Uitvoeringsregeling behorende bij de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Waterland 2016

Geldend van 16-12-2016 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsregeling behorende bij de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Waterland 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,

overwegende dat het wenselijk is om nadere regels vast te stellen ter verdere uitwerking van het gestelde in artikel 3, artikel 5, artikel 7 en artikel 15 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Waterland 2016;

gelet op de artikelen artikel 3, derde lid, artikel 5, artikel 7, derde lid en artikel 15, eerste lid van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Waterland 2016

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende Uitvoeringsregeling behorende bij de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Waterland 2016

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

De begripsbepalingen van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Waterland 2016 zijn op deze regeling van toepassing tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken. In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    AVOI: Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Waterland 2016;

  • b.

    beleidsregels AVOI: Beleidsregels Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Waterland 2016;

  • c.

    bijzondere verharding: waterdoorlatende, waterpasserende, of sierbestrating;

  • d.

    dagmaat: de vrije ruimte tussen leidingen;

  • e.

    dekking: de afstand van het maaiveld tot de bovenkant van het net;

  • f.

    gereedmelding: een melding van de netbeheerder aan het college dat hij zijn werkzaamheden heeft voltooid;

  • g.

    gesloten verharding: asfalt, beton, of verharding met cementgebonden funderingen;

  • h.

    halfverharding: een waterdoorlatende verharding van lichtgebonden materiaal. Halfverharding wordt altijd aangebracht op een waterdoorlatende, ongebonden fundering van menggranulaat;

  • i.

    huisaansluiting: één of meer aansluitingen tussen een net en een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken;

  • j.

    leidingstrook: strook grond die primair is bestemd voor netten;

  • k.

    leidingtracé: afgebakende lijn van een kabel of leiding geprojecteerd in de openbare ruimte;

  • l.

    lijnafwatering: lijnvormige goten waarin regenwater wordt afgevoerd;

  • m.

    melding: melding als bedoeld in artikel 3 tweede lid van de AVOI. Het betreft een melding voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard, waarvoor geen instemmingsbesluit of vergunning noodzakelijk is;

  • n.

    open verharding: verhardingen van ongebonden elementen (tegels, klinkers en dergelijke);

  • o.

    startmelding: een melding van de netbeheerder aan het college dat hij zijn werkzaamheden gaat aanvangen;

  • p.

    werkput: een sleuf of lasgat.

Hoofdstuk 2. Aanvraag of melding

Artikel 2 Gegevensverstrekking bij een aanvraag of melding

  • 1. Een aanvraag of melding bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de naam, het adres, de contactgegevens en het factuuradres van de aanvrager of melder;

    • b.

      het ACM-registratienummer, wanneer de aanvrager of melder een aanbieder betreft;

    • c.

      het adres, de kadastrale aanduiding dan wel de ligging van het project;

    • d.

      een omschrijving van de aard en omvang van het project;

    • e.

      indien de aanvraag of melding door een gemachtigde wordt ingediend: de naam, het adres en de contactgegevens van degene namens wie de aanvraag of melding wordt ingediend, alsmede een afschrift van de machtiging;

    • f.

      indien het project wordt uitgevoerd door een ander dan de aanvrager of melder: de naam, het adres en de contactgegevens van de uitvoerder;

    • g.

      indien de werkzaamheden plaatsvinden op een locatie waar reeds kabels of leidingen van andere netbeheerders zijn aangelegd: een of meer verslagen waaruit overeenstemming tussen de aanvrager en de andere netbeheerder(s) blijkt over de voorgenomen werkzaamheden.

  • 2. Degene die een melding voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard indient motiveert, aan de hand van een tekening, onder welk van de categorieën werkzaamheden als benoemd in artikel 2, eerste lid van de beleidsregels AVOI, zijn werkzaamheden vallen.

  • 3. Bij de aanvraag van een instemmingsbesluit of een vergunning worden naast de in het eerste lid genoemde gegevens door de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      voor werkzaamheden in bestaand gebied: één of meer tekeningen van het gewenste tracé, ingetekend op een duidelijke ondergrond, waarop de positionering van het tracé ten opzichte van de omgeving duidelijk zichtbaar is. Tekeningen moeten voldoen aan de volgende eisen:

      • de tekeningen zijn voorzien van een tekeninghoofd met een unieke referentie en voorzien van versiebeheer met datum;

      • de tekeningen zijn op schaal en voorzien van een noordpijl;

      • de maatvoering van het geplande tracé is eenduidig en volledig aangegeven ten opzichte van vaste punten in de omgeving;

      • het aantal kabels en leidingen is aangegeven inclusief materiaalsoorten en diameters van de leidingen.

    • b.

      voor gebieden die in ontwikkeling zijn bevatten de tekeningen daarnaast:

      • de begrenzing van het plangebied, inclusief indeling van het te ontwikkelen gebied;

      • maatvoering ten opzichte van toekomstige vaste punten;

    • c.

      de door de netbeheerder verkregen gebiedsinformatie naar aanleiding van een oriëntatieverzoek of een graafmelding. Deze informatie mag niet ouder zijn dan twintig dagen gerekend vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 4. Naar aanleiding van de aanvraag tot het verlenen van een instemmingsbesluit of een vergunning kan door het college een werkplan of een onderdeel daarvan worden verlangd. Wanneer bij de werkzaamheden gebruik wordt gemaakt van een boring of persing is een werkplan verplicht. Het werkplan bestaat uit:

    • a.

      een tekening van de indeling van het werkterrein;

    • b.

      een tekening van de plaats van de op te stellen apparatuur en voertuigen;

    • c.

      een tekening van de plaats waar de leiding(en) wordt uitgelegd;

    • d.

      een beschrijving van de wijze van aan- en afvoer van materiaal;

    • e.

      een verkeersplan;

    • f.

      een boorplan met een muddruk berekening en diagram;

    • g.

      een communicatieplan;

    • h.

      een bereikbaarheidsplan.

Artikel 3 Spoedeisende werkzaamheden

  • 1. Bij spoedeisende werkzaamheden als gevolg van een calamiteit die noodzakelijk zijn om persoonlijk letsel of grote schade te voorkomen, of als gevolg van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening als bedoeld in artikel 3, vierde lid van de AVOI, is artikel 2 van deze regeling en artikel 3 van de beleidsregels AVOI niet van toepassing.

  • 2. Werkzaamheden in verband met calamiteiten of ernstige belemmeringen of storingen waarbij de openbare orde, veiligheid of gezondheid gevaar lopen dienen te allen tijde onverwijld gemeld te worden bij het landelijk alarmnummer 112 en bij de gemeentelijk toezichthouder.

  • 3. Bij spoedeisende werkzaamheden waarbij de openbare orde, veiligheid of gezondheid geen gevaar lopen wordt hiervan door de aanbieder voorafgaand aan de uit te voeren werkzaamheden melding gedaan bij de gemeentelijk toezichthouder.

  • 4. De netbeheerder die werkzaamheden verricht als bedoeld in voorgaande leden voert deze zoveel mogelijk op zorgvuldige wijze uit, rekening houdend met de urgentie van de werkzaamheden.

  • 5. De netbeheerder die graafwerkzaamheden verricht in verband met voorgaande leden wint, voor zover mogelijk bij de beheerders van netten die zijn gelegen op de locatie waar de werkzaamheden plaatsvinden, informatie in over de precieze ligging van netten op de graaflocatie.

  • 6. Ingeval de openbare orde of gevaar dan wel de vrees voor het ontstaan van gevaar zich verzet tegen de uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden kan de burgemeester besluiten dat de werkzaamheden op een ander dan het voorgenomen tijdstip plaatsvinden.

  • 7. Het besluit als bedoeld in het vorige lid wordt onverwijld na het tijdstip van ontvangst van de melding genomen.

  • 8. De kosten die hulpdiensten maken in verband met werkzaamheden op grond van het derde lid, worden verhaald op de netbeheerder.

Hoofdstuk 3. Procedurele voorschriften

Artikel 4 Het werkplan

  • 1. Afhankelijk van de mogelijke invloed die de werkzaamheden van de netbeheerder hebben op de omgeving, kan door het college een werkplan worden verlangd, waarin de onderwerpen opgesomd in artikel 2, vierde lid beschreven dienen te worden.

  • 2. Het werkplan behoort onlosmakelijk bij het instemmingsbesluit of de vergunning.

  • 3. Het werkplan dient te worden goedgekeurd door het college.

Artikel 5 Startmelding en inlichten belanghebbenden

  • 1. De netbeheerder doet minimaal vijf werkdagen voorafgaande aan de start van zijn werkzaamheden langs elektronische weg een startmelding via het door de gemeente gehanteerde meldsysteem.

  • 2. De melding voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard geldt tevens als startmelding als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Indien de startmelding niet langs elektronische weg wordt ingediend, wordt de startmelding schriftelijk in enkelvoud ingediend bij het college. Een afschrift van de vergunning of het instemmingsbesluit moet bij de startmelding worden bijgevoegd.

  • 4. Minimaal vijf werkdagen voorafgaande aan de start van zijn werkzaamheden informeert de netbeheerder alle belanghebbenden, waarbij de volgende informatie wordt verstrekt:

    • a.

      de contactgegevens van de netbeheerder;

    • b.

      de contactgegevens van de uitvoerende partij;

    • c.

      de start- en einddatum van de werkzaamheden;

    • d.

      een omschrijving van de werkzaamheden;

    • e.

      een omschrijving van de bereikbaarheid in verband met afzetting en omleiding;

    • f.

      de contactgegevens van de gemeente.

  • 5. Onder contactgegevens als bedoeld in het vorige lid wordt in ieder geval verstaan een e-mailadres en telefoonnummer van degene die verantwoordelijk is voor de uit te voeren werkzaamheden of, waar het betreft de gemeente, is toegewezen als contactpersoon.

  • 6. Een afschrift van de in het vierde lid aan belanghebbenden verstrekte informatie dient aan het college te worden gezonden.

  • 7. Indien de netbeheerder niet op de aangegeven datum start, meldt hij dit aan het college. Het college kan bepalen dat een nieuwe startmelding noodzakelijk is.

  • 8. Indien de netbeheerder schade aan de openbare ruimte binnen zijn werkgebied aantreft, dan dient hij dat voor aanvang van de werkzaamheden aan de toezichthouder te melden.

Hoofdstuk 4. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 6 Overgangsbepaling

Voor zover er sprake is van privaatrechtelijke overeenkomsten tussen de gemeente en belanghebbende en tot het moment waarop deze zijn beëindigd, zijn de bepalingen in deze uitvoeringsregeling, voor zover strijdig met de bepalingen in deze overeenkomsten, niet van toepassing.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Waterland 2016 in werking treedt.

Artikel 8 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling behorende bij de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Waterland 2016.

Ondertekening

Het college voornoemd,
mr. N. van Ginkel MPM
algemeen directeur/gemeentesecretaris
L.M.B.C. Wagenaar-Kroon
burgemeester