Regeling vervallen per 06-12-2017

Verordening Nadeelcompensatie Centrum Noord

Geldend van 10-02-2005 t/m 05-12-2017

Intitulé

VERORDENING NADEELCOMPENSATIE CENTRUM NOORD

De Raad der gemeente Wassenaar;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 november 2004,

raadsvoorstel no. 04123;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 3:2 en 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht ;

Overwegende:

  • -

    dat als gevolg van de feitelijke uitvoering van project Centrum Noord door of vanwege de gemeente Wassenaar natuurlijke danwel rechtspersonen onevenredig financieel nadeel kunnen ondervinden dat redelijkerwijs niet of niet geheel te hunner laste behoort te blijven;

  • -

    dat dit mogelijke nadeel niet in alle gevallen op basis van bestaande wettelijke regelingen voor vergoeding van overheidswege in aanmerking komt;

  • -

    dat het daarom wenselijk is voorschriften vast te leggen met betrekking tot de inhoud, indiening en behandeling van verzoeken om vergoeding van nadeel welke het gevolg is van de feitelijke uitvoering van project Centrum Noord door of vanwege de gemeente Wassenaar;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wassenaar;

  • b.

    het project: de herontwikkeling van de locatie Centrum Noord, waartoe de gemeenteraad van Wassenaar heeft besloten op 5 april 2004 en welke omvatten:

A: deelplan Luifelbaan: het bouwen van een parkeerkelder, een supermarkt, winkels, horeca, 10 sociale huurwoningen, 28 vrije sector appartementen en een kiosk, zoals aangegeven op tekening VO-OO d.d. 04-12-2001, laatst gewijzigd

d.d. 12-01-2004 behorende bij de raamovereenkomst tussen Provastgoed Nederland B.V. en de gemeente Wassenaar, ondertekend d.d. 7-4-2004;

B: deelplan Langstraat: het bouwen van een parkeerkelder, bibliotheek, horeca, winkels en 30 vrije sector appartementen, zoals aangegeven op tekening 01177-V-01 d.d. 16-01-2004 behorende bij de raamovereenkomst tussen Provastgoed Nederland B.V. en de gemeente Wassenaar, ondertekend d.d. 7-4-2004;

C: de bodemsanering ten behoeve van deelplan Langstraat, zoals vastgelegd in bijlage 17 van de raamovereenkomst tussen Provastgoed Nederland B.V. en de gemeente Wassenaar, ondertekend d.d. 7-4-2004;

  • c.

    het verzoek: een verzoek om toekenning van nadeelcompensatie als bedoeld in artikel 3 van deze verordening of het verzoek om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8 van deze verordening;

  • d.

    de belanghebbende: een natuurlijke of rechtspersoon die een verzoek indient ingevolge artikel 3 of 8 van deze verordening;

  • e.

    het nadeel: de tijdelijke schade die een direct gevolg is van de rechtmatige en feitelijke uitvoering van het project Centrum Noord;

  • f.

    de deskundige: de door het college aan te wijzen onafhankelijk deskundige op het gebied van nadeelcompensatie.

Artikel 2 Recht op nadeelcompensatie

  • 1. Iedere belanghebbende die rechtstreeks door de feitelijke uitvoering van het project nadeel ondervindt welke redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven kan bij het college een verzoek om nadeelcompensatie indienen.

  • 2. Het college kent nadeelcompensatie toe naar billijkheid, voor zover het nadeel het rechtstreekse gevolg is van de feitelijke uitvoering van het project, voor zover het nadeel redelijkerwijs niet of niet geheel te zijner laste behoort te blijven en voor zover vergoeding van het nadeel niet of niet voldoende anderszins verzekerd is.

  • 3. De vergoeding kan in geld of, indien dat naar het oordeel van het college geschikter is, op andere wijze plaatsvinden. Indien de nadeelcompensatie plaatsvindt op een andere wijze dan in geld, gaat de waarde van deze compensatie de hoogte van de anders op hetzelfde verzoek uit te keren nadeelcompensatie in geld niet te boven.

Artikel 3 Het verzoek om nadeelcompensatie

  • 1. Het verzoek om nadeelcompensatie kan niet eerder dan zes maanden na, doch niet later dan twee jaar na de eindoplevering van het project worden ingediend bij het college. Indien een verzoek na het verstrijken van deze termijn wordt ingediend, blijft niet ontvankelijkheid achterwege, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de belanghebbende in verzuim is geweest.

  • 2. Bij indiening van het verzoek dient belanghebbende gebruik te maken van het, door het college vast te stellen, aanvraagformulier.

  • 3. Indien naar het oordeel van het college niet of onvoldoende gegevens zijn verstrekt om het verzoek te beoordelen, wordt belanghebbende in de gelegenheid gesteld het verzuim te herstellen binnen een termijn van vier weken na verzending van de brief waarin op het verzuim is gewezen. Indien het verzuim niet tijdig is hersteld, kan het verzoek buiten behandeling worden gelaten.

  • 4. Gegevens die worden verstrekt in verband met een verzoek zullen door alle betrokkenen vertrouwelijk worden behandeld.

  • 5. Het college bevestigt de ontvangst van het verzoek uiterlijk binnen twee weken na ontvangst daarvan. Bij de ontvangstbevestiging wordt belanghebbende in kennis gesteld van de te volgen procedure en de termijnen waarbinnen een beslissing dient te worden genomen.

Artikel 4 De procedure met advies deskundige.

  • 1. Een verzoek wordt door het college binnen vier weken na ontvangst, danwel binnen vier weken nadat het verzoek is aangevuld op basis van artikel 3, behoudens toepassing van artikel 7, ter advisering voorgelegd aan de deskundige.

  • 2. De deskundige stelt binnen zes weken na ontvangst van het verzoek van het college om advies als bedoeld in het eerste lid zowel de belanghebbende als het college in de gelegenheid zijn zienswijzen naar keuze schriftelijk of mondeling naar voren te brengen.

  • 3. Zowel belanghebbende als het college verschaft de deskundige, voor zover zij daarover redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen, alle gegevens en bescheiden die voor advisering nodig zijn.

  • 4. De deskundige kan inlichtingen inwinnen bij derden en kan een bezichtiging ter plaatse houden.

Artikel 5 Het advies van de deskundige

  • 1. Alvorens de deskundige zijn definitieve advies aan het college opstelt, maakt hij een conceptadvies. Dit conceptadvies wordt uiterlijk binnen twaalf weken na de toelichtingen als bedoeld in artikel 4 lid 2 aan de belanghebbende en aan het college gezonden.

  • 2. De deskundige kan de in het eerste lid genoemde termijn eenmaal met ten hoogste zes weken verlengen. De deskundige deelt de belanghebbende en het college schriftelijk en gemotiveerd mede waarom de termijn wordt verlengd.

  • 3. De belanghebbende en het college maken hun eventuele zienswijzen tegen het conceptadvies binnen zes weken na de datum van verzending daarvan schriftelijk aan de deskundige bekend.

  • 4. De deskundige zendt zijn definitieve advies met inachtneming van de in het vorige lid bedoelde zienswijzen binnen 4 weken na het verstrijken van de in het vorige lid genoemde termijn toe aan de belanghebbende en aan het college.

  • 5. In het advies dient de deskundige aan te geven:

    • a.

      of belanghebbende nadeel heeft geleden c.q. nog zal lijden ten gevolge van het bouwproject;

    • b.

      of belanghebbende dit nadeel redelijkerwijs had kunnen voorkomen c.q. had kunnen beperken;

    • c.

      of, en zo ja in welke mate, belanghebbende kosten heeft moeten maken voor schadevoorkomende en/of –beperkende maatregelen, die voor vergoeding in aanmerking komen;

    • d.

      of het nadeel niet of niet voldoende via een andere regeling c.q. verzekering kan worden gecompenseerd;

    • e.

      of, en zo ja in welke mate, dit nadeel redelijkerwijs ten laste moet komen van de gemeente dan wel ten laste van de belanghebbende behoort te blijven;

    • f.

      of, en zo ja voor welk bedrag, belanghebbende kosten heeft moeten maken voor het indienen en onderbouwen van zijn verzoek, die voor vergoeding in aanmerking komen;

    • g.

      of, en zo ja op welke wijze c.q. voor welk bedrag, belanghebbende dient te worden gecompenseerd.

  • 6. De kosten van het advies van de deskundige komen volledig ten laste van de gemeente.

Artikel 6 De beslissing op het verzoek

  • 1. Het college neemt uiterlijk zes weken na ontvangst van het definitieve advies van de deskundige een besluit op het verzoek van belanghebbende.

  • 2. De in het eerste lid genoemde termijn kan door de het college éénmaal met ten hoogste zes weken worden verlengd.

Artikel 7 De vereenvoudigde procedure zonder advies deskundige

  • 1. Het college kan een verzoek om nadeelcompensatie zonder advies van de deskundige, binnen twaalf weken na ontvangst van het verzoek af- of toewijzen, indien blijkt dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk gegrond dan wel kennelijk ongegrond is.

  • 2. De in het eerste lid genoemde termijn kan door het college éénmaal met ten hoogste twaalf weken worden verlengd.

Artikel 8 Voorlopige voorziening

  • 1.

    Het college kan op verzoek van een belanghebbende, die naar redelijkerwijs valt te verwachten in aanmerking komt voor nadeelcompensatie en die een spoedeisend belang heeft, vooruitlopend op zijn besluit als bedoeld in de artikelen 6 of 7 besluiten een voorlopige voorziening te treffen.

  • 2.

    Een verzoek om een voorlopige voorziening kan worden ingediend vanaf de start van het bouwproject.

  • 3.

    Met het besluit als bedoeld in het eerste lid wordt geen recht op nadeelcompensatie erkend of verleend.

  • 4.

    Indien de voorlopige voorziening van financiële aard is, dient belanghebbende, alvorens het voorschot wordt uitgekeerd, schriftelijk de verplichting te aanvaarden het eventueel te veel of ten onrechte ontvangen bedrag terug te betalen indien blijkt dat:

a. op grond van het besluit van het college omtrent het verzoek om nadeelcompensatie en de bij dat besluit behorende gegevens blijkt dat het voorschot geheel of gedeeltelijk ten onrechte is verstrekt.

b. op grond van nieuwe gegevens blijkt dat de getroffen voorlopige voorzieningen geheel of gedeeltelijk ten onrechte is getroffen.

  • 5.

    Terugbetaling als bedoeld in het vierde lid van dit artikel dient te geschieden vermeerderd met de wettelijke rente conform art. 6:120 BW vanaf de dag dat de belanghebbende over het bedrag heeft kunnen beschikken.

  • 6.

    Bij het treffen van een voorlopige voorziening in de vorm van een voorschot kan het college een zekerheidsstelling verlangen in de vorm van een hypotheek of een bankgarantie.

  • 7.

    Een ingediend verzoek om een voorlopige voorziening zal, als de periode van indiening van een verzoek om nadeelcompensatie ingegaan is, tevens worden aangemerkt als een verzoek om nadeelcompensatie en als zodanig in behandeling worden genomen.

Artikel 9 Hardheidsclausule.

Indien een strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot een onmiskenbare onredelijke situatie c.q. besluit voor de belanghebbende, kan het college afwijken van het in deze verordening bepaalde.

Artikel 10 Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van de termijn van zes weken na de datum waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 11 Citeertitel.

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening Nadeelcompensatie Centrum Noord".

Ondertekening

Wassenaar, 22 november 2004

De Raad voornoemd,

de Griffier, de Voorzitter,