Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2011

Geldend van 17-02-2011 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2010

De raad van de gemeente Wageningen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders aan de raad van 21december 2010;

gelet op artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;

Besluit de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2011 vast te stellen.

Artikel 1 Aard van de belasting en belastbaar feit

Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarieven

  • 1.

    • a.

      de belasting bedraagt € 294,74 per perceel per belastingjaar;

    • b.

      indien dat perceel bij aanvang van de belastingplicht door één persoon wordt gebruikt, bedraagt, op aanvraag van de gebruiker, de belasting € 189,49 per perceel per belastingjaar;

    • c.

      indien dat perceel beschikt over meer dan één minicontainer voor restafval en/of meer dan één minicontainer voor groente-, fruit-en tuinafval (gft-afval), ongeacht door hoeveel personen het perceel wordt gebruikt, bedraagt de belasting per perceel per belastingjaar: € 294,74, verhoogd met € 176,89 voor de tweede en volgende minicontainer voor restafval en € 58,92 voor de tweede en volgende minicontainer voor gft-afval.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid, onder a, b en c, is het tarief, indien het belastingtijdvak een gedeelte van een kalenderjaar of gedeelten van kalenderjaren omvat, gelijk aan de som van zoveel 365e en in geval van een schrikkeljaar 366e delen van het voor het desbetreffende kalenderjaar geldende tarief als daarvan dagen behoren tot het belastingtijdvak.

Artikel 4 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Belastingtijdvak

  • 1. Het belastingtijdvak is in de gevallen waarin de heffing door middel van afrekeningen van Vitens plaatsvindt de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken belastingplichtige voor het desbetreffende belastingobject geldt.

  • 2. In andere gevallen dan in het eerste lid is het belastingtijdvak gelijk aan het belastingjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. Het recht wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de eindafrekening, inclusief specificatie, van Vitens. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de eindafrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt de voorschotnota van Vitens aangemerkt of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.

  • 2. De belasting kan zo nodig worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd met ingang van de dag, waarop het perceel in gebruik wordt genomen.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, is de belasting verschuldigd tot en met de laatste dag van het gebruik van het perceel.

  • 3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing, indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 4. Het tijdstip van ingebruikneming c.q. beëindiging van het gebruik, bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel, wordt bepaald aan de hand van de meldingsdatum door belastingplichtige aan Vitens dan wel bij gebreke hiervan, de datum van inschrijving in de Gemeentelijke Basis Administratie persoonsgegevens.

Artikel 8 Wijzigingen in de loop van het belastingtijdvak

  • 1. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar wijzigt en het perceel door meer dan één persoon wordt gebruikt, bedraagt de belasting zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingtijdvak verschuldigde vaste bedrag, zoals genoemd in artikel 3, lid 1, sub a, als er in dat belastingtijdvak, na wijziging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar wijzigt en het perceel door één persoon wordt gebruikt, bedraagt, op aanvraag van de gebruiker, de belasting zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingtijdvak verschuldigde vaste bedrag, zoals genoemd in artikel 3, lid 1, sub b, als er in dat belastingtijdvak, na wijziging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Termijnen en wijze van betaling

  • 1. Het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag moet worden voldaan tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de eindafrekening van Vitens moet worden voldaan, met dien verstande, dat de termijn van betaling ten minste vijf dagen na de dagtekening van de (voorschot)nota beloopt.

  • 2. Het recht dat wordt geheven bij wege van aanslag moet worden betaald binnen 6 weken na dagtekening zoals vermeld op het aanslagbiljet.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening afvalstoffenheffing 2010 van 30 november 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2011.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening afvalstoffenheffing 2011.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 7 februari 2011, voortgezet op 8 februari 2011,

de voorzitter,
de griffier,