Beleidsregel briefadres gemeente Wassenaar 2014

Geldend van 25-12-2014 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel briefadres gemeente Wassenaar 2014

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wassenaar,

gelet op de artikelen 1.1, 2.23, 2.38, 2.39, 2.40, 2.41, 2.42, 2.45, 2.47 en 2.52 van de Wet basisregistratie personen,

artikel 29 van het Besluit basisregistratie personen,

de artikelen 17,18 en 19 van de Regeling basisregistratie personen,

en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het noodzakelijk is om een beleidsregel vast te stellen met betrekking tot de aangifte van een briefadres om het oneigenlijk gebruik van het briefadres tegen te gaan;

besluit vast te stellen:

Beleidsregel briefadres gemeente Wassenaar 2014.

Artikel 1 Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aangever: degene die aangifte doet van het houden van een briefadres;

  • b.

    briefadres: adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen (artikel 1.1 onder p. van de wet);

  • c.

    briefadresgever: de natuurlijke persoon of rechtspersoon, bedoeld in artikel 2.42, die een briefadres ter beschikking stelt;

  • d.

    briefadreshouder: de ingezetene in de basisregistratie die een briefadres houdt;

  • e.

    gezinshuishouden:

    • 1.

      twee personen die volgens de basisregistratie personen een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan of gehuwd zijn, met of zonder kind(eren);

    • 2.

      twee personen die door het overleggen van een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract hebben aangetoond, dat zij een gemeenschappelijke huishouding voeren, met of zonder kind(eren);

    • 3.

      een alleenstaande ouder met kind(eren).

  • f.

    wet: Wet basisregistratie personen.

Artikel 2 Redenen briefadres

Redenen voor de aangifte van een briefadres zijn:

  • 1.

    het ontbreken van een woonadres vanwege:

    • a.

      dak- of thuisloosheid;

    • b.

      korte overbrugging tussen twee woonadressen;

    • c.

      de uitoefening van een ambulant beroep;

    • d.

      kort verblijf in het buitenland: gedurende een jaar ten hoogste twee derden van de tijd;

    • e.

      korter dan 2 jaar verblijf in het buitenland en varend op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft.

  • 2.

    verblijf in een instelling voor mannen- of vrouwenopvang (blijf-van-mijn-lijfhuizen);

  • 3.

    verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 2.40 van de wet;

  • 4.

    wanneer naar het oordeel van de burgemeester het opnemen van een woonadres om veiligheidsredenen niet wenselijk is (artikel 2.41 van de wet).

Artikel 3 Voorwaarden

  • 1. De aangifte wordt gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt;

  • 2. De aangever is verplicht om bij de aangifte tot briefadres alle benodigde stukken over te leggen;

  • 3. Onder benodigde stukken als bedoeld in het tweede lid wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      een geldig identiteitsbewijs van de aangever;

    • b.

      een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier briefadres met de reden voor de aangifte en de te verwachten duur dat het briefadres noodzakelijk is;

    • c.

      een geldig identiteitsbewijs of een kopie ervan en een schriftelijke verklaring van instemming van de briefadresgever.

  • 4. De briefadresgever die als ingezetene in de basisregistratie personen ingeschreven staat, kan maximaal aan twee gezinshuishoudens of twee alleenstaanden toestemming geven een briefadres te houden.

Artikel 4 Onvolledige aangifte

  • 1. De aangifte is volledig indien alle benodigde gegevens, zoals bedoeld in artikel 3, tweede en derde lid, zijn ingeleverd.

  • 2. Als één of meer gegevens ontbreken, dan wordt de aangever in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen.

  • 3. Indien de aangifte niet binnen de gestelde termijn aangevuld wordt, wordt de aangifte buiten behandeling gesteld.

Artikel 5 Weigeringsgronden

  • 1. Het is in ieder geval niet mogelijk om ingeschreven te worden op een briefadres, indien:

    • a.

      de aangever een woonadres heeft, of;

    • b.

      de aangever niet varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft en langer dan acht maanden gedurende één jaar in het buitenland verblijft, of;

    • c.

      de aangever varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft en langer dan twee jaar in het buitenland verblijft, of;

    • d.

      er een onderzoek loopt naar de verblijfplaats van de briefadresgever, of;

    • e.

      het briefadres een adres betreft waarop reeds aan twee alleenstaanden of twee gezinshuishoudens een briefadres is verleend, of;

    • f.

      het briefadres geen bestaand adres betreft, of;

    • g.

      het briefadres een postbus is.

Artikel 6 Termijn briefadres

  • 1. In de situatie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, sub b mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal zes maanden.

  • 2. In de situatie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, sub d en e mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal de periode dat aangever buiten Nederland zal verblijven.

  • 3. Als de aangever voor het aflopen van de termijn als bedoeld in het eerste en tweede lid geen woonadres heeft gekozen, kan deze een verzoek indienen om het briefadres te verlengen.

  • 4. In de situatie als bedoeld in het vorige lid, kan de termijn voor een briefadres eenmalig verlengd worden, tenzij daardoor een overschrijding plaatsvindt van de termijnen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder d en e. In geval van een verlenging vanwege een situatie als bedoeld in het eerste lid, bedraagt de termijn van verlenging ten hoogste drie maanden.

  • 5. De aanvraag voor verlenging van het briefadres wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 2 en 5.

  • 6. Indien de termijn als bedoeld in het eerste lid is verstreken en door de aangever niet een verzoek als bedoeld in het derde lid is gedaan, wordt deze met toepassing van artikel 2.45, eerste lid, van de wet opgeroepen om inlichtingen te verschaffen.

  • 7. Onverminderd hetgeen is bepaald in het eerste tot en met het vijfde lid, is diegene waarop het briefadres betrekking heeft, gehouden om binnen vijf dagen na de wijziging van zijn adres hiervan aangifte te doen bij de gemeente waar hij zijn nieuwe adres heeft.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde indeze regeling zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, kan wordenafgeweken van het bepaalde in deze regeling.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmakingervan.

Artikel 9 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregel briefadres gemeente Wassenaar 2014.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 9 december 2014.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wassenaar,
secretaris burgemeester