Regeling vervallen per 04-01-2011

Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m 03-01-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten 2010

De raad van de gemeente Waterland,

gelezen het voorstel van het college van burgemeeser en wethouders;

gelet op artikel 229 , eerste lid, aan hef en onderdelen an en b, van de Gemeentewet;

Besluit:

  • I.

    tot intrekking van de Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten 2009, met ingang van 1 januari 2010;

  • II.

    tot vaststelling van de volgende Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten 2010:

Artikel 1 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam "brandweerrechten" worden geheven:

    • a.

      rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of in onderhoud zijn;

    • b.

      rechten voor het genot van door de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten.

  • 2.

    Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven ter zake van:

    • a.

      het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;

    • b.

      het beperken van brandgevaar;

    • c.

      het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand;

    • d.

      al hetgeen met de onderdelen a,b en c verband houdt;

    • e.

      het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan brand;

    • f.

      de bestrijding en beperking van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is:

  • a.

    degene die gebruik maakt van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 1, eerste

    lid, onderdeel a;

  • b.

    degene die een dienst aanvraagt dan wel degene te wiens behoeve een dienst is verleend, als

    bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze

    verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde

    tijdsduur als een volle tijdsduur aangemerkt.

Artikel 4 Belastingjaar

Voor zover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan een aaneengesloten periode van twaalf maanden, die aanvangt op de datum waarop het belastbare feit zich voor het eerst voordoet en eindigt op de dag voorafgaande aan de hiervoor genoemde datum één jaar later.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De rechten waarop artikel 4 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 7,95.

  • 3.

    Belastingbedragen van € 7,95 of minder worden niet geheven.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving

    waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

  • 2.

    Indien zich ten aanzien van eenzelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voordoen,

    kunnen de rechten ter zake daarvan worden geheven bij wege van één gedagtekende schriftelijke

    kennisgeving.

Artikel 7 Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden

    betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 6 bedoelde kennisgeving, danwel ingeval

    van toezending daarvan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van brandweerrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de brandweerrechten.

Artikel 10 Tijdstip van ingang van de heffing en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening brandweerrechten 2010".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Waterland,
gehouden op 5 november 2009
De raad voornoemd,
De griffier,
(Drs. E.G.H. Dijk)
De voorzitter,
(Mr. E.F. Jongmans)

Tarieventabel, behorende bij de “ Verordening Brandweerrechten 2010 ”

Algemeen

Alle in deze verordening opgenomen tarieven zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

A. Bewakings- en andere diensten

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen

van een aanvraag tot:

  • 1.

    bewakingsdiensten:

    per daartoe ingezet personeelslid per uur

  • 2.

    werkzaamheden die niet tot de wettelijke taken behoren:

    per daartoe ingezet personeelslid per uur

    Voor de tarieven onder 1 en 2 wordt verwezen naar de vergoedingstabel betreffende de

    vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer. (CAO gemeente, advies VNG, College van

    arbeidszaken).

B. Beschikbaar stellen van rollend materiaal

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen

van een aanvraag tot het beschikbaar stellen van een:

  • 1.

    tankautospuit per uur € 93,30

  • 2.

    hulpverleningsvoertuig per uur € 78,90

  • 3.

    motorspuit op aanhanger per uur € 23,40

  • 4.

    overig rollend brandweermaterieel per uur € 9,45

Voor het onder punt 1, 2, 3 en 4 genoemde materieel

worden minimaal zes personeelsleden ingezet.

De onder B genoemde rechten worden hiervoor met

de onder A genoemde rechten verhoogd

C. Beschikbaar stellen van materialen en uitrustingen

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen

van een aanvraag tot het beschikbaar stellen, per etmaal ,

van een:

  • 1.

    handbrandblusapparaat, per apparaat € 10,90

  • 2.

    persluchttoestel, per apparaat € 13,20

  • 3.

    brandslang, per slang € 14,75

  • 4.

    straalpijp, per stuk € 2,95

  • 5.

    opzetstuk, per stuk € 2,95

  • 6.

    verdeelstuk, per stuk € 2,95

  • 7.

    olieabsorberende c.q oliescheidende materialen

    voor vervuilingen op verhardingen van 0-2 m2 € 67,50

    voor iedere volgende m2 € 10,25

  • 8.

    olieabsorberende materialen voor vervuilingen

    op water per strekkende meter oil-boom € 18,80

D. Advisering, opstellen plannen/rapporten,

het geven van instructie etc. per uur € 90,70

Behorend bij besluitnummer 2009-163B van 5 november 2009

De griffier,

Drs. E.G.H. Dijk

De voorzitter,

Mr. E.F. Jongmans