Regeling vervallen per 01-01-2019

Mandaatbesluit bestuurders en ambtelijke organisatie Wassenaar

Geldend van 18-10-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

Mandaatbesluit bestuurders en ambtelijke organisatie Wassenaar

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders, ieder voor zover het de eigen bevoegdheden betreft;

overwegende dat het gebruik van mandaten de agenda van bestuursorganen ontlast en het mogelijk maakt om burgers en bedrijven sneller te bedienen;

overwegende dat het wenselijk is om de complexiteit en de bewerkelijkheid van het verlenen van mandaat richting de in de Werkorganisatie Duivenvoorde ondergebrachte ambtelijke organisatie te beperken,

overwegende dat een negatief mandaatstelsel waarin uitzonderingen op bevoegdheid worden vastgelegd, minder bewerkelijk is dan een positief mandaatstelsel waarin een lange reeks bevoegdheden wordt genoemd;

gelet op de artikel 10:3, eerste lid, artikel 10:6, eerste lid, artikel 10:9, eerste lid en artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op artikel 60 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;

gelet op artikel 168, eerste lid en artikel 171, tweede lid van de Gemeentewet;

gelet op artikel 5, eerste lid, van de Gemeenschappelijke Regeling Werkorganisatie Duivenvoorde;

besluiten vast te stellen het

Mandaatbesluit bestuurders en ambtelijke organisatie Wassenaar

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepaling

In dit besluit wordt verstaan onder:

afdelingshoofd:

hoofd van een afdeling van de Werkorganisatie Duivenvoorde;

budgetbeheerder:

degene die door de budgethouder is aangewezen om namens de budgethouder de budgetten van één of meer subproducten of projecten te beheren;

budgethouder:

de door het college als zodanig voor het vervullen van het budgethouderschap aangewezen functionaris;

budgethouderschap:

het aangaan van verplichtingen of besteden van door de raad in de vorm van budgetten of investeringskrediet beschikbaar gestelde middelen om daarmee de in de begroting aangegeven doeleinden te bereiken.

burgemeester:

de burgemeester van de gemeente Wassenaar, waaronder ook wordt verstaan de waarnemend burgemeester;

concerndirectie:

de concerndirectie van de Werkorganisatie Duivenvoorde en voor het geval dat slechts één directeur is benoemd, de concerndirecteur;

dagelijks bestuur:

het dagelijks bestuur van de Werkorganisatie Duivenvoorde;

machtiging :

de bevoegdheid om namens de burgemeester of het college handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

mandaat :

de bevoegdheid om namens de burgemeester of het college besluiten te nemen;

project:

een éénmalige vernieuwing, verbetering of verandering met concreet beoogd resultaat met een opdrachtgever en een opdrachtnemer;

projectleider:

de opdrachtnemer van een project die leiding geeft aan het tijdelijk samenwerkingsverband waarmee het project wordt gerealiseerd;

portefeuillehouder:

het lid van het college dat in het bijzonder verantwoordelijk is voor een bepaald beleidsterrein;

raad:

de gemeenteraad van Wassenaar

secretaris:

de gemeentesecretaris van de gemeente Wassenaar;

teamleider:

de leider van een team van de Werkorganisatie Duivenvoorde;

verplichting:

de financiële of op geld waardeerbare component van een bindende overeenkomst;

volmacht:

de bevoegdheid om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

Werkorganisatie Duivenvoorde:

de werkorganisatie, genoemd in artikel 2 van de Gemeenschappelijke Regeling Werkorganisatie Duivenvoorde.

Artikel 2 Gelijkstelling machtiging en volmacht

Tenzij anders in dit besluit is bepaald, wordt in dit mandaatbesluit en de daarop berustende bepalingen onder mandaat ook machtiging en volmacht verstaan.

Artikel 3 Bereik

Dit besluit betreft de verlening van algemeen mandaat aan bestuurders van de gemeente, de gemeentesecretaris en de in de Werkorganisatie Duivenvoorde ondergebrachte ambtelijke organisatie.

HOOFDSTUK 2 MANDATEN VOOR BESTUURDERS

Artikel 4 Mandaat voor portefeuillehouders

Portefeuillehouders zijn bevoegd om overeenkomstig het advies van de Commissie bezwaarschriften gemeente Wassenaar te beslissen op een bezwaar tegen een namens het college genomen besluit dat hun beleidsterrein betreft.

Artikel 5 Volmacht voor wethouders

Wethouders hebben volmacht om de gemeente te vertegenwoordigen bij privaatrechtelijke rechtshandelingen met betrekking tot hun beleidsterrein.

Artikel 6 Geen ondermandaat

Ingevolge artikel 4 of gemandateerden zijn niet bevoegd tot het verlenen van ondermandaat.

Artikel 7 Beperking gebruik

Van een ingevolge dit hoofdstuk verleend mandaat wordt geen gebruik gemaakt als de gemandateerde een particulier belang heeft bij het gebruik.

HOOFDSTUK 3 MANDAAT VOOR DE AMBTELIJKE ORGANISATIE

Artikel 8 Geen ondertekeningsmandaat

Er wordt geen mandaat verleend voor het ondertekenen van door de burgemeester of het college genomen besluiten.

Artikel 9 Mandaat voor de gemeentesecretaris

Onverminderd het bepaalde in artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht en met de in Bijlage 1 vermelde beperkingen wordt aan de gemeentesecretaris mandaat verleend om voor de vervulling van zijn functie bevoegdheden van de burgemeester en het college uit te oefenen.

Artikel 10 Mandaat voor de concerndirectie

Onverminderd het bepaalde in artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht en met de in Bijlage 1 bij dit besluit vermelde beperkingen wordt aan de concerndirectie mandaat verleend om voor de vervulling van haar functie de bevoegdheden van de burgemeester en het college uit te oefenen.

Artikel 11 De verlening van ondermandaat door de concerndirectie

  • 1.

    Met inachtneming van de Bijlage 2 bij dit besluit vermelde beperkingen verleent de concerndirectie zonder verdere beperkingen ondermandaat aan de afdelingshoofden en de teamleiders voor de vervulling van de taken van hun afdeling of team.

  • 2.

    Met inachtneming van de in Bijlage 2 bij dit besluit vermelde beperkingen kan de concerndirectie ondermandaat voor de uitoefening van hun functie verlenen aan niet als afdelingshoofd of teamleider bij de Werkorganisatie Duivenvoorde werkzame personen.

  • 3.

    De concerndirectie mag het mandaat ingevolge het eerste of tweede lid gedurende vier maanden beperken.

  • 4.

    Voor de verlening van ondermandaat mag de concerndirectie een projectleider gelijkstellen aan een afdelingshoofd of teamleider.

  • 5.

    Het ondermandaat houdt niet de bevoegdheid in om verder ondermandaat te verlenen.

  • 6.

    Een ondermandaat aan een afdelingshoofd of teamleider wordt omschreven door het benoemen van beperkingen ten opzichte van de bevoegdheden van de concerndirectie.

  • 7.

    Een ondermandaat aan een medewerker niet zijnde afdelingshoofd of teamleider wordt bij voorkeur omschreven door het benoemen van beperkingen ten opzichte van de bevoegdheden van de concerndirectie.

Artikel 12 Vervanging

  • 1.

    De gemeentesecretaris wordt bij afwezigheid vervangen door een plaatsvervangend gemeentesecretaris.

  • 2.

    De concerndirectie wordt bij afwezigheid van één directeur vervangen door de aanwezige directeur.

  • 3.

    Afdelingshoofden worden bij afwezigheid vervangen door een plaatsvervangend afdelingshoofd.

  • 4.

    Teamleiders worden bij afwezigheid vervangen door het hoofd van de afdeling waar zij werkzaam zijn.

  • 5.

    Andere medewerkers dan teamleiders en afdelingshoofden worden vervangen door de teamleider van het team of het hoofd van de afdeling waar zij werkzaam zijn.

Artikel 13 Beperking gebruik

Van een ingevolge dit hoofdstuk verleend mandaat of ondermandaat wordt geen gebruik gemaakt als:

  • a.

    de gemandateerde of ondergemandateerde een particulier belang heeft bij het gebruik van het mandaat;

  • b.

    daardoor in strijd wordt gehandeld met de begroting;

  • c.

    daardoor uitgaven worden gedaan of verplichtingen worden aangegaan waarvoor geen of onvoldoende budget of investeringskrediet beschikbaar is

  • d.

    anderszins in strijd wordt gehandeld met het geldend treasurystatuut of de geldende budgethoudersregeling.

Artikel 14 Geen ondertekeningsmandaat

Er wordt geen algemeen mandaat verleend voor het ondertekenen van door de burgemeester of het college genomen besluiten.

Artikel 15 Ondertekening

  • 1.

    Een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt als volgt namens welk bestuursorgaan het is genomen:

    namens [bestuursorgaan]

    functie van de (onder)gemandateerde

    handtekening (onder)gemandateerde

    naam (onder)gemandateerde

  • 2.

    Een krachtens mandaat en bij vervanging genomen besluit vermeldt als volgt de plaatsvervanging en namens welk bestuursorgaan en het is genomen:namens [bestuursorgaan]functie van de vervangen (onder)gemandateerde gevolgd door “(plv.)”handtekening plaatsvervangernaam plaatsvervanger

  • 3.

    Het bepaalde in de voorgaande leden is van overeenkomstige toepassing op de ondertekening van een document dat een privaatrechtelijke rechtshandeling inhoudt. Daarbij komt tot uiting dat de ondertekening plaatsvindt namens de gemeente Wassenaar.

  • 4.

    Een handtekening wordt ‘nat’ gezet of digitaal op een beveiligde wijze. Van stempels wordt geen gebruik gemaakt.

[De rectificatie betreft het afzonderlijk noemen van de onderdelen van de ondertekening in artikel 15, eerste lid.]

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 16 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als “Mandaatbesluit bestuurders en ambtelijke organisatie Wassenaar”.

Artikel 17 Intrekking oudere algemene mandaten

Het Algemeen mandaatbesluit gemeente Wassenaar en overige aan het dagelijks bestuur of de concerndirectie verleende algemene mandaten worden ingetrokken zonder gevolg voor de geldigheid van voor de inwerkingtreding van dit besluit genomen besluiten.

Artikel 18 Bekendmaking en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit wordt niet bekend gemaakt voordat het dagelijks bestuur heeft ingestemd met de aan de concerndirectie verleende mandaten.

  • 2.

    Dit besluit treedt tien weken na de dag van bekendmaking in werking.

SLOTFORMULE EN ONDERTEKENING

Aldus vastgesteld op 20 juni 2017,

de burgemeester,

Ch.B. Aptroot

Aldus vastgesteld in de vergadering van 20 juni 2017,

het college van burgemeester en wethouders

de secretaris,

de burgemeester,

H.I.P. Oppatja

Ch.B. Aptroot

Voor instemming verleend in de vergadering van 4 juli 2017,

het dagelijks bestuur van de Werkorganisatie Duivenvoorde

de concerndirectie

de voorzitterr

H.I.P. Oppatja

Ch.B. Aptroot

Ondertekening

Bijlage 1 - Beperking algemeen mandaat

De volgende bevoegdheden zijn uitgezonderd van algemeen mandaat ingevolge Mandaatbesluit bestuurders en ambtelijke organisatie Wassenaar.

Tenzij in deze bijlage anders is vermeld betreft de beperking geen voorbereidings- of uitvoeringshandelingen.

A. Publiekrechtelijke bevoegdheden - algemeen

  • 1.

    Het doen van voorstellen aan de raad.

  • 2.

    Het afleggen van verantwoording aan de raad.

  • 3.

    Het informeren van de raad.

  • 4.

    Het raadplegen van de raad.

  • 5.

    Het vaststellen, wijzigen of intrekken van regels omtrent de ambtelijke organisatie.

  • 6.

    Het vaststellen, wijzigen of intrekken van algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of beleidsnota’s.

  • 7.

    Het beslissen op een bezwaar.

  • 8.

    Het verlenen van inspraak.

  • 9.

    Het vaststellen van een inspraakprocedure.

  • 10.

    Het beslissen om een besluit met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure voor te bereiden.

  • 11

    Het nemen van een met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure voorbereid besluit, als binnen de daarvoor gestelde termijn zienswijzen naar voren zijn gebracht.

  • 12

    Het nemen van besluiten gericht tot:

    • a.

      de Koning of andere leden van het Koninklijk Huis;

    • b.

      de voorzitter van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal of een uit de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal gevormde commissie;

    • c.

      de vice-president van de Raad van State;

    • d.

      de president van de Algemene Rekenkamer;

    • e.

      de Nationale Ombudsman;

    • f.

      een publiekrechtelijke rechtspersoon of een bestuursorgaan van een publiekrechtelijke rechtspersoon.

  • 13.

    Besluiten tot het sluiten van een convenant of een intentieovereenkomst.

  • 14.

    Het accepteren van schenkingen of legaten.

  • 15.

    Het sluiten van een overeenkomst tot sponsoring.

  • 16.

    Het verlenen, weigeren, wijzigen, intrekken of opleggen van voorzieningen of verplichtingen op het gebied van werk en inkomen.

  • 17.

    Het beslissen op een verzoek om tegemoetkoming in planschade, verlening van nadeelcompensatie, of het nemen van een zuiver schadebesluit als meer dan € 5.000 wordt toegekend of van het advies van een wettelijk adviseur wordt afgeweken.

  • 18.

    Het vaststellen van een subsidieplafond.

  • 19.

    Het vaststellen van de wijze van verdeling van een subsidieplafond.

  • 20.

    Het besluiten tot het aangaan van een subsidieovereenkomst.

  • 21.

    Het verlenen of vaststellen van een subsidie van meer dan € 1.000.000.

  • 22.

    Het als handhavingsmaatregel intrekken van een ontheffing of vergunning.

  • 23.

    Het kwijtschelden of oninbaar verklaren van een bestuursrechtelijke geldschuld van meer dan

    € 5.000.

  • 24.

    Het opleggen van een bestuurlijke boete.

  • 25.

    De toepassing van artikel 3, eerste lid (beschikking), artikel 5, eerste lid (overheidsopdracht), artikel 5a (vastgoedtransactie), artikel 6 (subsidie) of artikel 7 (gemeentelijke vergunning) van de Wet bevordering integriteitsbepalingen door het openbaar bestuur.

  • 26.

    Het anders dan pro forma instellen van beroep of hoger beroep bij een bestuursrechter. De beperking is alleen van toepassing als de gronden van een pro forma ingesteld beroep of hoger beroep aangevuld kunnen worden. De beperking is niet van toepassing op het instellen van voorwaardelijk incidenteel beroep.

  • 27.

    Het instellen, afschaffen dan wel veranderen van jaarmarkten of gewone marktdagen.

  • 28.

    Het nemen van besluiten ten aanzien van de voorbereiding van de civiele verdediging.

  • 29.

    Het inspreken bij een bestuursorgaan van een ander openbaar lichaam.

  • 30.

    Het geven van een zienswijze op een voorgenomen besluit van een bestuursorgaan van een ander openbaar lichaam.

B. Privaatrechtelijke bevoegdheden - algemeen

  • 1.

    Besluiten om een privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten in gevallen waarvoor de raad heeft verzocht om van te voren te worden ingelicht.

  • 2.

    Besluiten tot het sluiten van een convenant of een intentieovereenkomst.

  • 3.

    Besluiten om verplichtingen aan te gaan aangaan of van meer dan € 1.000.000. De beperking betreft mede het besluit om daartoe een aanbestedingsprocedure te volgen.

  • 4.

    Besluiten om een concessieovereenkomst te sluiten.

  • 5.

    Besluiten om vorderingen van meer dan € 5.000 kwijt te schelden of buiten invordering te stellen.

  • 6.

    Besluiten om een schade van meer dan € 5.000 te vergoeden. Het bedrag dat een aansprakelijkheidsverzekeraar van de gemeente vergoedt wordt hierbij opgeteld voor zover dit niet meer bedraagt dan € 995.000.

  • 7.

    Het verstrekken van leningen, waarborgen of garanties tot een bedrag van meer dan € 75.000.

  • 8.

    Het verstrekken van kapitaal aan instellingen en ondernemingen.

C. Bestuursrechtelijke rechtsgangen

  • 1.

    Het instemmen met alternatieve beslechting van het geschil met een partij die (hoger) beroep heeft ingesteld.

  • 2.

    Het maken van bezwaar, het instellen van administratief beroep, het indienen van een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening bij een bestuursrechter in gevallen waarvoor de raad heeft verzocht om vooraf te worden ingelicht.

  • 3.

    Het anders dan pro forma maken van bezwaar. De beperking is alleen van toepassing als de gronden van een pro forma ingesteld bezwaar aangevuld kunnen worden.

  • 4.

    Het anders dan pro forma instellen van administratief beroep. De beperking is alleen van toepassing als de gronden van een pro forma ingesteld administratief beroep aangevuld kunnen worden.

  • 5.

    Het anders dan pro forma instellen van beroep of hoger beroep bij een bestuursrechter. De beperking is alleen van toepassing als de gronden van een pro forma ingesteld beroep of hoger beroep aangevuld kunnen worden. De beperking is niet van toepassing op het instellen van voorwaardelijk incidenteel beroep.

D. Burgerlijkrechtelijke procedures

  • 1.

    Het besluit om een procedure te starten bij de burgerlijke rechter.

  • 2.

    Het inzake een bestaand geschil instemmen met arbitrage, het voorleggen van het geschil aan scheidslieden of een alternatieve geschillenbeslechting.

  • 3.

    Het aanvragen van het faillissement van de gemeente of surseance van betaling voor de gemeente.

  • 4.

    Het aanvragen van het faillissement van een natuurlijke persoon of een andere rechtspersoon dan de gemeente.

  • 5.

    Het treffen van een schikking waarbij genoegen wordt met een vermindering van de schadevergoeding met meer dan € 5.000 ten opzichte van de door de gemeente geleden schade.

E. Strafrechtelijke procedures

  • 1.

    Het doen van beklag over het niet of niet verder vervolgen van strafbare feiten.

F. Benoemingen

  • 1.

    Het benoemen van personen als vertegenwoordiger van de burgemeester, het college of de gemeente in organen van publiekrechtelijke rechtspersonen.

  • 2.

    Het benoemen van personen in adviesorganen van de burgemeester of het college.

  • 3.

    Het benoemen van personen in bestuurscommissies als bedoeld in artikel 83 van de Gemeentewet.

  • 4.

    Het benoemen van personen in commissies als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet.

Bijlage 2 - Beperking verlening ondermandaat

Artikel 1 Ondermandaat aan afdelingshoofden

Aan een afdelingshoofd wordt geen ondermandaat verleend voor het niet-ontvankelijk verklaren van een bezwaar tegen een door hem namens de burgemeester of het college genomen besluit.

Artikel 2 Ondermandaat aan teamleiders

  • 1.

    Aan een teamleider wordt geen ondermandaat verleend voor het gebruik van de in de artikel 1 van deze bijlage genoemde bevoegdheden.

  • 2.

    Aan een teamleider wordt geen ondermandaat verleend voor het gebruik van de volgende bestuursrechtelijke bevoegdheden:

    a)

    het vaststellen van het verschuldigd zijn en de hoogte van een wegens niet tijdig beslissen verbeurde dwangsom;

    b)

    het niet-ontvankelijk verklaren van een bezwaar;

    c)

    het verlenen of vaststellen van een subsidie van meer dan € 50.000;

    d)

    het nemen van een besluit als een belanghebbende binnen de daarvoor gestelde termijn gebruik heeft gemaakt van een gelegenheid om een zienswijze naar voren te brengen;

    e)

    het nemen van een verkeersbesluit – de beperking betreft niet het aanwijzen van een bijzondere gehandicaptenparkeerplaats.

  • 3.

    Aan een teamleider wordt geen ondermandaat verleend voor de volgende privaatrechtelijke bevoegdheden:

    a)

    besluiten om verplichtingen aan te gaan aangaan of van meer dan € 50.000. De beperking betreft mede het besluit om daartoe een aanbestedingsprocedure te volgen.

    b)

    besluiten om een schade van meer dan € 5.000 te vergoeden - het bedrag dat een aansprakelijkheidsverzekeraar van de gemeente vergoedt, wordt hierbij opgeteld voor zover dit niet meer bedraagt dan € 45.000;

    c)

    het verstrekken van leningen, waarborgen of garanties tot een bedrag van meer dan € 50.000.

Artikel 3 Ondermandaat aan overige medewerkers

  • 1.

    Aan een andere medewerker dan een afdelingshoofd of teamleider wordt geen ondermandaat verleend voor het gebruik van de in artikelen 1 en 2 van deze bijlage genoemde bevoegdheden;

  • 2.

    Aan een andere medewerker dan een afdelingshoofd of teamleider wordt geen ondermandaat verleend voor het gebruik van de volgende bestuursrechtelijke bevoegdheden:

    a)

    het vaststellen van het verschuldigd zijn en de hoogte van een wegens niet tijdig beslissen verbeurde dwangsom

    b)

    het niet-ontvankelijk verklaren van een bezwaar;

    c)

    het verlenen, intrekken of wijzigen van uitstel van betaling van een bestuursrechtelijke geldschuld;

    d)

    het kwijtschelden of oninbaar verklaren van een bestuursrechtelijke geldschuld van meer dan € 5.000;

    e)

    het vaststellen van de verschuldigde wettelijke rente over een bestuursrechtelijke geldschuld aan de gemeente;

    f)

    het bij dwangbevel invorderen van een bestuursrechtelijke geldschuld;

    g)

    het opleggen van last onder bestuursdwang;

    h)

    het opheffen van een last onder dwangsom;

    i)

    besluiten tot toepassing van bestuursdwang – de beperking betreft niet het terstond toepassen van bestuursdwang in een spoedeisend geval waarin geen voorafgaande last wordt opgelegd;

    j)

    besluiten tot het verhalen van de kosten van bestuursdwang en het vaststellen van de hoogte daarvan;

    k)

    het opleggen van een last onder dwangsom;

    l)

    het opheffen van een last onder dwangsom, het opschorten van de looptijd van een dwangsom of het verminderen van de dwangsom;

    m)

    beslissen tot invordering van een dwangsom.

  • 3.

    Aan een andere medewerker dan een afdelingshoofd of teamleider wordt geen ondermandaat verleend voor de volgende privaatrechtelijke bevoegdheden:

    a)

    besluiten om verplichtingen aan te gaan;

    b)

    besluiten om schade te vergoeden;

    c)

    het treffen van een schikking over door de gemeente geleden schade;

    d)

    besluiten om vorderingen van meer dan € 5.000 kwijt te schelden of buiten invordering te stellen;

    e)

    het verstrekken van leningen, waarborgen of garanties.

  • 4.

    Aan een andere medewerker dan een afdelingshoofd of teamleider wordt geen ondermandaat verleend voor het gebruik van de bevoegdheden inzake bestuursrechtelijke rechtsgangen:

    a)

    het maken van bezwaar;

    b)

    het instellen van administratief beroep;

    c)

    instellen van beroep of hoger beroep bij een bestuursrechter;

    d)

    het indienen van een verzoek bij een bestuursrechter om een voorlopige voorziening te treffen.

  • 5.

    Aan een andere medewerker dan een afdelingshoofd of teamleider wordt geen ondermandaat verleend voor het gebruik van de volgende bevoegdheden voor strafrechtelijke procedures:

    a)

    het doen van aangifte van een strafbaar feit;

    b)

    voegen van de gemeente als benadeelde partij in het strafproces (schadevergoeding).