen, groenten, enz., per dagplaats, per m1, per keer:

        • -

          voor de woensdagmarkt: € 0,38;

        • -

          voor de zaterdagmarkt: € 0,57;

    • c.

      voor een standwerkersplaats als bedoeld in artikel 3, lid 4, van de Marktverordening Wageningen 2017, per standwerkersplaats, per m2 ingenomen ruimte, per keer:

      • -

        voor de woensdagmarkt: € 0,38;

        met een minimum van: € 2,31;

      • -

        voor de zaterdagmarkt: € 0,57;

        met een minimum van: € 3,43.

Artikel 4. Wijze van heffing

  • 1. Het marktgeld bedoeld in artikel 3, eerste en derde lid, wordt geheven door middel van een gedagtekende nota of ander schriftuur, waarop het verschuldigde wordt vermeld.

  • 2. Het marktgeld bedoeld in artikel 3, tweede lid, wordt geheven door middel van een mondelinge, dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 5. Abonnementstarief

  • 1. De marktgelden bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a en artikel 3, derde lid, onder a, kunnen bij wijze van abonnement voor een vol kalenderjaar worden geheven. Degene, die van deze gelegenheid gebruik maakt, is verschuldigd 80 procent van het marktgeld, berekend over 4 kwartalen.

  • 2. De marktgelden bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b en artikel 3, derde lid, onder b, kunnen bij wijze van abonnement voor een volle kalendermaand worden geheven. Degene, die van deze gelegenheid gebruik maakt, is verschuldigd vier maal het bedrag berekend per keer.

  • 3. Indien als gevolg van overmacht de belastingplichtige geen gebruik heeft kunnen maken van de standplaats, wordt in het geval van betaling bij wijze van abonnement, een evenredig deel van het abonnementsbedrag, berekend over het aantal volle kalendermaanden, gedurende welke de standplaats niet door hem/haar is gebruikt, aan de belastingplichtige terugbetaald.

Artikel 6. Tarieftoepassing

Voor de berekening van het recht wordt een gedeelte van een dag en van een strekkende dan wel een vierkante meter voor een gehele gerekend.

Artikel 7. Verschuldigdheid en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De rechten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, artikel 3, derde lid, onder a en artikel 5, eerste lid, zijn verschuldigd bij aanvang van het kalenderkwartaal, dan wel het kalenderjaar.

  • 2. Indien de vergunning voor het innemen van een vaste standplaats als bedoeld in artikel 3, lid 1 van de Marktverordening Wageningen 2017, in de loop van het kalenderkwartaal, dan wel het kalenderjaar, wordt verleend, zijn in afwijking van het eerste lid de in dat lid genoemde rechten verschuldigd vanaf de datum waarop deze vergunning is verleend.

  • 3. Indien de vergunning voor het innemen van een vaste standplaats, als bedoeld in artikel 3, lid 1 van de Marktverordening Wageningen 2017, in de loop van het kalenderkwartaal wordt verleend, bedragen de retributies, zoals bedoelt in artikel 3, eerste lid, onder a en artikel 3, derde lid, onder a, even zoveel derde gedeelten van de voor dat kwartaal verschuldigde retributie als er in dat kwartaal, vanaf de datum waarop voornoemde vergunning is verleend, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de vergunning voor het innemen van een vaste standplaats, als bedoeld in artikel 3, lid 1 van de Marktverordening Wageningen 2017, in de loop van het kalenderkwartaal wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel derde gedeelten van de op grond van artikel 3, eerste lid, onder a en artikel 3, derde lid, onder a voor dat kwartaal verschuldigde retributie als er in dat kwartaal, vanaf de datum waarop voornoemde vergunning is ingetrokken, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5. De rechten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b en c, artikel 3, derde lid, onder b en c en artikel 5, tweede lid, zijn verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening dan wel bij aanvang van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, welke voor het houden van markten is aangewezen.

  • 6. De rechten als bedoeld in artikel 3, tweede lid zijn verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.

Artikel 8. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de rechten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, artikel 3, derde lid, onder a en artikel 5, eerste lid, worden voldaan binnen zes weken na de dagtekening van de in artikel 4, eerste lid, bedoelde nota of ander schriftuur.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de rechten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b en c, artikel 3, derde lid, onder b en c en artikel 5, tweede lid, worden voldaan bij aanbieding van de in artikel 4, eerste lid, bedoelde nota of ander schriftuur.

  • 3. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, worden voldaan in geval de kennisgeving als bedoeld in artikel 4, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen acht dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 9 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Marktgeldverordening 2017 van 7 november 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als Marktgeldverordening 2020.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 9 december 2019

de voorzitter,

de griffier,