Regeling ontheffingen voetgangerszone centrum

Geldend van 01-04-2008 t/m heden

Intitulé

Regeling ontheffingen voetgangerszone centrum

Burgemeester en wethouders van Wageningen:

Gezien ons verkeersbesluit van 21 november 1997, nummer 97/17571, afdeling Opb, betreffende het instellen van een voetgangerszone in de Hoogstraat, de Markt, de Kerkstraat, de St. Annastraat, de Riemsdijkstraat, het gedeelte van de Rouwenhofstraat tussen de Hoogstraat en het aldaar gevestigde garagebedrijf, het gedeelte van de Beuningstraat tussen de Poststraat en de Hoogstraat, de Nieuwstraat, de Schuylensteeg, de Schoolstraat en het gedeelte van de Molenstraat tussen de Hoogstraat en de Herenstraat;

overwegende, dat hierin is aangegeven dat nadere regels ten aanzien van het verlenen van ontheffingen zullen worden opgesteld;

dat deze regeling daarin voorziet;

gelet op artikel 149 van de Wegenverkeerswet juncto artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990;

Besluit

vast te stellen de volgende "Regeling ontheffingen voetgangerszone centrum".

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • a.

    Voertuig

    Fiets, bromfiets, motorvoertuig, wagen.

  • b.

    Gebied

    Wandelpromenades in het gedeelte van de binnenstad, zoals aangegeven op de bij deze regeling behorende kaart.

  • c.

    Ontheffing

    Een door ons afgegeven ontheffing krachtens welke het is toegestaan om met een voertuig het gebied buiten de venstertijden te betreden.

  • d.

    Ontheffinghouder

    De natuurlijke – of rechtspersoon aan wie de ontheffing is verleend.

  • e.

    Parkeren

    Het laten stilstaan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen.

  • f.

    Venstertijden

    Tijdvakken waarin de Hoogstraat en de Markt voor derden bereikbaar zijn met een voertuig teneinde de aldaar gevestigde bedrijven te kunnen bevoorraden. Deze venstertijden zijn als volgt vastgesteld: maandag tot en met zaterdag van 06.00 uur tot 11.00 uur, maandag tot en met donderdag van 18.00 uur tot 19.00 uur, vrijdag van 21.00 uur tot 22.00 uur en zaterdag van 17.00 uur tot 18.00 uur.

  • g.

    Taxivervoer

    Personenvervoer per auto tegen betaling, anders dan voor eenieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling.

  • h.

    Taxi

    Auto bestemd voor taxivervoer.

Artikel 2. Doel van de regeling

  • 1. Deze regeling is van toepassing op de afgifte van ontheffingen van verkeersmaatregelen inzake het voetgangersgebied in het centrum, zoals aangegeven met bord G7 uit bijlage II van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV).

  • 2. Ontheffingen worden afgegeven voor het berijden met voertuigen van voetgangerspromenades in het gebied teneinde de gelegenheid te geven zaken te laden en te lossen, dan wel

  • 3. Voor het berijden met voertuigen van voetgangerspromenades in het gebied teneinde de gelegenheid het voertuig te gebruiken bij het uitvoeren van werkzaamheden, dan wel in de directe omgeving van de werkzaamheden te parkeren, dan wel

  • 4. Voor het berijden met voertuigen van voetgangerspromenades in het gebied teneinde particuliere parkeergelegenheid, dan wel parkeergelegenheid voor vergunninghouders in het gebied te kunnen bereiken, dan wel

  • 5. Voor het berijden met voertuigen van voetgangerspromenades in het gebied en het opstellen van voertuigen op daartoe bestemde plaatsen in het gebied teneinde de gelegenheid te geven tot het instappen of uitstappen van personen, dan wel

  • 6. Voor het berijden en parkeren met een taxi van voetgangerspromenades in het gebied teneinde de gelegenheid te geven tot het instappen of uitstappen van personen na 18.00 uur.

Artikel 3. Te verlenen ontheffingen

  • 1. Een ontheffing als bedoeld in artikel 2, tweede lid, kan worden verleend aan:

    • a.

      leveranciers van aan bederf onderhevige goederen, welke niet over langere afstand door de buitenlucht mogen worden vervoerd en waarvan levering redelijkerwijs niet tijdens de venstertijden kan plaatsvinden, dan wel

    • b.

      waardetransporten met daartoe ingerichte voertuigen, dan wel

    • c.

      juweliers.

  • 2. Een ontheffing als bedoeld in artikel 2, derde lid, kan worden verleend aan:

    • a.

      huisartsen, verloskundigen en wijkverpleegkundigen die

      • -

        zijn gevestigd in het gebied, dan wel;

      • -

        (huis)bezoek dienen te plegen binnen het gebied, dan wel;

    • b.

      politie, brandweer en ambulancediensten, dan wel;

    • c.

      gemeentediensten welke voertuigen bezigen in de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak voor zover deze voertuigen in de onmiddellijke omgeving daarvan aanwezig dienen te zijn, dan wel;

    • d.

      nutsbedrijven welke voertuigen bezigen bij het verrichten van herstel-, onderhouds- of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden in het gebied, voor zover deze voertuigen voor het uitvoeren van die werkzaamheden in de onmiddellijke omgeving daarvan aanwezig dienen te zijn, dan wel;

    • e.

      bedrijven welke voertuigen bezigen bij het verrichten van herstel-, onderhouds- of daaraan gelijk te stellen werkzaamheden in het gebied, voor zover deze voertuigen voor het uitvoeren van die werkzaamheden in de onmiddellijke omgeving daarvan aanwezig dienen te zijn.

  • 3. Een ontheffing als bedoeld in artikel 2, vierde lid, kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een voertuig wanneer deze woont dan wel een beroep of bedrijf uitoefent in het gebied en bij zijn woning dan wel bedrijfspand de beschikking heeft over parkeerplaatsen op particulier terrein dan wel parkeerplaatsenvoor vergunninghouders;

  • 4. Een ontheffing als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, kan worden verleend aan:

    • a.

      rouw- en trouwstoeten voor ten hoogste 7 auto’s per gebeurtenis, dan wel

    • b.

      houders van een invalidenparkeerkaart ten behoeve van kerkbezoek.

  • 5. Een ontheffing als bedoeld in artikel 2, zesde lid, kan worden verleend aan de houder of eigenaar van een taxi;

    • a.

      Indien deze houder of eigenaar gevestigd is in het gebied, dan wel

    • b.

      Regelmatig passagiers in het gebied moeten laten instappen en uitstappen.

Artikel 4 Bevoegdheid college

Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Wageningen kan in geval van bijzondere omstandigheden, te zijner boordeling, van bovenstaande criteria afwijken.

Artikel 5 Geldigheid en geldigheidsduur van de ontheffing

  • 1. De ontheffingen, zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder b, worden verleend voor onbeperkte tijd.

  • 2. De ontheffingen, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a en b, derde lid en vijfde lid, worden voor één kalenderjaar verleend.

  • 3. De onhteffingen, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c, tweede lid, onder a, c, d en e en vierde lid, worden verleend voor de duur dat aan de ontheffing behoefte bestaat.

  • 4. Aan de onheffing kunnen zowel beperkingen worden verbonden

    • a.

      met betrekking tot de grootte van het gebied;

    • b.

      met betrekking tot de tijdvakken waarin de ontheffing van kracht is;

    • c.

      met betrekking tot de wijze waarop de ontheffinghouder zich in het gebied gedraagt.

Artikel 6 Gegevens ontheffing

  • 1. De ontheffing bevat in ieder geval de volgende gegevens

    • a.

      de periode en tijdvakken gedurende welke de ontheffing geldig is;

    • b.

      het (deel)gebied waarvoor de ontheffing geldig is;

    • c.

      de naam van de ontheffinghouder;

    • d.

      het kenteken van het voertuig waarvoor ontheffing is verleend;

    • e.

      een omschrijving van de verkeersregel of verkeersregels waarvoor de ontheffing van kracht is.

  • 2. Ontheffingen, zoals bedoeld in artikel 3, vijfde lid, bevatten daarnaast een vermelding van het inschrijvingsnummer van de ondernemersvergunning taxivervoer.

Artikel 7 Voorschriften

Aan de ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden:

  • a.

    het gebied dient via de daartoe bestemde toegangen te worden betreden en via de daartoe bestemde uitgangen te worden verlaten;

  • b.

    voetgangers en overige verkeersdeelnemers mogen niet zodanig worden gehinderd, dat zij in gevaar worden gebracht;

  • c.

    er mag slechts stapvoets worden gereden;

  • d.

    de ontheffinghouder is aansprakelijk vooralle schade, die door het gebruikmaken van de ontheffing aan gemeente-eigendommen wordt veroorzaakt;

  • e.

    de ontheffinghouder vrijwaart de gemeente voor alle aanspraken en voor alle schade die het gevolg zijn van het gebruik maken van de ontheffing;

  • f.

    op eerste verordening van de in artikel 159 Wegenverkeerswet 1994 bedoelde personen dient de ontheffing behoorlijk ter inzage te worden afgegeven;

  • g.

    het bij de ontheffing behorende vignet dient bij het gebruikmaken van de ontheffing te allen tijde duidelijk zichtbaar achter de voorruit te worden aangebracht.

Artikel 8. Intrekking ontheffing

De ontheffing kan worden ingetrokken:

  • a.

    op verzoek van de ontheffinghouder;

  • b.

    wanneer de ontheffinghouder het (deel)gebied waarvoor de ontheffing is verleend, metterwoon verlaat of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt;

  • c.

    wanneer de ontheffinghouder niet meer voldoet aan de in artikel 3 van deze regeling genoemde voorwaarden;

  • d.

    wanneer de ontheffinghouder in strijd handelt met de ontheffing, dan wel aan de ontheffing verbonden voorschriften, hetgeen blijkt uit een binnen een termijn van drie maanden twee maal aan ontheffinghouder, dan wel een bestuurder van een aan een ontheffinghouder behorend voertuig, opgelegde kennisgeving van beschikking in het kader van de Wet op de Administratiefrechtelijke afdoening van verkeersvoorschriften;

  • e.

    in geval van bijzondere omstandigheden, ter beoordeling van het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Wageningen.

Artikel 9. Inwerkingtreding, overgangsregeling en citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 april 2008.

  • 2. Deze regeling vervangt de regeling van 24 november 1997, geregistreerd onder nummer 97/17601.

  • 3. Ontheffingen, zoals bedoeld in artikel 3, eerste tot en met vierde lid van deze regeling, behouden hun geldigheid;

  • 4. Ontheffingen, zoals bedoeld in artikel 3, vijfde lid van deze regeling (artikel 3, vierde lid onder a. in de vorige regeling), verliezen hun geldigheid en dienen opnieuw te worden aangevraagd.

  • 5. Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling ontheffingen voetgangerszone centrum 2008’.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Wageningen,

de secretaris

W.S.A. Franssen

de burgemeester

G.J.M. van Rumund

Ontheffingvoorwaarden taxi’s

Van

:

Burgemeester en Wethouders

Datum

:

18 januari 2008

Onderwerp

:

Beperkingen en voorwaarden ontheffing voetgangerszone centrum

Inleiding

De politie heeft bij de gemeente aangegeven dat de handhaving op met name taxibewegingen in het centrum na 18.00 ‘s avonds problemen geeft. Er zijn geen heldere regels ten aanzien van gewenst gedrag. Daarom is verzocht de regels nader aan te scherpen.

In overleg tussen politie, binnenstadsondernemers en gemeente is daarom in 2006 en 2007 gewerkt aan een herziening van het ontheffingenbeleid voor de voetgangerszone in het centrum. Dit heeft geleid tot een nieuwe regeling, die met name voor taxi’s mogelijkheden biedt om nadere regels te stellen en tegelijkertijd de bereikbaarheid en bruikbaarheid van de taxi’s te verbeteren.

Regeling ontheffingen

In de ‘Regeling ontheffingen voetgangerszone centrum’ (hierna te noemen: de regeling) is vastgelegd op welke wijze ontheffingen van het inrijverbod kunnen worden verleend en ingetrokken. Artikel 5 stelt, dat B&W nadere regels kunnen stellen aan de ontheffing. Deze ontheffingvoorwaarden dienen separaat te worden vastgesteld.

Voorwaarden en beperkingen

Ontheffingen op basis van artikel 5, lid 5 (taxivervoer) worden verstrekt onder de volgende voorwaarden:

1. Grootte van het gebied

  • 1.1

    De ontheffing is geldig in de volgende straten, zoals aangegeven op de bijgevoegde tekening:

    • a.

      Hoogstraat tussen Walstraat en Junusstraat;

    • b.

      Markt;

    • c.

      Riemsdijkstraat;

    • d.

      Rouwenhofstraat;

    • e.

      Junusstraat.

  • 1.2

    De ontheffing geldt niet voor alle andere straten die onder de regeling vallen, tenzij kan worden aangetoond dat hier een reiziger moet worden opgehaald of weggebracht.

2. Tijdvakken

  • 2.1

    De ontheffing is op zondag tot en met donderdag geldig tussen 18.30 uur ’s avonds en 06.00 uur van de volgende dag en op vrijdag tussen 21.30 uur ’s avonds en 06.00 uur van de volgende dag, behoudens de dagen dat het gebied is afgesloten voor verkeer in verband met evenementen, waarvoor door de gemeente een vergunning is verleend.

3. Gewenst gedrag

  • 3.1

    Het is verboden om gedurende de tijd, waarvoor ontheffing is verleend, binnen het gebied waarvoor ontheffing is verleend, hinder, gevaar of overlast te veroorzaken met een taxi.

  • 3.2

    Taxi’s, die niet gebruikt worden voor het direct laten in- en uitstappen van reizigers, worden op de Markt opgesteld, tussen de kerk en het gemeentehuis.

  • 3.3

    Het gebruik van geluidsapparatuur en communicatiemiddelen mag buiten de taxi niet hoorbaar zijn.

  • 3.4

    In het voetgangersgebied moet altijd stapvoets worden gereden.

  • 3.5

    Aanwijzingen van politie en andere tot het regelen van verkeer bevoegde personen moeten altijd meteen worden opgevolgd.

  • 3.6

    Het oprijden van de Markt geschiedt via de aansluiting van de Hoogstraat op het Emmapark.

  • 3.7

    Het verlaten van het voetgangersgebied geschiedt via de kortste route vanaf de locatie waar een reiziger is ingestapt of uitgestapt.

  • 3.8

    De ontheffing dient op verzoek van politie of anderszins bevoegden direct te worden getoond.

Toelichting

Artikel 1 regelt de grootte van het gebied waar een ontheffing voor taxivervoer geldt. Het taxivervoer in de avonduren binnen het gebied, is voornamelijk gericht op het vervoeren van bezoekers van horecagelegenheden. De daarvoor te gebruiken straten en pleinen zijn expliciet genoemd, om onnodige taxibewegingen in de overige straten te beperken. Met name de ervaren overlast in de Hoogstraat tussen de Junusstraat en de Bergstraat geeft hiertoe aanleiding

Omdat het in uitzonderingsgevallen kan voorkomen, dat een taxi nodig is voor vervoer in de straten, die niet zijn genoemd in het eerste lid, maakt het tweede lid het mogelijk om deze uitzonderingen toe te staan. De bewijslast voor noodzaak van het berijden van het gebied rust echter bij de taxibestuurder.

Artikel 2 van de voorwaarden regelt de tijden waarop de ontheffing van kracht is. Aangezien vóór 18.30 uur nog sprake is van veel winkelpubliek in het gebied, is het niet wenselijk, dat hier veelvuldig en structureel met voertuigen wordt gereden. De ontheffing geldt derhalve pas vanaf 18.30. Voor de vrijdagavond (koopavond) geldt 21.30 om dezelfde reden. Dit vanwege de gebruikelijke tijden waarop het horecabezoek begint.

Artikel 3 regelt de ‘gedragscode’ voor taxichauffeurs in het gebied. Naast de gebruikelijke verboden om hinder en/of gevaar te veroorzaken, is het ook expliciet verboden om overlast te veroorzaken. Hierbij dient te worden gedacht aan onder andere geluidsoverlast, stankoverlast en inschijnend licht van koplampen. Politie en anderszins bevoegden beoordelen in iedere situatie over de mate van overlast.

Het wachten van taxi’s op de Markt dient plaats te vinden tussen de Kerk en het gemeentehuis. Hier zijn de voertuigen zo ver mogelijk van woningen gesitueerd en is er voldoende overzicht om het aan- en afrijden met reizigers waar nodig te reguleren.

Geluidsapparatuur (radio’s, CD-spelers en andere installaties) alsmede communicatiemiddelen (mobilofoon, telefoons in car-kits) kunnen tot geluidsoverlast buiten het voertuig leiden. Bij geopende deuren en ramen van een taxi dient deze apparatuur te worden uitgeschakeld of op een laag volume te staan. Het stationair draaien van motoren is niet expliciet genoemd als geluidsoverlast. Ten eerste omdat bij moderne voertuigen de geluidsbelasting gering is. Ten tweede omdat in redelijkheid niet gevergd kan worden dat taxichauffeurs de voertuigen langdurig uitschakelen – leeglopende accu’s kunnen het werk onmogelijk maken en bij koud weer werkt de verwarming van het voertuig niet met uitgeschakelde motor.

Hoewel in artikel 7 van de regeling reeds wordt geëist dat binnen het gebied stapvoets gereden wordt, is het voor de duidelijkheid ook als beperking/voorwaarde aan de ontheffing verbonden.

Het spreekt voor zich dat aanwijzingen van politie of anderszins bevoegden (verkeersregelaars, bijzonder opsporingsambtenaren, etc.) direct moeten worden opgevolgd en boven alle andere (verkeers)regels gaan.

Om kris-krasbewegingen te voorkomen, moet het gebied via de aansluiting Hoogstraat/Emmapark worden ingereden. Als een reiziger is ingestapt of als een taxi voor een rit het gebied moet verlaten, dient hierbij de kortste route naar het Plantsoen of de Herenstraat te worden gekozen. Dit betekent dat Taxi’s gebruik mogen maken van de Junusstraat, Rouwenhofstraat en Riemsdijkstraat, alsmede de doorgang naar het Raadhuisplein. Het uitrijden van de Hoogstraat naar de Bergstraat is dus verboden.

Het spreekt voor zich dat de ontheffing altijd in het voertuig aanwezig moet zijn, zodat deze op verzoek van een daartoe bevoegd persoon kan worden getoond.