Regeling vervallen per 30-06-2015

Beleidsregels intrekken bouwvergunningen gemeente Wassenaar

Geldend van 16-06-2010 t/m 29-06-2015

Intitulé

Beleidsregels intrekken bouwvergunningen gemeente Wassenaar

Beleidsregels intrekken bouwvergunningen Gemeente Wassenaar

Inhoudsopgave

Aanhef

Artikel 1 Intrekkingsregeling bij uitblijven aanvang bouw

Artikel 2 Intrekkingsregeling bij stilliggen bouwwerkzaamheden

Artikel 3 Gunnen ruimere termijn voor start of herstart bouwwerkzaamheden

Artikel 4 Intrekken na toekenning ruimere termijn

Artikel 5 Procedure tot intrekking van de bouwvergunning

Artikel 6 Uitsluiting overige intrekkingsgronden

Artikel 7 Hardheidsclausule

Artikel 8 Slotbepaling

Het college van burgemeester en wethouders van Wassenaar

Besluit

vast te stellen de volgende

Beleidsregels intrekken bouwvergunningen gemeente Wassenaar

Gelet op artikel 59, lid 1 onder c en d van de Woningwet (Ww) en artikel 4.1. van de Wassenaarse bouwverordening en het bepaalde in de artikelen 1:3, lid 4, 4:81 tot en met 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 1 Intrekkingsregeling bij niet-tijdige start van bouwwerkzaamheden

  • 1. Van de bevoegdheid tot het intrekken van de bouwvergunning wordt in een situatie als bedoeld in artikel 4.1, aanhef en onder a, van de Wassenaarse bouwverordening in ieder geval gebruik gemaakt indien zich urgente en zwaarwegende planologische belangen voordoen.

  • 2. Doen zich geen urgente en zwaarwegende planologische belangen voor, dan zal na 104 weken na het onherroepelijk worden van de verleende vergunning gebruik worden gemaakt van de in het eerste lid genoemde bevoegdheid.

  • 3. Onder ’urgente en zwaarwegende planologische belangen’ wordt een situatie verstaan waarbij voor het gebied waarbinnen het vergunde object is gesitueerd een bestemmingsplan in voorbereiding is en het vergunde object niet in overeenstemming is met dit toekomstig planologisch kader. Hierbij moet ten minste sprake zijn van een ontwerpbestemmingsplan dat op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening ter inzage is gelegd en is bekend gemaakt.

  • 4. Als er een zienswijze is ingediend, wordt bekeken of de ingediende zienswijze aanleiding geeft tot het gunnen van een ruimere termijn als bedoeld in het eerste en tweede lid.

  • 5. De termijn bedoeld in het vierde lid wordt naar redelijkheid en in het licht van het concrete geval bepaald, maar zal niet meer bedragen dan 156 weken na het onherroepelijk worden van de verleende bouwvergunning.

Artikel 2 Intrekkingsregeling bij tussentijdse staking van bouwwerkzaamheden

  • 1. Van de bevoegdheid tot het intrekken van de bouwvergunning wordt in een situatie als bedoeld in artikel 4.1, aanhef en onder b, van de Wassenaarse bouwverordening te allen tijde gebruik gemaakt.

  • 2. Als er een zienswijze is ingediend, wordt bezien of de ingediende zienswijze aanleiding geeft tot het gunnen van een termijn waarbinnen weer gestart moet worden met bouwwerkzaamheden.

  • 3. De termijn bedoeld onder in tweede lid wordt naar redelijkheid en in het licht van het concrete geval bepaald, maar zal niet meer bedragen dan 52 weken.

Artikel 3 Gunnen ruimere termijn voor start of herstart bouwwerkzaamheden

In de volgende situaties is sprake van een concreet geval waarvoor een ruimere termijn kan worden gegund als bedoeld in artikel 1, lid 5, en artikel 3, lid 3, van deze beleidsregels:

  • a.

    De vergunninghouder met concrete documenten (geaccepteerde offerte van een bouwondernemer, facturen van bestelde bouwmaterialen of hiermee gelijk te stellen documenten) zijn intentie tot starten met de bouw kan aantonen;

  • b.

    De vergunninghouder persoonlijke omstandigheden aanvoert, bijvoorbeeld een sterfgeval of ziekte in de familie, welke aantoonbaar tot uitstel van de bouwwerkzaamheden hebben geleid. Een ruimere termijn wordt enkel gegund indien de persoonlijke omstandigheid zich niet meer dan 26 weken voor de start van de intrekkingsprocedure heeft voorgedaan of deze op dat moment nog voortduurt.

Artikel 4 Intrekken na toekenning ruimere termijn

Indien er binnen de in artikel 1, lid 5 en artikel 2, lid 3, van deze beleidsregels gestelde ruimere termijn geen start of herstart is gemaakt met de bouwwerkzaamheden, wordt de verleende bouwvergunning ingetrokken.

Artikel 5 Procedure tot intrekking van de bouwvergunning

  • 1. Voordat een bouwvergunning wordt ingetrokken, zullen belanghebbenden conform het bepaalde in artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid worden gesteld binnen vier weken een zienswijze naar voren te brengen.

  • 2. Het college neemt binnen acht weken na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde zienswijze een besluit.

Artikel 6 Uitsluiting overige intrekkingsgronden

Deze beleidsregels laten de besluitvorming omtrent de overige in artikel 59 van de Woningwet opgenomen intrekkingsgronden onverlet.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Er wordt volgens deze beleidsregels gehandeld tenzij dat voor belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.

Artikel 8 Slotbepaling

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking op 16 juni 2010

  • 2. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ’Beleidsregels intrekken bouwvergunningen gemeente Wassenaar’.

Toelichting

In artikel 59, lid 1 van de Woningwet (Ww) is voor het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid vastgelegd om een bouwvergunning geheel of gedeeltelijk in te trekken. Dit kan wanneer er niet binnen de in de bouwverordening gestelde termijn een begin is gemaakt met de bouwwerkzaamheden (lid 1 sub c) en wanneer de bouwwerkzaamheden langer dan de in de bouwverordening bepaalde termijn hebben stilgelegen (lid 1 sub d). Voor de andere situaties zoals beschreven in artikel 59, lid 1 Ww in een uitwerking in beleidsregels niet noodzakelijk.

Artikel 4.1 van bouwverordening van de gemeente Wassenaar heeft betrekking op de intrekking van een bouwvergunning bij niet tijdige start of tussentijdse staking van bouwwerkzaamheden.

Burgemeester en wethouders kunnen een bouwvergunning geheel of gedeeltelijk intrekken wanneer:

  • a.

    binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van de bouwvergunning geen begin met de bouwwerkzaamheden is gemaakt;

  • b.

    tussen het begin en het einde van de bouwwerkzaamheden deze werkzaamheden langer dan een aaneengesloten periode van 26 weken stilliggen.

Het is wenselijk gebleken deze bevoegdheid concreet uit te werken in een beleidsregels en een actief intrekkingsbeleid te hanteren.

In deze beleidsregels zijn richtlijnen opgenomen met betrekking tot de procedure die wordt doorlopen en moet leiden tot het intrekken van (oude)bouwvergunningen. Hiermee wordt voorkomen dat aan ’verouderde’ bouwplannen, die mogelijk niet meer voldoen aan de op dat moment geldende voorschriften (Bouwbesluit, bouwverordening), uitvoering wordt gegeven. Onder andere eisen ten aanzien van brandveiligheid en constructieve veiligheid worden in de loop van de jaren aangescherpt om onveilige situaties zo veel mogelijk te voorkomen.

Met de beleidsregels wordt ook een stukje rechtszekerheid en rechtsgelijkheid gecreëerd voor betrokken partijen en belanghebbenden, omdat iedereen weet wanneer een niet uitgevoerde bouwvergunning door het college wordt ingetrokken.

Tevens kan het bijdragen aan een goede ruimtelijke ordening, met name bij veranderde planologische inzichten.

Tot slot is dit beleid wenselijk vanuit het oogpunt van de BGR (Basis Gebouwen Registratie). In de BGR worden gegevens en brondocumenten (in dit geval bouwvergunningen) vastgelegd van onder andere panden en verblijfsobjecten. Het verlenen van een bouwvergunning kan leiden tot het ontstaan van een nieuw pand of verblijfsobject of de uitbreiding daarvan. Vanaf het moment dat de bouwvergunning wordt verleend, worden de (voorlopige) gegevens van een nieuw of gewijzigd pand en/of verblijfsobject vastgelegd in de BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen). Het betreft gegevens als de nummeraanduiding (huisnummer), het bouwjaar, het gebruiksdoel, de gebruiksoppervlakte en de geometrie. In de BGR wordt ook de levensloop van pand en/of het verblijfsobject vastgelegd. Deze levensloop start bij het afgeven van de bouwvergunning.

Om te waarborgen dat de meest actuele gegevens in de BAG worden vastgelegd heeft het de voorkeur eerder opgenomen voorlopige gegevens uit de BAG te verwijderen op het moment dat duidelijk wordt dat een verleende bouwvergunning niet wordt geëffectueerd. De actualiteit wordt gewaarborgd door het vaststellen van en actief uitvoering geven aan intrekkingsbeleid, ten aanzien van ’oude’ bouwvergunningen.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Dit artikel bepaalt dat, indien er geen ’urgente en zwaarwegende planologische belangen’ zijn, een bouwvergunning waarvan geen gebruik is gemaakt na 104 weken na het onherroepelijk worden van de verleende bouwvergunning, wordt ingetrokken.

De termijn van 104 weken is tot stand gekomen, rekeninghoudend met diverse aspecten die invloed kunnen hebben op het bouwproces. Hierbij kan worden gedacht aan:

  • -

    De planning van de bouw (moment vergunningverlening, aanvraag offertes, de keuze van en de planning van de aannemer;

  • -

    Vertragende omstandigheden als het weer en persoonlijke gebeurtenissen.

Daarnaast leert de ervaring dat bij grote projecten meestal wordt gestart met de bouw na 1 tot 2 jaar en bij kleine projecten na ½ tot 1 jaar. Mede gelet op de snelheid waarmee wijzigingen zich opvolgen in relevante wetten en AMVB’s en de daarbij gehanteerde overgangstermijnen is een termijn van 104 weken goed werkbaar.

Sub e en f van dit artikel bieden de mogelijkheid om in concrete gevallen een ruimere termijn te bieden met een maximum van 156 weken.

Artikel 2

Dit artikel bepaalt dat een bouwvergunning, waarbij de bouwwerkzaamheden gedurende 26 weken aaneengesloten hebben stilgelegen, wordt ingetrokken. De termijn start op het moment van de constatering dat de bouwwerkzaamheden stilliggen.

De termijn die hier wordt gehanteerd is aanzienlijk korter dan bij het uitblijven van de aanvang van de bouw. Reden hiervoor is dat wanneer wordt geconstateerd dat de bouw stilligt er al een aanzienlijke periode is verstreken vanaf het onherroepelijk worden van de bouwvergunning. Daarnaast zijn niet voltooide gebouwen bouwkundig en ruimtelijk ongewenst. Het komt de bouw en het bouwwerk niet ten goede wanneer de constructie en bouwelementen langdurig in ‘weer en wind’ openliggen. Ten aanzien van het straatbeeld is een in aanbouw zijnd gebouw niet wenselijk en in een nieuwbouwwijk kan dit tevens ongewenste gevolgen hebben gezien de fasering en inrichting van het openbaar terrein zoals de straatinrichting.

Sub d en e van dit artikel bieden de mogelijkheid om in concrete gevallen een ruimere termijn te bieden met een maximum van 52 weken.

Artikel 3

In artikel 3 worden situaties omschreven, waarbij sprake is van een concreet geval, op grond waarvan een ruimere termijn als bedoeld in artikel 2 en 3 gehanteerd kan worden.

Artikel 4

Hierin is opgenomen dat indien de eventueel toegekende ruimere termijn voor de start of herstart van de bouwwerkzaamheden is verstreken en start of herstart van de bouw is uitgebleven de bouwvergunning alsnog zal worden ingetrokken.

Artikel 5

In dit artikel is de procedure die wordt doorlopen voor het intrekken van een bouwvergunning weergegeven. Voordat een besluit hieromtrent wordt genomen moeten belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld zienswijzen naar voren te brengen. Deze worden vervolgens meegenomen in de overwegingen die leiden tot het besluit ten aanzien van de intrekking van de bouwvergunning.

Artikel 6

Met dit artikel wordt aangegeven dat deze beleidsregels de overige in artikel 59, lid 1 Woningwet aangegeven situaties waarin een bouwvergunning kan worden ingetrokken onbelemmerd laat.

Artikel 7

Dit artikel biedt de mogelijkheid om, indien het intrekkingsbesluit onevenredige gevolgen heeft ten opzichte van het doel dat wordt nagestreefd, af te zien van het intrekken van de bouwvergunning.

Artikel 8

Beval de slotbepaling dat deze beleidsregels kan worden aangehaald als ’Beleidsregels intrekken bouwvergunningen’ van de gemeente Wassenaar en stelt datum inwerkingtreding vast.