Regeling vervallen per 21-04-2023

Verordening op de weekmarkten in Waterland

Geldend van 15-06-2012 t/m 20-04-2023

Intitulé

Verordening op de weekmarkten in Waterland

De raad van de gemeente Waterland,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van weekmarkten in Waterland;

gezien het advies van de marktcommissie;

gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet,

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende Verordening op de weekmarkten in Waterland.

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland;

  • b.

    markt: de door het college ingestelde weekmarkt;

  • c.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • d.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • e.

    meeloperplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een marktkoopman;

  • f.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • g.

    standwerkerplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • h.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

  • i.

    marktkooplieden: vaste vergunninghouder, meeloper, standwerker;

  • j.

    carrouselstandplaats: vaste standplaats die roulerend kan worden ingenomen door verschillende marktkooplieden met non-foodartikelen;

Artikel 2. Inrichting van de weekmarkt

  • 1. De marktmeester bepaalt de opstelling en indeling van de markt.

  • 2. De marktmeester bepaalt welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en als meeloper- en standwerkerplaats.

  • 3. Het college kan voor de markt een maximum aantal standplaatsen per branche vaststellen.

Artikel 3. Nadere regels

Het college stelt nadere regels betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 4. Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een ingevolge deze verordening verleende vergunning, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning is vereist.

  • 2. Degene aan wie volgens deze verordening een vergunning is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

HOOFDSTUK 2. BEPALINGEN OVER VERGUNNINGEN/TOESTEMMINGEN

Artikel 5. Vergunning

  • 1. Het is niet toegestaan om een vaste standplaats op de markt in te nemen zonder vergunning van het college.

  • 2. Het is niet toegestaan om een meeloper- en/of standwerkerplaats op de markt in te nemen zonder toestemming van de marktmeester.

Artikel 6. Vereisten

  • 1. Voor toewijzing van een standplaats aan een privaatrechtelijke rechtspersoon is vereist:

    • a.

      dat de aanvrager een geldige registratiekaart (via Hoofdbedrijfschap Detailhandel) overlegt;

    • b.

      dat de aanvrager in het bezit is van een WA-verzekering;

    • c.

      dat de aanvrager ingeschreven is in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

  • 2. Voor toewijzing van een standplaats aan een natuurlijke persoon is vereist:

    • a.

      dat de aanvrager handelingsbekwaam is;

    • b.

      dat de aanvrager de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt;

    • c.

      dat de aanvrager een geldige registratiekaart (via Hoofdbedrijfschap Detailhandel) overlegt.

  • 3. Een aanvraag voor een vaste standplaats dient schriftelijk te worden ingediend.

Artikel 7. Intrekking en overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    Het college kan een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk,intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, als:

    • a.

      ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      de vergunninghouder niet langer voldoet aan de in artikel 6 genoemde vereisten.

  • 2.

    Het college stelt nadere regels met betrekking tot de intrekking en overschrijving van vaste standplaatsvergunningen.

HOOFDSTUK 3. STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 8. Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    Onverminderd artikel 7 kan het college een vergunning voor een standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

    • a.

      het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt of zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

    • b.

      niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet, voldoet;

    • c.

      zelf bepaalt om de standplaats niet in te nemen.

  • 2.

    Bij intrekking of schorsing van een vaste standplaatsvergunning wordt de volgende procedure gevolgd:

  • a.

    vergunninghouder wordt mondeling gewaarschuwd;

  • b.

    bij niet reageren wordt de vergunninghouder vervolgens schriftelijk

    gewaarschuwd;

  • c.

    bij niet reageren wordt de vergunninghouder vervolgens schriftelijk op de hoogtegesteld van het besluit van het college met betrekking tot schorsing dan wel intrekking van de vaste standplaatsvergunning.

Artikel 9. Uitsluiting meeloper of standwerker

Het college kan de toewijzing van een meeloper- of standwerkerplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, als deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 10. Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een marktkoopman gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.

Artikel 11. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 12. Toezichthouders

De marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen zijn belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 13. Intrekking oude verordening

De Verordening op de weekmarkt in de kern Monnickendam 1992 wordt ingetrokken.

Artikel 14. Overgangsbepalingen

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de "Verordening op de weekmarkt in de kern Monnickendam 1992", inclusief de eerste en tweede wijziging" gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Als voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de "Verordening op de weekmarkt in de kern Monnickendam 1992" is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 3. De bestaande wachtlijst, zoals van toepassing op de "Verordening op de weekmarkt in de kern Monnickendam 1992" vervalt met de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 16. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking ervan.

Artikel 17. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Weekmarktverordening Waterland.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Waterland, gehouden op 7 juni 2012.
De raad voornoemd,
de voorzitter, de griffier,
drs. C. Mooij drs. E.G.H. Dijk