Regeling vervallen per 16-12-2021

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Wassenaar houdende regels over het burgerinitiatief (Verordening op het burgerinitiatief gemeente Wassenaar)

Geldend van 03-06-2020 t/m 15-12-2021

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Wassenaar houdende regels over het burgerinitiatief (Verordening op het burgerinitiatief gemeente Wassenaar)

De raad van de gemeente Wassenaar, gezien het initiatiefvoorstel van GroenLinks, gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

B E S L U I T

vast te stellen de

VERORDENING op het burgerinitiatief gemeente Wassenaar

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

1.1

burgerinitiatief:

het verzoek van een initiatiefgerechtigde om een punt op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen en de inhoud te verdedigen;

1.2

indiener:

degene die het burgerinitiatief indient;

1.3

verzoek:

óf een uitgewerkt voorstel aan de raad waarover hij besluit, óf een omschreven onderwerp op basis waarvan de raad een voorstel formuleert waarover hij besluit;

1.3

raad:

de raad van de gemeente Wassenaar;

1.4

college:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wassenaar.

Artikel 2: Initiatiefgerechtigd

  • 2.1 Initiatiefgerechtigd is degene die ingezetene van Wassenaar is en de leeftijd van 16 jaar of

    ouder heeft bereikt.

  • 2.2 De dag van indiening van het burgerinitiatief is bepalend voor de beoordeling van de vereisten voor het initiatiefgerechtigd zijn.

Artikel 3: Geldigheid

De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering indien een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek heeft ingediend.

Het verzoek is niet geldig indien het verzoek:

  • 3.1

    gericht is op het eigen belang van één of enkele personen;

  • 3.2

    gericht is op financieel belang of een voorstel betreft met winstoogmerk ten behoeve van één

    of meer initiatiefgerechtigden;

  • 3.3

    een onderwerp bevat als bedoeld in artikel 4;

  • 3.4

    niet voldoet aan de voorwaarden, zoals gesteld in artikel 5.

Artikel 4: Uitgesloten onderwerpen

Het burgerinitiatief heeft geen betrekking op:

  • 4.1

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • 4.2

    uitvoering van besluiten van een hoger bestuursorgaan waarover de raad niet bevoegd is;

  • 4.3

    vaststelling, wijziging of goedkeuring van de begroting en jaarrekening of belastingen en tarieven;

  • 4.4

    benoeming of functionering van personen;

  • 4.5

    handelingen en gedragingen van leden van het college of de raad of van ambtenaren waartegen een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend of van een door de gemeenteraad of het college vastgestelde klachtenregeling;

  • 4.6

    onderwerpen waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht openstaat of heeft opengestaan;

  • 4.7

    onderwerpen waarover de burgerlijke rechter is gevraagd een oordeel uit te spreken of heeft uitgesproken;

  • 4.8

    een onderwerp waarover de raad in de twee voorafgaande jaren voor indiening van het burgerinitiatief een besluit heeft genomen;

  • 4.9

    onderwerpen die overwegend zijn gericht op het eigen belang van de indiener of enkele andere persoon.

Artikel 5: Het verzoek

  • 5.1 Het burgerinitiatief dient te worden ingediend door tenminste 100 initiatiefgerechtigden.

  • 5.2 De indiener dient het verzoek in bij de voorzitter van de raad.

  • 5.3 Het verzoek is opgesteld conform het Model verzoek burgerinitiatief gemeente Wassenaar – zie bijlage.

Artikel 6: Beoordeling van het verzoek

  • 6.1 Na ontvangst van een burgerinitiatief bericht de voorzitter van de raad terstond schriftelijk de raad.

  • 6.2 Op voorstel van de voorzitter van de raad beslist de raad in de eerstvolgende vergadering na ontvangst van het burgerinitiatief over de geldigheid ervan, met dien verstande dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag waarop het burgerinitiatief is ingediend en de dag van de vergadering waarin over het burgerinitiatief wordt beslist.

  • 6.3 De termijn van twee weken is exclusief de perioden van reces, tenzij een dringende reden – ter beoordeling aan de raad – zich hier tegen verzet.

  • 6.4 Indien een burgerinitiatief niet voldoet aan de eisen zoals bedoeld in artikel 5 stelt de raad de indiener in staat om binnen drie weken de vastgestelde gebreken te herstellen.

  • 6.5 De voorzitter van de raad informeert de indiener schriftelijk over het besluit van de raad.

Artikel 7: Inhoud van het burgerinitiatief

Het verzoek bevat ten minste:

  • 7.1

    een precieze formulering van het voorstel of omschrijving van het onderwerp;

  • 7.2

    een toelichting op het voorstel of onderwerp;

  • 7.3

    de achternaam en voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de indiener.

Artikel 8: Behandeling en beraadslaging

  • 8.1 De voorzitter van de raad nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd.

  • 8.2 De indiener of zijn vervanger heeft de gelegenheid om zijn voorstel mondeling toe te lichten en deel te nemen aan de beraadslaging in de raad – de besluitvorming is voorbehouden aan de gekozen leden van de raad.

  • 8.3 Alvorens te beslissen kan de raad het burgerinitiatief om advies voorleggen aan een door haar in te stellen werkgroep of aan het college.

  • 8.4 De werkgroep of het college brengt binnen acht weken advies uit aan de raad, waarna deze op de gebruikelijke wijze besluit. De duur van enig reces valt buiten de termijn van acht weken, tenzij een dringende reden, ter beoordeling aan de raad, zich hiertegen verzet.

  • 8.5 De raad kan de termijn van acht weken één maal met acht weken verlengen, onder opgave van redenen.

  • 8.6 Het besluit van de raad over het voorstel wordt op de gebruikelijke wijze openbaar gemaakt.

  • 8.7 De voorzitter van de raad informeert de indiener over het besluit.

Artikel 9: Verslaglegging

De voorzitter van de raad doet in burgerjaarverslag verslag over de werking van het burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 10: Evaluatie

  • 10.1 De raad evalueert deze verordening een jaar na haar inwerkingtreding.

  • 10.2 De raad past deze verordening, na evaluatie, desgewenst aan.

Artikel 11: Overige bepalingen

  • 11.1 De verordening heet Verordening op het burgerinitiatief gemeente Wassenaar.

  • 11.2 De raad beslist in gevallen waarin de verordening niet voorziet.

  • 11.3 De verordening treedt na de bekendmaking in werking.

Ondertekening

Wassenaar, 6 februari 2006,

De raad voornoemd,

de griffier
de voorzitter

Bijlage: Model Verzoek burgerinitiatief gemeente Wassenaar

Verzoek burgerinitiatief gemeente Wassenaar

Ondergetekende verzoekt het volgende voorstel/onderwerp op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen

<titel voorstel/onderwerp>

..............................................................................................................................................

..............................................................................................................................................

..............................................................................................................................................

..............................................................................................................................................

Toelichting voorstel/onderwerp

..............................................................................................................................................

..............................................................................................................................................

..............................................................................................................................................

..............................................................................................................................................

..............................................................................................................................................

Naam ...................................................................................................................................

Eerste voornaam en verdere voorletters ..............................................................................

Geboortedatum ....................................................................................................................

Adres ...................................................................................................................................

Postcode ...................................

Woonplaats ...........................................................

 Wassenaar, ………. - ………. - ……….

…………..

Handtekening

Toelichting artikelsgewijs op de Verordening op het burgerinitiatief

Algemeen

De Verordening op het burgerinitiatief biedt het kader waarbinnen burgers eigen initiatieven op de agenda van de raadsvergadering kunnen plaatsen en verdedigen.

De verordening is referendabel.

Artikel 1

Het voorstel kiest voor een ruime definitie van het begrip burgerinitiatief. Zowel uitgewerkte voorstellen als omschreven onderwerpen passen binnen het burgerinitiatief.

De Algemene Wet Bestuursrecht, Awb, definieert belanghebbende in artikel 1.2. als volgt: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Het burgerinitiatief heeft betrekking op een voorstel of onderwerp. Van een besluit is – nog – geen sprake. Daarom wijkt de definitie af van die in de Awb Deze is echter wel geformuleerd naar analogie ervan.

Artikel 2

Ingezetenen en andere belanghebbenden hebben het recht van burgerinitiatief. De ruime groep van initiatiefgerechtigden sluit goed aan bij hen aan wie het recht van inspreken is toegekend – in zekere zin is het recht van burgerinitiatief een stap verder dan het recht van inspreken.

Om die reden is ervan afgezien om een leeftijdgrens vast te stellen. Voor een nadere argumentering zij verwezen naar 3.2. van de inleiding op het initiatiefvoorstel.

Artikel 3

De verordening sluit bepaalde onderwerpen uit van het burgerinitiatief, zoals onderwerpen waarvoor de raad niet bevoegd is. Het is duidelijk dat het weinig zinvol is om hiervoor het burgerinitiatief open te stellen.

Dat geldt ook de financiële huishouding van de gemeente – begroting en begrotingswijzigingen en jaarrekening – die aan strikte bepalingen en regelingen gebonden is en die de raad ter goedkeuring aan de provincie dient voor te leggen.

De verordening sluit eveneens onderwerpen uit waarvoor beroepsprocedures zijn vastgesteld of zaken die onder de rechter zijn of waarover de rechter zich heeft uitgesproken. Dat geldt ook onderwerpen waarover de raad recent – gekozen is voor een termijn van twee jaar – een besluit genomen heeft. Zorgvuldigheid van bestuur en continuïteit van beleid vereisen dit.

Artikel 4

Uit praktisch oogpunt kiest de verordening ervoor dat de indiener zijn verzoek indient bij de voorzitter van de raad. Deze informeert de raad hierover onverwijld.

Het verzoek van het burgerinitiatief is opgesteld volgens een model. Niet om onnodig barrières op te werpen, wel om het verzoek snel en zorgvuldig te kunnen beoordelen en een effectieve behandeling van het burgerinitiatief te bevorderen.

Artikel 5

De raad stelt vast of aan de vormvereisten is voldaan. Dit vergt tijd. De termijn dient kort te zijn, doch voldoende lang om het burgerinitiatief zorgvuldig te kunnen beoordelen.

Artikel 6

De raad kan besluiten om een burgerinitiatief waarvoor zij niet, doch het college wel, bevoegd is, door te sturen naar het college en het college te verzoeken ter zake te besluiten.

In geval de raad oordeelt dat nader onderzoek nodig of gewenst is, kan zij een werkgroep hiermee belasten en deze vragen een advies uit te brengen. De raad kan de indiener benoemen tot lid van de werkgroep. De werkgroep is gerechtigd derden met een onderzoek te belasten of om advies te vragen.

Artikel 7

De inspraakverordening is van toepassing op burgerinitiatieven. In geval het onderwerp valt binnen de inspraakverordening dient de inspraakprocedure te zijn afgerond, alvorens de raad een besluit kan nemen.

Artikel 8, 9 en 10

De procedure die enig burgerinitiatief doorloopt, dient met de grootst mogelijke openheid gepaard te gaan. Daarom houdt de voorzitter van de raad de indiener op de hoogte en maakt besluiten ter zake op de gebruikelijke wijze openbaar.

Hierin past ook dat de burgemeester in het burgerjaarverslag ingaat op ingediende verzoeken van burgerinitiatieven en dat de raad, in elk geval na een jaar, de verordening evalueert en zonodig herziet.

Antoon Claassen

Fractievoorzitter GroenLinks

Wassenaar, 10 januari 2006